Report meeting Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Vraag om uitleg over de subsidie voor de aanwerving van personen zonder recente, duurzame werkervaring
Report
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Hoe langer iemand zich niet op de arbeidsmarkt bevindt, hoe moeilijker deze persoon het krijgt om weer de stap naar de arbeidsmarkt te zetten. Met de nieuwe RSZ-korting (Rijksdienst voor Sociale Zekerheid) voor mensen die langdurig afwezig waren op de arbeidsmarkt, dus zowel voor langdurig werkzoekenden als langdurig niet-beroepsactieven, zullen werkgevers financieel worden aangemoedigd om deze mensen een kans te geven. De nieuwe RSZ-korting gaat in vanaf 1 oktober 2023. Het bedrag bedraagt maximaal 1000 euro per kwartaal gedurende vier kwartalen. De doelgroepvermindering kan toegekend worden aan alle werkgevers, zonder beperking van het type arbeidsovereenkomst.
Sinds 2022 kon via de Vlaamse overheid door werkgevers een aanwervingsincentive verkregen worden wanneer men een langdurig werkzoekende tussen 25 en 58 jaar aanwierf. Het succes van deze aanwervingspremie bleef echter zeer beperkt. In 2021 werden, volgens cijfers van collega Ronse, slechts 808 van de 3301 aanvragen toegekend.
In welke mate verschilt de doelgroepenvermindering van de aanwervingsincentive? Welke meerwaarde zal deze doelgroepenvermindering hebben volgens u? Hoeveel extra langdurig inactieven denkt u met deze korting te bereiken? Zullen hiermee meer successen worden geboekt dan met de aanwervingsincentive? Hoeveel budget wordt hiervoor vrijgemaakt? Werd deze premie besproken met de werkgeversorganisaties en wat was hiervan het resultaat?
De heer Ronse heeft het woord.
Ik ga geen overbodige woorden gebruiken, want ik heb exact dezelfde vragen.
Minister Brouns heeft het woord.
Collega’s, uit de vragen begrijp ik dat er toch wat verwarring is over de nieuwe maatregel. De zesde staatshervorming heeft ons de bevoegdheid gegeven om doelgroepverminderingen toe te kennen in functie van de kenmerken van de werknemer. Elke doelgroepvermindering die we vormgeven, vertrekt dus vanuit de kenmerken van een doelgroep, waardoor die een achterstand op de arbeidsmarkt ervaart.
In uitvoering van het regeerakkoord, en dus in onze zoektocht naar een doelgroepkorting in functie van de afstand tot de arbeidsmarkt, hebben we een doorgedreven analyse uitgevoerd op VDAB-data, om de criteria vast te stellen die de uitstroom naar werk kunnen voorspellen. De duur van inschrijving bij VDAB bleek de beste voorspeller te zijn dat een persoon zes maanden later aan het werk is. Het toevoegen van een extra kenmerk van de persoon betekende slechts een beperkte meerwaarde in het voorspellen van de uitstroom naar werk. De werkloosheidsduur kent namelijk sowieso al een grote correlatie met andere persoonskenmerken, zoals het hebben van een arbeidsbeperking, een migratieachtergrond en dergelijke meer. Uit onderzoek weten we ook dat de meerderheid van de nieuwe aanwervingen personen zijn die voorheen al aan het werk waren.
Zo zijn we dus tot de conclusie gekomen dat een RSZ-korting voor personen zonder recente, duurzame werkervaring een doelgroepvermindering is die een antwoord biedt op de ambitie uit het regeerakkoord.
Personen komen in aanmerking voor de nieuwe doelgroepvermindering als ze de dag voor de aanwerving ingeschreven waren bij VDAB en uit de voorbije twee jaar blijkt dat ze geen duurzame werkervaring hebben gehad. Duurzame werkervaring definiëren we als periodes van minstens drie maanden aan het werk. We inspireren ons hiervoor op de afbakening van Eurostat, waarbij de werkloosheidsteller blijft lopen zolang de onderbreking minder dan drie maanden duurt.
Ik kan niet voldoende benadrukken dat het dus niet enkel om langdurige werkzoekenden gaat, zoals u lijkt te suggereren. VDAB moet in staat zijn om de afgelopen twee jaar te reconstrueren, maar dat betekent niet dat de persoon twee jaar ingeschreven was als niet-werkende werkzoekende. We houden ook rekening met periodes van detentie, periodes van ziekte, opleidingen, korte werkervaringen, enzovoort. Wie als leefloongerechtigde gekend was bij VDAB, komt ook in aanmerking.
VDAB gaat wekelijks de databank screenen om te bekijken wie potentieel in aanmerking komt voor de doelgroepvermindering. De persoon krijgt dan de mogelijkheid om deze informatie op te nemen in zijn cv. Als iemand uit de potentiële doelgroep wordt aangeworven, bezorgt VDAB de persoonsgegevens aan de RSZ, die de doelgroepvermindering bij de aangifte, na controle van andere criteria, dan kan toekennen.
Bij de voorstelling van het ontwerp van decreet in deze commissie heb ik uitgelegd dat we die doelgroepskorting in fases gaan uitwerken. Momenteel concentreren we ons op die eerste fase. Dat wil zeggen dat we de potentiële doelgroep voor de aanwervingsincentive omzetten in de doelgroepsvermindering, de voormalige AWI-premie (aanwervingsincentive). We hebben het in deze fase dus over dezelfde groep als bij die AWI-premie, maar voor de rest realiseren we een belangrijke vereenvoudiging. De aanvraag wordt ingebouwd in de aangifte die werkgevers elk kwartaal verplicht moeten doen bij de RSZ. Werkgevers en hun sociaal secretariaat kennen dat mechanisme. Er zijn geen werkgevers uitgesloten van de korting, dat is ook belangrijk. Met de doelgroepsvermindering zijn alle vormen van tewerkstelling – een contract van bepaalde of onbepaalde duur – mogelijk, en wordt elke periode van tewerkstelling dus verrekend in de toekenning van die financiële incentive.
Arbeidsmarktexperten hebben in het kader van die Vlaamse Brede Heroverweging kritische opmerkingen gemaakt bij die doelgroepsverminderingen die op brede schaal worden toegekend, zoals de doelgroepsvermindering voor oudere, zittende werknemers. In hetzelfde rapport hebben ze gewezen op het belang van financiële incentives om de aanwerving van bepaalde groepen te kunnen ondersteunen. Ze zagen zeker een plaats in het arbeidsmarktbeleid voor kortdurende en gerichte financiële incentives waarvan de werkgevers inschatten dat de administratieve lasten meevallen. Het lijkt mij dat de nieuwe doelgroepsvermindering aan deze voorwaarden voldoet. De sociale partners hebben in hun advies bij het ontwerp van decreet en bij het uitvoeringsbesluit een aantal onderzoeksvragen geformuleerd, zoals de efficiëntie en effectiviteit van de maatregel. Bovendien mogen we deze korting niet als iets afzonderlijks zien. Wat mij betreft, gaat die hand in hand met de beschikbare jobcoaching bij VDAB voor wie daar recentelijk is aangeworven. Zo is die doelgroepsvermindering ook opgenomen in het werkgelegenheidsakkoord dat begin juli vorig jaar is afgesloten met de sociale partners, waaronder ook de werkgeversorganisaties.
Collega Malfroot, ik antwoord nog afsluitend op uw concrete vragen over het budget en het aantal bereikte personen. In die eerste fase van de doelgroepsvermindering die op 1 oktober 2023 in werking treedt, maken we gebruik van de middelen van de aanwervingsincentives. De ramingen werden opgenomen in de nota aan de regering. Voor het vierde kwartaal van dit jaar voorzien we 1688 personen waar een uitgave van bijna 1,5 miljoen euro tegenover staat. Voor 2024 komen we op meer dan twintigduizend personen waar een budget van bijna 8,5 miljoen euro voor wordt voorzien. Wetende dat we geen duizend AWI-premies op een jaar hebben uitgegeven, zal dit op kruissnelheid een opmerkelijke verbetering zijn.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, ik zal thuis uw antwoord nog eens moeten lezen, want ik ben niet met alles mee. U verwees er ook naar dat er enige verwarring was. Maar als die verwarring er bij mij is, dan stel ik mij de vraag of die verwarring er dan ook niet bij de werkgevers en werknemers is. Is de communicatie daarover duidelijk? Weten zij dat zij daar een beroep op kunnen doen? Krijgen ze die korting automatisch, of hoe verloopt dat eigenlijk?
Ik vind dat we het allemaal heel ingewikkeld maken. Ik denk dat er best wel verduidelijking mogelijk is naar de werkgevers, maar ook naar de doelgroepen. Ik doe daarom een zeer warme oproep naar u om die bekendmaking en verduidelijking dringend te doen, zodanig dat iedereen weet wat kan en niet kan, en er geen verwarring is.
De heer Ronse heeft het woord.
Ik heb er nooit een geheim van gemaakt dat ik blij ben dat die aanwervingsincentive voor langdurig werkzoekenden is afgeschaft. Ik was er niet zo’n grote fan van om daar voor een stuk een RSZ-korting van te maken met dat ‘op maat’-verhaal, omdat ik geloof dat we op dit moment in een kandidatenmarkt zitten. Werkgevers zijn niet op zoek naar kortingen, maar vooral naar goede mensen. Ik twijfel dus een beetje aan de doelmatigheid van die maatregel. Eerlijk gezegd, ben ik binnen onze fractie ook een van de weinige stemmen die daaraan twijfelt, maar ik vind het toch belangrijk om dat mee te geven.
Minister, ik hoop dat – zodra die maatregel op kruissnelheid is gekomen – we minstens de doelmatigheid van die maatregel en van die korting gaan monitoren. Mijn excuses aan alle collega’s die consultants niet leuk vinden, maar voor zoiets heb je wel consultants nodig. Of dat dan het Rekenhof of een extern bureau is, het gaat over veel geld dat we via de Vlaamse belastingbetaler in een doelstelling steken, namelijk aan mensen die al lang geen job hebben, via een korting extra kansen geven om door werkgevers aangeworven te worden. Ik vind ook dat het onze plicht is om na een jaar na te gaan of dat effectief zo is. Daarvoor zul je minstens een keer een onderzoek moeten doen, een kwalitatieve bevraging bij werkgevers bijvoorbeeld, om na te gaan hoe lang die mensen daar blijven. Bij deze, een nieuwe consultancyopdracht.
Minister Brouns heeft het woord.
Ik geef nog een korte reactie.
Collega Malfroot, werkgevers zijn heel nauw betrokken. Ze waren mee vragende partij en zaten mee in het akkoord waar het deel van uitmaakt. De communicatie is natuurlijk heel belangrijk, zodat men weet hoe het moet. Het zal veel eenvoudiger gaan. Ik heb er het volste vertrouwen in dat het goedkomt.
We gaan zeker de doelmatigheid van dit soort maatregelen testen, collega. U hoeft zich daar geen zorgen over te maken.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.