Report meeting Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over het proefproject van De Lijn met een combiticket voor parkeren en gebruik openbaar vervoer
Vraag om uitleg over een combiticket voor het gebruik van parking en openbaar vervoer
Report
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
We blijven in Antwerpen, maar gaan ook naar Gent. Op 15 februari berichtte De Lijn dat een combiticketsysteem onderzocht zou worden in Gent en Antwerpen. De uitdrukkelijke vraag die anderen en ik al meermaals hebben gesteld in deze commissie, in het kader van de voortgangrapportages van de Oosterweelverbinding, meer specifiek rond park-and-rides (P+R’s) in Antwerpen. Minister, u gaf telkens aan dat het wenselijk was om daar werk van te maken. Tot dusver bleef het aanbod op maat in verschillende P+R’s eerder beperkt tot tijdelijke acties voor goedkopere bus- en tramtickets die aangekocht konden worden in die P+R’s. Dat was echter geen structureel, maar wel een tijdelijk aanbod om het gebruik van de P+R’s aan te moedigen, waardoor minder verkeer de stadscentra zou binnenrijden.
Ik sta achter het idee dat we die P+R’s bekend moeten maken en mensen sensibiliseren om daarvan gebruik te maken en dat daarvoor promoties voorzien kunnen worden. Tegelijk voelen die promoties niet altijd heel rechtvaardig aan voor de inwoners van de betreffende steden. Met dergelijke acties betalen inwoners van de stad meer voor het openbaar vervoer in hun eigen straat, omgeving en stad dan mensen die met hun auto naar de stad rijden en vervolgens beloond worden met goedkopere of zelfs gratis tickets voor het openbaar vervoer. In het aanmoedigingsbeleid voor de P+R zou het combiticket of het goedkoper parkeren centraal moeten staan, eerder dan een alternatieve prijssetting voor het openbaar vervoer.
Daarom stel ik u volgende vragen.
Welke systemen voor het installeren van een combiticketsysteem zullen worden opgezet in Gent en Antwerpen?
Volgt u de visie dat het toekennen van gratis tarieven of goedkopere openbaarvervoertickets aan bezoekers van de stad niet rechtvaardig aanvoelt voor de eigen inwoners van de stad, die wel de volle prijs betalen?
Bent u akkoord dat het aanmoedigen van het gebruik van de P+R’s zich eerder zou moeten vertalen in de parkeertarieven of in het aanbieden van combitickets, waardoor gebruikers vlot kunnen parkeren, dan dat het zich vertaalt in gratis of goedkopere openbaarvervoertarieven voor bezoekers?
Op welke manier kan dit in de toekomst worden aangepakt?
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
De aanleiding van de vraag is dezelfde als die van collega Van de Wauwer, namelijk het project combiticket parkeren en openbaar vervoer in de parkings aan de rand van Antwerpen en Gent waarmee De Lijn niet alleen de technische mogelijkheden, maar ook de interesse in combitickets wil onderzoeken om die na evaluatie eventueel uit te rollen. Op zich is dat uiteraard positief. Met het combiticket wil men nog meer reizigers motiveren om in de rand te parkeren en dan over te stappen naar het openbaar vervoer. U hebt daar zelf positief op gereageerd en gezegd dat we zo combimobiliteit stimuleren en bijdragen aan het realiseren van de modal shift.
Ik heb de vraag een beetje opengetrokken: een combiticket voor parkeren en openbaar vervoer naar een combiticket voor al het openbaar vervoer. Minister, u weet dat onze partij daar voorstander van is en wij graag naar één systeem zouden gaan met een vaste dagprijs voor het gebruik van alle soorten openbaar vervoer, met dezelfde doelstelling, namelijk een modal shift en meer mensen op het openbaar vervoer. U hebt zelf een soortgelijk voorstel gedaan om mensen meer te stimuleren tot het nemen van het openbaar vervoer en om ook de koopkracht te stimuleren, namelijk onbeperkt reizen voor 1 euro per dag. En vandaar heb ik de vraag een stuk opengetrokken.
Wanneer zullen deze proefprojecten uitgerold worden? Is er een evaluatie voorzien en tegen wanneer wordt die voorzien? Heeft men al een zicht op de tarifering?
Opengetrokken naar het combiticket voor al het openbaar vervoer: hoe staat u daar tegenover, minister? En bent u bereid om contact op te nemen met de federale collega’s om daarrond een proefproject uit te rollen?
Hoe zit het met uw goed idee om 1 euro te vragen om onbeperkt te reizen met het openbaar vervoer? Is dat definitief begraven of gaat u dat toch nog eens op tafel leggen?
De heer Keulen heeft het woord.
Ik had een lange inleiding, maar ik ga mij beperken tot de laatste paragraaf. In Hasselt wil men de parkings vlak buiten de grote ring gebruiken om auto’s uit het centrum te houden. Hier denkt men eraan om een beperkte som te vragen om te parkeren waarbij dit inclusief een ticketje heen-en-weer inhoudt naar het centrum.
Ik ga meteen mijn drie vragen stellen, minister, dan hoeven we ook geen tijd te verliezen. Beide collega’s hebben mijn eigen inleiding verwoord.
Wat zal de timing zijn omtrent het concluderen van het bewuste proefproject?
Gaan we moeten wachten op de conclusies eer er op andere locaties ook een dergelijk initiatief genomen kan worden? Dat lijkt me heel belangrijk.
En ten slotte: indien niet, gaat u dan akkoord dat steden en gemeenten dan de lead nemen en niet moeten wachten op een aanzet van de openbaarvervoermaatschappij De Lijn?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank voor de vragen. Ik denk dat we allemaal het liefst zo snel mogelijk al die combitickets willen hebben. Maar we begrijpen natuurlijk allemaal dat het er niet op een-twee-drie kan zijn. Het is een verhaal van intense samenwerking, van software die op elkaar afgestemd moet worden, van tarieven die op elkaar afgestemd moeten worden, van het betrekken van diverse stakeholders en van het opzetten van structuren. Kortom: het is allemaal iets complexer dan dat sommigen misschien menen. Maar we zijn het er allemaal over eens dat we liever vandaag dan morgen die combitickets hebben. We hebben een aantal voorbeelden lopen: combitickets met een bezoek aan een toneelvoorstelling of wat we ook doen in de GEN-zone (Gewestelijk Expresnet) met het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en het Waalse Gewest en de NMBS. Maar alleszins willen we veel met die combitickets en hopen we dat het allemaal snel vooruitgaat. Het combiticket zal sowieso een heel belangrijke tool zijn om de reiziger, de mensen nog meer te ontzorgen – in het kader van onze MaaS-applicaties (Mobility as a Service) zal dat zeker ook meespelen – en zo aan te moedigen en te stimuleren om dan ook effectief het openbaar vervoer te nemen en zo te zorgen voor meer duurzame verplaatsingen.
De vragen die de meeste collega’s gesteld hebben, zijn: welke systemen worden nu wanneer en waar uitgerold? Op dit ogenblik staan er – en dat hebt u ook in de pers kunnen lezen – twee proefprojecten in de stijgers: in Gent en Antwerpen, tegelijk de grootste Vlaamse steden met de meeste mogelijkheden omdat er enerzijds het grootste aanbod is inzake openbaar vervoer, maar ook omdat we daar uiteraard onze park-and-rides van onze parkeergelegenheden hebben en we zodoende zoveel mogelijk willen vermijden dat er veel autoverkeer in de stedelijke kernen gaat rondrijden.
Wat is er op dit ogenblik aan de orde als we kijken naar het proefproject voor Antwerpen? Daar werkt De Lijn samen met Lantis, met Tunnel Liefkenshoek en de stad Antwerpen. Samen kijken ze naar een combiticket voor P+R en voor het openbaar vervoer voor de drie nieuwe randparkings die we in Antwerpen hebben: Merksem, Linkeroever en Luchtbal.
Wat gaat men in het kader van dat proefproject allemaal nagaan? Ten eerste de manier waarop de tickets verdeeld gaan worden en hoe ze gebruikt kunnen worden in de P+R’s. Ook hier geldt weer: maximaal zorgen voor comfort en het ontzorgen van de klanten. Nu, een van de grote uitdagingen die daar spelen, is sowieso softwarematig alles op elkaar afstemmen en alles met elkaar connecteren. Vaak lijkt het allemaal gemakkelijk, zorgen dat het parkeerticket voor de P+R’s tegelijk een busticket is, maar wat dat betreft gaat er toch wel vaak wat meer water naar de zee, zal ik maar zeggen. Er moet toch heel wat overleg gebeuren, er moeten heel wat structuren opgezet worden om al die softwarematige aanpassingen effectief door te voeren. Men is daar volop mee bezig en men is van oordeel dat dit proefproject op zeer korte termijn van start kan gaan.
Ook de tarifering moet natuurlijk duidelijk met elkaar afgestemd worden. Wat dat betreft, moet men natuurlijk iedereen zoveel mogelijk gelijk behandelen. Die tarifering is dan natuurlijk ook nog altijd een gespreksonderwerp. Men gaat alleszins conclusies willen trekken uit deze proefprojecten. Daarom hoopt men na een minimale proefperiode van drie maanden een en ander te kunnen herevalueren, eventueel te kunnen bijsturen of te verbeteren, maar tegelijk ook kennis te kunnen nemen van eventuele gedragsveranderingen, van wie de gebruikers zijn en wie openstaat voor die combitickets. Dat is voor Antwerpen.
In Gent is er een andere, iets meer complexe aanpak om de reden dat we daar met twee randparkings zitten en andere toegangsmodi hebben. Gent wil dan ook specifiek vanaf 2024 de bezoekers die gebruikmaken van de P+R Weba en de Watersportbaan een derde-betalersysteem voor kosteloos vervoer aanbieden naar en van de stad Gent, zodat Gent volledig bespaard blijft van auto’s. Op dit ogenblik is er ook een intens overleg met de verschillende diensten van de stad om na te gaan aan welke vereisten dat moet gebeuren, welke softwarematige tool geïntroduceerd kan worden om zowel enerzijds van de gratis parkings van de stad Gent, maar ook van derden op een klantvriendelijke en laagdrempelige gebruik te laten maken en zeker van dat derde-betalersysteem dat Gent wil uitrollen.
Dat betekent dat dat ook voor de rest van Vlaanderen moet kunnen, mijnheer Keulen. Er zijn vandaag al steden en gemeenten die met de M-leveranciers werken of die eenzelfde applicatie met combitickets aanbieden. Die M-leveranciers of die derde partijen zijn vaak instanties of organisaties die ook parkeerplaatsen beheren. Wij hebben onder andere de Olympus Mobility-app, de 4411-app die ook gekend is van het parkeren in overdekte parkings en op straatparkings, en we hebben het XXImo-platform waarbij je via een app tal van parkings kunt vinden en gebruik kunt maken van het vervoerticket als bewijsticket voor het openbaar vervoer. Er lopen, kortom, een aantal proefprojecten. Net zoals alle vraagstellers hopen we snel resultaat te boeken zodat we het snel breed kunnen uitrollen.
Dan wil ik het meer bepaald hebben over de gratis of goedkopere tarieven en de herhaalde vraag van mevrouw Robeyns rond het 1-eurotarief. Ik wil eerst even ingaan op de voorbeelden die de heer Van de Wauwer heeft aangebracht. Eind 2022 en begin 2023 hebben we, wegens de zware werken aan de brug, tijdelijk kosteloos openbaar vervoer en randparkings aangeboden. Dat viel ook samen met de soldenperiode en dergelijke. We wilden eigenlijk zo veel mogelijk auto’s weghouden uit de richting stadskern en de richting Theunisbrug. We hebben dat toen als een tijdelijke minderhindermaatregel aangeboden, maar we kunnen dat natuurlijk niet continu blijven doen. Het is sowieso altijd een dure grap. Het was specifiek bedoeld als minderhindermaatregel om een antwoord te bieden op een tijdelijke issue, namelijk de verkeersproblematiek bij de werken aan de brug.
Mevrouw Robeyns, u weet dat wij dat op een gegeven moment heel duidelijk gelanceerd hebben als een koopkrachtmaatregel wegens de hoge energieprijzen. Soms heb je een idee, wordt dat gelanceerd maar wordt dat ook snel teruggefloten. We kwamen onder andere in conflict met heel veel mensen die al een abonnement gekocht hadden, bijvoorbeeld een schoolabonnement. We hadden dit gelanceerd nadat al die abonnementen al gekocht waren, vandaar dat we besloten dat het geen goed idee was en dat we er eerder op teruggekomen zijn. Als u blijft hameren op dat 1-euroticket, moet ik herhalen wat ik al een paar keer gezegd heb. Het zat in conflict met andere maatregelen en vandaar dat er niet meer wordt op ingezet. We hebben natuurlijk nog altijd de vijftigbeurtenkaart voor 75 euro, wat de facto betekent 1,5 euro voor een ticket waar men ruim drie maanden gebruik kan van maken.
Om een lang verhaal kort te maken, we blijven volop inzetten op dat combiticket. Ik zou ook willen dat het allemaal veel sneller en veel vlotter zou kunnen gaan. Maar het is vaak een issue van vele partners die moeten samenwerken en zeker ook een kwestie van software, waarbij gekeken moet worden hoe alles op elkaar afgestemd kan worden. Maar ik hoop alleszins dat we snel uit de proefprojecten kunnen leren, zeker in Antwerpen, dat als eerste zal worden gefaciliteerd. Dan kunnen we zien wie de gebruikers zijn en wat de meerwaarde is die je voor extra gebruikers kunt distilleren, ook van het extra gebruik van de park-and-ride. We willen meer mensen faciliteren en ontzorgen richting openbaar vervoer, waarbij ze de auto achterwege laten in de parking.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw opnieuw uitgebreide antwoorden.
En vooreest kom ik tot uw verduidelijking over die prijszetting eind 2022, begin 2023. Ik wist dat dat voor die minderhindermaatregel was en ook voor de solden. Ik denk dat het, zeker voor die minderhindermaatregel tijdens de werken aan de brug daar, een goede actie was om ook in alternatieve vervoersmodi te voorzien. Ik ben ook blij dat u zegt dat het een tijdelijke maatregel was, en dat het zeker geen piste is om op lange termijn alle ticketjes voor het openbaar vervoer daar gratis te maken, zeker niet wanneer dat voor andere gebruikers uit Antwerpen zelf niet zou gelden. Begrijp me niet verkeerd: dat is geen oproep om alle tickets voor iedereen gratis te maken. Ik vind dat gebruikers van het openbaar vervoer daar iets voor mogen betalen. Er mag wel ook een heel goede dienstverlening tegenover staan. Het is een heel andere discussie over het tramplan, maar we zien dat de verzadiging in Antwerpen al heel hoog is.
Het doel moet zijn om zo veel mogelijk mensen naar die park-and-ride-parkings te krijgen, en dat het interessanter is om daar te parkeren, en vervolgens met het openbaar vervoer in de stad te geraken. En dat is momenteel inderdaad nog het probleem: parkeren in de stad kan voor ongeveer 15 euro, afhankelijk van hoe lang je er staat. Parkeren op de park-and-ride-parking is misschien goedkoop, maar met een gezin van vier heen en terug kun je, als je niet op voorhand een ticket hebt gekocht, 20 euro betalen. Dat verschil is nadelig voor de park-and-ride, dus dat moet inderdaad interessanter worden. Maar de prijszetting van de tickets voor het openbaar vervoer moet ook nog rechtvaardig aanvoelen voor de inwoners van de stad zelf.
Maar ik kijk uit naar de resultaten van het proefproject, en bedankt dat u hierop verder blijft inzetten.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw antwoord.
Wat het proefproject in Antwerpen betreft: als ik u goed begrepen heb, is er op dit moment nog geen zicht op welke tarifering gevraagd zal worden. Anderzijds zegt u dat ze bijna van start zullen gaan. Ik zou dus denken dat we daarrond bijna een afspraak zouden moeten hebben.
Twee, als ik uw antwoord hoor over het 1-euroticket, lijkt het bijna alsof uw voorstel gewoon slecht getimed was. Want ja, de schoolabonnementen waren al gekocht, dus dat is een praktisch probleem. Maar goed, ik heb begrepen dat u uw eigen voorstel begraven hebt.
Drie, u hebt niet geantwoord op mijn tweede vraag, namelijk: het combiticket voor alle openbaar vervoer, of u bereid bent om daarrond een proefproject te doen of te vragen, in overleg met de federale collega.
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, voorzitter, goede collega’s, in het grotere verhaal – en dat was het eerste deel van deze vergadering – denk ik dat, als je qua verkeersdrukte naar meer verkeersleefbaarheid en ook een veiliger verkeer in onze steden wilt, dat combimobiliteitsverhaal een gamechanger kan zijn. Ik heb alleen een soort trauma overgehouden aan de combinatie De Lijn en ICT, De Lijn en Registratie-, Ticketing-, en Boordcomputer (ReTiBo). Dat is een verhaal van gissen en van missen, van lopende facturen, en vooral een verhaal waarin iedereen op een gegeven ogenblik zegt: doe wel en kijk niet meer om. “Walk and don’t look back”, zong Peter Tosh ooit.
Ik denk dat u hierop, minister, vanuit de overwegingen die ik net formuleerde, echt moet doorzetten. Maar u moet er misschien ook eens over nadenken om aparte specialisten in te zetten, aan te trekken, te kijken hoe men dat in het buitenland doet. Want iedereen kent ondertussen dat concept, wie zou daar nog kunnen of durven tegen zijn? Steden en gemeenten zijn daarin vandaag meer dan ooit uw bondgenoten. Ooit regeerde de middenstand het land, en moest de klant eigenlijk kunnen parkeren tot voor de vitrine. Vandaag denken we daar gelukkig veel genuanceerder en veel verstandiger over. Maar ik denk dat u moet kijken hoe u op dat verhaal van combimobiliteit, met specialisten buiten het bestek van De Lijn of de vaste partners, een zweepslag kunt geven. Ik denk dat u op die manier de kwaliteit van het samenleven in de stad gevoelig kunt verbeteren.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Voorzitter, door het hele verhaal te horen, maak ik mij gewoon de algemene bedenking dat in de rest van Vlaanderen er nog steden en gemeenten zijn die misschien geen Lantis hebben waarvan opbrengsten kunnen worden gebruikt. Ik wil gewoon het verhaal even brengen dat wij in Leuven, net zoals in vele andere steden veronderstel ik, derde-betalersystemen hebben waar de steden en gemeenten zelf bijdragen aan De Lijn om bepaalde ‘voordelen’ te krijgen voor hun inwoners of hun bezoekers. Wij hebben bijvoorbeeld een 2-euroticket op zaterdag, een specifieke bijdrage voor vrachtvervoer maar ook een park-and-ridesysteem, zes parkings in Leuven waar je je auto kunt zetten en nadien gratis met de bus in Leuven kunt rondrijden. De stad Leuven draagt daarvoor bij.
Minister, ik zou u willen vragen om dat samen met dit proefproject voor Gent en Antwerpen in kaart te brengen zodat we weer niet naar een systeem gaan waar de heel grote steden voordelen krijgen. Ik weet niet of het waar is. Misschien betalen ze mee. Maar het is gewoon een oproep om dat eens op grotere schaal te bekijken zodat er geen systemen worden geïnstalleerd waar het landelijke Vlaanderen en de kleinere steden nooit een beroep op zouden kunnen doen, maar zelf blijven bijdragen via de derde-betalersystemen. Ik vind dat er nog iets als een level playing field voor iedereen mag zijn in Vlaanderen. Het is een kleine opmerking die ik heb.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, wij zijn per definitie niet tegen initiatieven die mensen laten gebruikmaken van de park-and-rides in combinatie met het openbaar vervoer en ook niet tegen alle initiatieven die bijvoorbeeld bevorderlijk zijn voor het openbaar vervoer. Wat het systeem in Antwerpen betreft, wachten wij nu eerst de modaliteiten af en zijn we eerder sceptisch. Want wanneer automobilisten nu al geen gebruik willen maken van die park-and-rides voor amper een euro per dag, dan denken wij dat de prijs toch heel laag zal moeten liggen om mensen over de streep te trekken. Bovendien blijft het probleem van trams en bussen die vaak vol zitten, die niet altijd stipt zijn en niet altijd frequent rijden. De reistijd van de mensen om in de stad te geraken wordt daarbij verlengd.
Wij zijn dan ook van mening dat daar in de eerste plaats op moet worden ingezet. Een combiticket, hoe goedbedoeld ook, zal zeker geen succes zijn als mensen op te volle, niet stipte en vuile trams en bussen moeten wachten en bovendien bussen en trams die niet altijd frequent rijden. Ik denk dat daar vooral op moet worden ingezet om mensen over de streep te trekken.
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor de bijkomende vragen en bedenkingen.
Mevrouw Brouwers, het klopt inderdaad dat Leuven bijvoorbeeld zelf een combinatie heeft van een ticket met de parkings die zij daar hebben. Dat is wat ook in Gent zal worden opgestart met een derde-betalersysteem. Dan is het eigenlijk het lokaal bestuur dat meebetaalt om te zorgen dat mensen het liefst met het openbaar vervoer naar winkelweekends komen of op bepaalde tijdstippen komen. Dat zijn de derde-betalersystemen. Maar we moeten natuurlijk de kerk in het midden houden en iedereen gelijk behandelen. In die zin is het altijd heel goed dat er grondige afspraken worden gemaakt en dat men kijkt naar wat waar kan inzake de combitickets.
Vandaag zijn er dus die twee belangrijke proefprojecten in Antwerpen en Gent, die verschillend zijn van elkaar. In Antwerpen zal dat het snelst worden uitgerold en we hopen daar snel een en ander van te leren. Mijnheer Van de Wauwer, het klopt wat u zegt, namelijk dat we alles in zijn totaliteit moeten bekijken en rekening moeten houden met het parkeerbeleid. We kunnen nu natuurlijk wel zeggen dat de park-and-rides 1 euro kosten, maar ze liggen buiten het centrum van de stad. Als men dat kan faciliteren samen met een ticket, maar finaal wordt het voor een gebruiker toch nog goedkoper om met de auto tot midden in de stad te gaan en daar de auto achter te laten … Dat is juist het hele parkeerbeleid. Ik ga zelf regelmatig naar Maastricht. Als ik daar de tarieven zie van een parking in de stad, dan maakt men misschien een bewustere keuze om naar een randparking te gaan en zich verder te verplaatsen op een meer duurzame manier, of dat nu te voet is of met een deelfiets of het openbaar vervoer. Dat is belangrijk: je moet kijken naar de parkings die in de stad zelf worden aangeboden.
Mevrouw Robeyns, u zegt dat ik niet echt heb geantwoord op uw vraag om het overal uit te rollen. Daarvan heeft De Lijn zelf duidelijk de boodschap gegeven dat wanneer je een volledige tariefintegratie gaat doen voor heel het land, waarbij het tarief voor de tram, de bus en de trein overal hetzelfde is, de vraag zal zijn op welk niveau men dat tarief moet leggen.
Zoals blijkt uit de benchmark, weten we allemaal dat De Lijn lage tarieven heeft in vergelijking met de omliggende regio's en in vergelijking met de NMBS. Wil dat dan zeggen dat we dat wat moeten verhogen? Ik denk niet dat dat uw pleidooi zal zijn. Dat zou me verwonderen. De Lijn zegt daarvan dat het niet evident is om dat zonder meer allemaal in een grote regio te combineren, tenzij men het zodanig laag zou leggen zodat men een enorm financieel verlies gaat maken in de eigen modellen. Dat is dus niet echt een optie. De Lijn zegt dat tariefintegratie in kleinschalige coherente gebieden wel zou kunnen. Dan doet men het zoals we nu doen in Antwerpen op maat met de park-and-rides aan de rand om dan verder te kijken. Maar dat in het hele land doen, heeft enorme repercussies op de financieringsmodellen. Binnen de GEN-zone doet men het bijvoorbeeld wel, zoals ik daarstraks ook al zei. Daar heeft men de geïntegreerde tarieven binnen de uitgebreide zone in Brussel, waarbij men met een ticket de verschillende vervoersmodi gebruikt, waarbij de financiële modellen verrekend worden omdat de NMBS duurder is dan De Lijn. Daar wordt dat dus in een beperkter gebied wel gedaan.
Dan zijn er de tarieven die nu in Antwerpen worden gehanteerd. Op dit moment is de park-and-ride bij opstart vastgelegd op 1 euro. Dat is sowieso niet winstgevend, dat weet iedereen wel. Als we dan kijken naar een ticket heen en terug: dat is aan de stakeholders, en daarom moeten ze nu ook zeer kortelings afstemmen. Het is aan de stakeholders om te bekijken wat de kostprijs zal zijn van dat combiticket. En zal dat per persoon zijn, zoals collega Van de Wauwer daarstraks zei? Als dat straks zo duur zal zijn dat het nog niet attractief is, dan zal het niet werken.
Men moet daar dus een duidelijke afspraak over maken, over wie wat bijdraagt. Voor Antwerpen zitten we met de vier partners: het is aan Liefkenshoek, de stad Antwerpen, de park-and-ride van Lantis en aan De Lijn om te bekijken hoe men nu tot goede afspraken komt inzake een financieringsmodel, om dan ook te zorgen dat het effectief kan werken, en eventueel bij te sturen. Dat kan een tarief zijn, dat kunnen tal van andere zaken zijn. Dat moet nog verder uitgerold worden, maar dat zal wel op heel korte termijn afgeklopt worden. Het zal iets meer zijn dan 1 euro, want men heeft bijkomend ook de kostprijs van de verplaatsing richting het centrum.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Bedankt, minister. Ik kijk uit naar de resultaten van het proefproject. Ik hoop dat we snel met zo’n combiticketsysteem voor park-and-ride en openbaar vervoer kunnen landen.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Bedankt voor de verduidelijking. We hebben dat niet zelf uitgevonden; het voorbeeld van het combiticket komt uit andere landen, waar dat wel werkt. En ik zou er toch nog altijd eens op willen aandringen om ook met de federale collega te bekijken of dat toch niet praktisch mogelijk is.
De heer Keulen heeft het woord.
Ik kan alleen maar herhalen wat ik daarnet zei: dat is volgens mij een gamechanger. Je zou daar inderdaad een ploeg op moeten zetten, omdat dit qua impact enorm groot en belangrijk is. Nu lijkt alles zo project per project te gaan. Dat zijn molens die traag malen, en ik denk dat je daar moet proberen om een soort van regelmatige cadans in te krijgen om op kortere tijd meer beweging te krijgen in dit soort van combimobiliteit in onze Vlaamse steden en over de hele regio gespreid. Je zult alleen maar bondgenoten vinden, minister.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.