Report meeting Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Report
De heer Van Dijck heeft het woord.
Minister, ik heb u voor het paasreces over ditzelfde onderwerp een vraag gesteld. Ik zal het hier kort houden. Het gaat over de regeling die Voetbal Vlaanderen heeft uitgewerkt om een vergoedingsplafond binnen het amateurvoetbal af te spreken. Dat is 4500 euro per speler per seizoen. Sociale bijdragen, kosten voor kledij en dergelijke vallen daaronder.
Een aantal zaken zijn voor mij nog steeds onduidelijk, vooral na een uitspraak van de arbeidsrechtbank in Dendermonde, die een club in eerste provinciale gelijk gaf na een dispuut met de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ). Die stelt namelijk dat de grens van 4500 euro niet relevant is en dat een ander barema van 11.040 euro van toepassing is. Men baseert zich daarvoor op de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars.
Ik wil er enerzijds op wijzen dat dergelijke uitspraak slechts gaat om één case. Er moet dus worden opgelet om deze beslissing zomaar als standaard te aanvaarden. Anderzijds mogen we niet blind zijn voor de gevaren en hiaten die deze rechterlijke beslissing oproept over de solide juridische basis van de nieuwe regeling zoals uitgewerkt door Voetbal Vlaanderen.
Ten slotte wijst Vis-ta!, een groepering van amateurclubs, er ook nog op dat heel wat clubs juridisch advies aan het inwinnen zijn in verband met de nieuwe regeling.
Minister, hoe kijkt u naar de onduidelijkheid die heerst bij de amateurclubs? Bent u in overleg met Voetbal Vlaanderen om duidelijkheid te scheppen? Bent u in overleg met de federale overheid? De RSZ en belastingen zijn immers een federale bevoegdheid.
Ik sta ten volle achter de nieuwe regelgeving van Voetbal Vlaanderen, maar ik heb vragen bij de soliditeit ervan. Dat heeft dan ook te maken met de duurzaamheid van de afspraken.
Ik roep de federale overheid op om daar klaarheid te scheppen. Ik herinner me van vorige keer dat we ons afvroegen wat nu onder onkostenvergoeding valt.
Ik kan me vergissen, maar volgens mij is er nog onduidelijkheid. Aan u om mij te overtuigen.
Minister Weyts heeft het woord.
Nadat Voetbal Vlaanderen op 14 februari de nieuwe regels communiceerde, kwamen er inderdaad heel wat vragen. Het is niet vrij van enige contestatie. Voetbal Vlaanderen heeft een gedurfde keuze gemaakt. Ik heb hen daartoe aangemoedigd.
Het plan bestaat uit twee grote luiken: enerzijds een verduidelijking van de RSZ over welke bedragen de clubs aan spelers kunnen betalen, vrijgesteld van sociale bijdragen, anderzijds interne regels rond elektronisch betalen, contracten registreren en budget indienen.
Het betreft vooral het eerste luik. Deze verduidelijking rond de bedragen komt van de RSZ zelf. De uitspraak waarnaar verwezen wordt, is één uitspraak in één dossier in eerste aanleg. Dat zet nog niet de volledige regeling onder druk. Deze regeling is er net gekomen om dit soort rechtszaken te vermijden. Indien het vonnis in hoger beroep bevestigd wordt, zal Voetbal Vlaanderen de regelgeving misschien nog moeten finetunen.
Het is belangrijk om deze hervorming een eerlijke kans te geven. Sommigen grijpen dit aan om de hele operatie te torpederen. We hebben hier dezelfde mening: er moet iets gebeuren in het amateurvoetbal. Er moet iets worden gedaan aan de te hoge verloning van spelers en de onwettige uitbetaling ervan. Anders gaat men de tak afzagen waar men zelf op zit. Deze regeling grijpt daar fundamenteel op in. Ik geloof dat dit een groot verschil kan maken voor nog meer fair play in de sport, nu dan in financieel opzicht.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik heb toch nog een bijkomende vraag. Is er wat dat betreft door u of door Voetbal Vlaanderen contact geweest met de federale overheid over plafonds of de concrete invulling van over welke kosten het gaat?
Minister Weyts heeft het woord.
De contacten hebben we rechtstreeks tussen Voetbal Vlaanderen en de RSZ laten verlopen. Dat leek mij ook de beste werkwijze, omdat zij natuurlijk in concreto een en ander moeten omzetten.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord, minister. Ik ga in ieder geval mijn collega’s in de Kamer ook eens aanspreken, want, los van deze regeling, meen ik mij te herinneren dat er ook initiatieven geweest zijn rond alles wat met vrijwilligers te maken heeft. En dan gaat dat ruimer dan alleen het amateurvoetbal. Ik kijk ook naar collega Muyters. Ik denk dat daar toch nog een aantal uitdagingen zijn die kunnen worden aangepakt. Ik heb goede collega’s hiernaast en zal hen aanporren om dat zeker ook te berde te brengen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.