Report meeting Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Report
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Jammer maar helaas, de tevredenheidscijfers van De Lijn kennen een dalende trend. Uw departement heeft daar onderzoek naar laten doen. Het blijkt dat er nog steeds heel veel klachten zijn. Ze kunnen in twee thema’s opgesplitst worden: de gebrekkige stiptheid van bussen en trams en de hoge prijzen die de Vlaamse vervoermaatschappij aanrekent. Dat is tenminste de perceptie bij de mensen.
Precies 62,3 procent van de reizigers gaf De Lijn in 2022 een algemene score van zeven op tien, of hoger. Dat is een lichte daling in vergelijking met 2021. Toen was het denk ik 65,4 procent. Toen ging de tevredenheid er voor het eerst sinds jaren op vooruit, na een absoluut dieptepunt van 58,5 procent in 2020. Dat is dus in het algemeen, maar als we dan opsplitsen, dan zien we dat het belangrijkste aspect van reizigersontevredenheid de stiptheid is en blijft. Terwijl in 2021 nog 50 procent van de reizigers vond dat bussen en trams voldoende op tijd reden, zakte dat aandeel in 2022 tot 45 procent. Een dikke buis, laten we maar zeggen. Oorzaken, we kennen ze allemaal, zijn de toegenomen files, personeelstekorten en stakingen. Daardoor werd in 2022 2,74 procent van de geplande ritten niet gereden, iets wat hier al regelmatig aan bod is gekomen.
Iets anders is het belang van de factor prijs, die gestegen is in 2022. Ik was ietwat verwonderd dat de tevredenheid hierover afnam. Waarschijnlijk heeft dat te maken met het feit dat de reizigers van De Lijn prijsgevoeliger zijn geworden het afgelopen jaar. De oorlog in Oekraïne en de daaropvolgende energiecrisis spelen hier allicht ook een rol. Anderzijds – het is al aan bod gekomen – zijn onze abonnementen niet zo heel duur in vergelijking met het buitenland. De Lijn heeft tot nu haar tarieven telkens slechts beperkt aangepast aan de inflatie. De Omnipas, de M-card 10, het M-ticket en het groepsticket werden telkens in lijn met de index aangepast, de andere vervoersbewijzen bleven in 2021 op hetzelfde prijsniveau. Het moet dan wel te maken hebben met die crisis.
In het openbaredienstencontract van De Lijn, dat in werking is getreden sinds januari dacht ik, werd wel opgenomen dat De Lijn haar tarieven mag aanpassen om een betere kostendekking te realiseren, wel met uitzondering van de sociale tarieven, waar de regering over zal blijven waken. Wat de sociale tarieven betreft, staat in het openbaredienstencontract dat de beslissing bij de Vlaamse Regering blijft liggen: “Indien de Vlaamse Regering beslist om bepaalde tarieven te verlagen ten opzichte van het prijsniveau van toepassing bij de aanvang van deze overeenkomst zal de daling van de netto vervoersopbrengsten ten gevolge van deze beslissing gecompenseerd worden in de basistoelage.”
Ik heb daar toch wel een aantal vragen over.
Hoe wordt er bepaald naar welke zaken wordt gepeild in de bevraging van de tevredenheidsenquête? Ligt dat ondertussen in lijn met de indicatoren zoals opgenomen in bijlage 1 van het beheerscontract, waar de resultaatsindicatoren en prestatie-indicatoren in zitten, waar onder andere die stiptheid een deel van is? Zo ja, op welke manier werd hier rekening mee gehouden?
Wordt er al gepolst naar de tevredenheid over de frequentie, de veiligheid, de halte-infrastructuur of de dienstverlening door de chauffeurs? Dat laatste blijkt wel uit het persbericht, want men was zeer tevreden over de chauffeurs. Maar wat zijn de voornaamste bevindingen, want in het persbericht staat niet alles en wij vonden de enquête zelf niet. Maar misschien hebben we niet hard genoeg gezocht.
Ik ga hier al meteen de vraag stellen rond toegankelijkheid. Daar komt straks een grote vraag over van ongeveer alle collega’s die hier aanwezig zijn, maar hoe staat u ertegenover om ook integrale toegankelijkheid bij een volgende evaluatie op te nemen als indicator in die tevredenheidsenquête en ook als indicator in het openbaredienstencontract?
In het nieuwe beheerscontract tussen de regering en De Lijn lezen we ook: “De reiziger kan genieten van een hedendaags niveau van reiscomfort; moderne voertuigen die in orde zijn, proper, functioneel, aangenaam en toegankelijk.” Helaas werd dit niet opgenomen als een prestatie-indicator. Misschien werden deze zaken wel meegenomen in de bevraging? Zo ja, wat waren de resultaten?
U hoort me al komen, is het mogelijk om ons het volledige rapport van Ipsos over de tevredenheid van de reizigers bij De Lijn in 2022 te bezorgen? Wij hebben het niet terug kunnen vinden.
Welke maatregelen zult u samen met De Lijn nemen om in het kader van de gefaseerde uitrol van de basisbereikbaarheid de dienstverlening van De Lijn stipter te maken, de grootste bekommernis van onze reizigers? In dat kader, hoeveel concrete doorstromingsprojecten staan er in 2023 op de planning van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) en de gemeenten? Hebt u daar al zicht op? We zijn nu toch al twee maanden verder dit jaar.
Kunt u een stand van zaken geven van het tarievenkader dat moet worden uitgewerkt, in de komende maanden neem ik aan, zoals vooropgesteld in het nieuwe openbaredienstencontract? Welke initiatieven zult u nemen om ervoor te zorgen dat het gebruik van de diensten van De Lijn betaalbaar blijft, niet alleen voor de sociale tarieven, die voor een stuk in handen blijven van de Vlaamse Regering, maar ook voor doelgroepen, zoals de senioren, die niet onder het sociaal tarief vallen? Ik loop hiermee al een beetje vooruit op een amendement dat straks in het verzameldecreet komt daarover, maar ik zou graag uw visie daarover kennen, want aan dat kader gaat De Lijn zich wel moeten houden en dat moet nu onderhandeld worden, neem ik aan, tussen de Vlaamse Regering en De Lijn. (Opmerkingen van de voorzitter)
Laatste vraag, belangrijke vraag: De Lijn werkt al geruime tijd aan het verbeteren van haar realtime info bij vertragingen. Vorig jaar werd hiervoor nog een project opgestart. De oplevering mogen we verwachten tegen de zomer van 2023. Kunt u hier wat meer duiding over geven? Ik heb zitten zoeken en er bestaan vier apps waar je De Lijn tegenkomt: ‘De Lijn’, ‘Mijn Lijn’, ‘Busje Komt Zo De Lijn’, ‘bus realtime’. Voor de mensen is het een beetje verwarrend. Hoe ver staat het daarmee?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, mevrouw Brouwers, voor een hele batterij aan vragen.
Zoals we ook in het verleden hebben gedaan, is mevrouw Schoubs, de directeur-generaal van De Lijn, alleszins ook bereid om de tevredenheidsenquête die we jaarlijks afnemen toe te lichten en daar de verschillende aspecten van mee te geven.
Om specifiek in te gaan op uw vragen over hoe er wordt gepeild, over hoe vaak we dat doen en welke indicatoren we daarvoor gebruiken: sinds het midden van de jaren ’90 is er al een periodieke tevredenheidsmeting voor De Lijn. Sinds 2015 verloopt dat jaarlijks, en er zijn heel wat aspecten die telkens gecontroleerd of bevraagd worden. Dat zijn aspecten die we ook in het openbaredienstencontract mee hebben opgenomen. Het gaat over het traject, de veiligheid, de reisinformatie, het comfort in het voertuig, het aantal ritten, de properheid, de chauffeur, en dergelijke meer. Kortom, het gaat om veertien verschillende aspecten die bevraagd worden, maar als je dan naar het persbericht kijkt, gaat het meestal over de meest opvallende aspecten zoals de frequentie, de veiligheid, het aantal haltes en de chauffeurs.
Als we daar even op inzoomen, dan zien we bij de frequentie, het aantal ritten dus, dat we daar een tevredenheidsscore hebben van 53 procent. Die is lager dan vorig jaar. We hebben daar een aantal oorzaken van, wellicht is het hoger percentage niet-gereden ritten daar een van. Denk aan het verhaal van de krapte inzake het aantal buschauffeurs, specifiek in de Vlaamse Rand en in het Antwerpse. Tegelijkertijd is er ook het verhaal van de frequentie en de stiptheid, dus de niet-gereden ritten. Maar daar moeten we ook wel bij zeggen dat 2022 weer een normaal jaar was, om het zo te zeggen, ten aanzien van 2021, ook als we kijken naar de filezwaarte, de drukte op de wegen. Dat heeft natuurlijk ook allemaal een impact op de stiptheid, de doorstroming, en dergelijke meer.
Het aspect veiligheid haalt een score van 66 procent. Dat blijft stabiel. Bij de halte is het 57 procent. Dat is eigenlijk ook altijd zowat stabiel. Daar gaan we natuurlijk, zodra de basisbereikbaarheid volop uitgerold begint te worden, sowieso verbetering in zien, omdat elke halte die in het nieuwe OV-plan zit, ook mee aangepakt wordt. Bij de chauffeurs blijft de tevredenheidsscore ook stabiel en zitten we op een hoge score van 71 procent. Dat is een mooie score.
Wat de derde vraag over de prestatie-indicator als reiscomfort betreft, zitten het comfort van de voertuigen en de properheid daar tezamen in. Over de properheid is er een tevredenheidsscore van 50 procent. Dat blijft dus ook stabiel. Nu, 50 procent kan natuurlijk beter. Waar gaat De Lijn dan ook volop op inzetten? Voor de oudere bussen, waar de vroegere stoffen zetels vervuild zijn, kiest men nu veel meer voor een soort lederen zetels, omdat die veel meer vandalismebestendig zijn en beter te reinigen zijn. Daar wordt dus op ingezet. Maar tegelijkertijd is er ook een ander punt heel belangrijk, en dat heeft ook met het comfort te maken. U weet dat wij een zeer oude vloot hadden bij De Lijn, een veel oudere vloot bij De Lijn zelf dan bij de pachters. Wel, door nu volop in te zetten op nieuwe bussen, maar ook nieuwe tramtoestellen, zal zeker ook het comfort toekomstgericht beter zijn. Dat gaat dan ook over aangenamere verlichting, een betere rijstijl, betere acclimatisatie, die lederen zetels, en dergelijke. Dat speelt daar dus allemaal in mee.
De toegankelijkheid komt straks inderdaad ook nog aan bod. Alleszins is de toegankelijkheid niet expliciet opgenomen als een van de deelaspecten hier. Maar er is ook altijd een specifiek onderzoek via de ‘customer effort’-score. Daarin gaat De Lijn kijken naar de specifieke doelgroepen. Hier zijn dat dus eigenlijk mensen die een probleem hebben inzake mobiliteit. Daar wordt dan jaarlijks via het Departement Mobiliteit en Openbare Werken nog een aparte enquête voor afgenomen.
Dan vraagt u of u het rapport van Ipsos kunt krijgen. Ik zal zeker aan De Lijn vragen om het rapport ter beschikking te stellen, maar het is vrij complex om te lezen. Niet dat ik aan uw capaciteiten twijfel, voor alle duidelijkheid, maar daarom is het ook altijd goed, en doen we dat andere jaren ook zo, dat het door mevrouw Schoubs wordt toegelicht om dat duidelijk mee te kunnen geven. Maar het is absoluut geen probleem om dat ter beschikking te stellen. Mocht ik het al hebben, dan zou ik het u hebben gegeven, maar ik heb het zelf ook nog niet in detail gekregen. Ik denk dat uw vraag er ook specifiek is gekomen naar aanleiding van het persbericht.
Wat doen we om De Lijn nog stipter te maken? Daarvoor verwijs ik naar het openbaredienstencontract van juli vorig jaar, waarin we stiptheid als een zeer belangrijk aandachtspunt naar voren schuiven. De stiptheid komt in het gedrang door een hoger percentage niet-gereden ritten wegens een gebrek aan personeel, maar ook door congestie. We zetten in op allerlei doorstromingsmaatregelen die het Agentschap Wegen en Verkeer elk jaar opzet. Die vindt u allemaal terug in ons investeringsplan. Daarnaast zetten we ook in op slimmere verkeerslichten. Er is de jaarlijkse aanpak van 125 lichtengeregelde kruispunten, waarbij ook wordt gefocust op een vlottere doorstroming voor De Lijn. Dat geldt voor de voorgaande jaren, maar ook in 2023 willen we opnieuw 125 lichten aanpakken. Zo zorgt het Agentschap Wegen en Verkeer, zeker op de gewestwegen, voor heel wat concrete doorstromingsprojecten. Maar u weet natuurlijk ook: wanneer er ergens een markt of een event is, of er worden ergens infrastructuurwerken of wegenwerken uitgevoerd, of er is een omleiding, dan heeft dat allemaal impact op de doorstroming. Daar moet op geanticipeerd worden, en de reiziger moet goed geïnformeerd worden.
Wat het tarievenkader betreft: dat komt straks ook nog bij het ontwerp van decreet aan bod, omdat we een decretale basis moesten hebben voor het tarievenkader. Men is daarover op dit moment volop in bespreking en ik hoop dat we de komende weken dat kader kunnen afkloppen binnen de Vlaamse Regering, zodat De Lijn haar tarievenautonomie kan gebruiken zoals afgesproken in het openbaredienstencontract.
Ook de informatie over vertragingen is iets waaraan continu gewerkt wordt. Voor de realtime-informatie over omleidingen of over bussen die niet rijden moet alles op alles gezet worden om, door het integreren van alle mogelijke systemen, de reiziger nog vlotter en accurater te informeren. De bedoeling moet zijn dat na de zomer van 2023 de reiziger daarvan de concrete effecten kan ondervinden.
Ik hoop daarmee al uw vragen beantwoord te hebben.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Ja, minister, het is inderdaad misschien niet de ideale manier om hierover veel meer te weten te komen via een vraag om uitleg.
Voorzitter, ik denk dat het nuttig zou zijn om mevrouw Schoubs uit te nodigen in de commissie. Dat hoeft nu ook niet meteen, voor mij. Ze zal voor het jaarverslag allicht ook moeten komen, dus we moeten dat later eens bekijken.
Er zijn veertien aspecten die ik alleen in een persbericht heb gevonden en een aantal zaken in de krant. Daar kun je dan niet alles uit halen en ik zat op mijn honger. Maar u hebt gelijk: we deden dat altijd via een soort hoorzitting. Geen probleem daarmee.
Ik denk dat u op alle vragen zo goed mogelijk hebt geantwoord, ondanks het feit dat u zelf ook nog niet de volledige enquête in bezit hebt. Ik stel voor dat we daar dan later dieper op ingaan, vooral ook op die realtime-informatie. Als ik het goed begrijp zou dat na de zomer van 2023 op punt moeten staan, best dan ook in de app van De Lijn zelf. Ik heb u al verwezen naar verschillende soorten apps, waardoor mensen misschien al eens op het verkeerde been worden gezet. Ik weet niet of al die apps even goed zijn. Ik denk dat we daar toch mee moeten met de tijd. Ik kijk er dan ook naar uit dat na de zomer van 2023 de realtime-informatie een stuk zou kunnen verbeteren. En over het tarievenkader gaan we het straks dan misschien nog hebben.
Ik heb geen verdere vragen, ik stel voor dat we dat later eens ten gronde behandelen.
Mevrouw Schoubs wordt inderdaad verwacht in de commissie, maar dat zal eind mei, begin juni zijn, denk ik.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoorden, maar het is denk ik duidelijk dat er nog heel veel werk aan de winkel is vooraleer De Lijn opnieuw in de gratie van de reiziger zal vallen. Wij hebben daarstraks reeds gehoord dat het openbaar vervoer aandeel blijft verliezen. Eigenlijk is het niet echt zo moeilijk om daar verklaringen voor te vinden. Er is inderdaad de stiptheid. Het viel me toch wel op dat in de regio Leuven minder dan 70 procent van de bussen op tijd rijdt. En dat is maar één voorbeeld. Maar de reiziger is duidelijk van mening dat ook de dienstverlening in het algemeen te wensen overlaat.
Maar een positief punt – en ik denk dat dat toch wel benadrukt mag worden – is het feit dat de reizigers de meeste punten geven aan onze chauffeurs. En ik denk dat dat ook onze stelling staaft – die we altijd gevolgd hebben – dat het probleem niet gezocht moet worden bij het personeel van De Lijn, maar bij de organisatie van De Lijn, bij degenen die de lijnen uittekenen. En ik vind het in dat verband jammer dat de directie van De Lijn, en ook het Departement Mobiliteit en Openbare Werken zich in een gemeenschappelijke mededeling verschuilen achter het feit dat 2020 en 2021 door de coronapandemie atypische jaren met beperkende maatregelen waren, met minder files, minder reizigers, en dat de resultaten in vergelijking met de periode daarvoor wel verbeterd zijn. Wel, het lijkt er toch wel op dat, ondanks die beperkende maatregelen, toen meer mensen tevreden waren dan nu, waarbij men opnieuw naar het normaal is overgeschakeld. Hoe kan men bijvoorbeeld tevreden zijn als de gemiddelde snelheid van bijvoorbeeld de trams in Antwerpen zo bedroevend laag is? Erik Heylen van TreinTramBus nam de proef op de som aan de hand van een chronometer, en uit zijn metingen blijkt dat de gemiddelde snelheid van de Antwerpse trams vergelijkbaar is met die van een paardentram van 120 jaar geleden. En hij zegt dat enkel een vlot en efficiënt openbaar vervoer de individuele autogebruiker opnieuw kan overtuigen. Wel, dat is exact dezelfde conclusie die wij al herhaaldelijk hebben gemaakt.
We hebben hier een aantal zaken gehoord, die goede initiatieven zijn om meer reizigers te lokken, maar dat vervalt toch in het niets wanneer bepaalde structurele problemen, zoals stiptheid en doorstroming, maar blijven aanslepen en onvoldoende worden aangepakt. Het zijn ook problemen waar het personeel dagdagelijks mee geconfronteerd wordt, die dan weer vaak leiden tot stakingen. In maart is het bijvoorbeeld weer prijs, en eerlijk gezegd kunnen we voor die grieven toch wel enig begrip opbrengen. Maar het is natuurlijk geen visitekaartje om met De Lijn te gaan reizen, want de reizigers zijn ondanks die gegarandeerde dienstverlening opnieuw de dupe.
Tot slot, minister – en dan zal ik, voorzitter, tot mijn vraagstelling komen –: ik heb inderdaad niets teruggevonden over de aanpak van de onveiligheid op bussen en trams van De Lijn. Amper een jaar geleden wees een onderzoek van de federale overheid uit dat een op de drie vrouwen aangeven dat zij door ongewenst gedrag van meerdere passagiers het openbaar vervoer zelfs niet gebruiken. Zelfs een op de vijf mannen geven aan dat ze het openbaar vervoer mijden vanwege die onveiligheid. Ik vind daar niets over terug in die bevraging van Ipsos. Is dat effectief bevraagd?
De heer Bex heeft het woord.
Alleszins dank aan collega Brouwers om de vraag te stellen en die enquête hier aan bod te brengen. We kunnen daar inderdaad verder op ingaan, maar wat wij vanuit de Groenfractie toch wel duidelijk willen stellen, is dat als men vorig jaar stelde dat het goed ging omdat de cijfers eindelijk opnieuw gestegen waren na een jarenlange daling, we dan nu niet te fel moeten relativeren dat de cijfers er opnieuw op achteruitgaan. Dat wil zeggen dat de reiziger ontevreden is, en dat er effectief een probleem is, en dat de kentering waarvan we hoopten dat die in 2021 was ingezet, eerder aan coronasituaties te wijten was, dan aan een echte stijgende tevredenheid van de reiziger.
Stiptheid, we zitten daar op dezelfde lijn – voor een keer – als de collega van het Vlaams Belang: die moet omhoog. Maar als we dan vragen stellen naar die grote ambities, minister, die u had bij de start van deze regering, bijvoorbeeld over hoeveel vrije busbanen er concreet zijn bij gekomen, dan zien we toch dat dat al bij al zeer beperkt is. En zo zijn er tal van keuzes die gemaakt moeten worden, niet alleen meer vrije bedding voor het openbaar vervoer, maar ook extra investeringen, zodat je een beter aanbod kunt voorzien, zodat je modernere bussen kunt aanbieden enzovoort.
Ik heb nog een concrete vraag, minister. U hebt in dit parlement al gezegd dat er een stiptheidsmanager kwam bij De Lijn. Hoe zit dat nu? Is die persoon aangesteld? En wat doet die precies om de stiptheid van ons openbaar vervoer te verbeteren?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u voor de bijkomende vragen, collega’s. Ik wil toch nog wel een en ander even verduidelijken. In 2021 hadden we een tevredenheidsscore van 65,4 procent, wat 7 procent meer was dan in 2020. We waren daar toen inderdaad blij mee, omdat de tevredenheidsscore voor het eerst boven de 60 procent lag. Ik denk dat een stijging van 7 procent mooi was. Dat betekent ook dat 65,4 procent van de reizigers een score tussen de 7 en de 10 op 10 aan De Lijn gaven. Ik denk dat dat een mooi cijfer is. We zitten voor het jaar 2022 opnieuw iets lager, op 62,3 procent, dat is 3 procent lager, maar we zitten nog altijd boven die 60 procent. Dat wil zeggen dat nog altijd meer dan 60 procent van de reizigers inzake tevredenheid een score tussen 7 en 10 op 10 geven aan De Lijn. Ik vind dat persoonlijk niet slecht.
Ik heb ook al gezegd dat stiptheid een probleem is. We hebben in 2020 te kampen gehad met een krapte op de arbeidsmarkt. We hadden moeite om chauffeurs te vinden, en met het invullen van vacatures voor tram- en buschauffeurs, vooral in de regio’s Antwerpen en Vlaams-Brabant, waar we veel meer kapers op de kust hebben die het personeel weghalen, zoals de havenbedrijven of de luchthaven. Het is, met andere woorden, niet evident om voortdurend het geschikte personeel te vinden, waardoor ritten niet gereden werden en er een probleem was met de stiptheid. Daarnaast waren er ook wegenwerken en de agressie die alleen maar toegenomen is in vergelijking met 2021.
Ik wil daarmee absoluut niet alles weg nuanceren. Ik denk dat we alles op alles moeten blijven zetten om die tevredenheid omhoog te brengen. Ik heb het liefst van alles 100 procent, mocht dat überhaupt mogelijk zijn, vandaar dat we ook in heel ons openbaardienstencontract als rode draad de klantentevredenheid en duurzaamheid nemen. Dat zijn de twee aspecten waarop we volop blijven inzetten.
Mijnheer Vander Reyde, ik vind het een beetje spijtig dat u komt aandraven met de situatie van de trams in Antwerpen die 10 kilometer per uur rijden. We hebben inderdaad een enorme onderhoudsachterstand, maar als u eerlijk bent, moet u ook toegeven dat wij daaraan werken, dat we aan de tramsporen en het tractienet werken, dat we het voorbije jaar om de twee weken een extra tramtoestel in het Antwerpse geleverd hebben. We zullen dat ook het volgende jaar doen om ervoor te zorgen dat er beterschap komt. We hebben dat ook gedaan aan de kust, waar ook nieuwe trams rijden.
Je kunt niet met een vingerknip ervoor zorgen dat plots de problemen van heel onze bus- en tramvloot en het hele spoor- en tractienet worden opgelost. We hadden daar een serieuze achterstand en dat heeft een impact op die tevredenheid. We werken eraan, we zorgen voor modernisering van onze vloot, voor vernieuwing van de sporen en voor uitbreiding. Dit en-enverhaal staat ook in onze openbaardienstencontract en we zijn daar ook mee bezig. Het is logisch dat je dat vandaag nog niet ziet in de tevredenheidscijfers, maar dat zal in de toekomst wel het geval zijn. We moeten daar volop op blijven inzetten.
Wat het verhaal van de apps betreft, kunnen we niemand verbieden om een app met informatie te maken. De Lijn heeft haar eigen app met een duidelijke communicatie over de ritten. Ik denk dat zij de bron zijn om de juiste informatie aan de reizigers mee te geven. Ik stel voor dat mevrouw Schoubs binnenkort het hele verhaal over de tevredenheid nog eens heel grondig komt duiden. We hebben altijd liever een hogere score maar ik denk toch dat we, met wat er nu voorligt, ook niet moeten zeggen dat het allemaal kommer en kwel is. 62,3 procent zegt dat ze 7 tot 10 op 10 geven. Ik denk dat dat niet slecht is, maar het kan natuurlijk altijd beter en daar werken we aan.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Heel kort, die twee grootste klachten rond stiptheid en de prijs hangen natuurlijk samen. Mensen willen natuurlijk waar voor hun geld. Zolang die stiptheid niet gevoelig begint te verbeteren, zal het ook moeilijk zijn om de prijzen aan te passen, zonder de inflatie mee te tellen. Het hangt allemaal samen. Voor kwaliteit wil je betalen. Ik hoop dat De Lijn voor een stuk onderzoek zal doen naar de prijselasticiteit. Wat zijn mensen bereid te betalen voor een bepaalde kwaliteit? Ik wil nog even meegeven dat die zaken samenhangen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.