Report meeting Commissie voor Wonen, Armoedebeleid en Gelijke Kansen
Report
Mevrouw Taeldemam heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, tijdens de bespreking van de beleidsnota bleek dat iedereen, over alle politieke grenzen heen, ervan overtuigd is dat de sociale verhuurkantoren (SVK’s) een cruciale rol spelen op de private huurmarkt. Een SVK biedt aan een private verhuurder tal van voordelen: de huur wordt altijd betaald, het ziet toe op het onderhoud van de woning, het volgt de huurdersverplichtingen op en begeleidt de huurder. Ook voor de huurder zelf speelt een SVK een heel belangrijke rol. Het vormt immers een schakel tussen de private huurmarkt en het huishouden dat zelf geen betaalbare en kwaliteitsvolle woning vindt. Het is een belangrijke schakel, gelet op de huidige situatie op de Vlaamse huurmarkt, waarbij het voor tal van gezinnen geen evidentie is om een kwaliteitsvolle woning te vinden.
Minister, u maakt in de beleidsnota duidelijk dat u het belang van het sociale verhuurkantoor onderschrijft. U wilt hen optimaal ondersteunen bij het verder ontplooien van hun activiteiten. U wilt ook dat het aanbod van de SVK’s in de toekomst uitgebreid wordt, om zo tegemoet te komen aan de grote vraag. U wilt ook verder werken aan het gebiedsdekkend maken van het SVK-aanbod.
Collega Vandenbroucke heeft in deze commissie al verschillende keren duidelijk gemaakt dat vooral de provincie Oost-Vlaanderen een knelpunt blijft. Er zijn 65 steden en gemeenten in Oost-Vlaanderen, maar we zien dat niet elke stad of gemeente aangesloten is bij de werking van een sociaal verhuurkantoor.
Uiteraard zijn voor de verdere werking en uitbouw van de SVK’s financiële middelen nodig. Enerzijds worden SVK’s gesubsidieerd door Vlaanderen. Er is de opstartsubsidie, en er is de basissubsidie. Anderzijds komen er ook middelen binnen vanuit de lokale besturen en de provincies. Ik krijg echter steeds meer het signaal van diverse OCMW’s en lokale besturen – want soms zit een OCMW in de algemene vergadering of de raad van bestuur, en soms het lokale bestuur – dat zij de beslissing nemen om uit de werking van een sociaal verhuurkantoor te treden. Daarom wil ik die bezorgdheid hier meegeven in de commissie. Het heeft ook te maken met de besparingsdruk op de lokale besturen, waardoor zij zich genoodzaakt om een aantal beslissingen te nemen.
Minister, op welke manier zal Vlaanderen in de toekomst de SVK’s financieel blijven ondersteunen? Of is het de bedoeling dat het erkennings- en subsidiebesluit van 2012 gehandhaafd blijft in deze legislatuur? Wat als de andere financiële ondersteuningsmiddelen vanuit de provincies of de lokale besturen teruggeschroefd worden? Bent u ervan op de hoogte dat lokale besturen hebben beslist om uit te treden uit een sociaal verhuurkantoor? Welke mogelijkheden zijn er dan om er toch voor te zorgen dat de werking van het SVK gegarandeerd blijft en dat dat specifieke segment op de huurmarkt blijft bestaan?
De heer Anseeuw heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de vorige spreker. Ik deel die bezorgdheid omdat de SVK’s een bijzonder belangrijk instrument zijn, niet alleen om de private huurmarkt te ontsluiten naar de meest kwetsbare huurders maar ook omdat ze voor die lokale besturen waar mevrouw Taeldeman naar verwijst, een belangrijk instrument zijn en blijven om hun bindend sociaal objectief te behalen.
Ik deel de bekommernis van mijn collega, maar ik weet ook dat bijvoorbeeld de VMSW al jaren actief SVK’s ondersteunt op het vlak van efficiëntieverhogende maatregelen, bijvoorbeeld met informaticatoepassingen, procesbegeleiding en dat soort dingen meer, want we zitten met noodzakelijke besparingen op alle niveaus. Een andere mogelijkheid om naar meer efficiëntie te gaan, is om te gaan kijken welke voordelen een schaalvergroting ook voor die SVK’s met zich mee kan brengen. Ook daarvoor is er vandaag al een ondersteuning.
Is er bij de VMSW nog extra ruimte om nog meer te gaan inzetten op die efficiëntieverhogende maatregelen? Voorziet u in een extra stimulans, misschien een tweede groeipad, voor SVK’s om ze aan te zetten tot het bewerkstelligen van een schaalvergroting?
De heer de Kort heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik wil me graag aansluiten, zeker bij de suggesties die werden gedaan om op het gebied van efficiëntieverbeteringen stappen voorwaarts te zetten. Ik heb in het verleden al gemerkt dat als er een samenwerking is tussen een SHM en een SVK, dat niet direct wordt gewaardeerd vanuit de administratie, dat de beslissingen van het directiecomité ter zake werden vernietigd en dat men in beroep moest gaan bij de minister. Gelukkig heeft de minister ermee ingestemd om die samenwerkingsverbanden effectief mogelijk te maken. Ik heb dus de vraag of het in de toekomst mogelijk is om die samenwerkingsverbanden te bevorderen.
Minister Homans heeft het woord.
In de commissie bestaat er over dit onderwerp grote unanimiteit. We vinden het allemaal een belangrijk instrument, aanvullend op het aanbod vanuit de SHM’s. De vorige minister vond dat ook. Het erkenningsbesluit van 2012, dat in werking is getreden in januari 2013, is goed, alsook de financiële modaliteiten die er tegenover staan. Het aantal gesubsidieerde SVK-woningen is sterk toegenomen, van 6038 woningen eind 2012 naar 7500 woningen op 1 november 2014. U kunt zeggen dat het sterk stijgt. Als u weet hoelang er al wordt ingezet op SVK-woningen, vind ik een stijging van 1500 wooneenheden op twee jaar tijd, goed. Is dat voldoende? Neen, dat is niet voldoende. Ik denk dat we het daar allemaal over eens zijn.
Ik denk dat hier ook een heel belangrijke verantwoordelijkheid ligt bij de lokale besturen zelf, die wij natuurlijk moeten ondersteunen. Ik blijf erbij dat een SVK een fenomeen is van ‘onbekend is onbemind’. Het zijn vooral lokale besturen die mee initiatieven op poten moeten zetten en de SVK’s wegwijs moeten maken naar de Vlaamse financieringsmogelijkheden die er zijn. Ik wil absoluut niet de verantwoordelijkheid van Vlaanderen in dezen ontlopen, laten we dat er alstublieft niet van maken, maar het is absoluut een en-enverhaal, waarbij vooral de lokale besturen, met de bijkomende bevoegdheden die ze nu gaan krijgen, een veel beter overzicht hebben op wat een geschikt pand zou kunnen zijn om via een SVK verhuurd te worden. Zij hebben een zicht op de leegstand, ze kunnen in het kader van het sociaal beheer een pand in beslag nemen en dat eventueel via een SVK verhuren. De lokale besturen moeten hier echt partners in zijn.
De heer Vandenbroucke heeft de terechte ongerustheid vorige keer ook al geuit dat de provincie Oost-Vlaanderen blijkbaar net iets achterloopt. We moeten eens bekijken hoe we dat aanpakken. Mevrouw Taeldeman heeft er ook naar verwezen. Het is inderdaad een waardevol instrument. Misschien kunnen we in overleg met de lokale besturen daar iets aan doen, misschien vanuit Vlaanderen nog meer inzetten op het bekendmaken van een SVK, zeker de subsidiemogelijkheden die bestaan.
Mevrouw Taeldeman, u zegt dat u signalen hebt gekregen vanuit verschillende lokale besturen die zich terugtrekken uit een SVK, en dat er zo een probleem zou kunnen ontstaan. Je hebt natuurlijk verschillende vormen van participatie van een lokaal bestuur in een SVK. Dat kan aandeelhouder zijn, dat kan ook gewoon lid van de raad van bestuur zijn. Uw concreet voorbeeld gaat niet zozeer over het financiële. Naast de financiën die vanuit Vlaanderen kwamen voor het subsidiëren van SVK-woningen, kwamen er dikwijls ook vanuit de lokale besturen nog extra middelen voor renovatie. Ze hadden bijvoorbeeld een klusjesdienst die de SVK-woningen bedienen en dergelijke meer. Van dergelijke initiatieven heb ik gehoord dat bepaalde lokale besturen ze niet meer doen. Maar de middelen die er nu vanuit Vlaanderen worden gegeven, volstaan om de basistaken van een SVK te garanderen, namelijk het zoeken van voldoende aanbod en medewerkers. De gemeenten droegen niet zozeer bij in die financiering, maar wel in aanvullende initiatieven. De klusjesdienst is een concreet voorbeeld.
Is het jammer dat lokale besturen zich terugtrekken? Ja, dat is natuurlijk wel jammer, maar ik vind het goed dat we vanuit Vlaanderen wel de subsidies blijven garanderen die nodig zijn om SVK-kantoren te kunnen blijven uitbaten, met alle woningen die erbij horen. Ik ben er natuurlijk geen vragende partij voor dat veel lokale besturen een soortgelijke beslissing nemen. Ik ken de beweegredenen van elk lokaal bestuur natuurlijk niet. Maar zolang wij de basisfunctie van een SVK kunnen blijven garanderen, moeten we nog niet onmiddellijk aan de alarmbel trekken.
Er zijn bijkomende vragen gesteld over hoe ik dat in de toekomst zie. Ik ben officieel sinds vorige week ontslagen van mijn taak, die ik met zeer veel zin heb opgenomen, om mijn beleidsnota’s voor te stellen. Dat is achter de rug. Ik heb zeven beleidsnota’s voorgesteld, vorige week de laatste. Nu hebben we eindelijk tijd om alles wat in de beleidsnota’s staat, ook vorm te geven. Natuurlijk hebben we al over een en ander nagedacht. We hebben ook al vijf maanden achter de rug en alleen tijd besteden aan beleidsnota’s zou ook niet zinvol zijn, maar nu pas kunnen we beginnen met bepaalde zaken. We hebben heel duidelijk aangekondigd dat we een evaluatie van het SVK-besluit zullen doen. De suggestie die de heer de Kort geeft over samenwerking van SHM’s, SVK’s en onderlinge participatie, moeten we meenemen in onze evaluatie. Dit zou nog een zeer geanimeerd gesprek kunnen worden in deze commissie.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik meen me te herinneren dat u vorige week tijdens de gedachtewisseling over het bindend sociaal objectief dezelfde boodschap hebt gebracht dat u ontheven bent van de bespreking van de zeven beleidsnota’s. Dat is ook ter sprake gekomen toen collega Vandenbroucke de problematiek aanbracht van het feit dat er in Oost-Vlaanderen geen gebiedsdekkende werking is van verschillende SVK’s. Ik wilde het u toch meegeven aan de hand van de vraag in deze commissie.
Ik denk dat we allemaal de rol en het belang van het sociaal verhuurkantoor erkennen. Het omvat een heel specifiek segment van onze woonmarkt.
Ik denk ook dat we het er allemaal over eens zijn dat het lokaal bestuur de regisseur is van het lokaal woonbeleid en de taak heeft om alle lokale woonactoren regelmatig samen te brengen om het woonbeleid lokaal te bespreken.
Ik wou gewoon het volgende duidelijk maken. Het sociaal verhuurkantoor is van belang. In het erkennings- en subsidiebesluit van een SVK staat ook dat het lokaal ingebed moet zijn, dat het lokaal verankerd moet zijn.
Ik ben het niet 100 procent zeker, maar ik denk dat het artikel 9 is van het subsidiebesluit dat omschrijft dat minstens drie vierde van de gemeenten of OCMW’s in het werkingsgebied van het SVK stemgerechtigd moet worden betrokken. Ik wil alleen de bezorgdheid meegeven dat wanneer het ene na het andere OCMW of lokaal bestuur beslist om wegens besparingsmaatregelen uit een SVK te stappen, op een bepaald moment problemen zullen ontstaan met de verankering in een bepaalde regio.
Voorzitter, minister, als u het mij toestaat, wil ik graag kort een citaat voorlezen van een van de vijftig SVK’s, dat geconfronteerd wordt met de problematiek van lokale besturen die uittreden. Ik wil dit gewoon doen om duidelijk te maken dat het in 2015 echt wel noodzakelijk zal zijn om dit toch eens onder de loep te nemen vanuit het kabinet. Ik zal geen namen noemen, ik verwijs naar gemeente x.
Ik citeer: “Gemeente x is sinds 1 januari 2015 niet meer aangesloten bij het SVK. Dit betekent dat het SVK geen nieuwe panden meer kan inhuren. Maar het SVK had zes panden in beheer. Als de huurcontracten met de eigenaars worden stopgezet, zetten we zes kwetsbare huurders op straat.” Die mensen worden dus op straat gezet en zullen geen kwaliteitsvolle woning meer kunnen huren.
Ik vervolg: “Voor de zes panden zullen we minder Vlaamse subsidiëring krijgen.” Een SVK krijgt immers per woning een bepaalde toelage. De toelages voor de zes woningen zullen wegvallen.
Ook het volgende is belangrijk: “Voor sommige panden in beheer zijn er in het verleden renovatiewerken uitgevoerd die gesubsidieerd werden door de Vlaamse overheid, waarbij de voorwaarde was dat de panden nog 9 jaar werden verhuurd via het SVK.” De werken gebeurden aan de hand van de Vlaamse renovatiepremie. De eigenaar-verhuurder kan immers in aanmerking komen voor de renovatiepremie indien de woning in het beheer komt van een SVK. Het betekent hier dus dat middelen vanuit Vlaanderen naar die renovatiewerken zijn gegaan, maar wel onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat de panden nog negen jaar moeten worden verhuurd via het SVK.
Ik geef u gewoon deze bezorgdheid mee. Ik weet dat het een druk najaar is geweest, maar het lijkt me toch van belang om aan de hand van deze vraag de problematiek eens onder de loep te nemen. Zoals de collega’s voorstellen, kunnen we bekijken of we voor efficiëntiewinsten kunnen gaan en hoe de werking kan worden gegarandeerd bij sommige lokale besturen.
Minister Homans heeft het woord.
Voorzitter, mevrouw Taeldeman, ik deel uw bezorgdheid. Hoe meer lokale besturen of andere actoren zich terugtrekken uit een SVK, hoe minder levensvatbaar een SVK wordt.
Er liggen inderdaad dikwijls financiële redenen aan de basis om zich terug te trekken, maar er zijn ook andere redenen. Als bijvoorbeeld een samenwerkingsverband wordt opgezet tussen verschillende lokale besturen en SVK’s, dan is er uiteraard ook een bepaald werkingsgebied. Dat gebied gaat verder dan de eigen gemeente. Stel dat gemeente x twintig woningen inbrengt in het SVK, in het patrimonium van het samenwerkingsverband, en gemeente y geen enkele woning, en na verloop van tijd zitten de woningen van gemeente x vol met mensen uit gemeente y. Het kan dat gemeente x beslist om uit het samenwerkingsverband te stappen omdat het geen dergelijk groot werkingsgebied meer wil hebben, omdat de woningen op het eigen grondgebied niet worden toegewezen aan de inwoners. U weet dat het via allerhande voorrangsregels en dergelijke verloopt. Ik geef u dit voorbeeld om aan te tonen dat er meerdere redenen en oorzaken zijn die we moeten meenemen in de evaluatie van ons SVK-besluit wanneer we bekijken hoe we een en ander moeten optimaliseren.
We mogen het niet alleen vanuit een financiële invalshoek bekijken, maar dat was ook niet uw bedoeling. We moeten het breder trekken en bekijken hoe we het kunnen doen.
Wat u zegt over de renovatiepremie, klopt. Een eigenaar die een woning ter beschikking stelt aan een SVK, kan in aanmerking komen voor een renovatiepremie, maar daar zijn een aantal voorwaarden aan gekoppeld. Een van die voorwaarden is inderdaad dat de eigenaar de woning minstens voor negen jaar ter beschikking moet stellen. Het zijn zaken die we moeten meenemen. Twee of drie jaar geleden hebben we hier nog over gedebatteerd in deze commissie. We werden toen ook geconfronteerd met mensen die hun woning aan een SVK hadden gegeven en door een echtscheiding, of wat dan ook, plots opnieuw nood hadden aan die eigen woning en die niet meer konden krijgen.
We moeten toch bekijken hoe we aan de eigenaar iets meer zekerheden kunnen geven. De eigenaar moet de stap ook willen zetten. Het blijft immers een stap die de eigenaar moet durven te zetten om de woning op de sociale verhuurmarkt te brengen. We hebben nog heel veel werk te doen. Het is ook nog niet voldoende bekend, en onbekend is onbemind. We moeten vooral de eigenaars sensibiliseren. We moeten zeker de voordelen meer bekend maken. Ik hoop dat we allemaal partners kunnen zijn om dit waar te maken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.