Report plenary meeting

Opheldering over de stand van zaken

Dames en heren, met toepassing van artikel 50 van het Reglement van het Vlaams Parlement heeft de heer Chris Janssens bij motie van orde het woord gevraagd.

De heer Janssens heeft het woord.

Voorzitter, bij motie van orde wil ik mijn verbazing uiten over het feit dat u het nodig gevonden hebt de vraag van collega Sintobin over de instroom van illegalen aan de kust af te wijzen.

De problematiek in Calais, met het ontruimen van de kampen en de gevolgen voor West-Vlaanderen, komt nochtans dagelijks in het nieuws. Dagenlang is die problematiek een hoofditem in het nieuws, maar hier in het Vlaams Parlement mag dat blijkbaar niet aan bod komen. Gisteren werd door de commissievoorzitter een gelijkaardige vraag om uitleg ontvankelijk verklaard. Vandaag is die vraag plots onontvankelijk geworden, blijkbaar na een een-tweetje tussen u en uw partijgenoot, die voorzitter is van de commissie.

Ik begrijp niet dat de Vlaamse Regering over een dergelijk acuut probleem, waar heel wat West-Vlamingen de komende dagen en weken mee geconfronteerd worden, niet mag worden ondervraagd. Ik weet dat u de wijsheid van de parlementsvoorzitter niet graag in vraag gesteld ziet, maar ik kan er met mijn gewone verstand niet bij dat in het Vlaams Parlement niet mag worden gedebatteerd over een dergelijke acute problematiek van honderden transitmigranten die Vlaanderen illegaal binnenstromen.

We hebben hier in het Vlaams Parlement zopas een evaluatie gemaakt van de controlemiddelen. Ik stel voor dat we ook over de actuele vragen een evaluatie maken, want week na week wordt het ontvankelijk of onontvankelijk verklaren van vragen steeds meer op een arbitraire manier beoordeeld.