Report meeting Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Report
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Collega’s, minister, mijn vraag om uitleg behelst de elektriciteitsschaarste, de mogelijk nakende afschakeling op bepaalde momenten en de communicatie daarover naar kwetsbare groepen en zorgvoorzieningen. Ik hoor op het terrein dat er heel wat vragen en terechte bezorgdheden leven.
De mogelijke stroomschaarste de komende winterperiode is op vele fora en ook op het vlak van beleid onderwerp van overleg, discussie en planning. In alle provincies werden afschakelplannen opgemaakt en hebben de gouverneurs verschillende vergaderingen georganiseerd met de burgemeesters en de ambtenaren noodplanning. Zo werden voor de afschakeling verschillende fases en gebieden afgebakend.
Minister, het spreekt voor zich dat er, zeker naar kwetsbare groepen toe, een gericht beleid nodig is. Ik denk dan bijvoorbeeld aan voorzieningen in de zorgsector.
Wij krijgen te horen dat er een regeling zou worden uitgewerkt met betrekking tot zorgvoorzieningen, maar concreet is daarover nog niet veel bekend. Voor ziekenhuizen zou er wel al een formele regeling zijn. Maar er bestaat nog heel veel onduidelijkheid, zeker voor de zorgsector.
In mijn eigen provincie, Antwerpen, heeft de gouverneur wel aan alle gemeenten gevraagd om risico’s te inventariseren. Ik neem aan dat de meeste gemeenten op basis daarvan ouderenvoorzieningen, voorzieningen voor mensen met een beperking en kinderdagverblijven hebben aangeschreven en zo zicht hebben gekregen op de inventarisatie. Maar dat is natuurlijk nog geen concrete voorstelling van oplossingen.
Op het terrein bestaan er ter zake tal van vragen. Ik denk dan in zorgvoorzieningen bijvoorbeeld aan zuurstofbevoorrading, alternatiematrassen, oproepsystemen enzovoort. In tegenstelling tot ziekenhuizen beschikken zorgvoorzieningen meestal niet over noodstroomvoorzieningen. Als je met directies praat, krijg je een aantal voorbeelden aangereikt, zoals deuren die opengaan in afdelingen waar dat niet zo aangewezen is, bijvoorbeeld in psychiatrische zorgvoorzieningen.
Een eenduidige communicatie, duidelijkheid over de hiërarchie van te nemen maatregelen, een aanspreekpunt waar men met vragen terechtkan: het zijn allemaal zaken waarover op het terrein heel wat vragen bestaan.
Minister, er zijn ook veel mensen met zorgnoden die thuis verblijven. We ondersteunen dat op heel veel domeinen, met thuiszorg en dergelijke. Dat is altijd – ook nu weer – een van de speerpunten in het regeerakkoord. Maar die mensen hebben misschien ook op dit vlak nood aan een specifieke doelgerichte communicatie. Ik durf mij daar niet over uit te spreken, maar het kan zijn dat voor de zorg van een aantal van hen elektriciteit absoluut noodzakelijk is.
Minister, welk beleid voert Vlaanderen met betrekking tot de elektriciteitsschaarste en de communicatie daarrond ten aanzien van zorgvoorzieningen? Werd hierover overlegd met de federale overheid? Werd er effectief al een regeling uitgewerkt met betrekking tot de zorgvoorzieningen of zal dat nog gebeuren? Hoe worden de zorgvoorzieningen en de gemeenten waar die gelegen zijn, hierover geïnformeerd? Wat wordt in dat kader dan onder zorgvoorziening beschouwd?
Welk beleid voert Vlaanderen met betrekking tot de elektriciteitsschaarste en de communicatie daarrond ten aanzien van zorgbehoevende mensen die in de thuisomgeving wonen?
Via de diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg, thuisverpleging, huisartsen enzovoort kunnen mijns inziens toch al heel veel mensen worden bereikt. Het is dan belangrijk hun een eenduidige boodschap mee te geven. Heeft Vlaanderen ter zake initiatieven genomen, bijvoorbeeld naar steden en gemeenten en de thuiszorgdiensten toe? Werd daarover overlegd met de federale overheid?
Gebeurde er vanuit Vlaanderen al een communicatie naar zorgvoorzieningen die onder Vlaamse bevoegdheid vallen of zal dat nog gebeuren?
Mevrouw Taelman heeft het woord.
Minister, ik had in verband met de elektriciteitsschaarte, het afschakelingsplan en de woonzorgcentra al een vraag gesteld over brandweernormen. Woonzorgcentra zijn verplicht om voor hun nooduitgangen en afdelingen voor dementerenden te voorzien in een systeem waarbij deuren automatisch openen bij brand of stroomuitval.
Ik hoop en denk dat we niet te maken zullen krijgen met een algemene stroomuitval, maar we moeten natuurlijk op alles voorbereid zijn. Als er zich zo’n situatie voordoet, betekent dat dat het personeel van de woonzorgcentra dat nodig is om binnen alles veilig te laten verlopen, ook aandacht zal moeten hebben voor het bewaken van de uitgangen.
Beheerders van woonzorgcentra stellen dat zij op een eenvoudige wijze het systeem kunnen aanpassen, waarbij alleen bij brand de deuren automatisch openen. De vraag is dan ook of zij toelating zullen krijgen om dat te doen bij de aangekondigde stroomuitval van deze winter.
Minister, zal de nieuwe situatie waarbij stroomuitval een realiteit zou kunnen worden, ertoe leiden dat de verplichte automatische opening van deuren bij stroomuitval opnieuw wordt geëvalueerd voor de toekomst?
Mevrouw Schryvers verwijst heel terecht naar de problematiek van zorgbehoevenden in een thuissituatie. Dat is natuurlijk een heel moeilijke vraag, dat besef ik. De voorzieningen zijn bereikbaar, daarmee kun je nog gemakkelijk communiceren. Maar mensen in een thuissituatie kunnen ook levensnoodzakelijke apparatuur hebben, zoals beademing die van elektriciteit afhankelijk is. De vraag is hoe je die mensen kunt bereiken. Wordt daaraan aandacht besteed? Werd daarvoor een plan opgesteld?
Minister, ik sluit graag aan bij de vraag van mevrouw Schryvers. Ik verwijs naar de ervaringen bij de laatste grote ramp die Vlaanderen op gemeentelijke schaal heeft getroffen, namelijk de treinramp in Wetteren. Daaruit is gebleken dat diegenen die het moeilijkst te bereiken waren en waarover het langst onzekerheid was, diegenen waren die thuiszorg nodig hadden. Ook de toegankelijkheid voor hulpverleners was daar lange tijd zeer problematisch. Het ging dan over de toegankelijkheid van gebouwen en over het inschatten van veiligheidsproblemen.
Ik wil mij daar ten volle bij aansluiten. We moeten op alles voorbereid zijn. Woonzorgcentra, ziekenhuizen enzovoort hebben daarrond een aantal procedures. Het zou het best allemaal worden vermeden. Met de ervaring van de ramp in Wetteren in het achterhoofd, vraag ik alertheid voor de heel precaire situatie, zowel van zorgbehoevenden die thuis wonen als van zorgverstrekkers die aan huis moeten gaan en zich in een omgeving moeten begeven die niet echt gecontroleerd wordt.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Collega’s, rond de communicatie hierover naar de sectoren zelf zijn er nog geen beslissingen genomen. Ik heb daarover op 13 oktober een brief gericht aan minister Homans, bevoegd voor het binnenlands bestuur, met de vraag hoe zij de zorginstellingen zal informeren.
Op dit ogenblik is er vanuit Zorg en Gezondheid nog geen communicatie gevoerd naar de zorgvoorzieningen over de energieschaarste die deze en komende winters zou kunnen worden verwacht. Voor de Vlaamse overheid neemt het Crisiscentrum Vlaamse overheid (CCVO) de coördinatie waar van de voorbereiding op en het omgaan met een eventuele afschakeling van de elektrische energie gedurende bepaalde avonden tijdens de winter.
Dit centrum valt tot 1 januari 2015 onder de bevoegdheid van minister Homans en daarna onder de verantwoordelijkheid van minister-president Bourgeois. Vandaar dat ik op 13 oktober hierover een brief richtte aan minister Homans, waarin ik vroeg om na te gaan of ze een zicht heeft op de provinciale noodplannen en, zo niet, om hierover een initiatief te nemen. Zo kan er duidelijkheid komen en kunnen problemen maximaal worden voorkomen.
In de eerste plaats onderzoekt de Vlaamse overheid hoe we enerzijds binnen de eigen organisatie kunnen bijdragen tot een lager energieverbruik, wat de kans op afschakeling vermindert, en hoe we tijdens een afschakeling verder kunnen functioneren. Daarnaast loopt ook de communicatie en afstemming met de federale overheid ter voorbereiding van een mogelijke stroomonderbreking via het CCVO.
In dat kader wordt binnen het Agentschap Zorg en Gezondheid momenteel een vraag behandeld van het CCVO over de potentiële impact van de energieschaarste op de woonzorgcentra en in de thuiszorg, de al genomen of nog te nemen preventieve maatregelen ten aanzien van en binnen deze sectoren in de aanloop naar de schaarste, samen met de crisismaatregelen die tijdens een onderbreking moeten worden genomen.
We weten ook dat de FOD Volksgezondheid een lijst opstelt van ziekenhuizen en verzorgingscentra die prioritair moeten worden heropgeschakeld, hervoed. We zullen die informatie uiteraard ook integreren.
Verder weten we dat de koepelorganisaties zich hierop aan het organiseren zijn en hierbij een belangrijke rol willen opnemen. We zullen dat in het structureel overleg met hen bespreken.
Er werd nog geen regeling uitgewerkt en een mogelijke aanpak voor de zorgvoorzieningen en de thuiszorg wordt onderzocht. Ik heb u ook gezegd waar de coördinatie voor Vlaanderen zich bevindt. Het spreekt voor zich dat er een communicatie zal moeten komen en dat die zich zal moeten uitstrekken tot de problematiek van de zorgbehoevende mensen die thuis wonen.
Zodra er meer duidelijkheid is, zal er gecommuniceerd worden. Het spreekt uiteraard voor zich dat niet alleen de erkennende en subsidiërende overheid kan optreden, maar dat dit een gedeelde verantwoordelijkheid is van de Vlaamse overheid. Het crisiscentrum moet op zijn coördinatie worden aangesproken om de voorzieningen en de lokale besturen te betrekken. De lokale besturen hebben tevens een bepaalde verantwoordelijkheid op te nemen. Het is voor mij van belang dat we niet allemaal naast elkaar blijven communiceren. Daarom stemmen wij ons af op de coördinerende minister op Vlaams niveau.
Ik volg u dat heel wat mensen bereikt kunnen worden via de diverse intermediairen zoals artsen, thuisverplegingsdiensten en ook lokale besturen. Eveneens denk ik dat het belangrijk is om preventieve maatregelen te nemen zoals het overbrengen van mensen naar een locatie waar de stroomvoorziening wel gegarandeerd kan worden. Ik denk dan bijvoorbeeld aan mensen die zuurstoftherapie krijgen.
Ik moet hierbij aanstippen dat het niet alleen gaat over mensen die gebruikmaken van de gezondheidszorg, maar dat het plan van aanpak en de communicatie breder gaan. Dit is belangrijk voor de hele welzijns- en gezondheidssector en dus ook de kinderopvang, de gehandicaptensector, diensten die aan woonbegeleiding doen enzoverder. De communicatiedragers van de agentschappen kunnen hierbij een rol spelen. Dit moet allemaal, zoals gezegd, gebeuren binnen een goede coördinatie.
In dit kader koos Kind en Gezin er bijvoorbeeld voor om in zijn maandelijkse Nieuwsbrief Kinderopvang de opvangorganisatoren erop attent te maken om vooraf tijdig na te denken over wat enkele uren afschakeling van de elektriciteit voor hun opvang kan impliceren.
Dit is toch wel een belangrijk thema. We zijn intussen bijna eind oktober. Als ik het goed begrepen heb uit de communicatie van de gouverneurs aan de gemeenten, moeten we – tenzij we voor Nieuwjaar al een heel strenge winter krijgen – geen afschakeling verwachten vóór januari. Laat ons hopen dat die er helemaal niet moet komen, maar natuurlijk, zelfs al is het ten vroegste januari, dan is dat nog altijd dichtbij. Als er nog geïnventariseerd moet worden, is het nu toch wel hoog tijd. Ik noteer dat u eerder al een brief geschreven hebt aan minister Homans, verantwoordelijk voor het crisiscentrum. Ik wil u toch vragen om dat op te volgen, want de zorgvoorzieningen hebben daarover vragen. Het is goed dat u dat opneemt met de koepels, maar de mensen thuis, dat is nog een afzonderlijke categorie. Als de gemeenten nog moeten inventariseren, is het hoog tijd, dit kan geen uitstel van weken meer verdragen. Ik zal er dan ook op blijven aandringen.
Minister, ik kreeg geen antwoord op de vraag over de brandnormen en -deuren. Ik neem aan dat u dat niet onmiddellijk kunt beantwoorden. Ik wil aandacht vragen voor dat probleem. Dat is misschien redelijk gemakkelijk op te lossen. Ik wil dat het gesignaleerd wordt en dat erover nagedacht wordt.
Er zullen ter zake instructies worden geformuleerd. De brandweer en lokale besturen zullen daarover moeten afspreken. Ik stel voor dat ik u een kopie laat bezorgen als de instructies beschikbaar zijn. Dan hebt u dezelfde informatie als wanneer u naar de sector zelf gaat.
De vraag om uitleg is afgehandeld.