Report meeting Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Report
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Voorzitter, de Intercommunale Kustreddingsdienst van West-Vlaanderen (IKWV) is het overkoepelend orgaan dat de werking van de strandreddingsdiensten langs de hele kustlijn coördineert. Het betreft hier de inzet van personeel, de aankoop en het onderhoud van reddingsmateriaal als boten en dergelijke.
Ook vanuit toeristisch oogpunt speelt de IKWV een belangrijke rol. De veiligheid van de kust heeft niet enkel betrekking op de inwoners van de kust of op de mensen die er een tweede verblijf hebben. Het gaat vooral ook om de toeristen uit binnen- en buitenland.
Tijdens de drukke zomermaanden worden meer dan duizend redders ingezet om de veiligheid te garanderen van de baders, de watersporters en de gezinnen die op het strand blijven. Als mooi weer wordt aangekondigd, wordt ook in mei, juni en september soms al een beroep gedaan op verschillende redders in de strandreddingszones langs de kust.
De redders vormen ook het eerste aanspreekpunt voor de toeristen op het strand. Vaak bieden ze ook eerste hulp bij allerlei kleine strandproblemen, zoals verloren gelopen kinderen, bijensteken of wondjes aan de voeten. De redders spelen niet enkel een grote rol op het vlak van de veiligheid, maar ook op het vlak van kwaliteit ten aanzien van onze toeristen.
Ik heb enkele bezorgdheden in verband met de toekomst van de IKWV opgevangen. Als er bezorgdheden zijn, zijn die meestal op het financieel vlak te vinden. De IKWV heeft eigenlijk geen eigen inkomsten en werkt samen met verschillende partners. De eerste partners zijn de kustgemeenten, die voor de uitbetaling van de lonen van de 1400 redders instaan en die in een aantal werkingskosten participeren. Daarnaast zijn er de provincie West-Vlaanderen en de Vlaamse overheid. Los daarvan, beschikt de IKWV nog over vormen van sponsoring.
Minister, volgens mij is het de rol van die partners in de IKWV te blijven investeren. Ik zou u dan ook graag een aantal vragen stellen. Hoe ziet u de toekomst van de IKWV? Zal de Vlaamse overheid hier als partner in blijven investeren? Zal het engagement van de andere partners van de IKWV met betrekking tot de financiering gehonoreerd kunnen blijven? Ik kijk uit naar uw antwoord.
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, er zijn vragen die eigenlijk elke legislatuur of zelfs elk jaar opnieuw aan bod komen. Dit is er zo eentje. Het is overigens een terechte vraag om uitleg. Ik heb wat op het internet gesurft en de eerste vraag om uitleg over dit onderwerp die ik heb teruggevonden, is gesteld door de heer Van Nieuwkerke. Dat is al enkele jaren geleden.
Het gaat om de financiering van de reddingsdiensten. In feite is dit een vraag die we ons niet zouden moeten of mogen stellen. De veiligheid van onze Vlaamse kust is voor iedereen een prioriteit. De discussie draait er altijd om wie dit moet betalen. Dat kan de provincie zijn. Het kunnen de gemeenten zijn, want zij krijgen de economische return van die duizenden en duizenden toeristen. Het kan ook de Vlaamse overheid zijn, want de Vlaamse overheid is bevoegd voor het strand tot aan de laagwaterlijn. De Vlaamse overheid bepaalt wat al dan niet kan op het strand, bijvoorbeeld wat beach bars en andere constructies betreft. Misschien moet de Vlaamse overheid dan maar de volledige verantwoordelijkheid voor de reddingsdiensten op zich nemen.
Ik weet dat de Vlaamse overheid in het verleden steeds een tegemoetkoming heeft gegeven. Volgens mij is hiervoor zelfs een impulsfonds gebruikt. Ik ondersteun natuurlijk de vraag om uitleg van mevrouw Coudyser, zeker nu bepaalde bevoegdheden ten gevolge van de interne staatshervorming bij de provincies worden weggenomen. Alles goed en wel beschouwd, kunnen de provincies eigenlijk geen tegemoetkoming meer doen. Ze zijn niet meer bevoegd en bovendien zullen bij de provincies ook besparingen worden doorgevoerd. Hierdoor komt het voortbestaan van de IKWV op de helling te staan.
Minister, hoe zit het nu met de financiering van de reddingsdiensten? Ik weet dat in het verleden niet enkel vragen over de financiering van de reddingsdiensten werden gesteld. Binnen een paar maanden komt die vraag allicht opnieuw. In april zullen we tijdens de paasvakantie al wat mooi weer aan de kust hebben. Hopelijk gebeurt het niet, maar eigenlijk is er elk jaar wel een incident. Dan worden in het Vlaams Parlement vragen over de financiering van de reddingsdiensten buiten de vastgelegde periode gesteld.
Minister, ik heb dan ook twee vragen. Wat doet de Vlaamse overheid om de reddingsdiensten te financieren? Hoe zit het met de reddingsdiensten buiten de vastgestelde periode?
De heer Verstreken heeft het woord.
Voorzitter, ik kan me enkel bij de twee vorige sprekers aansluiten. Het water staat de IKWV al enkele jaren tot aan de lippen. In dit geval gaat het, bij wijze van spreken, om zeewater. Er zijn steeds minder sponsors. Er zijn steeds minder financiële middelen. Er wordt steeds meer verwacht. Die mensen moeten steeds meer doen en dat vaak met minder middelen. Wat de veiligheid betreft, moeten zij meer beschikbaar zijn.
Daarnet is al opgemerkt dat het paasweekend eraan komt. Dat is binnenkort, meer bepaald eind deze maand. Daarna volgt de maand mei met een aantal verlengde weekends. Sommige gemeenten en steden zetten dan al redders in.
Minister, het is best nu al zicht te krijgen op een aantal zaken. Heeft uw kabinet al overleg gepleegd met de kustburgemeesters? Ik weet dat dit soms stroef verloopt. In het verleden zijn beslissingen vaak op het laatste moment genomen. Een structureel overleg lijkt me nodig om problemen te voorkomen. Indien u hiermee rekening wilt houden, wil ik u hiervoor danken.
De heer Caron heeft het woord.
Voorzitter, ik wil eigenlijk maar met betrekking tot een punt het woord nemen. De heer Sintobin heeft me, bij wijze van spreken, op het spoor gezet. Hij heeft gesuggereerd dat de provincies niet meer bevoegd zullen zijn voor de reddingsdiensten.
Minister, dit is dan ook een vraag om uitleg pur sang. Zullen de provincies in de toekomst nog bevoegd zijn? Volgens mij gaat het om een gewestmaterie, tenzij we dit niet als toerisme, maar als een of andere vorm van sportbeoefening zouden beschouwen. In dat geval zou het om een gemeenschapsmaterie gaan en zou het niet langer een provinciale bevoegdheid zijn. Ik zou hier graag duidelijkheid over krijgen.
Ik heb nog een bijkomende vraag. In welke mate is hierover al overleg gepleegd met de andere toeristische instanties naast de gemeentelijke instanties, in dit geval de Westhoek?
Minister Weyts heeft het woord.
Voorzitter, de IKWV heeft een weinig attractieve naam, maar de organisatie en haar werking zijn dat des te meer. De cijfers met betrekking tot de organisatie zijn immers indrukwekkend. Verspreid over 82 reddingsposten langs 34 kilometer kustlijn zijn 1400 redders actief. In 2014 zijn er 255 interventies geweest en is 879 geholpen in verband met verloren gelopen kinderen. Belangrijker nog vind ik dat er sinds de oprichting van de IKWV in 1982 geen meldingen van verdrinkingen tijdens de diensturen in de bewaakte zones zijn geweest. Ik vind dat een stevig palmares. We kunnen in het buitenland absoluut pronken met het imago van een van de meest veilige kusten in Europa. Dit is een absolute toeristische troef, maar voor het veiligheidsaspect geldt dit argument eveneens.
De Vlaamse overheid investeert jaarlijks ongeveer 120.000 euro in de IKWV. Daarnaast is er de participatie van de gemeenten, die vooral betrekking heeft op de lonen, wat de grootste massa is, op een investeringsbudget en op 100.000 euro aan werkingsmiddelen. Daarnaast zijn er nog de private partners en sponsors. Zo levert Isuzu elf terreinwagens. Er zijn ook kledijsponsors. AXA draagt apart nog eens 50.000 euro bij. Verder past de provincie West-Vlaanderen ook nog eens 250.000 euro bij.
Ik ben er natuurlijk van overtuigd dat we in de toekomst een kustreddingsinstantie op hetzelfde niveau nodig zullen hebben. Ik zal dan ook blijven investeren. Ondanks de besparingen die ons parten spelen, zal ik het niveau van 120.000 euro handhaven. Ik zal de nodige middelen uittrekken om ervoor te zorgen dat we hetzelfde aanbod als in het verleden zullen kunnen verzekeren. Ik heb die subsidie al vrijgemaakt.
Dit past trouwens niet binnen het budget voor het toeristisch beleid, dit hoort bij het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust (MDK). In mijn hoedanigheid van minister van Mobiliteit en Openbare Werken zorg ik ervoor dat we ons engagement blijven nakomen.
Op het financieel engagement van de andere partners heb ik momenteel geen zicht. Ik heb geen meldingen ontvangen.
Verder is er nog de discussie of dit al dan niet een provinciale bevoegdheid is. Dit lijkt me bij uitstek een grondgebonden materie. Zoals de heer Caron heeft verklaard, is dit een gewestmaterie. Op dat vlak is er geen wijziging. Dit kan volgens mij geen argument vormen. Ik heb geen enkele officiële melding ontvangen. Ik kan enkel mijn vurige hoop uitspreken dat iedereen zijn engagement gestand doet en dat we dit met zijn allen zullen blijven financieren.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben blij dat u erkent dat de IKWV een belangrijke rol speelt met betrekking tot de veiligheid en het toerisme. U zult in de IKWV blijven investeren. Ik ben zeer blij dat de middelen van de Vlaamse overheid opnieuw worden gegarandeerd.
De private partners spelen zeker een rol. We moeten de IKWV blijven aanmoedigen om steeds op zoek te gaan naar private partners. Aangezien het een intercommunale betreft, ga ik ervan uit dat de gemeenten absoluut hun rol moeten vervullen. Op zich is er geen reden om het engagement van de provincie in twijfel te trekken.
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, ik wil nog een vraag om verduidelijking stellen. Het gaat om een grondgebonden materie. De besparingen bij de provincies spelen echter ook een rol. Misschien zou u even contact met de provincie kunnen opnemen om te weten of de provincie haar engagement al dan niet zal nakomen. Indien u dit niet doet, bestaat de kans dat we hier binnen een paar maanden opnieuw over hetzelfde onderwerp moeten discussiëren.
U hebt net verklaard dat een subsidie van 120.000 euro eigenlijk een voortzetting van het verleden inhoudt. Klopt dit? In 2011 heeft toenmalig minister van Toerisme Bourgeois op een vraag van toenmalig Vlaams volksvertegenwoordiger Werbrouck geantwoord dat het in 2010 om een bedrag van 160.000 euro ging. Dit zou een verschil van 40.000 euro betekenen. Mijn vraag is dan ook of de subsidie van 120.000 een voortzetting van het verleden is. Is er toch sprake van een vermindering?
De heer Caron heeft het woord.
Provincies moeten hun verantwoordelijkheid blijven opnemen. In het kader van de interne staatshervorming is beslist dat er slechts twee overheidsniveaus een subsidie mogen geven aan organisaties. In dit geval zijn dat er drie. Voor mij is dat geen enkel beletsel. Ik vind het fijn dat u verantwoordelijkheden deelt, maar we botsen wel op de grenzen van dat politiek principe.
Minister Weyts heeft het woord.
Mijnheer Sintobin, sinds 2011 is het bedrag 120.000 euro. Over de periode daarvoor kan ik me niet uitspreken. Misschien was het toen meer, dat weet ik niet, maar ik zorg wel voor continuïteit in functie van de ondersteuning.
De vraag om uitleg is afgehandeld.