Report meeting Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Report
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Voorzitter, we zijn vandaag gestart met dierengezondheid, en we eindigen er ook mee.
Het Franse voedselagentschap meldde dat in ons buurland runderen zijn besmet met de epizoötische hemorragische ziekte (EHD). Net als bij blauwtong wordt deze ziekte overgedragen door knutten, ook wel kriebelmuggen genoemd. Alle herkauwers zijn gevoelig voor deze ziekte, die onder andere koorts, kreupelheid en ademhalingsstoornissen veroorzaakt en dodelijk kan zijn voor runderen.
Gelukkig kan het virus niet op de mens worden overgedragen. Eind vorig jaar werd de ziekte vastgesteld op Sardinië, later ook in Sicilië en Spanje. Vijftien jaar geleden was het nog ondenkbaar dat deze ziekte ooit in Europa zou aankomen, maar door de klimaatverandering kunnen de kriebelmuggen nu ook hier overleven.
Een vaccin voor het virustype dat in Europa werd vastgesteld, is er nog niet, en dus moeten we extra waakzaam zijn. Frankrijk zet alvast een waarschuwingssysteem op poten om verdachte gevallen te analyseren. In ons land is volgens het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) nog nooit EHD vastgesteld. Dierengezondheidszorg (DGZ) Vlaanderen laat alvast weten ook in te zetten op extra alertheid.
Minister, wat mogen we onder die extra waakzaamheid verstaan? Is er bijkomende monitoring en zijn er extra maatregelen voorzien?
Zijn er transporten van runderen tussen Spanje en Frankrijk enerzijds en Vlaanderen anderzijds? In welke grootteorde moeten we die transporten zien?
Hebt u contact met uw federale collega’s Clarinval en Vandenbroucke om de situatie gezamenlijk op te volgen? Zo ja, wat kan daar ondernomen worden?
Zijn er op Europees niveau maatregelen te verwachten? Zo ja, welke?
Minister Brouns heeft het woord.
Collega, u hebt verwezen naar het begin van deze commissie. Ik heb toen op die eerste vraag inderdaad geantwoord dat dierengezondheid een federale aangelegenheid is. Maar als er binnen die federale bevoegdheid maatregelen worden genomen en kunnen worden genomen, betekent dat niet dat wij vanuit onze bevoegdheid Landbouw dat nieuws niet mee op de voet opvolgen.
Zo zijn onze diensten structureel in overleg met de bevoegde federale diensten om onder andere de evoluties inzake dierziekten mee op te volgen. Dat spreekt voor zich. DGZ Vlaanderen is inderdaad op de hoogte van de dreiging en is alert voor de verspreiding van de ziekte, net zoals dat geldt voor elke andere ziekte. DGZ begeleidt veehouders en dierenartsen bij de monitoring, bestrijding en preventie van deze dierziekten.
De Europese Diergezondheidsverordening deelt dierziekten op in vijf categorieën. EHD behoort tot de categorie ‘dierziekten D en E’, waarvoor maatregelen nodig zijn om te voorkomen dat deze zich verspreiden en waarvoor bewaking nodig is binnen de EU. Dierziekten van categorie D zijn dierziekten die zich via internationale handelaren, vervoerders of reizigers verspreiden en die de Europese Unie wil indammen. Landen moeten voldoen aan Europese regels voor vervoer van en naar de EU en ook binnen de EU. Dan zijn er nog de dierziekten van categorie E. Dat zijn ziekten die ook in de gaten gehouden moeten worden. Lidstaten moeten zich houden aan Europese regels om ook die ziektes te melden.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Het is natuurlijk heel belangrijk voor de Vlaamse landbouwsector, dus deze vraagstukken zouden ook heel belangrijk moeten zijn voor de Vlaamse minister van Landbouw. Ik ben dan ook tevreden dat u dit toch wenst te bekijken.
Volgens het Franse voedselagentschap valt het ook niet uit te sluiten dat dit geïntroduceerd werd door het vervoer van besmet vee. U hebt ook naar dat transport verwezen. Frankrijk verwijst dus ook naar een verhoogde waakzaamheid bij het transport van levende runderen. Runderen worden in groten getale geïmporteerd en geëxporteerd, en Vlaanderen is ook een belangrijke doorrijregio voor dat transport. Bij dit transport moeten bestuurders of de begeleiders beschikken over een getuigschrift van vakbekwaamheid om het transport van runderen, varkens en pluimvee te mogen doen. DGZ organiseert op regelmatige basis examens om dat getuigschrift te kunnen behalen, en dat getuigschrift staat ook beschreven in een Europese verordening.
Ik wilde dus als bijkomende vraag graag weten wat het departement Landbouw onderneemt om landbouwers en vervoerders van landbouwdieren te informeren over de mogelijke risico’s die met die transporten gepaard gaan, en dus over de voorwaarden om langdurig transport te mogen doen.
Minister Brouns heeft het woord.
Ik denk dat dat binnen de scope van de bevoegdheden, binnen de taakverantwoordelijkheden van DGZ valt, om de juiste opleidingen, informatie en sensibilisering te kunnen voorzien. Dus ik denk dat dat mijn antwoord is op uw bijkomende vragen.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Ik denk dat er al langer heel wat bezorgdheden zijn rond die langeafstandstransporten in de landbouwsector. Ik zal mij dus zeker bevragen over welke maatregelen daar genomen worden om toch te gaan kijken of dat getuigschrift rond die vakbekwaamheid effectief voldoende wordt opgevolgd, en of die examens voldoende zijn. Dus ik zal mij daar verder over bevragen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.