Report meeting Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Report
De vraag van de heer Van Rompuy wordt niet geschrapt, maar wordt even aangehouden omdat er leden uit een andere commissie graag willen aansluiten. De heer Van Rompuy is het daarmee eens.
De heer Diependaele heeft het woord.
Een deel van de vragen is deze voormiddag al gesteld. Het is erg moeilijk als de agenda voortdurend overhoop wordt gehaald. Ik heb er alle begrip voor dat mensen in verschillende commissies moeten zijn, maar dat geldt voor iedereen. Iedereen zit te wachten op vragen waar hij of zij iets over wil zeggen. Ik pleit ervoor om zoveel mogelijk vast te houden aan de agenda.
Ik doe mijn uiterste best en ik ben ook niet van plan om de vraag helemaal naar het einde van de agenda te verschuiven. Een beetje flexibiliteit om collega’s zoveel mogelijk hun werk te laten verzilveren, lijkt me echter interessant.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Voorzitter, er is vandaag inderdaad al een en ander verschoven. Sommige interessante vragen zijn deze morgen al gesteld. Ik neem aan dat daar praktische redenen voor zijn. (Opmerkingen van minister Philippe Muyters)
De minister had er praktische problemen mee. Ik heb de mail gemist waarin ik daarover werd geïnformeerd. (Opmerkingen van minister Philippe Muyters)
De mensen die dus zijn afgegaan op de geschreven uitnodiging, waren verkeerd. (Opmerkingen)
Ik wil geen discussie voeren, maar ik ben afgegaan op de officiële agenda en was dus niet op de hoogte van wijzigingen, met alle begrip voor de praktische regelingen. Mijn collega’s hebben me uiteraard verwittigd, maar ik had andere verplichtingen.
Ik zal doorgeven aan de vaste voorzitter – want ik ben maar plaatsvervangend – dat bij een wijziging van de vragen, dit een dag of enkele uren op voorhand wordt meegedeeld zodat de nodige maatregelen getroffen kunnen worden. Het is een evenwicht tussen flexibiliteit en voorspelbaarheid.
Ik wil daaraan toevoegen, mevrouw Turan, dat ik ook na de vergadering beschikbaar ben als u nog vragen hebt betreffende de vragen om uitleg van deze ochtend. (Gelach)
De renteswaps hebben in onze buurlanden veel meer problemen veroorzaakt dan bij ons. Als het daar druppelt, moeten we echter voorzichtig zijn, gelet op het nabuurschap.
In Nederland staan 20.000 kmo’s op de rand van een faillissement. Die kmo’s hebben allemaal renteswaps gekocht. De Nederlandse beurswaakhond heeft ondertussen een onderzoek ingesteld naar deze praktijken.
Met dergelijke afgeleide financiële producten – dat zijn de swaps – kunnen specifieke risico’s worden verhandeld. De waarde van de financiële contracten wordt afgeleid van een onderliggende waarde. De complexe leningen met variabele rentes kunnen ondernemers en beleggers opzadelen met zware verliezen, die ze niet hebben zien aankomen toen ze de contracten sloten.
De dalende variabele rente betekent voor de getroffen kmo’s een hogere vaste rentekost, tegenover lagere variabele renteontvangsten. Er zijn nogal wat gevallen bekend waarbij de aangekochte swaps een kat in een zak blijken te zijn. De kosten liggen hoger dan de verwachte output.
De kmo’s hebben de mogelijkheid om de swapovereenkomst op te zeggen. Die bedragen kunnen echter oplopen tot enkele honderdduizenden euro’s. Daartegenover staat dat de banken, de verstrekkers van de renteswaps, veel gemakkelijker onder de leningen kunnen uitkomen. De banken zouden een renteswap eenzijdig kunnen opzeggen.
UNIZO bevestigt dat deze financiële producten ook aan Belgische kmo’s zijn verkocht. Er zijn al meerdere klachten binnengekomen bij UNIZO. Ze verwijten de banken gebrekkige en misleidende informatieverstrekking. UNIZO probeert sinds juli vorig jaar de getroffen kmo’s te traceren om hen aan te manen om zich bekend te maken en te onderzoeken wat ze samen kunnen doen. Banken die gebrekkige en misleidende informatie verstrekken, dat kennen we allang. Ze zijn niet altijd misleidend maar zouden beter kunnen informeren. Ook bij de gewone kredietverlening kan dat. Onder andere de motivering voor de weigering van een krediet zit vanwege die fouten ook in de deontologische code die destijds met de banken werd afgesproken.
UNIZO heeft een bevraging georganiseerd over de swaps. Misschien hebt u bijkomende informatie, minister. Hoeveel kmo’s in Vlaanderen zijn mogelijk het slachtoffer van de renteswaps? Acht u het nodig om de Vlaamse kmo’s extra te waarschuwen met een sensibilisatie- of informatie-actie? Acht u het zinvol om deze problematiek te bespreken tijdens het volgende highleveloverleg met de banken? Wanneer is dat overleg gepland? Weet u wat er op de agenda staat? Bent u bereid om uw federale collega aan te manen opdracht te geven aan de Autoriteit voor Financiele Diensten en Markten (FSMA) om een onderzoek in te stellen? In Nederland is al een onderzoek ingesteld, ik weet niet hoever dat staat. Hebt u daar meer informatie over?
Mevrouw Remen heeft het woord.
Ik vind het ook niet kunnen dat banken aan ondernemers zulke misleidende financiële producten verkopen. Als de rente in het voordeel staat van de ondernemer kan de bank de swap stopzetten terwijl andersom dit niet het geval is. Ook kunnen we spreken van een gebrekkige informatieverstrekking, zoals mevrouw Turan al zei, over de hoge opzegkosten bij stopzetting. Ondernemers, en vooral kmo s, hebben geen ervaring met deze ingewikkelde swapstructuren.
Ook het vertrouwen van de financiële wereld in kleine bedrijven is zero. Ofwel kregen deze mensen geen krediet ofwel worden ze misleid met ingewikkelde financiële constructies en waarborgen, waarvan renteswaps er één is. Uit een heel recente studie van het Verbond van Kristelijke Werkgevers en Kaderleden (VKW), van vandaag, blijkt ook dat kmo’s en kleine bedrijven meer dan ooit problemen ondervinden met de banken. Dat is geen gunstige evolutie.
Ik wil hier ook even de belangrijkste oorzaak aanhalen: zulke renteswaps en andere financiële constructies zijn meestal het gevolg van de hoge belastingdruk. Hoge belastingen kunnen leiden tot overinvesteringen. Hiermee bedoel ik dat, hoe meer belastingen men moet betalen, hoe meer men onnodig gaat investeren, waarbij dan ingewikkelde financiële constructies en buitensporige waarborgen worden aangeprezen en opgedrongen door de banken. Kortom, bedrijven moeten in de eerste plaats zorgen voor creatie van toegevoegde waarde en niet met zulke fiscale en financiële optimalisaties bezig zijn, waarvan ze dubbel het slachtoffer zijn.
In Nederland woedt er momenteel een juridische strijd tussen banken en kmo’s, waarbij de Rabobank al veroordeeld is tot het betalen van schadevergoedingen. De Nederlandse wetgever verplichtte ook de bank om de swaps te heronderhandelen. 18.000 kmo’s zouden renteswaps gekocht hebben, geëxtrapoleerd naar België zou het hier gaan om 10.000 kmo’s. Dat is erg veel.
Ik zou voorstellen om in Vlaanderen en België een onderzoek uit te voeren samen met federaal minister van Financiën Van Overtveldt om de omvang van het probleem in kaart te brengen. Op basis daarvan kan dan een schaderegeling worden afgesproken met de banken.
Dit ligt ook mijn fractie zeer na aan het hart. Dit past binnen de algemene financieringsproblematiek van de kmo’s. Vlaanderen reikt wel wat instrumenten aan, maar als de kmo’s zich verhalen op zulke ingewikkelde constructies met een hoog risico, dan blijkt dat de instrumenten onvoldoende matchen met de financiële kant van de zaak.
De wederbeleggingsvergoeding is voor kmo’s een zeer zware last, zeker als er langetermijnfinancieringen moeten worden aangegaan. Als dan geopteerd wordt voor een – in het beste geval goed onderhandelde – langetermijnrente, blijkt plots een grote kloof te ontstaan tussen de vigerende rente en het afgesloten contract. Minister, wat zijn uw inzichten hierover?
Minister Muyters heeft het woord.
Mevrouw Turan, op 17 december hadden we een bankenoverleg. Dat was een heel positief en constructief gesprek. Uw aandachtspunten werden daar naar voren gebracht. Er zijn afspraken gemaakt om zaken in kaart te brengen waar de banken niet direct een antwoord op konden bieden. We hebben de volgende vergadering vastgelegd in april of mei, ik ben het nu even kwijt.
Ik heb geen informatie over het aantal kmo’s dat renteswaps heeft gekocht. Dit is voornamelijk federale materie. Volgens de wet van 2 augustus 2002 moeten de financiële instellingen zich houden aan bepaalde informatieverplichtingen en gedragsregels. De financiële instellingen moeten aan hun cliënten in begrijpelijke vorm de passende informatie verstrekken, inclusief de waarschuwingen over de risico’s en de kosten verbonden aan deze instrumenten, zoals bij wederbelegging en wat nog allemaal.
Op die manier moeten zij redelijkerwijze in staat zijn om de aard en het risico van het financiële instrument in te schatten. Er is ook de FSMA. Het gaat om een federale autoriteit die daar toezicht over moet doen. Als er problemen zijn, dan is de filosofie die is uitgewerkt dat de bedrijven zich richten tot de klachtendiensten van de financiële instellingen. Zij kunnen zich voor financiële geschillen ook richten tot de federale ombudsman, de Ombudsfin. Tot slot kunnen bedrijven bij de FSMA een klacht indienen als toezichthouder. De FSMA kan dan optreden.
Naar aanleiding van de vraag hebben we contact gehad met de sector. De zaak over de renteswaps wordt momenteel al bekeken met de FSMA. Navraag bij de sector leert dat men de uitkomst van dit onderzoek wenst af te wachten voor er verdere stappen worden gezet. Het gaat in hoofdzaak om een federale materie.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Minister, het gaat hier inderdaad om een ingewikkeld systeem: wat is Vlaams, wat is federaal? Ik weet ook dat de FSMA bevoegd is. Mijn laatste vraag of u aan uw federale collega’s wilt vragen om daar een onderzoek naar te vragen, is overbodig, want dat onderzoek is al bezig. Ik heb geen cijfers, maar mevrouw Remen denkt dat de te kunnen extrapoleren naar Vlaanderen met 10.000 kmo’s. Als daar inderdaad 10.000 kmo’s bij betrokken zijn, dan zal ook Vlaanderen, met zijn eigen bevoegdheden voor preventie van faillissementen, begeleiding en ondersteuning, met de gebakken peren zitten. Het is belangrijk dat u de informatie heel nauwgezet blijft opvolgen over de resultaten van het onderzoek dat de FSMA en de federale autoriteiten hebben ingesteld.
Minister, hebt u enig idee over hoeveel kmo’s het gaat? Ik hoop dat het niet de omvang heeft van wat we hier vandaag bespreken. Als dat zo is, moet u alvast nadenken over een plan van aanpak, namelijk wat we met die kmo’s en met de schade van die swaps zullen doen, aanvullend op de beslissingen die op federaal niveau worden genomen.
U zegt dat u juist een highleveloverleg met de banken hebt gehad. De informatieverstrekking en motivering van de banken is tijdens een Vlaams highleveloverleg opgenomen is in een deontologische code met de banken. Dat was een initiatief van voormalig minister Peeters. Ik weet niet in hoeverre de verslagen van die highlevelgroep ook een publiek deel hebben. U hebt net gezegd dat u vandaag overleg hebt gehad en dat het goed is geweest. Ik geloof dat wel, maar ik zou graag weten waar u het over hebt gehad. Welke vragen hebt u gesteld en op welke vragen kon men niet onmiddellijk antwoorden? Er moet toch een publiek deel van verslaggeving over bestaan. Als u dat via de secretaris naar de commissieleden zou kunnen doorsturen, dan weten wij de volgende keer dat we u vragen stellen, over dat highleveloverleg, waar we het inhoudelijk over hebben.
Mevrouw Turan, de renteswaps zijn daar niet aan bod gekomen, wellicht omdat er voorlopig relatief weinig klachten zijn.
Ik heb het verslag dat het departement zal maken, zelf nog niet ontvangen. Op basis van dat verslag zal ik nagaan wat we precies aan de commissie kunnen bezorgen.
Ik ben ook niet de enige die vragen stelt. De bedoeling van het highleveloverleg is in belangrijke mate dat de bedrijfswereld op een informele manier vragen kan stellen aan de grootbanken en aan de federatie. Ik houd dat ook liever informeel. Ik zal nog eens bekijken wat ik u daarover kan bezorgen. Zodra ik het verslag zelf heb, zal ik het via de secretaris laten bezorgen aan de commissie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.