Report meeting Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over het hoge aantal wagens dat afgekeurd wordt op grond van de deeltjestellertest
Report
Mevrouw Mertens heeft het woord.
Minister, sinds 1 juli 2022 worden dieselauto’s op de technische controle onderworpen aan een verfijnde roetfilter- en deeltjestellertest of PN-meting. Die maatregel was nodig om roetfilterfraude aan te pakken en de luchtkwaliteit te verbeteren, wat natuurlijk onze gezondheid, het milieu en het klimaat ten goede komt. Die milieutest is, zoals we weten, van toepassing op alle personenwagens en lichte vrachtauto’s met een dieselmotor vanaf Euro 5 en hoger.
De focus van die maatregel ligt dus vooral op het aanpakken van fraudeurs die bewust de roetfilter weghalen of laten verwijderen uit hun voertuig. Alleen kan die nieuwe roetfiltertest geen onderscheid maken tussen een kapotte roetfilter of een bewust verwijderde of gefraudeerde roetfilter.
Via schriftelijke vraag nr. 342 van 7 december 2022 vernam ik dat niet alle deeltjestellers aangesloten zijn op een centrale database waardoor de exacte meetgegevens niet allemaal bijgehouden worden. Ook worden de gedetailleerde meetgegevens van de roetfiltertesten niet weergegeven op het keuringsbewijs en op de Car-Pass. Hierdoor blijven er mijns inziens kansen liggen om de echte roetfilterfraude, de fraudeurs, de rotte appels op te sporen. Daarom pleit cd&v voor een centrale database en willen we ook de gedetailleerde resultaten van de roetfiltertest op het autokeuringsbewijs en – als het kan voor onze federale collega's – de Car-Pass.
Met een centrale database waarin alle meetgegevens bewaard en gelinkt worden aan de verschillende automerken en -modellen is het mogelijk om te evalueren hoe die verschillende modellen, voertuigklassen of emissiebehandelingssystemen presteren. Als we die meetgegevens, dus de exacte meetresultaten van de roetfiltertest, ook op de Car-Pass zetten, kan ook een koper van een tweedehandswagen de staat van die wagen beter beoordelen. Ten slotte is het voor een eigenaar van een wagen ook belangrijk om de toestand van zijn roetfilter mee op te volgen, en dat kan door die exacte meetresultaten ook op het keuringsbewijs te zetten. Op die manier kan iedereen en zijn of haar garagist de staat van de wagen beter beoordelen en ook goed opvolgen. Zo worden extra kosten aan motor, injectoren en dergelijke vermeden door te lang door te rijden met een kapotte of verstopte roetfilter.
Dat brengt mij tot volgende vragen, minister. Wat vindt u van dit voorstel om een centrale database aan te leggen en bij te houden? Hoe staat u tegenover het voorstel om de exacte meetgegevens te vermelden op de Car-Pass en het keuringsattest? Hoe analyseert en evalueert u, minister, momenteel het fraudebeleid rond de verfijnde roetfiltertesten? Dank u.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, sinds 1 juli van vorig jaar zijn er in een half jaar tijd ruim 15 keer meer moderne dieselauto’s afgekeurd wegens een te hoge fijnstofuitstoot dan in heel 2021. In totaal gaat het om ruim 33.000 auto’s van Euro 5- en Euro 6-norm, tegenover bijna 2100 auto’s in 2021. Dat zijn dus 33.000 mensen die niet weten of ze binnen enkele maanden nog met hun voertuig zullen mogen rijden. Dat zijn 33.000 mensen die in de onzekerheid geduwd worden.
Volgens u komt dat omdat eigenaars nu onvoldoende op de hoogte zijn van de toestand van hun wagen. U ziet een oplossing in een centrale database waarin terug te vinden is hoeveel deeltjes het voertuig precies uitstoot. U bent ook van mening dat mensen duurdere ingrepen kunnen vermijden wanneer het exacte uitstootcijfer vermeld wordt op het keuringsbewijs. Dat is echter geen grondige oplossing voor het probleem met de roetfilters. Garagehouders pleiten ervoor dat een aanpassing van de software van de voertuigen een oplossing kan zijn, maar blijkbaar heeft niemand daar oren naar.
Minister, mijn vraag is welke stappen u reeds hebt ondernomen naar de garagesector en de constructeurs toe, zodat ze ten gronde voor een oplossing voor de gedupeerde automobilisten kunnen zorgen. Nog niet alle garagehouders hebben de nodige apparatuur om de nodige controles uit te voeren. Bent u bereid om de huidige roetfiltertest op te schorten, tot alle garagehouders de nodige apparatuur hebben geïnstalleerd?
En ten slotte: tot vandaag bleef u doof voor de vragen van de getroffenen en de garagesector. Die argumenteren dat ze niet meteen een pasklare oplossing hebben voor heel wat getroffen autobestuurders. Als u hier doof voor blijft, is mijn eenvoudige vraag welke oplossing u hebt voor de sector en de getroffen automobilisten.
Dank u wel.
Minister Peeters heeft het woord.
Voor alle duidelijkheid: ik ben niet doof. Alles wat roetfilters en de werking in onze keuringscentra aangaat, blijven we continu opvolgen en monitoren. We hebben daar, wat dat betreft, ook maandelijks overleg met onze administraties, met de keuringscentra en ook met de andere gewesten.
Ik ben niet doof, maar ik lees ook wat ik lees. Mevrouw Mertens, ik heb uw artikel er nog eens bij gehaald waar u eind november in Het Belang van Limburg laat optekenen dat u zegt om te stoppen met het afkeuren van wagens op basis van de nieuwe roetfiltertest tot er meer informatie beschikbaar is. Welke wagens worden er afgekeurd? Hoe oud zijn deze wagens? Van welke merken zijn ze? Et cetera.
Ik wil nu toch even duidelijk stellen wat ik ook al een paar keer herhaald heb: we hebben die roetfiltertesten ingevoerd – ik verwijs naar wat zich in 2020 afspeelde – met de goedkeuring van alle fracties, over de meerderheid en oppositie heen. Het kon niet snel genoeg zijn, ook al was de regelgeving niet in orde, ook al waren er nog alleen maar prototypes en nog geen roetfiltertesten op de markt, eenieder riep toen om het onmiddellijk te doen. Ik vind het dan heel vreemd als ik in Het Belang van Limburg moet lezen dat iemand oproept om te stoppen met de roetfiltertesten. Ik begrijp dat niet.
Voor alle duidelijkheid: wij hebben die roetfiltertesten ingevoerd na heel grondig overleg met de andere gewesten, na heel wat onderzoek, en na aanpassing van de regelgeving die ook binnen de Vlaamse Regering is goedgekeurd. En we hebben die regelgeving juist doorgevoerd omwille van de gezondheidsproblematiek. We weten dat een slechtwerkende roetfilter heel veel stofdeeltjes uitstoot, en stofdeeltjes hebben een impact op de gezondheid. Er zijn heel veel mensen met long- en luchtwegenproblemen; voor hen willen we juist dat er een halt wordt geroepen aan een slechtwerkende roetfilter, ongeacht of dat nu uit onwetendheid is of door fraude. Alleszins moet eenieder een goedwerkende roetfilter hebben. Vandaar dat deze regelgeving werd doorgevoerd.
Om dan op de vragen te komen over de stand van zaken: het afkeurpercentage bedraagt op dit ogenblik 7 procent, en het zijn voornamelijk de voertuigen uit de jaren 2010-2012 – met name de voertuigen met een Euronorm 5a – die meer kans hebben op een afkeuring. We zullen allemaal wel beseffen dat een voertuig dat vandaag elf tot dertien jaar oud is, qua luchtkwaliteitseisen misschien niet meer helemaal up-to-date is.
Ik heb beslist om vanaf 1 december 2022 bij afkeuring vanwege de emissietest een code 5 te voorzien. Wat betekent die code 5 specifiek? Dat wil zeggen dat een voertuig dat afgekeurd wordt vanwege die roetfiltertest tot aan de volgende periodieke keuring de tijd heeft om aan de voorschriften te voldoen. Dat betekent dat als je in maart 2023 wordt afgekeurd vanwege een slechtwerkende roetfilter, je de tijd hebt om dat in orde te brengen tot maart 2024. Men heeft dus ruim de tijd. En een filter bestellen, mevrouw Mertens, wat dat betreft valt niemand zonder auto. Men heeft tot de volgende periodieke keuring de tijd om dat in orde te brengen. Wil je natuurlijk voorkomen dat je een impact hebt op de luchtkwaliteit, of wil je juist zorgen dat je een goede impact hebt en geen roetdeeltjes uitstoot, dan is het natuurlijk aangewezen om die roetfilter sneller te laten testen.
Dan kom ik tot de vraag om de meetgegevens op een keuringsbewijs en op de Car-Pass aan te duiden. Op dit ogenblik is er één keuringsinstelling, met name Autoveiligheid – die is actief in Limburg, een deel van Vlaams-Brabant, en een deel van de provincie Antwerpen – die er nu al voor zorgt dat de waarden op het keuringsbewijs vermeld worden. Vanaf 1 maart zullen ook de andere erkende keuringsondernemingen dit initiatief gaan volgen. Bovendien zullen alle meetgegevens ook mee opgenomen worden in de nieuwe voertuigemissiedatabank van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) zodat zij ook toekomstgericht kunnen monitoren.
Wat Car-Pass betreft, als het gaat om een tweedehandsvoertuig: wij zijn geen rechtstreeks betrokken partij bij Car-Pass. U weet dat Car-Pass een verhaal is dat bij de federale overheidsdienst (FOD) Economie zit. Alleszins, als men een tweedehandsvoertuig koopt, is daar ook altijd een keuringsattest bij. Men moet gaan keuren vooraleer de verkoop plaatsvindt. Op die keuringsattesten zullen dan sowieso de gemeten waarden van de roetfilter opgenomen worden.
Als de FOD Economie dat keuringsattest, en ook op de Car-Pass, die elementen mee wil opnemen, dan kan hij dat uiteraard gewoon door de resultaten af te nemen van het keuringsattest.
Mijnheer Verheyden, u vraagt of ik doof blijf voor de sector. Ik denk dat ik dat al in alle toonaarden ontkend heb. Er is regelmatig overleg geweest, onder andere met TRAXIO, de sectorfederatie van de garagisten. In samenwerking met Educam heeft TRAXIO in oktober een briefing gedaan naar alle garagisten, met een handleiding voor hoe men moet omgaan met een defecte roetfilter, en hoe die onderhouden moet worden. Bovendien staat het garagisten vrij om zelf een meettoestel aan te schaffen. Er zijn meettoestellen op de markt, en ook de meettoestellen die door onze keuringscentra worden gebruikt, zijn op de markt. Zoals ik al zei, heb ik ook als tijdelijke overgangsmaatregel geswitcht van code 3 naar code 5, dat is met name het verschil van drie maanden tot een volgende periodieke keuring, of tot een jaar, vooraleer men aan de voorschriften moet voldoen. Wat dat betreft geef ik dus zeker gevolg aan de vragen die leven, en aan de vragen van de sector.
Ik hoop, collega’s, dat we daarmee een en ander verduidelijkt hebben en dat uw vragen beantwoord zijn.
Mevrouw Mertens heeft het woord.
Bedankt, minister, voor de duidelijke uitleg. In het artikel van november, in Het Belang van Limburg, heb ik inderdaad mijn bezorgdheden aangehaald rond de meetresultaten en rond bepaalde types wagens. We konden op geen enkele manier fraude opvolgen. Fraude kan gepleegd worden door de eigenaar van de wagen, maar natuurlijk niet alleen door de eigenaar. Het zou ook bij de fabrikanten kunnen, of bij de garagisten, zonder dat ik iemand met de vinger wil wijzen.
We hebben onlangs nog de artikels gezien over de hybride wagens waarvan de effectieve uitstoot op de weg een pak hoger ligt dan wat de meetresultaten in een labo weergeven. Ik vind het heel belangrijk dat de fraudeurs aangepakt worden, en niet de mensen die te goeder trouw een auto kopen.
U hebt daarjuist aangehaald dat de meetwaarden op de keuringsattesten zullen komen, en dat er ook een voertuigemissiedatabank komt, wat zeker een goede zaak is. Het lijkt ons een heel goed idee. In verband met de Car-Pass haalde u aan dat op het keuringsattest de meetresultaten vermeld zullen worden, maar ook daar is er een mogelijk tijdsverloop tussen het keuren van de wagen en de effectieve overhandiging van de wagen. Daarom leek het ons beter om ook die meetresultaten op de Car-Pass te zetten. Op die manier kunnen de opeenvolgende resultaten opgevolgd worden, net zoals bij de kilometerstand. Je ziet dan jaar na jaar de effectieve uitstoot van de wagen. Als je bijvoorbeeld een wagen koopt met een aantal deeltjes van 150.000 en een jaar later blijkt dat het plots meer dan een miljoen deeltjes zijn, dan weet je dat er mogelijk iets misgelopen is. Daarom leek het ons verstandig om die resultaten op de Car-Pass te vermelden.
We kijken uit naar de vermelding van die resultaten, en we hopen dat dat samengaat met het goed informeren van de mensen over hoe ze die resultaten moeten bekijken en interpreteren. Dan gaan ze niet meer plots zonder wagen gezet worden, zoals dat nu soms toch wel het geval is.
De heer Verheyden heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister, maar ik heb eigenlijk niets nieuws gehoord. Ik denk dat het u wel niet zal verbazen dat ik nog maar eens langs ben geweest bij een aantal garagisten. Die mensen zien mij tegenwoordig graag komen. Wat blijkt? Er is inderdaad, sinds de laatste keer dat ik u ondervroeg, helemaal niets veranderd. Totaal niet!
Volgens nogal wat garagisten gaat het wel om bepaalde merken en bepaalde types van wagens die getroffen worden. Er zou dus het best onderzocht worden wat de oorzaak is van het probleem. Het gaat hier over ervaren garagisten, mensen die al jaren in het vak zitten, en zij zeggen dat het wellicht aan de software ligt. Maar het blijkt dat de constructeurs dat onderzoek niet willen doen. Zij redeneren namelijk dat ze destijds wagens hebben afgeleverd die toen beantwoordden aan eerdere technische vereisten. U hebt tijdens het spel de regels veranderd. Wat men nu aanpakt, is volgens de garagisten een gevolg van het probleem, en dus niet de oorzaak.
Er zijn ook nog altijd problemen met sommige meettoestellen, minister. Sommige garagisten zijn al aan hun derde toestel toe. Misschien kunt u de constructeurs niet dwingen om de oorzaak aan te pakken, minister, maar u kunt wel bemiddelen. Dat is ook wat heel wat garagisten vragen: dat u zou bemiddelen om de constructeurs te bewegen om de oorzaak aan te pakken. Er is dus een grote kans dat het om de software gaat, maar dat vereist bijkomend onderzoek en dat willen de constructeurs zelf helemaal niet uitvoeren.
U kunt ook de test zelf laten evalueren, want de wijze waarop die gebeurt, roept bij garagisten ook heel veel vragen op.
Mijn vraag is dan ook eenvoudig: bent u bereid om met die opmerkingen van het veld, van de garagisten, aan de slag te gaan? Bent u bereid om te gaan bemiddelen bij de constructeurs? Of laat u liever de duizenden automobilisten die nu getroffen worden, aan hun lot over, minister?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Verheyden, ik heb geen spelregels veranderd, voor alle duidelijkheid. Aan die nieuwe roetfiltermeting is heel wat communicatie en overleg met alle betrokken sectoren voorafgegaan. Het is in werking sinds 1 juli 2022. Aan de roetfiltermeting heb ik niets veranderd. Het is ook niet aan mij om dat te doen. Er worden gehomologeerde toestellen, die op de markt zijn, gebruikt. Het is dus niet aan mij, en ik heb geen spelregels veranderd.
Wat ik wel veranderd heb, naar aanleiding van uw vorige vraagstelling maar niet onmiddellijk direct in navolging van uw vorige vraag, is dat ik op 1 december 2022 van code 3 naar code 5 ben gegaan. Zoals ik daarstraks al zei, moeten mensen niet binnen de drie maanden aan de voorschriften voldoen, maar binnen het jaar. Waarom heb ik dat gedaan? Omdat we in crisistijden zaten waarbij mensen het sowieso al financieel moeilijk hebben. We hebben tegelijkertijd ook moeten vaststellen dat niet alle garagisten onmiddellijk een hoop roetfilters in hun garage ter beschikking hebben om de mensen binnen een tijdspanne van drie maanden te kunnen helpen. Om te voorkomen dat mensen zich om de drie maanden naar een keuringscentrum zouden begeven om daar weer opnieuw een code 3 te krijgen, en dat altijd maar te herhalen, hebben we dat omgezet naar code 5. We zullen dat verder opvolgen omdat er tout court ook nog een evaluatie gaat komen. Ik heb, wat dat betreft, niets aan de spelregels gewijzigd.
U zegt dat ik de constructeurs moet contacteren. Nu, ik zie en hoor dat er in het begin met een bepaald automerk meer afkeuringen waren dan anders. Men heeft zich in regel gesteld. Men heeft gekeken wat er softwarematig moest worden aangepast. En ik hoor daaromtrent geen klachten meer. Ik heb daarstraks de cijfers gegeven. Het afkeurpercentage vandaag is 7 procent. Het afkeurpercentage is hoger voor de Euro 5a-norm, maar dat heeft niets meer met merken te maken, maar met de leeftijd van die voertuigen.
Dan kom ik aan het verhaal van mevrouw Mertens. Het onderscheid tussen iemand die gefraudeerd heeft en iemand die te goeder trouw een wagen gekocht heeft waarvan in het verleden de roetfilter uit werd gehaald, of de roetfilter gewoon volkomen versleten is, kunnen we niet maken. We doen een controle op basis van het aantal deeltjes dat wordt uitgestoten. De marge ligt hoog. Als ik kijk naar Duitsland, ligt dat een pak lager. Wij gaan pas afkeuren op het moment dat je meer dan 1 miljoen deeltjes uitstoot, en dat zijn er veel. Ik ben zelf, naar aanleiding van de klachten die we een tijdje geleden hadden, naar het keuringscentrum geweest. Ik zag daar veel oudere auto’s, zeker ouder dan tien jaar, die perfect door die deeltjestellerstest kwamen. Sommige hadden een uitstoot van 1000 of 5000, maar ze zaten lang niet aan dat miljoen.
Ik zal de richtlijnen van Educam nog eens aan de heer Verheyden geven: hoe je de roetfilter kunt checken en controleren. We weten dat sommigen zelfs heelder karkassen van auto’s hebben opengemaakt en opnieuw dichtgelast om die roetfilter eruit te halen. Met de meer moderne technieken haalde men gewoon de filter alleen eruit of boorde men er gaten in. Dat is natuurlijk frauduleus, dat is moedwillig. Als men per ongeluk zo’n auto tweedehands heeft gekocht, dan zit men inderdaad met de gebakken peren. Daarom krijgt men nu ruimschoots de tijd tot de volgende herkeuring, om aan de voorschriften te voldoen. Het zijn vooral de oudere auto’s waar er al eens gebreken mee zijn. Maar als 7 procent wordt afgekeurd van die Euro 5a-norm, dan betekent het ook wel dat 93 procent van de auto’s die zich aanbieden, niet worden afgekeurd, en dat zij dus een goed werkende roetfilter hebben.
Dat is waar we het voor doen: de luchtkwaliteit en de gezondheidsaspecten. We willen dat we straks aan 100 procent goed werkende roetfilters zitten. Daar willen we vooral op focussen. Een klein percentage wordt vandaag afgekeurd. De mensen die met dergelijke auto’s rondrijden, moeten ervoor zorgen dat ze in orde zijn. Het wordt alleszins gemeld op de keuringsattesten en het is aan minister Dermagne, denk ik, en aan de FOD Economie, om het desgevallend ook op de Car-Pass te melden. Dank u.
Mevrouw Mertens heeft het woord.
Dank u, minister. Die extra overgangsperiode – zo zal ik het nu eventjes noemen – van een jaar moeten we zeker in het achterhoofd houden mochten die testen nog worden uitgebreid. Die onderzoeken om de testen uit te breiden naar benzinewagens lopen nog. Ik denk dat we ervoor moeten zorgen dat wat nu gebeurd is, nooit meer gebeurt en dat we rekening moeten houden met voldoende tijd zodat mensen hun auto kunnen laten herstellen of geld kunnen bijeenzamelen om hun auto te kunnen laten herstellen.
Verder ben ik heel blij om te horen dat de resultaten op het keuringsattest zullen komen en dat die databank aangelegd wordt.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, zoals gezegd, die database, allemaal goed en wel, maar het verandert niets aan het probleem zelf. Ik ben dan ook ronduit ontgoocheld over de antwoorden die ik hier vandaag heb gekregen. Nogmaals, de cijfers liegen er niet om. 33.000 afgekeurde wagens: het is alsof alle inwoners van een stad zoals Geraardsbergen van de ene dag op de andere zonder slag of stoot hun wagen naar de schroothoop mogen brengen. Ik denk dat dat niet de bedoeling kan zijn. Dat zijn mensen die niet meer op hun werk geraken. Het zijn vaak mensen die zich ook geen dure elektrische wagen kunnen permitteren, en ook ouderen die hun wagentje van de hand moeten doen en in de vervoersarmoede verzeilen.
Minister, ik heb eigenlijk de indruk dat de problemen van die duizenden gedupeerden u niet echt interesseren. De regels van het spel werden veranderd voor wagens die gehomologeerd zijn voor andere technische regels. Nogmaals, u laat gedupeerden aan hun lot over. U hebt eigenlijk geen interesse om die deeltjestellertest onder de loep te nemen. Het kan u eigenlijk niet schelen hoe mensen op het werk moeten geraken en u wilt niet weten hoe zij aan een andere wagen zullen kunnen geraken. Het interesseert u gewoonweg niet. Wel, ons interesseert dat wel en we zullen blijven vechten, minister, tot u wel bereid bent om te luisteren naar de miserie van al die gedupeerden, die aan de oorzaak ligt van die deeltjesteller, tot al die gedupeerden wel degelijk gehoord worden en u effectief echt iets aan het probleem wilt doen. Dank u.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.