Report meeting Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Report
De heer Beenders heeft het woord.
Voorzitter, ik heb op 19 december 2014 al mijn vraag om uitleg over dit onderwerp ingediend. Toen was de situatie enigszins anders. De minister heeft in die periode ook een omzendbrief verstuurd. Mijn vraag om uitleg heeft betrekking op de verhoogde toelage voor artikel 60’ers bij de tewerkstelling in een erkende onderneming in de sociale economie. (Opmerkingen)
Ik heb mijn punt nog niet gemaakt. Ik heb mijn oorspronkelijke vraag om uitleg aangepast. Deze vraag om uitleg is om verschillende redenen tweemaal uitgesteld. Ondertussen is informatie verspreid die het een en het ander verduidelijkt. We weten dat de maatregel alleszins wordt verlengd. Dat was op het ogenblik van de indiening nog niet duidelijk.
Minister, uw omzendbrief heeft voor verduidelijking gezorgd, maar de afgelopen weken heeft de programmatorische overheidsdienst (POD) Maatschappelijke Integratie, de instantie die de uitbetalingen verzorgt, verschillende nieuwsbrieven verspreid die tegenstrijdige informatie bevatten. Misschien zou het goed zijn van u eens een stand van zaken te krijgen. Op die manier zouden we allemaal weten waar we met betrekking tot die verhoogde toelage aan toe zijn.
Ik heb mijn vragen aangepast omdat we er ondertussen allemaal van uitgaan dat de maatregel zal worden verlengd. Daar is geen discussie meer over. Toch zou ik u nog een aantal bijkomende vragen willen stellen.
Bent u zich ervan bewust dat er nog een probleem is of is er volgens u geen probleem meer? Volgens mij moet alles goed worden uitgeklaard. Zijn er nog informaticaproblemen of platformproblemen? Is alles met de POD Maatschappelijke Integratie uitgeklaard? Er zijn overlegmomenten gepland om de problemen te bespreken en op te lossen.
Hebt u er zicht op over hoeveel mensen het gaat? Hoeveel mensen in Vlaanderen zijn als artikel 60’er tewerkgesteld en hoeveel mensen krijgen een verhoogde subsidie? U hoeft die informatie niet vandaag te verstrekken. U mag dat gerust schriftelijk doen.
U hebt regelmatig aangekondigd dat er een nieuwe vorm van tijdelijke werkervaring zal komen. Artikel 60 zal ten gevolge van die aanpassing worden afgeschaft. Hebt u hiervoor een timing voor ogen?
U hebt in deze commissie aangekondigd dat u dit met de lokale besturen zou bespreken. U zou overleg plegen over de aanpassingen. Zijn die overlegmomenten al gepland? Hebt u hiervoor een timing? Bent u ook van plan de komende maanden met de vertegenwoordigers van de ondernemingen in de sociale economie over de uitwerking van en de overgang naar het nieuw kader voor de tijdelijke werkervaring te spreken?
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Voorzitter, ik was ook al alert omdat de vragen me achterhaald leken. Het doet me plezier dat de heer Beenders naar NOVAPRIMA heeft verwezen. Dit is immers een van de aansluitende vragen die ik zou willen stellen.
Minister, hoe zit het met de webapplicatie? Bepaalde OCMW’s vrezen dat ze vanaf januari 2015 zullen moeten prefinancieren of dubbel werk zullen moeten verrichten. Is dat opgelost? Hoe zit het daarmee?
Mijn tweede vraag heeft betrekking op iets wat ik mijn eigen gemeente heb vastgesteld. Blijkbaar roept de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) de gemeenten op om van de contracten in verband met projecten in de sociale economie contracten van bepaalde duur te maken. De kringloopwinkel in mijn gemeente heeft de contracten naar contracten van bepaalde duur aangepast. De VVSG vreest immers voor de toekomst van de verhoogde toelage. Ik wil me dan ook aansluiten bij de vragen van de heer Beenders. Hoe ziet u de verdere toekomst en de uitwerking van het nieuw activeringsbeleid?
Mevrouw Claes heeft het woord.
Voorzitter, in het Vlaams regeerakkoord wordt artikel 60 vermeld als een van de maatregelen die in het nieuw werkervaringsconcept zullen worden ondergebracht. Nu duidelijk is hoe de werkervaring er in verband met de Werkervaringsprojecten-plus (WEP-plus) zal uitzien, stelt zich een probleem. De mensen in WEP-plus blijven immers werkloos. De bedoeling van artikel 60 is net dat de betrokkenen een contract krijgen en zich op die manier met de sociale zekerheid in orde stellen.
Het is veel mensen, waaronder ik, op dit ogenblik niet duidelijk welke richting het met artikel 60 zal uitgaan. Ik weet niet of u daar nu al meer duidelijkheid over kunt verschaffen. Misschien bent u van mening dat eerst nog wat meer studiewerk moet worden verricht en volgt dit, zoals u eerst hebt aangekondigd, in het najaar.
Minister Muyters heeft het woord.
Voorzitter, zelfs ten tijde van de vorige vraag om uitleg had ik al een omzendbrief rondgestuurd. In die omzendbrief, die van 6 november 2014 dateert, staat dat de verhoogde staatstoelage voor de begunstigden van artikel 60 in de sociale economie wordt bevestigd.
Concreet wil dit zeggen dat de maatregelen vermeld in de omzendbrief van staatssecretaris De Block van 15 maart 2013 worden verlengd. Het budget dat voor 2014 werd toegekend aan de OCMW’s die een verhoogde staatstoelage hebben, is met andere woorden opnieuw voorzien in 2015. Deze omzendbrief werd aan de betrokken OCMW’s bezorgd zodat zij op de hoogte zijn. Verder is de omzendbrief beschikbaar op de website www.werk.be sinds 14 november 2014. De omzendbrief is ook overgemaakt aan de Programmatorische Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie. Zij hebben op hun site de link naar de omzendbrief geplaatst. Ten slotte werd de VVSG ook op de hoogte gesteld en heeft zij de omzendbrief via haar kanalen verspreid.
Bij de bevoegdheidsoverdracht deed er zich een probleem voor met de technisch operator NOVAPRIMA. Dit is ondervangen door middel van een horizontaal protocol dat Vlaanderen heeft afgesloten met de federale overheid in uitvoering van de Bijzondere Financieringswet. Dit protocol gaat over de manier waarop de financiering van de maatregelen waarvan de federale overheid operator blijft, zal gebeuren en de monitoring die de federale overheid ter beschikking zal stellen. De opsplitsing van NOVAPRIMA maakt deel uit van het horizontale protocol. Met andere woorden, de financiering van artikel 60 met een verhoogde staatstoelage en het ‘gewone’ artikel 60 is gegarandeerd. De OCMW’s kunnen voor 2015 alles gewoon uitvoeren.
In 2013 werden in Vlaanderen 9830 leefloners in artikel 60 tewerkgesteld. Dat is een budget van 78 miljoen euro. In 2014 – tot en met oktober – gaat het om 8414 leefloners met een budget van 59 miljoen euro. Binnen de groep kregen er 3309 leefloners een verhoogde staatstoelage. In 2014 gaat het momenteel om 2730 leefloners. Tussen haakjes, de mensen krijgen geen verhoogd loon, het zijn de OCMW’s die de toelage opstrijken.
Ik heb de lijst van erkende initiatieven sociale economie bij me. Het is te veel om op te sommen. Ik stel voor dat ik deze lijst overmaak aan het secretariaat.
Een concept met betrekking tot de eenmaking van de bestaande instrumenten waaronder artikel 60, PWA en project-gesco’s is gepland in de eerste helft van 2015. We gaan ervoor zorgen dat diverse actoren zoals lokale besturen, vzw’s en leerwerkbedrijven kunnen worden ingeschakeld in de uitvoering van het tweede spoor. Het algemeen concept van het instrument wordt overlegd in samenspraak met de sociale partners binnen het Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité (VESOC) en met de betrokken stakeholders. Dit concept wordt voorgesteld na de inventarisering van de belangrijkste juridische, beleidsmatige en budgettaire hefbomen en uitdagingen. In dit concept zal er ook rekening gehouden worden met mogelijke afspraken die we al zouden hebben gemaakt in het banenpact.
De heer Beenders heeft het woord.
Minister, de omzendbrief is inderdaad begin november verspreid. In een nieuwsbrief van de VVSG van eind december werd er aan de OCMW’s nogmaals meegegeven dat er een impasse is, dat ze alles doen om de betrokken ministers te interpelleren, dat er overleg moet komen en dat er problematische toestanden zijn inzake uitbetalingen. Tot eind december hebben de OCMW’s zelfs in officiële nieuwsbrieven van de VVSG deze signalen gekregen. De OCMW’s hebben daar bezorgd op gereageerd. Het is niet zo dat de omzendbrief alle vragen heeft weggenomen, anders zouden dergelijke nieuwsbrieven niet worden verspreid.
U begrijpt dat, als er problemen zijn met uitbetalingen, contracten worden veranderd. Die mochten niet doorlopen tot 2015, maar moesten worden stopgezet eind 2014 om zeker te zijn dat mensen hun geld kregen. Dat roept heel wat vragen op. Namens de POD, uzelf en de VVSG moet worden geprobeerd om informatie te geven die juist en eenduidig is, vooral aan de OCMW’s. Dat zou al heel veel oplossen. Ik dank u dan ook voor uw antwoord omdat er nood aan was.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Minister, ik ben blij dat u de link naar het banenpact legt. Uiteindelijk moet dat een van de elementen zijn. Ik stel vast dat het document dat tot nu toe door u voorgelegd is aan het VESOC, daar geen elementen over bevat. Ik ben blij dat dit luik wordt toegevoegd.
Dat kan voor mij als de sociale partners er een consensus over bereiken. Ik ga de rest van het banenpact daar niet voor laten vastlopen. U bent het waarschijnlijk met me eens dat we voor het doelgroepenbeleid kort op de bal moeten spelen en snel tot besluiten moeten komen.
Mijnheer Beenders, het klopt dat er verschillende informatie is verspreid. Ik heb dan ook een brief gestuurd naar het kabinet van federaal minister Borsus om te vragen dat het samenwerkingsprotocol wordt nageleefd. Daarin staat duidelijk dat tot 31 december de POD MI alle vragen moet beantwoorden. Dat is een van de onduidelijkheden. Mochten er verder problemen zijn, dan zal ik aan de minister-president vragen om overleg te plegen met de federale overheid om overeenkomsten die zijn afgesloten, uit te voeren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.