Report meeting Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Report
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Op 3 juni vond in de Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid een hoorzitting plaats met vzw Boeren op een Kruispunt. Het werd een boeiende hoorzitting waarbij een aantal fundamentele bekommernissen van landbouwbedrijven naar voren werden gebracht.
Een groot pijnpunt dat de vzw Boeren op een Kruispunt hier aanstipte, zijn de controles en inspecties op de landbouwbedrijven. De coördinator van de vzw Boeren op een Kruispunt maakte melding van een heel aantal problemen op dit vlak. Op enkele maanden tijd geconfronteerd worden met verschillende controles, geen mogelijkheid voor de landbouwer om zich te laten bijstaan bij de controles, sommige controleurs laten geen rapport of actieplan achter. Dit zijn slechts enkele concrete voorbeelden die tijdens de hoorzitting werden aangehaald. De administratieve lasten voor onze landbouwbedrijven worden als enorm groot ervaren door de bedrijfsleiders.
In uw beleidsnota, minister, haalt u aan dat u zult nagaan hoe Boeren op een Kruispunt nog sterker kan samenwerken met diverse overheidsdiensten om de gepaste hulp te bieden aan bedrijven in nood. Verder is er in de beleidsnota sprake van een engagement om administratieve vereenvoudiging na te streven. Er zou een nieuw actieplan komen om een bijkomende administratieve vereenvoudiging te realiseren.
Minister, hebt u zicht op de problematiek betreffende controles? Ziet u mogelijkheden om controles beter te spreiden in de tijd of te groeperen?
Klopt het dat de bedrijfsleider zich niet mag laten bijstaan tijdens de controles? Ziet u toch mogelijkheden om tot een betere communicatie te komen tussen inspecteur en bedrijfsleider?
Ziet u verdere kansen om de administratieve lasten te verlagen? Wat is de planning voor dit nieuwe actieplan rond administratieve vereenvoudiging?
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
In de vorige legislatuur werd een verdienstelijke poging ondernomen om de administratieve druk op land- en tuinbouwbedrijven te verminderen. Zoals u zegt: er werd een actieplan opgesteld. Het doel was een verlaging van de administratie met 25 procent. Het werd uiteindelijk zo’n 22 procent, met dank aan een e-loket, elektronische VLIF-aanvragen (Vlaams Landbouwinvesteringsfonds) en centrale perceelsregistratie. Er zijn concrete zaken om die druk te verlagen.
In uw beleidsnota Landbouw, minister, kondigde u een nieuw actieplan aan om bijkomende administratieve vereenvoudiging te realiseren. Hoever staat het daarmee? Wordt er opnieuw een kwantitatieve reductiedoelstelling bepaald? Zal er een jaarlijkse rapportage gebeuren in deze commissie zoals vroeger het geval was?
Ik wil nog verwijzen naar een schriftelijke vraag van december 2014. Naar aanleiding van het Landbouwrapport (LARA) 2014 vroeg ik u waarom er geen apart hoofdstuk over de administratieve vereenvoudiging en controledruk in de landbouwsector beschreven stond.
U antwoordde dat de stuurgroep zal bepalen of er in het volgende LARA een apart aandachtspunt of hoofdstuk zal staan. Daarom wil ik u vragen of u bereid bent om de stuurgroep erop attent te maken, zodat hij er een specifiek aandachtspunt van kan maken in het rapport, zodat wij dat verder kunnen bestuderen.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega’s, ik deel absoluut de bezorgdheid om ervoor te zorgen dat de administratieve overlast en de regeltjes tot een minimum worden beperkt. Aan de andere kant zien we, ook hier in het parlement, veel vragen naar bijkomende regeltjes, die dan ook moeten worden gecontroleerd.
Ik geef enkele voorbeelden van wat er met betrekking tot natuur, water, afval, lucht en mest allemaal bestaat. Daar wordt gepleit voor strenge controles op de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), de voedselveiligheid, de dierenwelzijnsregeltjes, de kwaliteitslastenboeken, fiscaliteit, en zo kan ik nog een tijdje doorgaan. Alle initiatieven en vragen die ook bij heel wat mensen leven, zouden die hoop alleen maar zwaarder maken. We moeten daar aandacht voor hebben als we vragen stellen over het invoeren van nieuwe regeltjes en controles. We moeten meteen rekening houden met de impact daarvan.
Heel wat van die controles vloeien voort uit Europese, nationale – bijvoorbeeld die inzake de voedselveiligheid – of Vlaamse regelgeving. Het zou natuurlijk veel beter zijn indien alles op elkaar zou worden afgestemd. Aan de andere kant zijn het de verschillende beleidsniveaus die deze controles doen. Er worden ook gemeentelijke controles uitgevoerd.
Op het vlak van de oppervlaktegebonden GLB-maatregelen, bijvoorbeeld, zegt de Europese Commissie dat een ‘Geïntegreerd Beheers- en Controlesysteem’ moet worden uitgewerkt. De Commissie bepaalt via dat systeem hoe de landbouwers worden geselecteerd voor controle, hoeveel controles er jaarlijks moeten worden uitgevoerd, welke controles er onaangekondigd moeten gebeuren, enzovoort. Om een level playing field te garanderen tussen de Vlaamse landbouwers en hun collega’s in de 27 andere lidstaten van de Unie, moeten wij die opvolgen – of wij kunnen geen subsidies meer verlenen.
Er zijn vanuit Vlaanderen al heel wat initiatieven genomen om de controles te groeperen. Daardoor wordt de controlelast bij de landbouwer zo veel mogelijk beperkt en worden de controles efficiënter uitgevoerd.
Er zijn ook nieuwe controletechnieken. Ik geef enkele voorbeelden. Waar mogelijk worden areaal- en teeltcontroles uitgevoerd via teledetectie. Bij deze controles krijgt de landbouwer dus geen controleur meer over de vloer, maar wordt er gewerkt met satellietbeelden. Vanaf 2015 wordt daar nog meer gebruik van gemaakt. Ook de drones, de vliegende camera’s, kunnen daar veel soelaas brengen. In het kader van de controle op de agromilieu- en klimaatmaatregelen of van de mestbankcontroles werken de betrokken administraties heel nauw samen en wisselen zij alle informatie uit. We hebben er trouwens in de vorige legislatuur heel veel aan gedaan om dat te stroomlijnen, zeker binnen de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). Dat is geslaagd. Ik hoor op het terrein dat dit bijzonder wordt geapprecieerd en dat het allemaal veel beter en vlotter verloopt.
We proberen dus zo veel mogelijk te bundelen, maar soms zijn er praktische bezwaren. Sommige zaken kunnen enkel in een bepaald seizoen worden gecontroleerd of op een ander tijdstip. Dan kun je niet anders dan het apart te doen.
Wat betreft de controles die worden uitgevoerd door mijn administraties, vormt het geen probleem dat men zich laat bijstaan. Ik begrijp wel dat dit bij onaangekondigde controles niet altijd evident is. Maar sommige controles moeten onaangekondigd zijn. Ik heb daarnet verwezen naar de Europese regelgeving.
Een goede communicatie tussen landbouwer en controleur is ook een belangrijk uitgangspunt om het goed en vlot te laten verlopen. Om daaraan tegemoet te komen, hebben wij onze controleurs een specifieke opleiding gegeven, zodat zij daar op een goede manier mee kunnen omgaan, en goed communiceren wat ze komen doen en waarom zij ter plaatse komen. Zo zullen de gesprekken en de communicatie vlotter verlopen.
We moeten inderdaad nog veel meer inzetten op de automatische gegevensuitwisseling en de digitalisering. Wij schenken daar een belangrijke mate van aandacht aan.
In mijn volgende beleidsbrief zal ik verder ingaan op de opmaak van het actieplan voor administratieve vereenvoudiging. Het is een goede suggestie om daar in de rapportering rekening mee te houden. We zullen dat niet alleen via Landbouw doen. Ook Omgeving is daarvoor cruciaal. Ook de omgevingsvergunning zal voor de landbouwsector een positief effect hebben omdat zij dan inderdaad niet om de zoveel jaar nieuwe vergunningsprocedures zullen moeten doorlopen. De permanente vergunning zal ook daar meer rechtszekerheid bieden.
Ik deel de bezorgdheid van de collega’s. Ik houd rekening met de suggesties. We maken daar zeker werk van.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw zeer uitgebreide antwoord. Ik ben zeer tevreden dat u de problematiek ernstig neemt. Het was niet alleen een boeiende maar toch ook een confronterende hoorzitting. Wij zijn toen allemaal met heel wat gedachten de middagpauze ingegaan. Er is hier zeker nog een taak weggelegd voor dit parlement. Ik kijk dan ook uit naar het actieplan rond administratieve vereenvoudiging. Ik wil graag oproepen om die rapportering samen met dit parlement te doen omdat dit voor ons een zeer belangrijk en ernstig punt is.
De heer Caron heeft het woord.
De vragen van mijn collega zijn terecht. Ze verwijzen naar uitdrukkelijk uitgesproken woorden van Boeren op een Kruispunt op de hoorzitting, die ik ook bijwoonde. Het ging in eerste instantie niet over de regeltjes zelf en het principe van handhaving en de controle op die regels, maar het ging over de wijze waarop en de stijl die wordt gehanteerd bij de controles.
Minister, u hebt ook al gezegd – ik wil uw goede intenties niet afvallen – dat we opleiding en vorming hebben gegeven aan onze mensen om daar iets aan te doen, maar dit werd toch als een zeer ernstig probleem beschouwd. Ook wij zijn ervan overtuigd dat Vlaanderen aan regelzucht en controlitis lijdt, maar soms heb je regels nodig. De wijze waarop we met die regels omgaan en ze handhaven, is cruciaal. De manier waarop de agent met je omgaat als je een verkeersovertreding maakt, speelt een belangrijke rol in de wijze waarop je je eigen fout accepteert en er misschien een les uit trekt voor de toekomst.
In de hoorzitting werd gesteld dat er heel diepgaande, menselijke gevolgen waren. Ik ben geen vragende partij voor meer regels, integendeel, maar wel voor een humane manier van omgaan met die regels.
De heer De Meyer heeft het woord.
Het was inderdaad een heel boeiende gedachtewisseling met de directeur van Boeren op een Kruispunt. Zijn pleidooi was er een van meer empathie voor mensen die op controle gaan. Ik heb gevraagd naar welke controle hij bedoelde, en het ging duidelijk over federale ambtenaren. Niet dat er voor Vlaamse ambtenaren onvoldoende empathie is, dat is iets anders, maar hij heeft ook gezegd over welke diensten het ging.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Het is net omdat we de bezorgdheid voor de empathie en de menselijke communicatie delen, dat er een specifieke opleiding is geweest voor al die mensen. We zullen dat ook blijven herhalen. Hoe pak je iemand aan? Hoe breng je iets aan? Hoe kun je je inleven in een situatie? Welke stijl hanteer je? Hoe kom je op een bedrijf? Hoe praat je met mensen? De opleiding die de mensen kregen die naar bedrijven gaan, is menselijk en niet puur technisch. Dat is belangrijk.
De vraag om uitleg is afgehandeld.