Report meeting Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over ongevallen bij wegwerkzaamheden
Vraag om uitleg over het waarborgen de veiligheid van wegenwerkers naar aanleiding van het dodelijke ongeval op 22 februari 2022 in Moorsele
Report
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Minister, de veiligheid langs wegenwerken op drukke gewest- en snelwegen is een thema dat we af en toe bespreken in deze commissie. Daarbij vallen steevast woorden als sensibiliseren en maatwerk. Nu blijkt uit cijfers van verkeersveiligheidsinstituut Vias dat twee op de drie Belgische bestuurders niet vertragen bij wegenwerken. We zijn de slechtste leerling van de klas.
In 2020 gebeurden er in Vlaanderen elf dodelijke ongevallen in de buurt van wegenwerken en waren er 443 ongevallen met gewonden. Recent nog kwam er nog een wegenwerker om in Moorsele. Mobiele trajectcontroles, sensibiliseringscampagnes, aangepaste werfinrichting lijken allemaal geen zoden aan de dijk te zetten.
Dat brengt mij tot de volgende vragen: Hoe reageert u op deze cijfers? Hoe beoordeelt u de effectiviteit van de reeds genomen maatregelen? En tot slot: welke bijkomende maatregelen zult u nemen om de veiligheid van de wegenwerkers en van weggebruikers langs wegenwerken te verhogen?
Mevrouw Mertens heeft het woord.
Minister, de wegenwerken zorgen vaak voor een tijdelijke, nieuwe verkeerssituatie. We denken daarbij aan smallere rijstroken, asverschuivingen of vaak moet u ook de middenberm doorsteken. Eventjes niet opletten kan dan al een ongeval veroorzaken met ernstige gevolgen.
Om wegenwerken veiliger te maken voor bestuurders en voor de wegarbeiders, worden er op dit moment al heel wat initiatieven genomen. Het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) bekijkt altijd de voorbereiding van een werf, en wat nodig is om ongevallen te voorkomen. De werven worden goed op voorhand aangekondigd via vaste en dynamische signalisatie en ook de maximaal toegelaten snelheid wordt stelselmatig verlaagd. In overleg met de politie plaatst AWV aan wegenwerken ook mobiele flitspalen en trajectcontroles, en er kunnen ook bemande controles plaatsvinden tijdens kritische fases van de werken, dus waarbij er een groot veiligheidsrisico is. Daarnaast wordt er ook ingezet op sensibilisering, zoals collega Moors zojuist ook al aanhaalde. En er zijn jaarlijks campagnes rond snelwegwerven en werfveiligheid.
Toch waren er in 2019 zeven dodelijke ongevallen en 454 ongevallen met gewonden te betreuren. In 2020 waren er elf dodelijke ongevallen en 443 ongevallen met gewonden aan wegenwerken in Vlaanderen. Helaas gebeurde er op 22 februari dit jaar opnieuw een dodelijk ongeval. Bij het wegnemen van de signalisatie werd een wegarbeider aangereden door een vrachtwagen.
Volgens de werfleider van Wegen en Verkeer is er vaak sprake van een veel te hoge snelheid bij het passeren van wegenwerken. In vergelijking met andere Europese landen geeft de Belgische bestuurder met maar liefst 63 procent aan dat hij vaak vergeet te vertragen in de buurt van wegenwerken.
Daarbij stel ik mij toch volgende vragen: hebt u al zicht op de ongevallencijfers bij wegwerkzaamheden voor de jaren 2021 en 2022? Hebt u, minister, er zicht op waarom zoveel bestuurders vergeten te vertragen bij wegwerkzaamheden? Wat is dan de echte reden die daarachter zit? Dat vraag ik me dan af. In welke omstandigheden gebeuren de ongevallen het vaakst? Is dat in de nacht, door de dag, bij regen, in het weekend, door de week, tijdens spitsuren? En hoe vaak worden de mobiele flitspalen en trajectcontroles effectief ingezet op die werven? Dank u wel.
De heer Verheyden heeft het woord.
Ja, minister, wegenwerker is blijkbaar in dit land een risicoberoep geworden. Dat bleek nogmaals toen onlangs in Moorsele een wegenwerker door een vrachtwagen werd aangereden en om het leven kwam.
Volgens cijfers van Vias vergeet dus inderdaad twee derde van de Belgische bestuurders te vertragen bij wegenwerken. Daarmee zijn we toch wel de slechtste leerlingen van Europa. Bovendien zijn we de Europese kampioen in het niet naleven van het verkeersreglement. Het gemiddelde in de andere landen bedraagt 51 procent. Het belang van een aangepaste rijstijl bij wegenwerken langs snelwegen wordt daarmee nog maar eens benadrukt.
In 2020 gebeurden er elf dodelijke ongevallen in de buurt van wegenwerken in Vlaanderen. Daarnaast vielen er 443 ongevallen met gewonden. Het Agentschap Wegen en Verkeer zorgt voor de veiligheid van verkeerswerven. Op gevoelige plekken waar de snelheidslimiet niet wordt nageleefd, plaatst het agentschap trajectcontroles om de snelheid te handhaven.
Toch blijven er ondanks de veiligheidsprotocollen bij het inrichten van werven altijd risico’s. Wegarbeiders werken namelijk dicht bij het verkeer, en rijstroken worden vaak versmald. Daarom organiseert het Agentschap Wegen en Verkeer jaarlijks een grootschalige sensibiliseringscampagne langs snelwegen en gewestwegen. Afleiding achter het stuur is een van de oorzaken van ongevallen, en gsm-gebruik achter het stuur blijft een van de grote factoren bij afleiding.
De minister kondigde in het verleden een aantal bijkomende maatregelen aan zoals tijdig aankondigen van de werken via de dynamische verkeersborden, vaste borden en indien nodig digitale tekstkarren. AWV neemt steeds verkeers- en snelheidsremmende maatregelen zoals het verlagen van de maximale snelheid, asverschuivingen en smallere rijstroken.
Ik heb in dit verband, minister, een aantal vragen voor u. Ten eerste, is er ondertussen een effect merkbaar op het aantal ongevallen sedert deze maatregelen zijn ingevoerd? Ten tweede, welke bijkomende maatregelen kunt u nog nemen om de veiligheid van de wegenwerkers beter te garanderen? Ten slotte, bent u van plan om langs werven nog meer trajectcontroles uit te rollen? Dank u wel.
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor uw vragen, collega's. We zeggen het telkens opnieuw: elk ongeval is er een te veel. En het is zeker heel pijnlijk als mensen die met wegenwerken bezig zijn, aangereden worden door mensen die te hard rijden of onoplettend zijn.
U vraagt naar de cijfers van de voorgaande jaren. Uit de statistieken van de federale politie blijkt dat er in 2021 zes dodelijke ongevallen en 498 letselongevallen gebeurden bij wegenwerken. Voor 2022 zijn het nog voorlopige cijfers. Daar gaat het over drie dodelijke ongevallen en 509 letselongevallen. Dat zit dus in dezelfde tendens als de andere verkeersongevallen: een daling van het aantal dodelijke slachtoffers, maar een stijging van het aantal letselongevallen. En opnieuw: elk ongeval dat gebeurt, is er een te veel.
U hebt in uw vraagstelling zelf al een aantal maatregelen opgesomd die wij nemen bij wegenwerken. We blijven onder andere verder inzetten op sensibilisering van alle betrokken partners om de veiligheid ter hoogte van werven te verhogen. Ik benadruk daarbij ‘alle betrokken partners’. Ten aanzien van de weggebruiker is het absoluut noodzakelijk dat hij of zij de snelheidslimieten, die veiligheidslimieten zijn, respecteert. Dat blijft op zich heel belangrijk. En daarom zetten we ook continu in op die infocampagnes, maar ook op snelheidscontroles. Verder is het ook aan de aannemers zelf om telkens de geldende instructies strikt toe te passen, teneinde de veiligheid op alle werven absoluut te verhogen. En uiteraard is er ook een verantwoordelijkheid bij onze eigen administratie, het Agentschap Wegen en Verkeer, in die zin dat zij bij de opmaak van het bestek en de werfvoorbereiding de juiste keuzes moeten maken met het oog op de veiligste werfinrichting en signalisatie. En bij de werfopvolging moet daar uiteraard ook telkens nauwgezet op worden toegezien.
Het spijtige ongeval dat in Moorsele gebeurd is en waarvoor we zeker ons medeleven moeten betuigen aan de nabestaanden, is klaarblijkelijk gebeurd bij het opruimen van de signalisatie. Wat de specifieke oorzaak van het ongeval betreft, kan ik maar zien wat ik in de krant lees. Daarin ging het over het ontbreken van de botsabsorbeerder, maar het is niet aan mij om me over de verantwoordelijkheden uit te spreken.
Alleszins blijven wij volop inzetten op handhaving. De mobiele trajectcontrole wordt momenteel continu ingezet voor de beveiliging van de wegenwerken. Ik heb vorige week in deze commissie al gezegd, bij de aftrap van het wegenwerkenwerfseizoen dat we gelanceerd hebben, dat ter hoogte van Boorsem op de E314 op jaarbasis niet minder dan 47.000 mensen in één enkele rijrichting geflitst zijn. Zij hielden zich dus niet aan de geldende snelheden. Dat zijn hallucinante cijfers. En dat is eens te meer een signaal dat mensen zich gewoon niet aan de snelheidsregimes houden, terwijl het wel degelijk veiligheidslimieten zijn. Daarom voeren we die snelheidslimieten daar ook door.
Om een mobiele trajectcontrole in te zetten, moet er een voldoende lang traject zijn. Het moet gaan om minstens 500 meter. De werf moet ook een voldoende lange periode duren, want er is natuurlijk ook nog het plaatsen van die mobiele trajectcontrole, het ijken en dergelijke meer. Daar gaan ook altijd de nodige weken aan vooraf. Op dat moment ben je ook ter plaatse aan het werk, en we moeten natuurlijk niet nog meer onveilige situaties creëren, vandaar dat men die mobiele trajectcontrole maar inzet voor langere periodes, namelijk daar waar er gedurende twee tot drie maanden of langer gewerkt wordt. De signalisatie moet alleszins minstens twee maanden ongewijzigd blijven. Er moet ook een hoogtewerker en dergelijke ingezet worden voor de ijking van de camera's en zo, met de nodige hinder. Daarom doen we dat alleen bij de echt grotere werken.
Het inzetten van de semivaste snelheidscamera's kan veel sneller gebeuren. Dat is onder andere wat er ook in Boorsem stond. Ik hoop dat alle mensen die daar een verkeersboete gekregen hebben, de volgende keer nadenken en toch de snelheidslimieten respecteren. Ik denk dat dat opnieuw vooral de boodschap is, niet alleen bij wegenwerken, maar bij eender welke verplaatsing die men doet. De snelheidslimieten zijn veiligheidslimieten en dienen derhalve gerespecteerd te worden.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoorden, minister. We hebben hier wat grote werven in het vooruitzicht. Alleen in Limburg al zijn er zes grote werven gepland op autosnelwegen. Ik denk dat het in het kader daarvan toch wel belangrijk is om de problematiek hier nog eens aan te kaarten in de commissie.
U hebt het al aangegeven: we doen al veel. U laat signalisatie aanbrengen, er worden mobiele trajectcontroles georganiseerd, omleidingen … Ik denk dat het principe ‘meten is weten’ toch wel cruciaal is. Ik denk dat we moeten weten waar er zich gevaarlijke situaties voordoen en dat kunnen we meten aan de hand van data. Dat gebeurt al, maar ik zou toch willen pleiten voor meer.
In dat kader zou ik willen vragen hoever het staat met het Mobilidata-project? Ik heb daar recent een schriftelijke vraag over ingediend. U gaf aan dat u in cocreatie met private partners innovatieve mobiliteitsoplossingen wilt realiseren en dat er verder gebouwd wordt aan digitale data-infrastructuur en een kwalitatieve en duurzame databank.
U gaf aan in de komende periode in gesprek te zullen gaan met serviceproviders, om hen te motiveren om zich aan te sluiten bij die data-infrastructuur. Ik denk dat het wel nuttig is om dat zo snel mogelijk in te voeren. Dat brengt mij tot de volgende bijkomende vraag, minister: hebt u al meer duidelijkheid over de precieze timing van de gesprekken tussen de mogelijke serviceproviders en uw administratie? Zijn er tot op heden al dergelijke gesprekken ingepland?
Mevrouw Mertens heeft het woord.
Minister, u gaf daarnet aan dat een mobiele trajectcontrole inzetten heel veel werk vraagt – het inzetten van een hoogtewerker en dergelijke – en dat die pas ingezet wordt als de werken langer duren dan twee à drie maanden. Het gaat hier bij elke werf toch telkens om de veiligheid van de mensen die werken en de autobestuurders. Wat ik me daarbij afvraag, is hoezeer die economische motieven hier opwegen tegen het veiligheidsaspect van de werf? Stel dat er een werf is met een heel groot veiligheidsrisico, maar die werf gaat maar één maand tijd in beslag nemen, klopt het dan dat die mobiele controle in dat geval niet ingezet zal worden?
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord. Het is zo dat ongevallen vaak gebeuren door afleiding. Dat blijkt ook uit dat onderzoek van Vias: 37 procent van de Belgische bestuurders zit weleens een bericht te lezen achter het stuur, 27 procent zou er zélf versturen. Dat zijn toch wel serieuze cijfers. Het probleem ligt nog hoger bij vrachtwagenbestuurders.
Bij langere werken, minister, treedt er toch wel vaak een soort gewenning op. In het begin let men een beetje op, het is een nieuwe situatie. Nadien treedt er een soort nonchalance op wanneer men daar regelmatig passeert, een gewenning, en gaat die snelheid vaak opnieuw omhoog. U haalde daar het hallucinante cijfer aan van 47.000 geflitsten op één dag. Dat geeft volgens mij toch wel een beetje aan dat mensen niet echt onder de indruk zijn van die trajectcontroles, verkeersborden en dergelijke meer. De vraag is natuurlijk ook: werken die altijd, die trajectcontroles? Wanneer mensen regelmatig zouden worden geflitst, denk ik wel dat ze erop zouden letten. Ik heb zo’n beetje de indruk dat dat toch niet het geval is en dat er toch nog heel veel door de mazen van het net glippen. Als men niet kan zorgen dat mensen uit zichzelf gaan vertragen, moet men misschien zorgen dat mensen wel moeten vertragen, dat het niet anders kan.
Het is maar een denkpiste, maar kan het bijvoorbeeld een oplossing zijn dat men een soort tijdelijke verkeersdrempel aanlegt op regelmatige afstanden, zelfs op die versmalde rijstroken? Zo moet men wel snelheid inhouden. Men vindt dit regelmatig terug in bebouwde kommen. Is daarover nagedacht, over die piste om bijvoorbeeld ook aan drukke werven dergelijke tijdelijke verkeersdrempels aan te leggen?
De heer Keulen heeft het woord.
Ik heb een paar losse bedenkingen, want het sluit eigenlijk aan bij iets wat iedere week terugkomt: verkeersveiligheid. Ondertussen is er denk ik toch ook heel erg het besef dat de Vlaming achter het stuur een cowboy is. Uiteraard geldt dat niet voor 100 procent van de Vlamingen, maar we hebben daar toch ergens een systeemfout in onze manier van bestaan, zeker achter het stuur. En dat gebeurt inderdaad te vaak.
De mens is een wolf voor zijn medemens, en dat geldt vooral in het verkeer, heb ik soms de indruk. Toch heb ik de indruk dat, daar waar er trajectcontroles aangekondigd zijn en effectief in werking zijn, er inderdaad trager wordt gereden. Ik geef een paar voorbeelden, en u kent die plaatsen ook, minister. Tussen Lummen en Halen wordt merkelijk trager gereden. En als daar iemand tegen volle snelheid langs links voorbijsteekt begint iedereen te knipperen met de lichten, om aan te geven dat men in de fout gaat. Ik vind ook dat je het heel goed merkt als je Brussel binnenrijdt vanop de E40 via de tunnel ‘Midden’, waar je dan terechtkomt in het Europees kwartier. Daar staan overal borden van 90, 70 en 50. Ik heb de indruk dat men daarmee rekening houdt, en dat dat twee jaar geleden niet zo was. Maar er wordt ook op gehandhaafd. Het zal dus vooral een kwestie zijn van systematisch te handhaven, en dat ook aan te kondigen. Het alleen maar pro forma doen, dat lijkt mij inderdaad verloren moeite. Maar hier moet je dat doen om de meest kwetsbaren te beschermen.
Wat is er nog triestiger dan iemand die ’s nachts aan wegen werkt, om het anderen overdag gemakkelijker te maken? Die riskeert daar toch eigenlijk veel voor, en wordt daar ook niet overdreven voor betaald. Dat we dan nog de discipline niet kunnen opbrengen om zulke mensen te ontzien en te zorgen dat ze die werken veilig kunnen uitvoeren …
We moeten inzetten op handhaving, met daarbij wel de vaststelling dat trajectcontroles wel tot lagere snelheden leiden, in tegenstelling tot wat de heer Verheyden opmerkte.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Wat de trajectcontroles betreft, doe ik wel een oproep naar de minister. We moeten opletten dat we onze geloofwaardigheid niet verliezen. In Brugge zijn er drie trajectcontroles, en werkt er geen van de drie. Ik geef het maar mee. Ik vraag mij af hoe het met de rest is, maar ik ben zeker voor trajectcontroles als ze werken. Snelheid is de grote killer in het verkeer. Maar we mogen de geloofwaardigheid niet verliezen door met grote plannen te komen en er heel veel te zetten, terwijl er bijvoorbeeld in Brugge geen enkele werkt.
Minister Peeters heeft het woord.
Rond de trajectcontroles moet ik de heer Keulen bijtreden. We zien toch wel dat er wel degelijk een verandering is aan het verplaatsingsgedrag van mensen op onze snelwegen en op vele gewestwegen. Heel veel mensen houden zich aan de snelheidslimieten. Maar er zijn ook een aantal cowboys. Het zijn juist die mensen die je ook tot een gedragsverandering wilt aanzetten. Ik blijf erbij dat het aantal snelheidsovertredingen en het aantal verkeersongevallen dalen daar waar er trajectcontrole wordt uitgevoerd. In die zin geloof ik wel in die controles.
Ik weet niet vanbuiten welke controles er allemaal werken en welke niet. Wij zorgen vanuit Vlaanderen vooral voor de hardware. Wij zorgen dat de trajectcontrole er is en dat de palen en de camera’s er staan. Die moeten vervolgens geijkt worden en gekoppeld aan het ANPR Management System (Automatic Number Plate Recognition). Daar is de federale overheid op dit moment voor verantwoordelijk.
Mijn mededeling naar eenieder is dan altijd dat ze potentieel allemaal werken. Als er natuurlijk ergens opzettelijk een camera beschadigd wordt, dan is het ook zaak om die zo snel mogelijk te herstellen.
Dan wat betreft het verhaal van de Brugse trajectcontroles, dat komt dan volgende week waarschijnlijk aan bod want daar ken ik nu natuurlijk het pasklare antwoord niet op.
Dan wat betreft de verkeersdrempels, mijnheer Verheyden, wil ik alleszins meegeven dat onze mensen wel degelijk nadenken vooraleer zij een werf herinrichten. En we hebben een tijd geleden ook nog samengezeten met heel de wegenbouwsector om te kijken hoe we de werfzone eigenlijk kunnen optimaliseren voor die werknemers zelf. Hoe kunnen we daar nog meer inzetten op veiligheid?
Het hangt natuurlijk af van werf tot werf, maar op heel veel plaatsen wordt er ook werk gemaakt van ribbelstroken, zodat degene die erover rijdt effectief voelt dat er iets is om zodoende de oplettendheid toch aan te wakkeren. Ik denk dat dat ook beter werkt dan gewoon een drempel waar eens je eroverheen bent, je gewoon weer verder kunt. We zitten natuurlijk ook met een heel druk wegennetwerk, maar die ribbelstroken en die versmalde rijstroken, dat werkt alleszins zeker wel. Dus daar wordt zeker ook echt op ingezet.
Dan wat betreft die mobiele flitscamera’s: zoals ik daarstraks al zei gaan die sowieso veel vlotter ingezet worden. Die kunnen ook ingezet worden voor werken van kortere termijn, en onder andere in Boorsem staat die mobiele flitscamera – daar staat geen trajectcontrole, daar staat een mobiele flitscamera – en die alleen al heeft 47.000 mensen geflitst, zal ik dan maar zeggen.
Ten slotte, mevrouw Moors, vraagt u naar mobiele data. Zeker heel fijn dat u ook deze vraag stelt. Ik was afgelopen dinsdag op de roadshow van AWV waarbij we onder andere een toelichting hebben gekregen rond het hele verhaal van mobiele data. Daar waren ook heel veel lokale besturen bij uitgenodigd, dus misschien waren de respectievelijke gemeentediensten daar aanwezig.
Maar alleszins vindt u op de website op dit ogenblik de volledige planningsuitrol van die mobiele data, waarmee we eigenlijk nog meer het verkeersveiligheidsbeleid willen gaan sturen. En daarvoor kijken wij in eerste instantie naar de loop van de maanden april en mei, dan zullen we nog meer optimalisaties doen rond de verkeerslichtenregeling, de prioriteiten bij de hulpdiensten, bij openbaar vervoer en bij vrachtwagens. Later in het jaar zal men ook toepassingen willen doorvoeren bij de actieve weggebruikers.
Met welke providers ze nu heel concreet hebben samengewerkt, die details heb ik hier niet bij mij. Maar ik denk dat het zeker wel interessant is om de mensen van mobiele data zelf hun toepassingen uiteen te laten zetten, want het is alleszins mooi welke data zij aan de hand van cardata, gsm’s, Google kunnen distilleren om zodoende eigenlijk het verkeersveiligheidsbeleid mee te sturen.
Dus, kortom, we blijven tal van maatregelen nemen en aan sensibilisering en handhaving doen. Al het mogelijke om zodoende toch maar weer opnieuw een kentering te kunnen krijgen in die verkeersveiligheidscijfers, niet alleen in zijn algemeenheid maar ook voor onze wegenwerkers. Dank u.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw bijkomende antwoorden.
Nu, het grootste probleem – dat hebben we hier gehoord – blijkt toch nog altijd die mentaliteit van de bestuurders te zijn. Men durft wel eens te vergeten dat er tussen de machines en verkeersborden ook wegenwerkers lopen die gevaarlijk werk verrichten en met die overdreven snelheid wordt het algauw levensgevaarlijk werk.
Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn en ik denk dat het inderdaad een uitdaging is om inzicht te krijgen in de activiteit van onze bestuurders, en ik denk dat dat inderdaad kan aan de hand van de datawerving. Dan kunnen we zo accuraat mogelijk maatregelen nemen om die mentaliteit bij te sturen en in dit geval de veiligheid van onze wegenwerkers te garanderen.
Mevrouw Mertens heeft het woord.
Ik heb geen verdere vragen. Dank u wel voor de uitgebreide uiteenzetting.
De heer Verheyden heeft het woord.
Collega’s, ik had een beetje de indruk dat de discussie een beetje uitdeinde naar een discussie over trajectcontroles in het algemeen, terwijl het hier eigenlijk specifiek over trajectcontroles en veiligheidsmaatregelen in de buurt van werven ging.
En laat ons duidelijk zijn: ik ben geen absolute voorstander van trajectcontroles wanneer die kriskras overal neergeplant worden. Wanneer daar inderdaad een effectieve reden voor is, zoals bijvoorbeeld het feit dat daar op een bepaald traject veel ongevallen gebeuren of zware risico’s zijn, dan hebben we daar geen probleem mee. In dit geval zijn er veiligheidsrisico’s aan die werven verbonden, dus ben ik van mening dat we daar inderdaad zoveel mogelijk op die trajectcontroles moeten inzetten.
Minister, u hebt daar gesproken over die verkeersribbels. Ik zou toch wel de raad willen meegeven om daar maximaal op in te zetten, ook bij kleinere werven. Want inderdaad, dat maakt bestuurders attent dat men de snelheid moet verminderen en de meesten zullen hun snelheid dan ook wel aanpassen. Dus op veel werven mis ik toch wel dat men dat gebruikt. Ik zou zeggen: zet daar meer op in en dan denk ik dat er wel betere resultaten zullen zijn. Maar helaas vrees ik dat het een discussie is die hier nog wel zal terugkomen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.