Report meeting Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over de plannen voor een themapark naast de luchthaven van Deurne
Report
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Sinds 2021 zoekt de Vlaamse overheid een exploitant om op een perceel van de luchthaven van Antwerpen een themapark in te richten. Dit themapark komt op een hoek van de luchthaven waar momenteel de baseballvelden van Mortsel liggen en moet een link hebben met de luchtvaart. Reeds in oktober 2021 meldde Jack Schoepen zich als enige kandidaat met zijn themapark ‘Captain Jack’. De zone waar het recreatiepark ingetekend werd, is een zone bestemd voor kmo-activiteiten naast de nieuwe stelplaats van De Lijn. De inrichting als kmo-zone werd echter geschrapt omdat de aanliggende R11 niet in de nodige capaciteiten en ontsluiting voorziet.
Recent werd het recht van opstal door minister Peeters namens de Vlaamse Regering toegekend voor de ontwikkeling als recreatiezone. Voor verdere afspraken en procedures als een mobiliteitsstudie, inrichtingsplan, en omgevingsvergunning dient verder afgesproken te worden. Evenwel waren er in het parlement de voorbije weken en maanden verschillende debatten over de invulling van de verschillende regionale luchthavens. De Vlaamse Regering heeft beslist dat er per luchthaven een visienota opgemaakt zal worden om de verdere ontwikkeling strategisch te plannen.
Minister, door nu een langetermijnconcessie te verlenen, lijkt een heel deel van die oefening die plaats moet vinden voor die visienota, ondergraven te worden. Een aantal nadere opties of alternatieven worden daardoor gehypothekeerd. Minister, hoe staat u tegenover het verlenen van het recht van opstal op dit moment? Is het verlenen van een concessie of recht van opstal wel opportuun voordat de visienota of het masterplan voor de luchthaven van Antwerpen opgemaakt is? Wat is uw visie hierop?
Is het verlenen van een concessie of recht van opstal opportuun voordat studiewerk verricht is en procedures afgesproken zijn? Wat is uw visie hierop?
Het kmo-park kon niet doorgaan wegens gebrekkige ontsluiting langs de R11 en met het openbaar vervoer. Ik vraag mij af of dit argument niet evengoed opgaat voor een recreatiepark. Zijn daar alle nodige onderzoeken en studies gedaan naar de impact op de mobiliteit in die omgeving?
De heer Annouri heeft het woord.
Collega’s, ik maak graag pret en ik houd van parken, maar van dit toekomstig pretpark word ik niet echt blij.
Enkele weken geleden raakte bekend dat het themapark Captain Jack werd geselecteerd door de Vlaams Regering voor de ontwikkeling van een stuk grond van 5 hectare langs de luchthaven van Deurne en de Krijgsbaan in Mortsel. Het resultaat is veel ongeloof bij buurtbewoners, fronsende wenkbrauwen en protest. Een petitie van onze lokale groep in Mortsel telde in geen tijd meer dan tienduizend ondertekenaars. Dat is ongeveer de helft van Dilsen-Stokkem, minister. Ook de gemeenteraden van Borsbeek en Mortsel hebben zich al fel uitgesproken tegen deze plannen. Weinigen zijn enthousiast, en ik begrijp ze ook. Met de regelmaat van de klok duiken die grootse plannen op, maar nu lijkt het toch menens te zijn. Dat is opvallend, want nog maar enkele weken geleden liet uw collega, minister Demir, optekenen dat ze niet genoeg gronden vindt om te bebossen om jullie eigen doelstelling als Vlaamse Regering te halen. Een van de redenen was onbebosbare gronden in de omgeving van de regionale luchthavens. Na de wat ons betreft compleet onzinnige beslissing van de Vlaamse Regering om de regionale luchthaven van Deurne ook in de toekomst nog met miljoenen subsidies boven water te houden, volgt er wat mij betreft alweer een beslissing die toch niet echt begrijpelijk is.
Ik vraag mij echt af of er wel besef is over de plek waarover we spreken. Het gaat hier over woonbuurten die zelfs al op normale weekdagen heel wat verkeer moeten slikken, die omzoomd zijn door drukke, filegevoelige autosnelwegen, en die het lawaai en de luchtvervuiling van een luchthaven en het snelwegcomplex rond Antwerpen moeten slikken. Over die buurten denkt men blijkbaar dat een themapark met hotelinfrastructuur er nog wel bij kan, terwijl mensen uit Antwerpen, Borsbeek en Mortsel snakken naar meer groen, propere lucht, ademruimte. Dat zijn allerlei beloftes uit het regeerakkoord die voor de gelegenheid weer even ondergesneeuwd raken onder andere belangen.
Van één ding lijkt u zich alvast wel bewust te zijn: de site is niet goed ontsloten met het openbaar vervoer. In de visienota van de Vlaamse Regering lees ik hierover het volgende: “De ontsluiting van Luchthaven Antwerpen is vooral gericht op personenwagens. De luchthaven mist een multimodale ontsluiting met directe aansluiting op het openbaar vervoer. Nochtans is er een spoorlijn net naast de luchthaven. Connectiviteit via het spoor met de steden Antwerpen, Mechelen en Brussel, inclusief Brussels Airport, is essentieel om een overvloed aan personenwagens in de omliggende wijken te vermijden. Maar onderzoek in het verleden heeft aangetoond dat deze piste niet realistisch is.”
U voegde daar in de krant nog een sneer naar de vervoerregioraad aan toe, en daarmee lijkt de kous af. De Vlaamse Regering doet hier het omgekeerde van wat elk hedendaags slim mobiliteitsbeleid voorschrijft: eerst een grote ontwikkeling plannen en dan pas zien hoe het duurzaam ontsloten kan worden. En indien dat niet kan, zullen er weer een paar files bij gekomen zijn.
Is het project van Jack Schoepen effectief het enige project dat uit de marktbevraging is gekomen? Hoe werd die marktbevraging uitgevoerd? Welke partijen werden aangeschreven? Loopt de marktbevraging voor de aangrenzende kmo-zone van 3,6 hectare nog of is deze al afgerond? Indien ja, wat zijn de resultaten daarvan?
Wat is de mobiliteitsimpact van het geplande themapark?
Leent de ontsluiting met het openbaar vervoer op die plaats zich tot deze bestemming?
Zullen de juridische bepalingen van het GRUP (gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan)‘Afbakening Grootstedelijk Gebied Antwerpen’ gevolgd worden bij de ontwikkeling van dit project?
Is het geplande project MER-plichtig (milieueffectrapport)?
Werden de plannen reeds teruggekoppeld met de lokale besturen? Wat is het draagvlak bij elk van de betrokken lokale besturen voor dit project? Voor de zomer vroegen we expliciet naar het overleg met de omliggende gemeenten, en u zei toen: “Voor het overleg met de lokale besturen werd een ambtelijke werkgroep ingericht. De vooropgestelde ontwikkeling werd hier uitgebreid toegelicht. Zodra er op basis van de marktbevraging concrete plannen of projecten op tafel komen te liggen, zullen de ontwikkelaars deze binnen die ambtelijke werkgroep voorleggen en zodoende terugkoppelen met de lokale besturen.” Mag ik daaruit opmaken dat alle lokale besturen op de hoogte waren van die plannen?
Werden deze plannen, gezien hun belangrijke mobiliteitsimpact, al teruggekoppeld met de vervoerregio Antwerpen?
Werd er een draagvlakstudie in de buurt uitgevoerd?
Minister Peeters heeft het woord.
Bedankt voor de vele vragen. Dat geeft mij de mogelijkheid om een en ander te verduidelijken. Want er wordt hier toch wel een sfeer gecreëerd alsof ik plots vanuit het niets heb beslist dat daar een themapark moet komen, en dat ik met al de rest totaal geen rekening heb gehouden.
Collega’s, we moeten teruggaan naar het jaar 2009. Toen is het ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Grootstedelijk Gebied Antwerpen’ definitief vastgesteld, met inspraak van de omliggende lokale besturen, maar ook met de bewoners. Iedereen heeft daar inspraak gehad, zoals bij elk ruimtelijk uitvoeringsplan. Dat plan heeft de contouren vastgelegd van de zone voor stedelijke ontwikkeling naast de luchthaven van Antwerpen.
Daarin is sowieso voorzien dat er een zone komt voor stedelijke ontwikkeling, en daarin zijn een aantal activiteiten toegelaten, zoals bedrijfsactiviteiten, kantoren, diensten, hotels, congresfaciliteiten, openbare en private nuts- en gemeenschapsvoorzieningen, openbaar groen, verharde ruimte, socioculturele inrichtingen en recreatieve voorzieningen. Dat staat omschreven in het plan, en dat vormt de juridische basis voor wat er op een bepaalde site kan.
We weten ook dat de LEM (luchthavenexploitatiemaatschappij) Antwerpen is aangeduid voor de exploitatie van de luchthaven in Deurne. Initieel zat dit perceel bij de LEM, maar de LEM heeft duidelijk laten weten dat zij geen interesse hadden in dat perceel en geen nood hadden aan bijkomende ruimte. Vandaar dat al in de vorige legislatuur is beslist dat men daar kan overgaan tot de ontwikkeling, los van de LEM.
Tegelijkertijd kwam er de vraag van De Lijn voor een nieuwe stelplaats. De Lijn is op dit ogenblik op een deel van die terreinen bezig met de bouw van de nieuwe stelplaats. Met andere woorden, dat terrein is opgedeeld in 4,5 hectare voor de stelplaats voor De Lijn, 5 hectare recreatiezone, en 3,5 hectare kmo-zone.
Men maakt hier de link met het hele verhaal van de luchthavenexploitatie. Ik wil heel duidelijk meegeven dat de site voor het beoogde themapark geen onderdeel uitmaakt van de luchthavenexploitatie. De LEM heeft laten weten geen interesse te hebben in deze site. De ontwikkeling gebeurt dus ook niet door de LEM, noch door de luchthavenontwikkelingsmaatschappij (LOM) Vlaanderen.
Over de link met de visienota over de Vlaamse regionale luchthavens en de masterplannen die verder opgemaakt moeten worden, kan ik dan ook heel duidelijk zijn. Deze visienota en die masterplannen gaan over de ontwikkeling van de luchthaven als dusdanig. Deze site is niet mee opgenomen, noch in de maatschappelijke kostenbatenanalyse rond de luchthavens, noch in die visienota over de luchthavens.
Dat ruimtelijk uitvoeringsplan 2009 is er. Dat werd ook niet aangevochten, door geen enkel lokaal bestuur, door niemand. Dat is de juridische realiteit vandaag de dag. Dan is er een marktbevraging gekomen. Die documenten zijn ook overgemaakt aan de parlementsvoorzitter op specifieke vraag. Er is een marktbevraging gepubliceerd conform de aanbestedingsregelgeving in het Europees Publicatieblad. Deze marktbevraging had betrekking op de twee resterende percelen. Het ene perceel is gebruikt voor de busstelplaats, en dan hadden we nog de kmo-zone en de recreatiezone. De opmaak van die marktbevraging is gebeurd in samenspraak met het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO). Nogmaals, de marktbevraging had geen betrekking op de gronden van de stelplaats van De Lijn.
Op 10 januari 2022 werden de offertes geopend. Er werd één offerte ontvangen van Skice Development II. Dat bedrijf stelde zich als enige kandidaat voor de ontwikkeling van de recreatiezone.
Voor de kmo-zone was er geen offerte ontvangen. De bedoeling is dat daar de LOM zich verder over gaat buigen, om te zien welke ontwikkeling er van die kmo-zone al dan niet kan gebeuren.
De offerte van Skice Development II voldeed aan de gestelde eisen in de marktbevraging. Er werd een selectiebeslissing genomen. Er is hier en daar nog een en ander bijgestuurd. Finaal kon aan Skice Development II een toelating gegeven worden om dat te gaan ontwikkelen.
Ik wil wel duidelijk zeggen: er is op dit ogenblik nog geen recht van opstal verleend. Die opstalovereenkomst zal slechts opgemaakt worden of ondertekend worden na de goedkeuring van het mobiliteitsplan. We weten – dat werd al duidelijk gesteld bij de opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan van 2009 – dat daar een mobiliteitsissue kan zijn, bij bijkomende ontwikkelingen. Wat dat betreft, is het ook heel duidelijk mee opgenomen: er kan maar een recht van opstal verleend worden als ook de complete mobiliteitsimpact van de recreatiezone verder bestudeerd is en als er ook een definitief inrichtingsplan is. Sowieso moeten de elementen of de voorwaarden die opgenomen zijn in het ruimtelijk uitvoeringsplan, ook effectief gerespecteerd worden.
Het is niet aan mij om te oordelen of er een project-MER opgemaakt moet worden. Het is aan de initiatiefnemer die daar een themapark wil gaan bouwen en die daaromtrent een vergunning voor zal moeten aanvragen. Die zal zich sowieso op de eerste plaats moeten enten op alle voorwaarden opgelegd in het ruimtelijk uitvoeringsplan en men zal – in het kader van het hele omgevingsrecht – moeten kijken of er een project-MER nodig is. Ik vermoed van wel, maar dat laat ik aan de mensen van Omgeving, om dat verder te analyseren. Alleszins is het aan anderen om de benodigde vergunningen effectief te verlenen en te kijken of er een project-MER en dergelijke moet gebeuren, vooraleer er effectief sprake kan zijn van exploitatie.
Dan zijn er ook nog wat vragen over overleg met lokale besturen en overleg met de Vervoerregio Antwerpen (VVA). In de aanloop naar dit project werd er een ambtelijke werkgroep georganiseerd. Daar werden onder andere ook de betrokken lokale besturen uitgenodigd. Op die ambtelijke werkgroep werd informatie verstrekt over de plannen van de Vlaamse overheid tot ontwikkeling van deze site, dus zowel de busstelplaats, de kmo-zone als de recreatiezone. Dus de lokale besturen zijn daarbij betrokken. Zij hebben ook kennis gekregen van de marktbevraging en de toekomstige potentiële ontwikkelingen. Die vergaderingen hebben allemaal plaatsgevonden in 2020, voor de projectoproep.
Als er nu straks specifiek een omgevingsvergunning wordt aangevraagd, een mobiliteitsplan wordt opgemaakt of een ontsluitingsplan wordt ingetekend, dan zal dat uiteraard opnieuw voorgelegd worden bij de betrokken besturen.
Misschien kan ik zelfs ook nog meegeven – en dat kunnen we lezen in de offerten van Skice Development II – dat er onder andere specifiek op vraag van één lokaal bestuur ook voorzien is in een klimhal. Zij wilden daar ook sportfaciliteiten en vandaar is er ook specifiek een klimhal voorzien en dit op vraag van de gemeente Mortsel.
De plannen zijn op dit ogenblik nog niet teruggekoppeld met de Vervoerregio Antwerpen. Dat zal uiteraard gebeuren op het moment dat het mobiliteitsplan of de ontsluiting van de site duidelijk is. Dan wordt er teruggekoppeld, zowel naar onze administratie, naar het Agentschap Wegen en Verkeer, maar uiteraard ook naar de Vervoerregio Antwerpen. Maar het is aan de projectontwikkelaar – aan Skice Development II, die op dit ogenblik geselecteerd is om een en ander verder uit te werken – om een mobiliteitsplan op te maken en om dan verdere plannen vergunningstechnisch uit te werken en te kijken hoe we daar dan verder mee kunnen omgaan. Pas dan kan ook het recht van opstal al dan niet verleend worden.
Ik hoop dat daarmee een en ander verduidelijkt is en anders hoor ik het wel.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw heel uitgebreide antwoord.
Het was heel veel om te volgen. Maar ik denk toch dat we hier een fout maken. U hebt ongetwijfeld gelijk wanneer u zegt: “Je hebt enerzijds het masterplan voor de luchthavens, en anderzijds de invulling van de site volgens het RUP dat daarvoor voorzien is.”
Maar ik vind het toch heel moeilijk om die twee van elkaar los te koppelen. En de Vlaamse Regering heeft bij de goedkeuring van de visienota voor de regionale luchthavens gezegd dat er nu per luchthaven een masterplan wordt opgemaakt, en dat dan binnen de keuzes die in die visienota gemaakt zijn, namelijk het uitsluiten van een sluiting en die maximale groei.
Ik vind toch dat we moeten blijven kijken, dat er binnen dat masterplan gezocht moet worden naar alternatieven voor de invulling van die luchthaven. Verschillende partijen hebben die oproep gedaan, en ik hoop dat dat alsnog gaat gebeuren. Maar ik hoop ook dat we binnen die optie voor een eventueel alternatieve invulling van de luchthaven, de hele site kunnen meenemen. Ook de recreatiezone die er voorzien is: ik denk dat daarvoor heel wat opportuniteiten kunnen zijn. Maar door nu in te zetten op het verder onderzoek van Captain Jack als recreatiepark daar, hypothekeer je wel andere mooie projecten die op de hele site daar eventueel uitgevoerd zouden kunnen worden. En ik hoop dat die oefening dan fundamenteler gebeurt, voor de hele omgeving daar, en niet door voorafnames die nu gemaakt worden waarbij heel mooie alternatieven misschien niet meer mogelijk zouden zijn. Ik denk dat we daar een juiste tijdslijn voor moeten opmaken, en bekijken hoe een beslissing vandaag mogelijke alternatieven in de toekomst zou kunnen hypothekeren.
Ik doe daar de oproep, minister, om die oefening toch ten gronde te doen, en geen enkel taboe te hebben wat de invulling van de luchthaven betreft.
Mobiliteitsgewijs blijf ik wat op mijn honger zitten. Uit eerdere mobiliteitsplannen bleek dat er echt een verzadiging is. Ik heb nu ook de marktbevraging, de mobiliteitsprognose, gezien. Ik vind dat een heel summiere mobiliteitsprognose. Ik ben blij om te horen dat er dus een duidelijker mobiliteitsplan komt, maar het lijkt me moeilijk om een oplossing te vinden als we zien dat die verzadiging er vandaag al is. Er komt daardoor dus geen invulling van die kmo-zone. Dit zou dus wel kunnen met een recreatiezone, waarbij men op piekdagen spreekt van bijna 1500 parkeerbehoeften, honderden extra mobiliteitsbewegingen, terwijl er rond openbaar vervoer ook een te gebrekkige ontsluiting is.
De heer Annouri heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw inderdaad uitgebreide antwoord.
Er is wel extra duidelijkheid gekomen, in tegenstelling tot het antwoord dat u voor de zomer had gegeven. U zei toen dat de intekenaars van de marktbevraging de mobiliteitsimpact ten volle in kaart moesten brengen bij de indiening van hun dossier. U zegt nu dat dat inderdaad nog niet het geval is, dat ze nog geen volledige tekening hebben gemaakt van de mobiliteitsimpact, en dat dat pas voor een latere fase zal zijn. Dat is dus één ding dat toch al verduidelijkt is.
U zegt dat de lokale besturen in 2020 op de hoogte gebracht zijn. De recreatiezone, hoe die ingevuld kon worden: u hebt zelf de opsomming gedaan. Er stond ook ‘openbaar groen’ bij, uiteraard is er toen geen protest geweest. Ik heb het daarnet al gezegd: nu is dat er duidelijk wel. De gemeenteraden van Mortsel en Borsbeek hebben zich hier heel duidelijk tegen uitgesproken. Zij zijn het er niet mee eens, omdat ze vanop het terrein zelf zien dat dat geen goed idee is.
Als er maar één reactie gekomen is op die marktbevraging, is dat dan geen teken aan de wand? Is dat geen duidelijk signaal dat er maar beperkte interesse is, dat een harde recreatieve invulling van het terrein geen draagvlak kent en niet rendabel zal zijn? Iedereen met wie ik spreek die iets kent van de pretparksector, zegt: “De kans dat dat zal ‘marcheren’, is quasi miniem.” Ook vanuit de economische logica, vanwege de weinige interesse die er is, lijkt me dat een heel duidelijk iets te zijn. En ik geef maar een suggestie mee: een stadsrandbos zou ook perfect kunnen. Dat is een prima invulling van recreatie. Deze grond heeft de Vlaamse overheid al, waarom die niet inzetten voor de Blue Deal, de bebossing, natuurontwikkeling? Dat zijn dingen die veel meer aansluiten op wat er daar nodig is.
Naast de bijkomende opmerking die ik heb gegeven, is mijn bijkomende vraag dus: minister, vindt u dit zelf eigenlijk een goed idee? Wat is uw persoonlijke appreciatie hiervan, in deze wijk? Met wat u weet over mobiliteit daar, de noden die er zijn, de keuzes die jullie als Vlaamse Regering willen maken over nood aan extra bebossing, vindt u dit zelf een goed idee, en de beste mogelijke ontwikkeling voor die zone? Of gebeurt dit gewoon bij gebrek aan alternatief, omdat niemand zich eraan wil wagen daar effectief iets op poten te zetten, omdat ze weten dat harde recreatie daar gewoonweg niet rendabel is?
Minister Peeters heeft het woord.
Geen Antwerpenaren meer in de zaal? (Opmerkingen van de voorzitter)
U mag ook aansluiten.
Mijnheer Annouri, u vraagt of ik dit persoonlijk een goed idee vind en of ik gesproken heb met de lokale besturen. Het gaat hier over een ruimtelijk uitvoeringsplan waarmee zones zijn ingetekend die duiden wat waar kan.
Twee: De luchthavenexploitatiemaatschappij heeft duidelijk laten weten geen interesse te hebben.
Drie: We zijn al bezig met de ontwikkeling van dat gebied. Op de site van de stelplaats Zurenborg in Antwerpen, die dringend aan vernieuwing toe was, is De Lijn op dit ogenblik een nieuwe stelplaats aan het bouwen. Natuurlijk begrijp ik dat de Groenfractie zegt, ondanks dat een site op een gewestplan of een ruimtelijk uitvoeringsplan een bestemming heeft gekregen, dat zij vindt dat daar een bos moet komen. Ik kan dat perfect begrijpen. Maar op dit ogenblik is er een juridisch criterium, met name een ruimtelijk uitvoeringsplan, dat zegt dat daar een kmo-zone kan komen, dat er een recreatiegebied is, dat er hotelfaciliteit kan komen, dat er recreatie kan komen en dat er ook groen kan komen. Maar er heeft geen enkele ondernemer ingeschreven die zei dat hij op die site een bos wilde maken. Dat had gekund want het was een openbare aanbesteding in het Europees Publicatieblad. Dat is niet gebeurd.
Er is inderdaad maar één inschrijver die er een themapark wil van maken dat past binnen de randvoorwaarden en de contouren van het ruimtelijk uitvoeringsplan. Dat ruimtelijk uitvoeringsplan is op dit ogenblik niet onderhevig aan een procedure bij de Raad van State. Klaarblijkelijk heeft iedereen ingestemd dat deze ontwikkelingen daar kunnen. Het verdere verloop is dat men een omgevingsvergunning zal moeten aanvragen. Er zal ook al dan niet een project-MER moeten worden opgemaakt. De lokale besturen zullen al dan niet een omgevingsvergunning afleveren, tenzij het van een hogere categorie is en het de provincie is. Daar ga ik mij op dit ogenblik niet over uitspreken.
Wij hebben de vraag gekregen om die terreinen op de markt te brengen, conform de uitvoering van het ruimtelijk uitvoeringsplan. Dat is gebeurd in samenspraak met VLAIO. We zullen nu kijken hoe het verder verloopt.
Dat er maar één iemand heeft ingeschreven voor de site van het recreatiegebied komt, denk ik, omdat er vandaag de dag niet zoveel ondernemers bezig zijn in dat verhaal van pretparken, themaparken en hotelaccommodaties. Net zomin als ik iemand heb gezien die iets ingediend heeft om er een grootschalig bos van te maken. Het had ook gekund, maar die aanvraag hebben we niet gekregen. Ook voor de kmo-zone hebben we geen aanvragen gekregen. Het voorstel is dat VLAIO gaat samenzitten met de provinciale ontwikkelingsmaatschappij (POM) om te kijken wat men met het terrein dat voor kmo bestemd is, zal doen.
Kortom, het dossier zal zijn verdere verloop kennen. Gaat men een project-MER opstellen? Gaat men een omgevingsvergunning aanvragen? Alleszins zal men rekening moeten houden met de impact op de mobiliteit, zoals dat voor eender welk grootschalig project gebeurt. Het is geen individuele woning, het is geen groepswoningbouw. Er zal uiteraard mobiliteitsgerelateerd rekening mee moeten worden gehouden, bij de opmaak van de vergunning. Ik ga ervan uit dat de werkgroep uit het verleden en de vervoerregio zich daarover zullen buigen, evenals de lokale besturen die al dan niet de vergunning zullen afleveren.
Kortom, binnen de huidige contouren en binnen het huidige juridische kader kan dit. We zullen bekijken hoe het nu allemaal verder verloopt.
Mijnheer Van de Wauwer, ik ga nog even in op uw vraag over het behouden van de terreinen om te kijken hoe het verder loopt met de masterplannen en de ontwikkeling van de luchthaven.
We hebben altijd heel duidelijk de volgende boodschap gegeven. Op basis van de maatschappelijke kostenbatenanalyse en de daaraan gekoppelde visienota werd duidelijk de keuze gemaakt om niet voor een extreme groei van de luchthaven te gaan. We gaan de luchthaven daar niet uitbreiden. De LEM had in principe een optie kunnen nemen op die terreinen, maar ze heeft altijd aangegeven geen interesse te hebben. Vandaar dat De Lijn al kon starten met de bouw van de stelplaats. Wij kiezen niet voor extreme groei, we beperken ons tot waar de luchthaven nu zit, maar we kijken wel naar tal van innovatieve toepassingen. Daar zal een toekomstgericht masterplan verder op ingaan.
Wat kan er nog binnen de huidige contouren van de exploitatievergunning? Wat kan er nog aan bijkomende ontwikkeling van de luchthaven? Het zal alleszins niet gaan over uitbreiding met deze percelen. Die keuze is al gemaakt in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP), maar het is ook een bewuste keuze van de LEM zelf want ze heeft nooit gezegd dat ze een bijkomende hotelfaciliteit op die site wilde, ten behoeve van de luchthaven. Die keuze is nooit gemaakt. Vandaar de oproep om, in samenspraak met VLAIO, te kijken hoe we invulling kunnen geven aan de kmo-zone en aan de recreatiezone.
Er is op dit ogenblik één inschrijver. We zullen het verdere vergunningstraject uiteraard blijven opvolgen, vooraleer er een recht van opstal wordt verleend. Er zal sowieso een mobiliteitsplan uitgewerkt moeten worden, zoals dat heel concreet mee is opgenomen.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Minister, ik denk dat u mijn oproep niet volledig begrepen hebt om binnen het masterplan naar andere pistes te kijken. Er was een oproep om de piste van een sluiting, die binnen de maatschappelijke kosten-batenanalyse als meest interessante optie naar voren kwam, ook te bekijken. En dan te bekijken wat er met het geheel van die site kan gebeuren, wat de verschillende invullingen kunnen zijn.
U hebt gezegd dat binnen het huidige juridische kader de invulling van dit themapark perfect kan. Maar het is niet omdat iets binnen een juridisch kader kan, dat dit ook wenselijk is en de beste piste is. Ik ben nog altijd overtuigd dat we het best naar een andere invulling van die hele site kunnen gaan. Het zou jammer zijn als we nu de hele site zouden hypothekeren indien we dat themapark, waar volgens mij weinig vraag naar is – al is het niet aan mij om dat in te schatten –, zouden toelaten. Maar laat ons nu een verdere invulling als alternatief voor de luchthaven tegen 2039, wanneer de exploitatievergunning afloopt, niet hypothekeren.
De heer Annouri heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoorden. We zijn het grondig oneens. Heel wat mensen uit de buurt vragen om die verlieslatende luchthaven te sluiten en een park in de plaats te geven. Deze Vlaamse Regering behoudt de luchthaven en geeft een pretpark over vliegtuigen erbovenop. Dat is de wereld op zijn kop natuurlijk, en dat gaat volledig in tegen dat wat de buurt nodig heeft.
U zegt, als ik het goed begrijp – misschien ben ik daar te optimistisch in –, tussen de lijnen door dat er nog heel wat procedures moeten worden doorlopen, en dat is ook effectief zo. Ook zegt u dat de lokale besturen zich nog zullen kunnen uiten. Ik denk dat ze dat hebben gedaan, ik denk dat ze moedig zijn, dat ze duidelijk in Borsbeek en Mortsel hebben aangegeven dat ze het niet eens zijn. Ze hebben in de gemeenteraad deze week unaniem gestemd om van de Vlaamse Regering te eisen om op hun stappen terug te komen. Ze zijn het niet eens met de Vlaamse Regering. U gaat daar niet op in, u zegt dat de procedure loopt. Ik ben ervan overtuigd dat de strijd zal blijven worden gevoerd en dat het uiteindelijk niet zover hoeft te komen.
Als ik nog een punt mag maken: u hebt het zelf gehad over de stelplaats van De Lijn die daar gaat komen. Weet u, minister, dat om die stelplaats te bouwen, men het equivalent van honderd olympische zwembaden water heeft moeten oppompen? Als u die Captain Jack daar zou laten bouwen, zal het nog om veel meer water gaan. Waar zit de voorbeeldfunctie van Vlaanderen als het gaat om het behoud van de sponsfunctie in natuurgebieden, de bebossing waar minister Demir voor pleit? Deze regering zegt één ding en doet in de praktijk het tegenovergestelde, zaken die onlogisch en inefficiënt zijn. Ik hoop en ben overtuigd dat het verzet tegen dit zeer slechte idee zal blijven bestaan en dat het niet zover hoeft te komen, maar voorlopig hoeven die mensen uit de buurt in de Vlaamse Regering blijkbaar geen bondgenoot te zoeken.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.