Report meeting Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Report
Goeiemorgen, collega’s. Hier buiten worden wat interviews afgenomen voor Complimentendag, dus allereerst mijn complimenten om hier vandaag allemaal zo vroeg te zijn.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter. Ik dacht dat Complimentendag begin maart is, maar ik wil u alvast complimenteren met de goede manier waarop u deze commissie voorzit.
Minister-president, ik zal u een complimentje geven na het beantwoorden van de vraag, als ze goed beantwoord is, als dat goed is voor u. (Gelach)
Minister-president, ten laatste op 15 januari konden cultureelerfgoedorganisaties een aanvraag indienen voor werkingssubsidies. Onze cultureelerfgoedorganisaties, onze musea, onze archieven hebben allemaal hun best gedaan om een goed dossier in te dienen. We zijn eens gaan snuisteren op de website van het departement, maar daar is er tot op heden nog maar weinig over terug te vinden. Toen de gelijkaardige ronde bij het Kunstendecreet in die fase zat, vonden we op de website van het Departement Cultuur, Jeugd en Media toch al wat meer informatie.
De reden daarvoor is misschien dat er voor deze beoordeling, anders dan bij het Kunstendecreet, niet wordt gewerkt met een draaiboek voor de beoordelingsprocedure maar met een huishoudelijk reglement, waarin de dagelijkse interne en externe aangelegenheden over de werking van de commissies en externe experten geregeld zijn, en waarin ook de deontologische code is opgenomen. Ook dat huishoudelijk reglement vinden we niet terug op de website van het departement. Daarom heb ik een aantal vragen voor u.
Hoeveel aanvraagdossiers werden ingediend en hoeveel daarvan werden ontvankelijk verklaard?
Wat is het totaal aangevraagde subsidiebedrag voor werkingssubsidies door cultureelerfgoedorganisaties?
Hoeveel beoordelingscommissies werden er samengesteld? Graag ook een toelichting over de samenstelling van de beoordelingscommissies en de toewijzing van de aanvraagdossiers per commissie, want deze informatie ontbreekt ook op de website van het departement.
Mijn laatste vraag is: hoe werden de leden van de beoordelingscommissies voorbereid op hun belangrijke taak? Kunt u toelichting geven bij het huishoudelijk reglement van de beoordelingscommissies?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mevrouw Brouwers, vooraleer ik inga op uw, zoals altijd zeer pertinente en gedetailleerde, vragen kan ik u meegeven dat de praktische afspraken voor de erfgoedronde wel degelijk opgenomen zijn in een draaiboek. Dat werd opgesteld door het Departement Cultuur, Jeugd en Media, in samenspraak met de Adviescommissie Cultureel Erfgoed. Dat draaiboek staat naast het huishoudelijk reglement, dat formele bepalingen voor de advisering bevat, waaronder de deontologische regels.
Beide documenten zijn op gelijkaardige wijze opgesteld als voor de kunstenronde. Het klopt dat deze documenten niet terug te vinden zijn op de webstek van het departement. De reden daarvoor is eenvoudig: het gaat om documenten die specifiek bedoeld zijn voor de commissieleden en die dus weinig informatiewaarde hebben voor het grote publiek. Het departement heeft die documenten daarom enkel bezorgd aan de commissieleden.
Beide documenten bevatten geen geheimen en kunnen op eenvoudig verzoek opgevraagd worden bij het departement.
De namen van de commissieleden staan ook niet vermeld op de webstek van het departement. Het departement wil daarmee vermijden dat commissieleden tijdens de beoordeling persoonlijk worden benaderd. Tegelijk begrijpen we ook de vraag van de sector om te weten wie hun aanvraag beoordeelt. In het kader van de aanvraag is er een gesprek voorzien met de commissie. Kort voor het gesprek wordt de samenstelling van de commissie meegedeeld aan de aanvrager.
Ook hier wil het departement daarover transparant communiceren naar de buitenwereld, als daar vraag naar is. Volgens de interne afspraken binnen het departement kan de samenstelling van de commissies meegedeeld worden via de webstek nadat de adviezen publiek gemaakt zijn.
Dan ga ik in op uw vragen.
Er werden op 15 januari 2023 84 aanvragen ingediend. Alle aanvragen waren ontvankelijk. Ik kan ook meegeven dat daar 13 nieuwe aanvragen tussen zitten: 5 musea, een cultureelarchiefinstelling, 5 erfgoedbibliotheken, een landelijke dienstverlenende rol en een erfgoedpublicatie.
Wat het totaal aangevraagde subsidiebedrag betreft: er is in totaal voor 55,4 miljoen euro aan werkingssubsidies aangevraagd door de sector. Dezelfde organisaties ontvangen in 2023 voor 34,3 miljoen euro aan werkingssubsidies. Dat betekent dus dat de sector globaal een verhoging met 21,1 miljoen euro vraagt, wat neerkomt op een stijging van 61 procent. Dat is fors, ‘iets meer’ dan de indexering.
Er zijn vijf beoordelingscommissies, respectievelijk voor de behandeling van aanvragen van de landelijke musea, de bovenlokale musea, de culturele archieven en erfgoedbibliotheken, de landelijke dienstverlenende rollen en de organisatie immaterieel erfgoed, en ten slotte de erfgoedpublicaties. Naast deze vijf beoordelingscommissies is er ook een afstemmingscommissie, die de adviezen over de commissies heen op elkaar afstemt.
U vroeg ook toelichting bij de samenstelling van de beoordelingscommissies. Er wordt dus gewerkt met vijf commissies. Iedere commissie behandelt daarbij de aanvragen van dezelfde werkvorm. Afhankelijk van het aantal aanvragen kunnen er ook verdere opdelingen gebeuren of werkvormen samengenomen worden. De musea zijn bijvoorbeeld de grootste groep. Daarom zijn er twee museumcommissies: een voor de bovenlokale en een voor de landelijke musea.
Deze manier van werken staat ook beschreven in het draaiboek en is doorgesproken met de Adviescommissie Cultuur Erfgoed. Dat is de commissie die toeziet op het kwalitatieve verloop van het beoordelingsproces.
De samenstelling van de commissies gebeurde door het departement in afstemming met mijn kabinet. Bij de samenstelling stonden er twee principes centraal: het verzekeren van voldoende expertise en het vermijden van betrokkenheden. Daarnaast is er ook gekeken naar een evenwichtige man-vrouwverhouding en de spreiding over Vlaanderen.
Ik kan ook meegeven dat ik erg tevreden ben met de respons die we kregen uit de sector om op te treden als expert. Meer dan tweehonderd personen stelden zich kandidaat. Dankzij die respons zijn we erin geslaagd om de beoordelingscommissies op een kwalitatieve en evenwichtige manier samen te stellen. Bij dezen wil ik de sector dan ook nog eens bedanken voor zijn inzet.
Ten slotte wil ik het nog hebben over het vermelden van de samenstelling van de commissies op de webstek van het departement. Zoals meegegeven in de introductie worden de organisaties op de hoogte gebracht van de samenstelling van de commissies, maar wordt dat nog niet gecommuniceerd via de webstek van het departement. Dat kan gebeuren in een latere fase, nadat de adviezen publiek gemaakt zijn.
Hoe werden de leden voorbereid op hun adviesopdracht? Daarvoor zijn verschillende initiatieven ondernomen. Op 2 december 2022 organiseerde het departement een informatiesessie voor de experten die kunnen worden aangeduid als commissielid. Op die informatiesessie kwam de procedure voor de erfgoedronde aan bod, zoals ze ook beschreven staat in het draaiboek, en er werd een toelichting gegeven bij het huishoudelijk reglement. Deze documenten werden uiteraard ook aan de leden bezorgd.
In de tweede helft van januari werd er een startvergadering georganiseerd per commissie. De commissieleden kregen daar een uitgebreide briefing over het verloop van de erfgoedronde. Daarbij kwamen zaken aan bod zoals de procedure, het wettelijk kader en de criteria die behandeld moeten worden, naast ook een aantal praktische zaken zoals de planning van de vergaderingen of de toegang tot het digitale portaal. Voor de voorzitters van de commissies was er daarnaast nog een afzonderlijke voorbereidende vergadering.
Er werden door het departement ook verschillende hulpmiddelen ter beschikking gesteld aan de commissieleden. Per commissie is er bijvoorbeeld een Teamsportaal opgezet waar de commissieleden alle relevante informatie kunnen terugvinden. Voor de commissieleden zijn er ook handleidingen en sjablonen opgemaakt. Het opmaken van de adviezen gebeurt via het digitale KIOSK-portaal van het departement.
Bij de advisering zijn er, terecht, bezorgdheden naar betrokkenheden. Doorheen het proces is er daarom veel aandacht besteed aan de deontologie. Alle commissieleden werden bevraagd over mogelijke betrokkenheden. Dat gebeurde zowel bij de samenstelling van de commissies als op de startvergadering. Om elke twijfel uit te sluiten, stemde het departement daarover nog af met de voorzitter van de Adviescommissie Cultureel Erfgoed, nadat de commissies waren samengesteld en mogelijke betrokkenheden gemeld. Zodra een commissielid rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken is bij een aanvraag, kan dat commissielid niet aanwezig zijn bij de advisering van dit dossier en de betreffende documenten niet raadplegen.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Dank u wel, minister-president. Ik wil u ook een complimentje geven voor het uitgebreide antwoord. Daarmee weten we toch iets meer, want er is echt wel een verschil op de website tussen hoe dat rond het Kunstendecreet werd gecommuniceerd en hier voor het Cultureelerfgoeddecreet. Er is daar een licht verschil. Maar u hebt helemaal uitgelegd dat er toch transparantie komt en zeker naar de organisaties, maar allemaal op een goed moment. Ik denk dat het niet slecht is om dat ‘just in time’ te doen zodat er ook niet te veel tijd is om toch maar mensen proberen te beïnvloeden. Ik zie dat de administratie daar wel aandacht voor heeft. Ook voor die deontologie, waar u op het einde nog naar verwees, dat is zeer belangrijk. Stel dat een van de organisaties een negatief advies krijgt en ze gaan in beroep en er komt een heel proces van, en men komt nadien te weten dat er in die beoordelingscommissie iemand zat die eigenlijk op een of andere manier wel betrokken partij was, zou dat toch een beetje jammer zijn en heel de procedure onderuit kunnen halen. Ik vind het dus zeer goed dat daar heel veel aandacht voor is.
Ik ben wel wat geschrokken van het aantal aanvragen – er zijn er 84, 13 nieuwe – en de som. Als iedereen een positief advies zou krijgen, moet u bij wijze van spreken 21 miljoen euro gaan zoeken. We weten wel dat het zover niet zal komen en dat er doorheen de procedure allicht een aantal zullen uitvallen. Dat is jammer genoeg altijd zo, jammer voor die organisaties. Maar toch vraag ik mij af: stel dat er toch meerkosten komen. We hebben nu 34,3 miljoen euro ingeschreven in 2023. Als we de komende jaren meer gaan nodig hebben, is dat ergens voorzien of gaat u dat voorzien? Eventueel zal dat pas bij de volgende begrotingsronde moeten, veronderstel ik.
Ik was ook heel tevreden dat er dan toch een draaiboek was, want dat was ons ook ontgaan.
Ik had eigenlijk wel wat vragen over de budgetten, maar daar kunt u allicht nog niet zo heel veel over zeggen. We moeten natuurlijk de procedure ook afwachten. Dank u wel.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik heb van een groot staatsman geleerd: los de problemen op wanneer ze zich voordoen. Die man is u ongetwijfeld niet onbekend. Begrotingen worden opgesteld bij begrotingen. We zullen dus eerst kijken wat uit die ronde komt en dan zien wat noodzakelijkerwijze moet gebeuren op begrotingsvlak.
De vraag om uitleg is afgehandeld.