Report meeting Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over het arrest van het Brusselse hof van beroep inzake het capaciteitstarief
Report
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter. Niet alleen strijden wij voor vrijheid en keuzevrijheid, maar ook tegen onrechtvaardigheid. In dezen vonden wij zelfs een medestander in de minister, die het capaciteitstarief terecht ook onrechtvaardig vond.
Wij hebben van in het begin gezegd dat dat onrechtvaardig is, en wij hebben dat capaciteitstarief ook van in het begin principieel afgekeurd en bestreden. Ik herhaal: principieel, dus niet alleen omdat er grote groepen zijn die meer zullen moeten betalen, maar ook principieel, omdat het mensen in hun vrijheid beperkt om te kiezen wanneer zij elektriciteit willen verbruiken, en met hoeveel toestellen tegelijk. Ik heb er zonet al naar verwezen dat je tegenwoordig krantenartikelen kunt lezen waarin experten aan het woord zijn om mensen te adviseren om op al hun toestellen te gaan lezen wat het kwartiervermogen is, en dat ze dat dan moeten opschrijven en optellen; dan denk ik: waar zijn we in vredesnaam mee bezig? Waar zadelen we de Vlamingen mee op?
Minister, u hebt geprobeerd om u daartegen te verzetten. Ik heb ook herhaald dat dit wel een beetje potsierlijk is. Niet alleen bent u te laat begonnen met uw verzet via juridische weg, maar ook hebt u zich eigenlijk verzet tegen uw eigen fanatieke en razendsnelle CO2- en elektrificatiebeleid. Want dat ligt natuurlijk aan de basis van het ontwerp en de invoering van het capaciteitstarief. U hebt het daarnet gehad over de overbelasting van het elektriciteitsnet. Wel, dat is het gevolg van die razendsnelle elektrificatie. Ook het capaciteitstarief is daarvan het gevolg. Wat wij hadden gevreesd is nu helaas realiteit geworden, minister: uw ‘laatste strohalm’ – zo hebt u het zelf genoemd – bent u nu kwijt, u hebt die rechtszaak verloren. Dat had ik helaas gevreesd.
Vandaar mijn vragen, minister.
Wat is uw reactie op dit verlies? Hoe kijkt u nu zelf terug op het parcours dat u in dezen hebt gereden? Vindt u dat u snel genoeg en correct hebt gehandeld?
Zijn er verdere stappen die u zou willen ondernemen om het capaciteitstarief alsnog van tafel te vegen? Zo ja, welke? Enkele dagen nadat ik deze vraag heb ingediend kwam het nieuws dat u ging bekijken hoe u bevoegdheden van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) kunt weghalen en naar de regering kunt brengen. Dat is goed nieuws. U mag dat altijd verder toelichten.
Ten derde, minister: ziet u nog andere pistes om de negatieve financiële impact van dit capaciteitstarief op de portemonnee van zovele Vlamingen te verzachten of te compenseren?
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik heb ook een vraag over het capaciteitstarief, en vooral over het arrest dat het Brusselse Hof van Beroep in dezen heeft geveld.
Het tarief zelf is ingegaan op 1 januari 2023. We hebben daar vele jaren discussies over gehad met de VREG in de schoot van deze commissie. Ik denk dat we vanuit de meeste partijen opmerkingen en problemen hebben met de manier waarop de VREG het capaciteitstarief heeft vormgegeven. We zien allemaal zaken die anders of beter hadden gemoeten. Anderzijds zijn er heel veel partijen die principieel het nut inzien. Ik denk dat de N-VA zeven jaar geleden al gepleit heeft voor een capaciteitstarief, zij het niet op deze manier.
Vandaar dat wij vanuit cd&v altijd gezegd hebben dat we moeten kijken op welke manier we opnieuw aan tafel raken met de VREG en hoe we een doorstart mogelijk kunnen maken om zo snel mogelijk naar een nieuwe tariefstructuur en methodologie te gaan, die wel rekening kan houden met de opmerkingen die we van hieruit formuleren.
U hebt gekozen om toch eerst de juridische weg te bewandelen. Dat heeft uiteindelijk niets opgeleverd. Daarom heb ik een aantal vragen, minister.
Wat is de kostprijs van deze procedure, de adviezen en voorbereidingen inbegrepen? Er is uiteindelijk ook wel een financiële inspanning geleverd om deze procedure aanhangig te maken.
Wat zijn volgens u de concrete gevolgen van het arrest? Gaat u bijkomende stappen zetten? Welke stappen?
Op welke manier kunnen we nu werk maken van de doorstart, liefst in een gemeenschappelijk kader? Het is het parlement dat de richtlijnen bepaalt waarbinnen de regulator moet werken, maar u hebt uiteraard ook impact, vanuit de regering. Daarom lijkt het nuttig om naar een gemeenschappelijke basis te gaan om de discussie over een nieuw tarief aan te vatten.
Is er overleg gepland met de VREG en/of Fluvius en met het parlement in de komende maanden, om ervoor te zorgen dat we de problemen – die we allemaal hebben met het capaciteitstarief – zo snel mogelijk kunnen wegwerken?
Minister Demir heeft het woord.
Het capaciteitstarief is ondertussen op 1 januari 2023 in werking getreden, conform de beslissing van de VREG en ondanks de brede maatschappelijke contestatie tegen de manier waarop dat tarief vandaag voorligt. De procedure bij het Hof van Beroep had geen schorsende werking. De concrete gevolgen van het arrest van het Hof van Beroep zijn dus dat er in de feiten niets verandert en dat het reeds in werking getreden capaciteitstarief gewoon verschuldigd blijft, tenzij de VREG eventueel in de toekomst zelf nog op zijn stappen zou terugkomen.
Ik wist dat de slaagkansen verdeeld waren, maar ik denk dat ik alles op alles moest zetten om dat aan te vechten met het laatste middel dat we in handen hadden.
Ik blijf het fundamenteel oneens met de timing voor deze hervorming van de VREG en het tarief zoals het nu is. Ik begrijp niet waarom men het voor de kleine gebruikers niet wil bekijken om eventueel met een vast tarief, of iets anders, te werken. Dat is altijd onze vraag geweest. Wij vonden ook de timing niet gelukkig, omdat er op dit moment nog maar heel weinig mensen zijn die een digitale meter hebben.
De realiteit is spijtig genoeg dat de op de Europese richtlijnen gestoelde bevoegdheden van de energieregulator een immens democratisch deficit met zich meebrengen en dat die regulator vanuit een eigen groot gelijk zegt dat dit het is, en verder niet luistert naar de beleidsmakers en de maatschappelijke actoren, die ook bezwaren hadden. Dat werd allemaal aan de kant geschoven zonder dat daar veel tegen kan worden ingebracht.
Het is het Hof van Beroep van Brussel dat in deze materie bevoegd is en dat ondertussen zijn arrest heeft geveld. Een van de consequenties van het feit dat de decreetgever dat Hof van Beroep als enige bevoegd heeft gemaakt voor het aanvechten van tariefbeslissingen van de energieregulator is dat zo een arrest steeds een uitspraak in eerste en laatste aanleg is, waartegen geen verder hoger beroep meer mogelijk is. Het enige juridische middel dat hypothetisch gezien nog openstaat, is het indienen van een voorziening in cassatie tegen het arrest, maar ik hoef u niet te zeggen dat de scope en de slaagkansen van zo een voorziening uiteraard beperkt zijn. We willen dat wel bekijken, maar we weten dat de slaagkansen heel beperkt zijn.
Wat zijn de volgende stappen? Uiteraard gaan we nogmaals met de VREG samenzitten om hen op het hart te drukken – ik denk dat jullie dat ook moeten doen – dat er in dat tarief toch een aantal zaken zitten die wringen en die rechtvaardiger moeten worden gemaakt.
Op mijn voorstel heeft de Vlaamse Regering op 3 februari een aanpassing aan het Energiebesluit goedgekeurd. Die aanpassing voorziet een mogelijke flankerende maatregel in een uitbreiding van de doelgroep van afnemers die recht hebben op een kortingsbon voor energiezuinige huishoudapparaten. Dit instrument werd voorgesteld onder voorbehoud van het arrest van het Hof van Beroep te Brussel aangaande het capaciteitstarief.
Vanaf 1 januari 2024 tot en met 31 december 2026 kan voor deze doelgroep een kortingsbon voor de aankoop van bepaalde energiezuinige huishoudtoestellen deze stijging van het tarief compenseren. Er werd bepaald dat deze bijkomende doelgroep slechts recht heeft op één kortingsbon per periode van twaalf maanden. Ik ga wel eens nakijken waarom dat voorzien is voor 1 januari 2024, en waarom we dat niet onmiddellijk kunnen doen. Dat moeten we eens bekijken, om die compensatie zo snel mogelijk toe te passen.
De kortingsbon voor deze doelgroep is een uitbreiding van het bestaande steunsysteem. Dat kunnen we dus zelf doen, daarvoor hoeven we niet naar de VREG of naar Fluvius. Dat is goed. Ik denk dat dit flankerend wel kan helpen voor die doelgroep.
We hebben al veel overlegd over het capaciteitstarief, en we gaan dat blijven doen, met de VREG, om te bekijken of er niet iets mogelijk is. Daarnaast gaan we ook het flankerend beleid dat we voorzien hebben versnellen.
Wat de totale kostprijs van de juridische procedures betreft: die moeten we nog binnenkrijgen. Dat zal in de loop van de volgende weken of maanden gebeuren, denk ik.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Minister, ik lees inderdaad dat u de taken van de VREG wilt beperken tot een strikt minimum. Dat kan ook, volgens de Europese richtlijnen. U hebt daar nog heel wat speelruimte.
Vindt u nu zelf niet dat u dat veel eerder had moeten doen? Waarom hebt u dat plan niet opgevat bij uw aantreden als minister? Het is natuurlijk evident dat dit soort zaken had moeten kunnen worden voorkomen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoorden. U hebt eigenlijk al geantwoord op de bijkomende vraag die ik ging stellen rond het flankerend beleid. Het is een goede zaak dat we voor de groep die dreigt een hogere factuur te hebben met het capaciteitstarief ondersteuning voorzien om ook structureel minder energie te gaan verbruiken, en slimmer energie te gaan gebruiken. Ik denk dat die toestellen komen met een slimme sturing, of de mogelijkheid om tot een slimme sturing van het verbruik over te gaan.
Kunt u nog meer uitleg geven over de juiste doelgroep, en de hoogte van de bon die u voor ogen hebt? En inderdaad, graag een versnelling bij de implementatie als dat kan. Het zou een goede zaak zijn en voor veel mensen een goede ondersteuning als we niet hoeven te wachten tot 1 januari 2024 om in te spelen op de mogelijkheden en moeilijkheden die het capaciteitstarief biedt.
Wat het tarief zelf betreft is het goed dat u opnieuw aan tafel gaat. Voorzitter, ik denk dat het, na dit arrest, het best is dat we ook in deze commissie opnieuw initiatief nemen. Er is een evaluatieprocedure van het tarief opgestart in de schoot van de VREG, denk ik. De nieuwe periode wordt voorbereid. Het lijkt me een goed idee dat we daarover ook meteen de dialoog aangaan. Vandaar mijn voorstel om dat alvast in de regeling der werkzaamheden vast te pakken.
Dat lijkt me een nuttige suggestie, collega Bothuyne.
De heer Schiltz heeft het woord.
Daar sluit ik mij volledig bij aan, collega’s.
Minister, de vraag naar de flankering zit natuurlijk exact in het centrum van het debat. De VREG heeft zijn bevoegdheden voor wat betreft de tarifering. Ik ben medestander om te bekijken, met Europa en op andere manieren, hoe we de taken van de regulator strakker kunnen bepalen. Een liberaal pleit graag voor een kerntakendebat, en dit is er ook zo een. Ik vrees alleen dat voor het bepalen van een capaciteitstarief de regulator vrij veel ruimte zal hebben. In de discussies met de VREG, en met u ook, ging het vaak meer over ‘hoe’ dat tarief geïnstalleerd zou worden, niet ‘of’ dat tarief er ook moet komen.
Collega Van Rooy schetst hier een valse tegenstelling. Het gaat niet over vrijheid. Het gaat erover dat een mens betaalt voor wat hij verbruikt, voor de impact die hij creëert op het net. Daar zit ook een positieve kant aan, namelijk dat het op termijn goedkoper te maken is voor mensen die een zuinig verbruiksprofiel hebben. En het gaat hier niet over rijke mensen, of mensen die veel tijd hebben om op elk toestel te gaan loeren wat het kwartierverbruik is. Vlaamse bedrijven staan bij bosjes klaar om die taken op te nemen. In feite zien we dat het leverancierslandschap aan het veranderen is en dat het niet meer alleen zal gaan over leveren of doorverkopen van elektriciteit die men elders gekocht heeft, maar dat er gezocht wordt om elektriciteit zuiniger te gebruiken en zuiniger in te zetten.
Elke transitie en elke verandering die ons uiteindelijk moet vooruithelpen is moeilijk. Ik denk dus dat het terecht is dat onze focus, en ook die van u, erop gericht is om te kijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat die verandering, die oncomfortabel en lastig is, rechtvaardig is, en dat er voor de kleine gebruikers een juist overgangsmechanisme komt zodat zij er niet de dupe van worden.
Ik sluit me aan bij de bijkomende vragen van collega Bothuyne: kunt u al een tipje van de sluier lichten over welke categorie van verbruikers u in gedachten hebt, hoe hoog die premie zal zijn, en vanaf wanneer we daarvan meer details kunnen verwachten?
De heer Aerts heeft het woord.
Minister, u zei dat u het laatste middel hebt aangegrepen tegen het capaciteitstarief, en dat was dan in de rechtszaal. Dat is ondertussen beslist.
Ik wil toch ook een oproep doen, namelijk: doe voort en zie niet om. Ik denk dat het tijd is om nu opnieuw de handen in elkaar te slaan, en misschien meer aan de onderhandelingstafel samen te werken dan in de rechtszalen. De uitdagingen voor de Vlaamse overheid, Fluvius en de VREG zijn enorm, en er liggen nog altijd gigantische taken op ons te wachten. Er is meer dan genoeg werk om de transitie waar te maken.
Er kunnen nu zaken weggenomen worden bij de VREG. Dat bent u aan het onderzoeken. Maar het moet dan vooral ook beter worden voor de samenleving. Ik denk bijvoorbeeld aan het rapport met sociale statistieken dat de VREG opmaakte. Moet de VREG dat doen? Wat mij betreft niet per se, maar laat dan dat rapport niet wegvallen. Iemand anders zal dan wel die rol moeten overnemen.
Meer samenwerking dus, ik denk dat iedereen nog genoeg werk op de plank heeft liggen. Maar we moeten dan vooral ook wel over het verleden heen stappen en ervan uitgaan dat we nu verder moeten werken aan de energietransitie, in plaats van de hele tijd op de conflicten uit het verleden te blijven terugkijken.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Collega Bothuyne, u hebt het juist geformuleerd: zeven jaar geleden waren wij inderdaad ook voorstander van het capaciteitstarief, maar niet op deze manier, die het voor een beperkte groep duurder maakt, maar ook technologisch niet op deze manier. Daar zijn we nu toch al jaren voor aan het strijden. Het feit dat we geen ‘time of use’ hebben en dat we dus niet de trigger of de wortel krijgen als we buiten bepaalde dure zones ons vermogen opnemen, dat is voor mij een gemiste kans.
Ik ga een voorbeeld geven. Ik heb recent mensen horen zeggen dat ze hun wagen moeten opladen en dat ze, door het capaciteitstarief, proberen om zoveel mogelijk gedurende de hele dag te laden, als ze thuis zijn. Waarom? Dan maken ze geen piek en spreiden ze de consumptie om de wagen te laden over zoveel mogelijk uren. Wat krijg je dan? Normaal heeft een verbruiksgrafiek in Vlaanderen hoogtes en laagtes, en nu krijg je een kleine band die er overal bij komt. Maar dat was niet de bedoeling van het capaciteitstarief. De bedoeling is dat we proberen de hoogtes wat naar beneden te krijgen en de laagtes zoveel mogelijk op te vullen. Met andere woorden: dat mensen proberen om meer gebruik te maken van het net tijdens de lagere periodes en minder tijdens de piekperiodes. Dat is totaal mislukt.
Ten tweede: bij degenen die een digitale meter hebben zie ik dat die mensen, dankzij die digitale meter, proberen te kijken waar ze kunnen besparen zonder dat ze moeten investeren. Ik hoor getallen van 30 à 35 procent besparing, gewoon doordat men de temperatuur wat lager zet en dergelijke. Dat zijn geen investeringen, dat gaat over gedrag. Men doet dat dan ook, en zeker in een tijd van crisis hebben heel veel mensen dat gedaan, maar zij krijgen wel een afrekening op basis van een gestandaardiseerd gebruiksprofiel. Dat is dus net alsof je geen digitale meter hebt. Als je daarover dan uitleg vraagt, dan zegt men als iedere Vlaming nu plots zou gaan vragen om een correcte afrekening te krijgen per maand – dat is zeker van belang bij variabele contracten –, dan valt het V-test-platform plat. Dus inderdaad, wij waren zeven jaar geleden voorstander, maar niet op deze manier en ook niet met dat platform. Ik sta er nog altijd 100 procent achter dat we naar de rechtbank zijn gestapt, of dat de minister naar de rechtbank is gestapt. Het kan voor mij niet dat de regulator mij zegt: we kunnen u geen correcte afrekening geven per maand, het systeem kan dat niet aan, maar we gaan dat wel doen voor de capaciteit per kilowatt. Wat niet kan voor kilowattuur kan dus blijkbaar wel voor kilowatt. Ik denk inderdaad dat we moeten blijven strijden om, ten eerste, die ongelijkheid weg te nemen zodat je een correcte factuur krijgt, en ten tweede, de mensen te triggeren om hun verbruik te proberen te verschuiven naar periodes waar er effectief een dal is, eerder dan dat men een laag op het geheel legt, want daarmee help je de transitie niet vooruit.
Ik wil zelf even aansluiten. Minister, ik heb het gevoel, nee, het is duidelijk dat dit hele verhaal van het capaciteitstarief ondertussen een verzamelbak van absurditeiten geworden is. We hebben een capaciteitstarief ingevoerd dat alleen maar werkt voor mensen die een digitale meter hebben, op een moment dat hoogstens een derde van de klanten een digitale meter heeft. Dat is al de eerste absurditeit.
Ten tweede: ik steun het idee van de premie die u aankondigt, op voorwaarde dat die dan correct toegewezen wordt aan de juiste mensen, maar een overheid die premies moet aanbieden om te compenseren voor een regulator die een capaciteitstarief invoert, dat is echt wel van de pot gerukt.
Maar, terugkomend op een vraag van daarnet, is het meest bizarre eigenlijk dat een gigantische investering in en versterking van het elektriciteitsnet, die nodig is en die ik goed vind, 25 euro per gezin per jaar zou kosten. Om te vermijden dat dat 30 euro per gezin per jaar zou worden, of nog iets meer, gaan we een capaciteitstarief invoeren dat voor veel gezinnen veel meer dan die 25 euro per jaar kost. Hoe absurd kan het zijn? In het geval van de investering in het elektriciteitsnet worden we daar nog wel allemaal beter van, want we krijgen goedkopere elektriciteit. In het geval van het capaciteitstarief hebben we daar eigenlijk niets aan. We remmen gewoon de ontwikkeling van ons net af. Zijn die berekeningen ooit betrokken in het overleg met de VREG? Ik heb het gevoel dat het capaciteitstarief ons meer kost dan dat investeringen in het net ons zouden kosten, en dat het ons in elk geval niets opbrengt.
Minister Demir heeft het woord.
Ja, laat me misschien beginnen met de VREG, en de beperking van zijn taken. We zijn daar inderdaad naar aan het kijken. Ik denk dat de VREG historisch een aantal taken heeft gekregen die niets met tarieven te maken hebben. Het verschuiven van deze taken naar het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA) heeft vooral te maken met goed bestuur: de juiste taken bij de juiste dienst. De VREG behoudt gewoon de tarieven, wat ook moet van Europa. Uw laatste bedenking was heel juist. Ik weet niet of de VREG hier nog eens komt, dan kunnen jullie dat misschien ook eens vragen. Fluvius heeft ook zijn ontwikkelingsplan. In hoeverre stemt dat overeen met het capaciteitstarief?
Wij willen ervoor zorgen dat er een vorm van flankerend beleid is, vandaar dat we dus die premie hebben voor de aankoop van huishoudtoestellen die veel minder energie verbruiken. Voor wie is dat? In het besluit van de Vlaamse Regering zie je de voorwaarden, maar de bottomline is dat het is voor iedereen met een klein verbruik, zonder zonnepanelen, en die er gedomicilieerd is. Dus mensen met een tweede verblijf zijn ervan uitgesloten. Voor het overige zal ik met de VREG ook samenzitten om te kijken hoe het nu verder moet.
Dan was er nog de vraag van collega Van Rooy, helemaal aan het begin. Wij hebben in het begin heel lang met de VREG gesproken, om een aantal wijzigingen aan te brengen aan het tarief. Voor de doelgroep ‘exclusief nachttarief’ is het ons bijvoorbeeld gelukt. Dat tarief hebben ze aangepast, waardoor honderdduizend gezinnen gespaard werden van een gigantische tarifering. Wij hebben eigenlijk altijd gemeend, ook door de studie die door de universiteit werd gedaan, om dat voor de kleine gebruikers wat aan te passen. We wilden ook de timing van de deadline voor de invoering nog wat uitstellen, en afstemmen op het ontwikkelingsplan van Fluvius. Maar ja, de VREG heeft daarover een exclusieve bevoegdheid – ik vind dat heel merkwaardig – en als ze niet naar ons luisteren … Ze luisteren ook niet naar jullie, dat is hier in het parlement ook vaak gezegd. Mij rest alleen nog om verder met hen samen te zitten.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Ja, ik herhaal: wij zijn als enigen principieel tegen dit capaciteitstarief. Alle andere partijen in deze commissie modderen wat aan met flankerende maatregelen en premies, om te proberen hun eigen slechte beleid, dat tot dit capaciteitstarief heeft geleid, een beetje te herstellen. Dat is natuurlijk potsierlijke loodgieterij.
Ik kan alleen maar vaststellen – mijn vraag over de overbelasting kaartte dat aan – dat niemand na al die jaren, ondertussen eigenlijk decennia, van die hernieuwbare energie en die elektrificatie het idee heeft dat de Vlaamse Regering dat nu eens goed heeft gedaan, dat we voelen dat onze energie goedkoper wordt, dat we ons op ons gemak voelen en niet worden opgezadeld met extra regeltjes. Nee, integendeel, het wordt alleen maar duurder, en het wordt alleen maar complexer voor de mensen. En daar wordt u op afgerekend.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, het is natuurlijk niet de bedoeling dat het duurder wordt voor de mensen. Ik durf ook te geloven dat het eigenlijk de bedoeling is van de VREG om het niet duurder te maken. Alleen zijn er bij de uitwerking van wat ze doen wel wat vragen te stellen. Ik ben dus blij dat we in deze commissie de VREG zo snel mogelijk opnieuw uitnodigen. Ik ben ook heel positief over het flankerend beleid dat u in dezen voert, om er op die manier voor te zorgen dat iedereen mee is in de energietransitie, ook wie een lager inkomen heeft. Dank u wel.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.