Report meeting Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Vraag om uitleg over de erkenning van Turkse Diyanetmoskeeën
Report
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Dit is een belangrijke vraag, denk ik, omdat binnen enkele maanden al de Turkse verkiezingen voor de deur staan. Dat is in dit geval letterlijk te nemen, want die Turkse verkiezingen hebben spijtig genoeg een grote invloed op onze samenleving. Bij de vorige presidentsverkiezingen scoorde Erdogan nergens zo hoog als in ons land. Hij scoorde bij de Turkse onderdanen in België namelijk 75 procent van de stemmen, terwijl dat in eigen land maar, tussen aanhalingstekens, 52 procent was. Dus daaraan zie je toch wel dat ons land een grote rol daarin speelt.
We weten allemaal dat Erdogan actief stemmen ronselt bij ons, en dat hij zijn aanhangers vraagt om van deur tot deur te gaan om die steun te vergaren. En natuurlijk speelt Diyanet op dat moment een belangrijke rol, en dus ook de moskeeën die van Diyanet afhangen. Dat maakt natuurlijk dat de Vlaamse overheid plots een belangrijke rol te spelen heeft in dat geheel, want de Diyanetmoskeeën hebben in het kader van die verkorte procedure verschillende aanvragen tot erkenning ingediend.
Minister, toen wij het nieuwe decreet in de commissie besproken hebben, was toch een van de grote bezorgdheden van zowel u als van de commissieleden, dat we ervoor moesten zorgen dat we die buitenlandse inmenging, die buitenlandse invloed, in de toekomst zouden moeten kunnen voorkomen. Ik denk dus dat het belangrijk is voor uw diensten om nauwgezet te gaan opvolgen of de onafhankelijkheid in die moskeeën gegarandeerd is.
Ik had daarom een drietal vragen voor u.
Op welke manier zult u erop toezien dat de erkende en de nog te erkennen moskeeën niet geïnstrumentaliseerd zullen worden voor politieke doeleinden? Wat is de rol die de screeningsdienst daarin zal spelen?
Plant u nog andere initiatieven om de invloed van Diyanet terug te dringen?
Bent u op de hoogte van de komst van Turkse parlementsleden naar Vlaanderen in het kader van de Turkse verkiezingen?
De heer Janssens heeft het woord.
De Turkse verkiezingen zijn een goed brugje naar mijn vraag. Want ik herinner mij nog een van de vorige Turkse verkiezingen, waarbij Erdogan himself naar de Ethias Arena in Hasselt kwam, waar hij ondersteund en aangemoedigd werd door 25.000 Turken, in een tot de nok gevulde zaal, met wapperende Turkse vlaggen. Daarvoor werden zelfs bussen ingelegd vanuit de Diyanetmoskeeën. Om maar aan te geven in welke mate zij inderdaad gelinkt zijn aan en afhankelijk zijn van dat Turkse regime.
En dan kom ik ook tot de erkenningsaanvragen die nu op het bureau van de minister liggen, ter eventuele goedkeuring of, wat mij betreft, afkeuring. We hebben in dit parlement, in 2021, een nieuw Eredienstendecreet goedgekeurd, op basis waarvan de Vlaamse Regering nieuwe gebedshuizen zou kunnen erkennen, die dan natuurlijk wel moeten voldoen aan de aangescherpte erkenningsvoorwaarden. Uit de laatste cijfers die ik van u ontvangen heb, minister, bleek dat er 77 ontvankelijk werden verklaard, waarvan er 59 betrekking hebben op moskeeën. Opmerkelijk daarbij is toch dat een op de drie erkenningsaanvragen van moskeeën – 21 om precies te zijn – afkomstig zijn van een moskee die wordt aangestuurd door het Turkse Erdoganregime. En dat is toch merkwaardig, omdat het nieuwe decreet de betrachting had om de alomtegenwoordige buitenlandse invloed van vooral Turkije en Marokko in de eredienstbesturen tegen te gaan. En als er inderdaad één moskeekoepel is die aangestuurd wordt vanuit het buitenland, dan is dat Diyanet wel.
We weten wat de Staatsveiligheid daar in het verleden over gezegd heeft, want het is hier al herhaaldelijk aan bod gekomen: Diyanet is de lange arm van Erdogan in Vlaanderen. Ook u, minister, erkende vorig jaar zelf dat Diyanet mensen van de exodus politiek gebruikt, isoleert en instrumentaliseert, zelfs van de tweede en derde generatie, en probeert hen afgescheiden te houden van de Vlaamse samenleving.
Niet alleen hebben er 21 Diyanetmoskeeën een erkenningsaanvraag ingediend, maar er zijn ook nog eens twaalf Diyanetmoskeeën die eerder erkend werden en via de provincies nog steeds gefinancierd worden met Vlaams belastinggeld, en volgens het nieuwe decreet moeten beantwoorden aan de geactualiseerde erkenningsvoorwaarden.
Ik heb u al gevraagd in hoeverre de gebouwen waar die moskeeën gevestigd zijn, eigendom zijn van Diyanet België. Dat zou eens te meer hun afhankelijkheid van het Turkse regime benadrukken. U hebt daar niet op geantwoord, maar ik weet uit vragen aan uw voorganger, toenmalig minister Homans, dat in de vorige legislatuur van de toen dertien erkende Diyanetmoskeeën er elf actief waren in een gebouw dat eigendom was van de koepelstructuur Diyanet België.
Ondertussen bevestigt u ook dat voor de 77 ontvankelijke erkenningsaanvragen inmiddels alle vereiste adviezen werden opgevraagd bij de adviesverlenende instanties, namelijk provincies, gemeentebesturen, federaal minister van Justitie, de Moslimexecutieve en dergelijke. Een teken aan de wand is dat heel wat gemeentebesturen positieve adviezen afleveren, ondanks bezwaren van de Vlaams Belanggemeenteraadsleden. Het doet mijn haren te berge rijzen als ik zie hoe klakkeloos men daarmee omgaat.
Kunt u mij meedelen hoe u het grote aantal erkenningsvragen van Turkse Diyanetmoskeeën in overeenstemming brengt met uw beweerde beleidsintentie om de buitenlandse invloed in de eredienstbesturen in Vlaanderen tegen te gaan?
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de screening van de Informatie- en Screeningsdienst lokale geloofsgemeenschappen (ISD) aangaande Diyanet en de bij deze koepel aangesloten moskeeën?
Hoe verklaart u de kritiekloze houding van al die lokale besturen tegenover de Diyanetmoskeeën die er blijkbaar voor kiezen koppig blind te blijven voor de nefaste invloed van het Diyanetnetwerk op het integratiebeleid van de in Europa levende personen van Turkse afkomst?
Wat is de stand van zaken van de procedure die Diyanet tegen het Erkenningsdecreet startte bij het Grondwettelijk Hof? Streeft Diyanet nog steeds naar een vernietiging van het decreet?
Op welke manier zult u garanderen dat ons belastinggeld niet langer naar Turkse staatsmoskeeën zal vloeien die de boodschap van Erdogan verspreiden en de – vele harde, en zo bleek in het verleden, nutteloze – pogingen tot integratie saboteren?
Minister Somers heeft het woord.
Collega’s, ik zal eerst de vragen van collega Sminate beantwoorden.
Ik werk binnen een wettelijk kader. Het Erkenningsdecreet van 22 oktober 2021 biedt het nodige rechtskader om ongewenste buitenlandse beïnvloeding aan te pakken, iets wat we voordien niet hadden en waar andere landen zoals Nederland en Oostenrijk in geïnteresseerd zijn. De Nederlandse overheid is vorige zomer hiervoor zelfs voor een tweedaags werkbezoek naar Vlaanderen gekomen.
Zo zijn er in dit nieuwe rechtskader specifiek rond buitenlandse beïnvloeding specifieke verplichtingen opgenomen die de erkende en de erkenningszoekende lokale geloofsgemeenschappen moeten naleven: één, een verbod op buitenlandse ondersteuning en financiering die afbreuk doet aan de onafhankelijkheid van een lokale geloofsgemeenschap of verband houdt met extremisme, terrorisme, spionage en clandestiene inmenging; twee, een verbod op de bezoldiging door een buitenlandse overheid van bedienaars van de eredienst; drie, het bijhouden van een register met alle ontvangen giften en de herkomst ervan.
Op de naleving van deze verplichtingen wordt nauw toegezien door de Informatie- en Screeningsdienst, die hiervoor beschikt over de nodige controlebevoegdheden en veiligheidsmachtigingen voor samenwerking met de veiligheidsdiensten.
Op de besloten commissiezitting van 2 mei over Diyanet zal ik samen met de Informatie- en Screeningsdienst concrete toelichting geven rond onze aanpak van ongewenste buitenlandse beïnvloeding.
Plan ik andere initiatieven? Er zijn verschillende initiatieven geïnitieerd het afgelopen jaar. Vorig jaar zijn er in mijn aanwezigheid reeds twee vertrouwelijke veiligheidsbriefings door de ISD, Staatsveiligheid en het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD) georganiseerd voor burgemeesters en politiekorpschefs die een erkende Diyanetmoskee op hun grondgebied hebben. Het doel hiervan was om binnen vertrouwelijke settings de burgemeesters en hun korpschefs te informeren over de werking en de impact van Diyanet en andere vormen van buitenlandse beïnvloeding.
Ook werden alle lokale taskforces (LTF’s) geïnformeerd door de Informatie- en Screeningsdienst over de werking van Diyanet en buitenlandse beïnvloeding. Dit is belangrijk, aangezien binnen de LTF’s de zes federale instanties – het OCAD, de Staatsveiligheid, de politie, de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV), de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) en de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) – hun deeladviezen bespreken van de 77 ontvankelijke erkenningsaanvragen in het kader van de verkorte erkenningsprocedure. Deze deeladviezen vormen het veiligheidsadvies van de federale minister van Justitie.
De Informatie- en Screeningsdienst onderhoudt ook contacten met de buitenlandse diensten die eveneens bezorgd zijn over de invloed van Diyanet. Het Vienna Forum in december 2022 is hier een voorbeeld van, de uitwisseling met de Nederlandse overheidsinstanties in juni 2022 eveneens.
Het is in elk geval een continue opdracht van de Informatie- en Screeningsdienst om de uitingsvormen en potentiële risico’s van buitenlandse beïnvloeding in kaart te brengen, op te volgen en aan te pakken in samenwerking met zijn partnerdiensten, zoals de veiligheidsdiensten.
Ben ik reeds op de hoogte van de mogelijke komst van parlementsleden? Met het vervroegen van de Turkse presidents- en parlementsverkiezingen naar 14 mei 2023 vallen ze inderdaad een maand na het einde van de vastenmaand, de ramadan. Volgens de informatie waarover de Informatie- en Screeningsdienst beschikt, ligt de focus bij de Turkse moskeeën momenteel op het organiseren van hulpverleningsacties voor hulp aan de slachtoffers van de recente zware aardbeving in Turkije. Er zijn momenteel geen concrete aanwijzingen dat er een actieve verkiezingscampagne rond de nakende Turkse verkiezingen wordt georganiseerd via de Turkse moskeeën.
Ik heb opdracht gegeven aan de Informatie- en Screeningsdienst om in samenwerking met de veiligheidsdiensten en het lokaal bestuur nauw te monitoren of er geen politieke propaganda in de erkende en erkenningszoekende moskeeën wordt gevoerd in het licht van de Turkse verkiezingen. Dat is uiteraard niet uitgesloten naarmate de verkiezingen naderen, vandaar dat ik de Informatie- en Screeningsdienst heb opgedragen om hier waakzaam voor te zijn.
Ik kom tot de vragen van de heer Janssens.
Conform het Erkenningsdecreet had iedere lokale geloofsgemeenschap die voor 1 juli 2019 een erkenningsaanvraag heeft ingediend, het recht om via de verkorte erkenningsprocedure opnieuw een erkenningsaanvraag in te dienen uiterlijk op 15 november 2022. Wat betreft de lokale geloofsgemeenschappen verbonden aan Diyanet, hebben er 25 van dit decretaal recht gebruikgemaakt en een aanvraag ingediend via de verkorte erkenningsprocedure. Vier aanvragen werden onontvankelijk en 21 ontvankelijk verklaard. De 21 ontvankelijk verklaarde erkenningsaanvragen worden net zoals de overige 56 erkenningsaanvragen momenteel grondig gescreend door de Informatie- en Screeningsdienst en de nodige adviezen worden opgevraagd bij de federale minister van Justitie, het representatief orgaan, de provincie en de gemeente.
Het erkenningscriterium inzake ongewenste buitenlandse beïnvloeding wordt grondig onderzocht door de Informatie- en Screeningsdienst en de veiligheidsdiensten voor alle 77 ontvankelijk verklaarde erkenningsaanvragen: 59 islamitische, 9 orthodoxe en 9 protestantse.
Hoe verklaar ik de kritiekloze houding bij alle lokale besturen? Het is mij niet zo duidelijk op basis van welke informatie u concludeert dat lokale besturen een al dan niet kritiekloze houding zouden hebben tegenover een erkenningzoekende Diyanetmoskee. Van de 21 ontvankelijke erkenningsaanvragen van Diyanetmoskeeën heb ik tot op heden maar vijf adviezen ontvangen van lokale besturen. Van de overige zestien besturen heb ik nog geen advies ontvangen over de erkenningsaanvragen van de Diyanetmoskeeën die op hun grondgebied gelegen zijn.
Ik wijs erop dat de adviserende actoren een advies geven over de erkenningscriteria vertrekkende van de eigen bevoegdheden en informatie waarover ze lokaal beschikken. Zo zal het lokale bestuur als adviserende actor voornamelijk de focus leggen – en dat is evident – op de erkenningscriteria rond de lokale verankering en de maatschappelijke relevantie van de lokale geloofsgemeenschap.
Worden duurzame contacten onderhouden met de lokale overheid en de lokale gemeenschap waar de lokale geloofsgemeenschap is gelegen, ja of nee? Respecteert de lokale gemeenschap het principe van goed nabuurschap, ja of nee? De provincie als financierende overheid zal voornamelijk de focus leggen op de erkenningscriteria inzake financiële leefbaarheid en transparantie van de betrokken lokale geloofsgemeenschap.
Wat de erkenningscriteria inzake buitenlandse financiering en beïnvloeding en elementen die de veiligheid van de staat raken, betreft, wordt input geleverd door de federale inlichtingen- en veiligheidsdiensten via het veiligheidsadvies van de federale minister van Justitie. Dit is informatie waarover lokale besturen en de financierende overheden niet beschikken en ook meestal geen uitspraak kunnen doen.
Ten slotte is er de informatie- en screeningsdienst, die op basis van de eigen screenings, plaatsbezoeken en de ingewonnen adviezen van de adviserende actoren een eindrapport opmaakt waarin wordt aangegeven of aan alle erkenningscriteria is voldaan of niet. Deze dienst beschikt hiervoor over de nodige controlebevoegdheden.
Wat is de stand van zaken van de procedure van Diyanet bij het Grondwettelijk Hof? Diyanet België alsook de provincie Antwerpen hebben geen afstand gedaan van hun vernietigingsberoep. De zaak is nog hangende bij het Grondwettelijk Hof. Aangezien deze zaak een decreet betreft die in deze commissie werd behandeld, geef ik de commissieleden kort een overzicht van de reeds ondernomen procedurele stappen.
In mei vorig jaar hebben zowel Diyanet als de provincie Antwerpen een vernietigingsberoep ingesteld bij het Grondwettelijk Hof tegen het Erkenningsdecreet. Het beroep van Diyanet was gericht tegen het volledige decreet, terwijl het beroep van de provincie Antwerpen enkel gericht was tegen de verkorte erkenningsprocedure. Op 18 juli 2022 heeft de Vlaamse Regering via haar advocaten van Eubelius haar memorie van antwoord op de beide vernietigingsberoepen bezorgd aan het Grondwettelijk Hof. Op 26 september ontving de Vlaamse Regering de antwoordmemories van Diyanet en de provincie Antwerpen. Op 5 december 2022 heeft de Vlaamse Regering middels haar advocaten haar memorie van wederantwoord bezorgd aan het Grondwettelijk Hof. Belangrijk om eveneens mee te geven, is dat de Federale Regering middels haar advocaten vrijwillig tussenbeide is gekomen als procespartij ter ondersteuning van de Vlaamse Regering, waarbij ze onze juridische argumenten tegen de vernietigingsberoepen volledig ondersteunt. Het gebeurt niet zo vaak dat de federale overheid in zaken bij het Grondwettelijk Hof tussenbeide komt ter ondersteuning van een deelstaat.
Nu de memories zijn uitgewisseld, onderzoekt het Grondwettelijk Hof alle ingediende stukken. Het beslist vervolgens of de zaak in staat is om erover te kunnen oordelen. Zodra het hof de zaak in staat stelt, beraadt het zich over de zaak en doet het vervolgens uitspraak. We hebben momenteel nog geen datum ontvangen van het Grondwettelijk Hof wanneer we een uitspraak kunnen verwachten. Volgens onze advocaten zal het Grondwettelijk Hof in principe nog dit jaar een uitspraak doen over de vernietigingsberoepen van Diyanet België en de provincie Antwerpen.
Ten slotte werd gevraagd of ik zal garanderen dat belastinggeld niet langer naar Turkse staatsmoskeeën zal vloeien. Het Erkenningsdecreet bevat erkenningscriteria die garanderen dat er geen buitenlandse financiering of ondersteuning is die inbreuk maakt op de onafhankelijkheid van een lokale geloofsgemeenschap. Eveneens is er een verbod op het bezoldigen door een buitenlandse overheid van bedienaren van de eredienst werkzaam in erkende en erkenningzoekende lokale geloofsgemeenschappen. Alle erkenningsverplichtingen die rusten op de erkende en erkenningzoekende lokale geloofsgemeenschappen, worden nauwgezet gecontroleerd door de inspecteurs van de Informatie- en Screeningsdienst, die hiervoor over de nodige bevoegdheden en veiligheidsmachtigingen beschikken. Een erkenningzoekende lokale geloofsgemeenschap moet om te worden erkend volgens het Erkenningsdecreet, voldoen aan de erkenningscriteria. Wat de erkende lokale geloofsgemeenschappen betreft, is er als sluitstuk van de handhaving van de erkenningscriteria de nieuwe gedifferentieerde sanctieregeling, waarbij vastgestelde tekortkomingen kunnen worden bestraft via verschillende sancties, zoals financiële sancties of de opschorting of opheffing van de erkenning.
Ik hoop dat ik daarmee, gelet op de stand van zaken van de dossiers, een antwoord heb kunnen geven over de procedure. Het is evident dat de meeste beslissingen nog moeten komen de komende weken en maanden.
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw antwoord.
U zegt dat u werkt op basis van het nieuwe decreet en van de voorwaarde tot erkenning die we daarin geschreven hebben. Uiteraard doet u dat; het zou erg zijn als u dat niet zou doen, maar ik uit hier mijn bezorgdheid over een bepaald event dat een invloed kan hebben op de naleving van dit decreet. We weten allemaal dat de buitenlandse politieke inmenging in die moskeeën een echt probleem is. Ik denk dat die verkiezingen dat probleem alleen maar kunnen versterken. Er zijn ondertussen genoeg verhalen bekend van Diyanet dat een negatieve invloed heeft op de preken, maar ook op lesmateriaal, op handboeken enzovoort.
Ik denk dat die verkiezingen een goede testcase zijn voor die screeningsdienst. Ze gaan, volgens mij, echt naar die geloofsgemeenschappen toe moeten gaan om te gaan controleren of de voorwaarden worden nageleefd. Als er een moment komt waarop mogelijke propaganda wordt verkondigd in die moskeeën, zal dat nu zijn, zal dat zijn in de aanloop naar die Turkse verkiezingen.
Minister, met de vraag die ik hier vandaag stel, wil ik eigenlijk gewoon aantonen dat dit moment een uitgelezen kans is om alle rotte appels uit het systeem te gaan halen. Ik ben er echt van overtuigd dat ons decreet alleen maar kan werken als er in Vlaanderen geen moskeeën actief zijn die werken onder buitenlandse invloed. Ik vrees dat dat op dit moment nog steeds het geval is.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, u vraagt mij waar ik het vandaan haal dat lokale besturen nogal kritiekloos omgaan met hun adviezen. Dat is evident. U hebt de adviezen opgevraagd bij de lokale besturen en die worden her en der geagendeerd op de gemeenteraad, zoals dat hoort. Men kan dat ook delegeren aan het college, maar in de meeste gevallen komt dat ter bespreking op de gemeenteraad. Ik hoor van onze lokale mandatarissen dat daar zonder al te veel debat bijna unaniem, met alleen een tegenstem van het Vlaams Belang, positieve adviezen worden afgeleverd. Ik zou collega Sminate, die zich hier terecht zorgen maakt over de buitenlandse invloed in die Diyanetmoskeeën, willen aanmoedigen om alvast toch bij haar lokale mandatarissen ook een andere houding aan te moedigen. Ook in pakweg Lier en Bornem zijn er N-VA-mandatarissen die zopas nog gewoon positief advies gegeven hebben over die erkenning van Diyanetmoskeeën.
Het is van twee dingen een. Ofwel maak je je zorgen over die buitenlandse invloed, zoals wij dat al doen vanaf het begin van de erkenningen van Diyanetmoskeeën in Vlaanderen en zoals collega Sminate iets later ook is beginnen te doen, en dan doe je dat op alle niveaus, ofwel doe je dat niet, want anders kun je niet ernstig worden genomen.
Ten tweede, in eerdere vragen hebben we het ook al over die Moslimexecutieve gehad, minister, die hier toch ook een belangrijke rol speelt, althans een rol als doorgeefluik. Ik heb u ook in een schriftelijke vraag gevraagd wie nu deel uitmaakt van dat bureau dat het tijdelijke orgaan is sinds de opheffing van de erkenning van de Moslimexecutieve. Dat bureau blijkt te bestaan uit die voorzitter en twee ondervoorzitters, de voorzitter die er door de Staatsveiligheid na een onderzoek van werd beticht extremistisch te zijn. Dat is de man die op dit moment nog altijd een rol speelt en dus een partner is van de Vlaamse overheid in heel deze erkenningsprocedure.
Dan heb ik nog twee punctuele vragen.
Wat is de timing van de procedure die nu nog moet worden doorlopen? Hebt u een timing voor ogen binnen dewelke u tot een finaal besluit gaat komen over de zaken die nu aangevraagd zijn?
Ten tweede hebt u ook in antwoord op een eerder schriftelijke vraag over de ISD gezegd dat er sinds die sinds eind december 2021 aan het werk is gegaan, dertien zwaarwichtige aanwijzingen van tekortkomingen op verplichtingen die rusten op erkende lokale geloofsgemeenschappen, zijn vastgesteld. Kunt u ook meegeven in welke mate dat op Diyanet betrekking heeft en of daar, zoals u daarnet in uw antwoord hebt aangegeven, ook al sancties aan gekoppeld zijn? Wat is de stand van zaken van het onderzoek van die dertien zwaarwichtige aanwijzingen van tekortkomingen die de ISD heeft vastgesteld?
Minister Somers heeft het woord.
Eerst en vooral kom ik tot wat mevrouw Sminate zegt over de Turkse verkiezingen. Het is niet ongewoon of abnormaal dat, wanneer er in het buitenland verkiezingen zijn, mensen die in het buitenland verkozen moeten worden, ook proberen de kiezers hier te bereiken. Wij doen dat zelf ook. Wanneer er Nederlandse verkiezingen plaatsvinden gebeurt dat ook. Ik herinner me meetings van partijen die meer in mijn sfeer zitten, zoals VVD en D66, die bijvoorbeeld in Antwerpen, Kapellen of Brasschaat ook eens een verkiezingsmeeting organiseerden. Bij de Franse verkiezingen durft men dat ook al eens te doen, bij de Amerikaanse verkiezingen gebeurt dat ook wel. Maar het is evident wat niet kan: dat campagnes of verkiezingscampagnes gevoerd worden binnen moskeeën die wij erkennen. Dat is totaal onaanvaardbaar. Dat zou dus niet stroken met ons Erkenningsdecreet, dat zou er haaks op staan. Laat dat dus duidelijk zijn. Wanneer u zegt dat dat iets is wat je moet bewaken en in het oog houden, dat dat repercussies kan hebben op het dossier: dat is volgens mij heel juist en dat doen we ook.
Ten tweede weet u dat er op dit moment een analyse bezig is op de erkende moskeeën die vandaag de dag tot het Diyanetnetwerk behoren. Wij hebben begin mei een besloten vergadering en we zullen dan wat dieper ingaan op Diyanet. Zodra die rapporten klaar zijn, zal ik daar ook een positie in bepalen. U weet dat wij die individueel bekijken, want zo moeten wij dat ook doen volgens het decreet: we gaan elk op hun individueel dossier beoordelen. Het zal de komende weken en maanden duidelijk worden in welke richting dat gaat. Wanneer dat gebeurt, hebben we elf maanden tussen de indiening van een dossier en de uiteindelijke beslissing: erkenning of niet-erkenning. Ik denk dus dat erkenningen of niet-erkenningen, mijnheer Janssens, zullen beginnen te lopen vanaf mei of juni, zoiets, en dat de meeste in het najaar zullen gebeuren. Ik denk dat dat ongeveer de procedure is. Wij zitten in een administratief-rechterlijke procedure, wij kunnen en willen daar geen fouten in maken. Elke beslissing die ik neem, is aanvechtbaar bij de Raad van State en kan ook aangevochten worden op procedurefouten. Ik wil dat dus juist en accuraat doen.
Een collectieve aanpak staat haaks op het decreet. Wij pakken dossiers dus individueel aan, bekijken ze op hun merites en geven mensen de kans om hun dossier te presenteren. En we vragen de adviezen op zoals ze opgevraagd moeten worden.
U hebt het over de grote rol voor de Moslimexecutieve. U ziet in het antwoord dat ik daarnet gegeven heb dat de Moslimexecutieve daar eigenlijk een marginale rol in speelt. Wie er wel een rol in speelt, zijn de mensen die adviezen geven. Dat zijn het lokaal bestuur, de provincie, de federale minister, en natuurlijk ook onze eigen screenings- en informatiedienst. Dat zijn degenen die eigenlijk de elementen aanreiken op basis waarvan ik als minister beslissingen moet nemen in elk individueel dossier.
Het laatste element is mij een stuk … U zult mij moeten toestaan om daar een antwoord op te geven. U zegt dat er daar twaalf of dertien aantijgingen zijn. Ik kan me vergissen, maar ik denk dat u verwijst naar de Diyanetmoskeeën die wij aan het onderzoeken zijn, en dat er ook nog een screening is van een Russisch-orthodoxe kerk in Antwerpen. Ik denk dat er verwarring is tussen beide, want ik zou anders niet weten waar die ‘dertien’ vandaan komt. Wanneer wij tellen, komen we op twaalf screenings die we doen voor Diyanet en één screening die we doen voor een Russisch-orthodoxe kerk, waar ook verwarring rond was. Ik vermoed dat dat die dertien zijn waar u over sprak. Ik heb daarnaast geen weet van dertien moskeeën waar er aantijgingen zijn voor malversaties. Wij hebben gezegd dat we de twaalf moskeeën die verbonden zijn met Diyanet, en één Russisch-orthodoxe kerk in Antwerpen, nu voorafgaand of prioritair gaan laten onderzoeken en doorlichten door de informatie- en screeningsdienst. Mocht u toch nog aanwijzingen hebben over iets anders, moet u het me zeggen, want ik ben ook in contact met mijn kabinet en ze zeggen me toch heel formeel dat er geen andere dertien zijn. Ik denk dus dat u het over die dertien hebt, en daaromtrent gaan we begin mei al wat meer inzage kunnen geven aan de commissie in besloten vergadering.
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Collega Janssens, u zou mij ondertussen toch voldoende moeten kennen om te weten dat ik niet zo volgzaam ben dat ik zomaar instructies aanvaard, laat staan van een Vlaams Belangcollega.
Over die lokale adviezen zou ik niet zomaar durven beweren dat ze zo allesomvattend zijn. In het voorbeeld waar u naar verwees, zegt de burgemeester zelf dat hij alleen maar advies kan geven op basis van informatie die hij heeft. Als hij die niet heeft, dan kan hij daar niets over zeggen. Dat is het nu juist. Dat is de reden waarom we die screeningsdienst hebben opgericht: zodat zij op het terrein kunnen gaan om die vaststellingen te doen.
Minister, ik zou u toch ook willen aanraden om die lokale adviezen eens goed te bekijken. In mijn gemeente bijvoorbeeld is er een advies geweest voor een christengemeenschap waarbij het bestuur heeft gezegd dat het geen positief advies kon geven omdat de bedienaar van de eredienst zal moeten worden betaald en dat zou hun veel geld kosten. Een lokaal bestuur is er dus niet van op de hoogte dat het de federale overheid is die dat betaalt. Bovendien zeggen ze dat er misschien toch wel sprake is van financiële buitenlandse stromen, want een aantal bestuursleden heeft de Nederlandse nationaliteit. Ongelooflijk! U moet zich dat eens inbeelden: stel dat het over een andere nationaliteit zou gaan, het kot zou in brand staan, want dan zouden het racistische uitspraken zijn! Iemand heeft een andere nationaliteit, dus is er zeker sprake van een louche band met het buitenland. Dat is het niveau van sommige adviezen die u op uw bureau zult krijgen.
Ten slotte, collega Janssens, wil ik u erop wijzen dat een aantal leden van uw partij amendementen hebben ingediend op lokale adviezen waar toch ook schandalige fouten in staan. Zij zeggen dat er geen positief advies kan zijn omdat een aantal preken niet in het Nederlands worden gegeven. Ik zou ook liever hebben dat dat in het Nederlands gebeurt, maar dat kunnen we nu eenmaal niet afdwingen. Ik zou hier dus niet te hoog van de toren blazen en te veel naar onze partij kijken, als uw mensen dergelijke uitspraken doen.
De heer Janssens heeft het woord.
Ik neem er akte van dat collega Sminate fan is van Turkse preken in moskeeën in Vlaanderen. (Opmerkingen van Nadia Sminate)
Veel Vlaams-nationalisten die ons zijn voorgegaan, hebben gevochten om in het Nederlands te kunnen werken en bediend te worden, maar blijkbaar mag dat van de N-VA ook in het Turks. (Opmerkingen van Nadia Sminate)
Collega Sminate, u hoeft van mij verder geen instructies aan te nemen, maar misschien moet u wel eens wat instructies aannemen van, of minstens uw oor eens te luisteren leggen bij, uw kiezers. Ik denk dat weinig kiezers van u enthousiast zullen applaudisseren als er lokale mandatarissen van uw partij zomaar een positief advies afleveren voor de erkenning en dus de latere financiering en subsidiëring van Turkse Erdoganmoskeeën in Vlaanderen. Dus geef misschien toch eens de richtlijn mee dat u enige consequentie aan de dag legt van in het lokale bestuur tot hier op het Vlaamse niveau, want aan die consequentie ontbreekt het tot op heden wel enorm.
En ja, ik maak mij zorgen over die positieve adviezen die lokaal afgeleverd worden omdat de minister, wanneer hij een oordeel moet vellen, zich daarachter zal kunnen verschuilen. Hij zal dan kunnen zeggen dat al die lokale besturen een positief advies hebben afgeleverd en hij dus niet anders kan dan de erkenning van die moskeeën goed te keuren. Ik vind dat allemaal zeer bijzonder en ik vind het vooral waanzin dat vandaag nog altijd Diyanetmoskeeën erkend en gefinancierd worden met belastinggeld van onze mensen. Dat zijn er op dit moment twaalf en er zouden er binnenkort nog eens 21 kunnen bij komen.
Minister, als u enige geloofwaardigheid aan de dag wilt leggen in verhouding tot eerdere uitspraken van u ten aanzien van Diyanet en ook in verhouding tot het decreet met de aangescherpte erkenningsvoorwaarden dat u hier in het parlement hebt laten goedkeuren, dan kunt u wat mij betreft niet anders dan die 21 erkenningsaanvragen van Diyanetmoskeeën weigeren en de erkenning van die twaalf al erkende moskeeën intrekken. U zult daar in elk geval de steun van het Vlaams Belang voor hebben. Ik twijfel eraan of ook de N-VA na vandaag de steun nog wil geven. Maar ik ben er zeker van dat zowel de kiezers van het Vlaams Belang als die van de N-VA er niet op zitten te wachten dat er nog meer moskeeën Vlaams belastinggeld zouden krijgen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.