Report meeting Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over het doorlichten van de Vlaamse autokeuringen
Vraag om uitleg over de problemen bij de autokeuring
Interpellatie over het gebrek aan controles op onze autokeuringsbedrijven en het mislopen van honderdduizenden euro's overheidsgeld
Report
De heer Verheyden heeft het woord.
Collega’s, minister, de krant Het Laatste Nieuws en de tv-zender VTM stelden een lijvig dossier op over de autokeuringen en wat daar allemaal misloopt. Zaken die mislopen, zijn onder meer het gebrek aan klantvriendelijkheid, de lange wachttijden en de prijs die verschilt tussen de diverse keuringsstations. Ook bij de Ombudsman kwam er vorig jaar een recordaantal klachten binnen over de autokeuringen. Het overheidstoezicht op de 43 stations, die jaarlijks ruim 3 miljoen keuringen uitvoeren, blijkt duidelijk onvoldoende: er zijn amper 2 inspecteurs die die controle moeten organiseren.
In het dossier dat de genoemde media opstelden, komen ook enkele concrete pijnpunten aan bod: schade die ontstaat aan de wagen in de keuring, maar waarvoor het station blijkbaar niet aansprakelijk zou zijn; ronduit foutieve beslissingen waardoor mensen nodeloos op kosten worden gejaagd; beoordelingen die strenger zijn dan wat de wet voorziet en vooral een onthutsend gebrek aan controle en toezicht op de keuringsstations. Door het gebrek aan controle is een grijze zone ontstaan waarvan misbruik wordt gemaakt. Keuringsstations zouden er ook misbruik van maken om af te keuren, omdat ze aan de herkeuringen geld verdienen. U geeft opdracht tot een audit van de keuringsstations.
Ik heb dan uiteraard enkele vragen voor u, minister.
Kunt u de audit toelichten: hoe luidt de opdracht van deze audit?
Erkent u het gebrek aan controle op de keuringsstations dat de problemen in de hand werkt? Zult u erop inzetten om deze controle alvast te versterken?
Dat wagens met opzet worden afgekeurd om via de herkeuring extra inkomsten te genereren, is toch wel een zware beschuldiging. Kunt u bevestigen dat dit gebeurt? Hoe wordt erop toegezien om dit te voorkomen, welke maatregelen werden daartegen desgevallend reeds genomen en welke sancties werden ter zake desgevallend opgelegd?
Hoe zit het met de aansprakelijkheid van de keuringsstations voor schade aan de wagen en hoe worden klachten in dezen afgehandeld?
Welke andere initiatieven zult u – in afwachting van het opleveren van de audit – nemen om op korte termijn orde op zaken te stellen en de ergste pijnpunten aan te pakken?
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, we hebben allemaal een beetje dezelfde vraag omdat er in de Vlaamse media – zowel in Het Laatste Nieuws als op VTM – vorige week veel te doen was over die Vlaamse autokeuringen.
Ik moet wel zeggen: het is een thema dat leeft, want veel mensen moeten naar de keuring en vinden dat soms ook wel een beetje vervelend, zeker omdat er vaak om een keuring wordt gevraagd. Soms kom je nog maar van de keuring, en moet je het jaar nadien weer naar de keuring. Door corona konden we dan niet naar de keuring, was dat allemaal een beetje opgeschort. De mensen krijgen dan geen afspraak bij de keuringen. De keuring leeft, laten we het zo zeggen.
Op 2 februari stelde u dat er een audit besteld was, minister, om de Vlaamse keuringsstations te gaan doorlichten en om te komen tot een betere, procesgerichte aanpak van de werking ervan. Daarnaast zal er ook een benchmark komen om een vergelijkende studie te maken met omliggende landen.
Het aantal klachten over de autokeuring steeg in 2022 naar een recordhoogte: van 839 in 2020 naar 930 meldingen in 2021 tot 1182 in 2022. De sector zelf zegt dat dat zeer weinig is, want van die 1182 zijn er 573 klachten. Op 3,4 miljoen keuringen betekent dat eigenlijk dat er geen klachten of meldingen zijn voor 99,95 procent. Dat is een beetje zoals in alles, minister: je kunt honderd dingen goed doen, als je een foutje maakt, is het wel dat foutje waarop je wordt afgerekend.
Minister, ik denk dat er, gelet op de ergernis die er is, toch ook wel verbeteringen mogelijk zijn.
In Vlaanderen zijn in totaal 43 keuringsstations verantwoordelijk voor het keuren van wagens. Jaarlijks voeren zij meer dan 3 miljoen keuringen uit. Er zijn, zoals ik lees, 2 inspecteurs in dienst bij de Vlaamse overheid om dat werk te controleren. Controle op de controle dus. U besliste nu ook om de Vlaamse autokeuringen zelf door te lichten en concrete initiatieven te nemen om die sector te verbeteren.
Mijn vraag is, minister: hoeveel budget voorziet u voor het doorlichten van die 43 Vlaamse keuringsstations?
Hoeveel budget voorziet u voor de benchmark?
Naar welke omliggende landen zal in de benchmark gekeken worden?
Welke andere criteria worden in deze benchmark opgenomen?
Wanneer, minister – en ik denk dat dat het belangrijkste is van een studie en een vergelijkende studie – kunnen wij de resultaten verwachten om tot verbeteringen te komen?
Welke initiatieven plant u nog te nemen om de klantvriendelijkheid en de dienstverlening van de autokeuringen op korte termijn te verbeteren?
De heer Bex heeft het woord.
Minister, nadat vorig jaar een recordaantal klachten binnenkwam, laat u de autokeuringen doorlichten met een audit en een benchmark. Dat schreef Het Laatste Nieuws vorige donderdag. De mediagroep trok op onderzoek nadat het aantal klachten tegen de dienstverlening van de autokeuringen jarenlang toenam, zoals ook blijkt uit de verslagen van de Vlaamse Ombudsdienst. Bij het Vlaams Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) kwamen vorig jaar 1182 meldingen binnen. Dat is een stijging met 27 procent tegenover het jaar voordien en een absoluut record.
Een aantal elementen die uit de klachten naar voren komen, zijn dat de procedure te streng is, bestuurders te lang moeten wachten en geen uitleg krijgen als hun auto afgekeurd wordt, waardoor een gevoel van willekeur ontstaat, maar ook de prijsverschillen tussen de keuringsstations zijn een doorn in het oog.
Het probleem blijkt echter niet alleen bij de autokeuringen zelf te liggen. Sinds de zesde staatshervorming zijn de gewesten bevoegd voor de autokeuringen. Het toezicht op de 43 stations, die jaarlijks ruim 3 miljoen keuringen uitvoeren, is absoluut onvoldoende: slechts twee inspecteurs moeten de hele controle bolwerken. De focus ligt daarbij vooral op technische aspecten van de controle en minder op – laat ons zeggen – de kwaliteit van de dienstverlening.
Een bron binnen de Vlaamse overheid bevestigde ook in de krant dat MOW de situatie niet onder controle heeft, dat er sinds dat heel beleidsdomein overgeheveld is naar Vlaanderen – met nog altijd de bedoeling, collega’s, wat we zelf doen, gaan we beter doen – eigenlijk geen beleid gevoerd is, dat de keuringsbedrijven nauwelijks gecontroleerd worden hoewel dat nodig is, dat bedrijven die een zekere monopoliepositie bekleden, 5 procent van hun winst mogen behouden, terwijl verliezen terugbetaald worden. Maar er wordt bijvoorbeeld niet gecontroleerd dat er via aanverwante vennootschappen bepaalde hoge kosten of huren aangerekend worden, waardoor de monopolist natuurlijk extra winst kan maken boven op de wettelijk voorziene 5 procent.
Ik stel een aantal vragen in de lijn van de vragen die collega’s al gesteld hebben.
Minister, hoe is die audit en die benchmark opgevat? Wanneer moeten de resultaten bekend zijn?
Kunt u bevestigen dat er een bedrag van 114.000 euro of 140.000 euro te weinig aangerekend zou zijn vanuit de Vlaamse overheid aan de keuringsstations? Kunt u ook een detail van die cijfers aan het parlement bezorgen? Er is blijkbaar een lange uitwisseling geweest tussen de journalist en de Vlaamse overheid met cijfers die herhaaldelijk bijgesteld werden omdat men er eigenlijk niet zo’n goed zicht op had. Het zou interessant zijn voor het parlement om ook die informatie te verkrijgen.
Minister, vindt u dat 2 controleurs voor 43 stations op het terrein volstaan? Hebt u hierover ooit een signaal gekregen van uw departement dat dat onvoldoende zou zijn?
Vindt u het een goede zaak dat de financiële controle van de jaarrekeningen uitbesteed wordt aan KPMG? Heeft dat bedrijf de opdracht om op zoek te gaan naar contracten met aanverwante vennootschappen die de wettelijke winstmarge van 5 procent kunstmatig kunnen opkrikken?
Klopt het dat een bedrijf een coronahinderpremie van 40.000 euro ontving terwijl de inkomsten dat jaar met amper 2,5 procent daalden en terwijl verlies sowieso bijgepast wordt? Zijn er nog andere bedrijven in die situatie?
Bent u het ermee eens – dat is alleszins het voorstel dat ik hier namens Groen wil doen – dat niet alleen de keuringscentra aan een audit onderworpen moeten worden, maar dat er ook eens grondig gekeken moet worden naar hoe de Vlaamse overheid nu eigenlijk omgegaan is met die bevoegdheid sinds die bij ons beland is. Hebben we daar effectief iets mee gedaan? Of is dat ergens onder de mat geschoven en moet die wetgeving, de administratieve opvolging ervan in al haar facetten ook niet het voorwerp uitmaken van een audit? Want het volstaat niet volgens ons om de anderen te gaan controleren die misschien niet gedaan hebben wat ze moeten doen, maar we moeten toch ook eens kijken bij onszelf wat we niet goed gedaan hebben.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, ik heb soortgelijke vragen als de collega’s. De aanleiding is uiteraard ook dezelfde, namelijk het onderzoek van Het Laatste Nieuws en VTM. We weten allemaal dat Vlaanderen sinds de zesde staatshervorming bevoegd is voor de autokeuring. Uit de rapportage blijkt nu toch dat de autokeuringscentra nauwelijks gecontroleerd worden, en vooral dat dat gebrek aan controle ertoe zou hebben geleid dat de autokeuringsbedrijven jarenlang te weinig hebben betaald aan de Vlaamse overheid en dat die overheid dat zelfs niet eens zelf heeft opgemerkt.
De collega’s hebben er al op gewezen dat de autokeuringen in handen zijn van 6 privébedrijven. In totaal zijn er 43 keuringsstations. Die doen 3 miljoen keuringen. En er zijn 2 inspecteurs die daar controles op moeten doen. Het hoeft dus niet te verwonderen dat er te weinig of nauwelijks gecontroleerd wordt.
De autokeuringen hebben een soort monopolie in hun regio, hoewel de Groepering van Erkende Ondernemingen voor Autokeuring en Rijbewijs (GOCA) dat vandaag tegenspreekt. Er staan duidelijke plichten tegenover, zoals afspraken over hoe de controles moeten gebeuren en hoeveel je als klant moet betalen. Zo mogen de bedrijven 5 procent van de inkomsten houden, wat een soort gegarandeerde winst is. En als ze verlies maken, wordt dat ook terugbetaald door de overheid, zodat ze zeker nooit verlies kunnen maken.
Uit het onderzoek zou blijken dat de bedrijven jarenlang te weinig hebben doorgestort naar de overheid. Ze spreken over een bedrag dat in vijf jaar tijd zou oplopen tot een half miljoen euro. In de reportage wordt er ook op gewezen dat de autokeuringsbedrijven via allerhande achterpoortjes nog extra manieren zoeken om winst te maken, wat toch ook niet onbelangrijk is.
Minister, ik heb een beetje opzoekingswerk gedaan over de afgelopen jaren. Naar aanleiding van de overdracht van bevoegdheden had de vorige Vlaamse minister van Mobiliteit in 2014 al aangekondigd dat hij met de sector zou overleggen en dat hij met een visie op de autokeuringen zou komen. In 2015 heeft de Vlaamse Automobilistenbond (VAB) eigenlijk ook al een soortgelijk onderzoek gedaan, waaruit bleek dat de autokeuringen te duur en te traag zijn, dat autokeuringen niet objectief worden uitgevoerd en dat er problemen zijn op het vlak van communicatie. Ondertussen zijn we acht jaar verder en moeten we vaststellen dat er jammer genoeg nog steeds geen sprake is van een duidelijk beleid of visie rond de werking van de autokeuringen en dat de ontevredenheid en de klachten bij de wageneigenaars nog steeds dezelfde zijn, want het zijn dezelfde elementen die naar voren komen als in het onderzoek van 2015: te duur, te lang wachten, slechte communicatie, gebrek aan transparantie. Het verhaal is er dus op acht jaar tijd, sinds de overdracht van de bevoegdheid, alleszins niet op verbeterd, spijtig genoeg. En als het zou kloppen dat er honderdduizenden euro’s aan overheidsgeld misgelopen zijn, maakt het dat gebrek aan beleid nog pijnlijker duidelijk.
In de krant konden we lezen dat uw administratie het probleem voor een stuk toegeeft. U zult dat dadelijk bevestigen of ontkennen. Er wordt daar verwezen naar het feit dat de bevoegdheidsoverdracht fout gelopen is. Maar ondertussen zijn we toch al x-aantal jaren verder. Het is een beetje moeilijk om daar nu nog naar terug te grijpen. Volgens de krant bevestigde u zelf dat er vanwege een menselijke fout zaken fout zijn gelopen en dat de juridische dienst zou bekijken of de bedragen nog kunnen worden teruggevorderd.
Ik heb ook nog een schriftelijke vraag van collega Ryheul van augustus vorig jaar teruggevonden. In uw antwoord daarop hebt u die audit en die benchmark toen al aangekondigd. Het is dus niet zo dat u dat nu hebt aangekondigd. En toen zei u dat de eerste resultaten al rond de jaarwisseling zouden kunnen worden verwacht.
Minister, wat is uw reactie op de vaststellingen en vooral op het feit dat er honderdduizenden euro’s te weinig zouden zijn betaald aan de overheid? Als dat klopt, hoe kan het dat de overheid dat niet zelf heeft opgemerkt? Over welk bedrag gaat het exact? Zou dat alsnog kunnen worden teruggevorderd? En misschien de allerbelangrijkste vraag: hoe gaan we ervoor zorgen dat zulke onregelmatigheden in de toekomst niet meer kunnen gebeuren?
Hoeveel controles zijn er sinds de regionalisering uitgevoerd? Welke vaststellingen werden er gedaan? Welke inbreuken zijn er vastgesteld? Welke maatregelen zijn er genomen om die inbreuken te vermijden? Acht u die manier van controle voldoende? Of zijn beleidsmatige bijsturingen noodzakelijk? Zo ja, welke? En hoe zullen die gebeuren?
U hebt vorige zomer al een audit en een benchmark aangekondigd. De eerste resultaten mochten rond de jaarwisseling verwacht worden. Wat is de stand van zaken daarvan? Zijn er al resultaten of conclusies die kunnen worden getrokken? Wat is de verdere timing?
Als het klopt dat de Vlaamse overheid zelf niet heeft vastgesteld dat er jarenlang te weinig geld vanuit de autokeuringen aan de overheid is gestort, kunnen we ons toch de vraag stellen of er, naast de autokeuringen, misschien het best ook een doorlichting zou gebeuren van uw eigen departement, het Departement Mobiliteit en Openbare Werken. Bent u bereid om dat te doen?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank, collega’s, voor jullie vele terechte vragen. Het persartikel dat vorige week verschenen is, en ook de klachten die we continu horen en lezen, en in onze mailbox krijgen, roepen heel wat vragen op. Sta me toe om eerst heel even te duiden dat onze keuringsbedrijven private ondernemingen zijn waarvan sommige al negentig jaar bestaan. Deze private ondernemingen hebben een erkenning van de overheid om een overheidstaak uit te voeren. Die erkenning dateert van een erkenningsbesluit van 23 december 1994 en was de basis voor 6 ondernemingen die toen een erkenning kregen. Vandaag spreken we over 4 ondernemingen, met name Autoveiligheid waarbinnen Bureau voor Technische Controle (BTC) en Centrum voor Technische Automobielinspectie (CTA) zijn samengevoegd, AIBV, Keuringsbureau Motorvoertuigen (KM) en Studiebureel voor Automobieltransport (SBAT). Samen zijn ze vandaag goed voor 43 keuringsstations of keuringscentra.
We krijgen veel klachten, zo ook tijdens corona in 2020 en 2021. In die periode hebben we heel wat maatregelen moeten nemen voor het veilig en ordentelijk laten verlopen van de keuringen. Maar ook nadien, in de zomer van 2022, waren er de ellenlange wachtlijsten wegens het feit dat men opnieuw naar een pre-coronatijdperk moest gaan, en niet alle mensen verplicht moest laten gaan via een afsprakenbeheer, dat vaak vierkant draaide. Vaak moesten mensen daar heel lang naar bellen om al dan niet iemand aan de lijn te krijgen. Op dat moment hebben we beslist om iedereen weer de keuze te geven om na een afspraak naar een keuringscentrum te gaan of via het vrij voorrijden. Een aantal bedrijven hebben dat toen letterlijk genomen met als mededeling dat men één dag per week kon vrij voorrijden, met als gevolg de ellenlange files. Er schort dus wel degelijk iets aan de procesaanpak. Ik heb toen met de Groepering van Erkende Ondernemingen voor Autokeuring en Rijbewijs, de sectorfederatie, samengezeten om een actieplan te vragen om heel wat processen te veranderen, zoals dat van het afsprakenbeheer, maar ook dat van de klantvriendelijkheid en de klachtenafhandeling.
Het actieplan dat ik toen gekregen heb, was voor mij ondermaats. In september heb ik toen al een audit van de werking van de keuringscentra, en bij uitbreiding ook van de examencentra die ook onder GOCA Vlaanderen vallen, omdat we daar ook veel klachten krijgen, aangekondigd. Zoals jullie weten heeft ook de Ombudsman hier aangestipt dat we veel klachten krijgen over die keuringscentra. We verwachten het eindrapport van die audit die we in september besteld hebben bij Deloitte, in maart 2023. Naast de audit hebben we tegelijkertijd ook een benchmark besteld. De kostprijs ervan bedraagt ruim 241.000 euro.
Die audit peilt vooral naar de kwaliteit van de klantgerichte processen, de operationele en de technische werking en het businessmodel van de erkende keuringsinstellingen. Hierbij wordt telkens in eerste instantie gekeken naar de activiteiten van de technische keuring maar, omdat er ons ook heel wat klachten bereikten over wachttijden van vooral de praktijkexamens bij de examencentra van GOCA, heb ik beslist om ook de examencentra mee in de audit te laten opnemen. Na oplevering van het auditrapport zullen we sowieso met de sector kijken hoe we met die aanbevelingen die daar ongetwijfeld uit zullen volgen, kunnen omgaan en hoe we op zeer korte termijn werk kunnen maken van een grotere klantentevredenheid.
We hebben tegelijkertijd ook een benchmark besteld, om te kijken hoe de omliggende landen omgaan met het keuren van hun personenwagens en voertuigen, zeker naar analogie met wat we hier vorige week in de commissievergadering besproken hebben, de vragen van de heer Keulen onder meer. We hebben die benchmark besteld om te kijken hoe het er onder andere in Nederland, Duitsland en Frankrijk aan toegaat. Voor die benchmark hebben we een bedrag van 250.000 euro uitgetrokken. Op basis van de aanbevelingen of de elementen uit die benchmark zullen we dan sowieso met de administratie gaan bekijken wat nu beter kan.
Dan kom ik aan dat financiële luik, collega’s. En het klopt inderdaad dat een journalist van Het Laatste Nieuws daar heel wat uren en tijd aan besteed heeft, om samen met onze administratie al die financiële tabellen van die keuringscentra te gaan analyseren. Finaal kunnen we daar maar één conclusie uit trekken en dat is dat er fouten zijn gebeurd in de afdrachten. Zijn dat fouten door nalatigheden, door onzorgvuldigheden? Ik ga daar in eerste instantie van uit, ik denk niet dat men hier moedwillig een aantal fouten heeft gemaakt. Alleszins zijn er fouten begaan en is er te weinig afgedragen. Dat staat duidelijk vast en dit moet dan ook rechtgezet worden. Ik heb wat dat betreft op 7 februari onmiddellijk een schrijven gericht naar de secretaris-generaal van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, met de vraag om onmiddellijk de nodige stappen te zetten om dat enerzijds te onderzoeken, en anderzijds over te gaan tot de vordering van datgene wat te weinig is overgedragen.
Ik ga die tabellen en cijfers in alle transparantie met jullie delen. Vanaf het moment dat een journalist dat kan inkijken, moeten jullie dat als parlement zeker ook kunnen krijgen. We gaan sowieso al deze cijfers ter beschikking stellen.
Waar gaat het hier over? Het gaat voor de periode van 2017 tot en met 2022 – dus de voorbije vijf jaar – over een bedrag van 140.000 euro. Waarom 2017? Sinds de zesde staatshervorming is de materie van de autokeuringen overgeheveld naar de gewesten. Dat hele verhaal is rond sinds 2017, vandaar dat men tot op dat moment is teruggegaan.
Ik wil misschien in de marge daarvan ook nog wel even melden dat wij in mei vorig jaar op een gegeven moment van GOCA Vlaanderen de vraag kregen om werk te maken van een aanpassing van de tarieven. Meer in het bijzonder wou men eigenlijk de tarieven verhogen, omdat onder meer in het Waalse Gewest andere tarieven gehanteerd werden. Ik heb toen al gezegd om eerst iets te doen aan de klantvriendelijkheid, vooraleer we werk gaan maken van verhoogde tarieven. Ik heb toen ook al aangekondigd dat ik transparantie wil in dat hele tarievenbeleid. Dat was toen eigenlijk al een opdracht aan mijn administratie, om daarmee aan de slag te gaan.
Ik zoek geen excuses, er zijn fouten begaan, dat moet rechtgezet worden, maar ik wil het wel heel eventjes in de juiste context plaatsen. Die 140.000 euro op een periode van vijf jaar betekent 28.000 euro per jaar, verspreid over de zes ondernemingen. Of dat betekent ongeveer tussen de 1500 en de 9000 euro per onderneming per jaar. Om aan te duiden: dit is geen enorm hoog bedrag, maar het is wel niet het juiste bedrag dat is afgedragen. Dus die fout, dat is zonder meer correct. Het totaal aantal geïnde afdrachten voor de periode van die vijf jaar, bedroeg 111 miljoen euro. Als je die 140.000 euro naast die 111 miljoen euro zet … Maar het is niet correct: die 140.000 euro had moeten worden afgedragen.
Men geeft mij mee dat het feit dat die fout is gemaakt, iets te maken heeft met de interpretatie van de definitie van het bedrag waarop die afdrachten moeten gebeuren. Door een foute interpretatie van de definitie heeft men eigenlijk 5,6 procent afgedragen en niet 6 procent. Daar zit dat verschil.
Mevrouw Robeyns verwijst in haar interpellatie naar een bedrag van ruim een half miljoen euro. Nu, het gaat enerzijds om die 140.000 euro, dat is fout, dat moet zonder meer teruggevorderd worden. Anderzijds zijn er ook nog een aantal bedragen waar onduidelijkheid over is. Dat zijn gelden die men niet onmiddellijk in opdracht van de Vlaamse overheid geïnd heeft, maar op basis van een brief uit 2012 van een Nederlandse keuring, alsook van gelijkvormigheidsattesten en Car-Pass van de federale overheid. Het is nog niet duidelijk of daaromtrent ook een afdracht moest gebeuren aan de Vlaamse overheid. Dat moet alleszins ook nog gecheckt worden.
Dus die 140.000 euro, dat staat duidelijk vast. Dat andere bedrag, die 290.000 euro, dat moet nog grondig geanalyseerd worden, of daaromtrent al dan niet een afdracht aan Vlaanderen, dan wel aan iemand anders of aan niemand moet gebeuren.
In het kader van die fout, van het feit dat niet de juiste afdrachten werden betaald, wordt er inderdaad terecht gevraagd: wat met die controleurs, wat met die bedrijfsrevisoren? Enerzijds doet onze administratie een aantal controles. Daarnaast heeft men een aantal inspecteurs die in tijden van covid enerzijds zelf te kampen hadden met ziekte en anderzijds ook weinig inspecties uitvoerden, omdat ze niet naar de keuringscentra toe konden gaan. Maar feit is dat zowel onze administratie als die inspecteurs daar toch wel een aantal steken hebben laten vallen. Hetzelfde kan, denk ik, ook gezegd worden van de revisor – in dezen KPMG –, die toch ook telkens zelf een analyse doet van de afdrachten die moeten gebeuren.
Ik wil een grondig onderzoek van wat daar gebeurd is en waarom dergelijke fouten vijf jaar lang zijn gebeurd. Vandaar dat ik, in navolging van heel die polemiek, een schrijven gericht had aan de secretaris-generaal. Hij heeft inmiddels laten weten dat er via Audit Vlaanderen sowieso een grondige doorlichting zal komen van de werking van de keuringscentra binnen het Departement Mobiliteit en Openbare Werken. Tegelijkertijd heeft men ook een financiële doorlichting gevraagd om te kijken wat daar fout is gelopen.
Die facetten lopen nu een klein beetje naast elkaar. De audit en de benchmark die ik reeds in september 2022 bestelde vanwege de klantgerichte processen en heel de aanpak binnen die keuringscentra en examencentra, daarbovenop komt nu een audit door Audit Vlaanderen, alsook – aanvullend – een financiële doorlichting op onze vraag aan onze administratie.
Ik hoop uiteraard dat dat een grondige analyse naar boven brengt en dat dergelijke dingen in de toekomst ook niet meer kunnen gebeuren.
Dan waren er nog een aantal punctuele vragen: wat met de onterechte afkeuringen en de vele herkeuringen?
De bewering dat de erkende instellingen voertuigen bewust onterecht afkeuren om met de herkeuringen extra inkomsten te generen, is volgens de informatie waarover ik beschik eerder een gefantaseerd verhaal, een broodjeaapverhaal, zoals we dat ook wel noemen. Dat is wat men mij vertelt. Ik zeg dus: op basis van de informatie. We weten allemaal – we zeggen dat ook meermaals in deze commissie – dat niemand graag naar een autokeuring gaat en schrik heeft dat de auto eventueel afgekeurd zou worden, maar de indianenverhalen als zou men moedwillig of bewust iemand afkeuren om hem dan maar te laten terugkomen, lijken vreemd. Vooral omdat dat terugkomen een extra belasting is van dat keuringsbedrijf die hun meer workload bezorgt dan dat het hun financieel kan opbrengen.
Ik hoop alleszins dat uit de audit blijkt dat dat inderdaad een gefantaseerd verhaal is en dat dat niet klopt. Maar daarvoor hebben we juist die audit besteld. Als we kijken naar de cijfers, moeten we ook zeggen dat die het verhaal eerder tegenspreken, want het aantal herkeuringen is eerder stabiel gebleven. In 2019 moest 17,9 procent van de personenvoertuigen herkeurd worden, in 2021 is dit gedaald naar 16,3 procent. We zien dus zeker niet dat er de voorbije twee jaar een stijging zou zijn in de herkeuringen.
Dan, een andere vraag rond de controles en de inspecties bij de keuringen. De controle gebeurt op drie domeinen: enerzijds administratief-financieel en anderzijds technisch. Dus administratief is er een controle binnen MOW, financieel is er een controle binnen MOW en via KPMG, en daarnaast een technische controle op het veld bij de keuringscentra.
Er zijn 2 voltijdequivalenten (vte’s) inspecteurs die op het terrein in normale omstandigheden jaarlijks 480 onaangekondigde technische inspecties ter plaatse uitvoeren, zowel bij de keuringscentra zelf alsook nog eens bij de keuringen die op locatie gebeuren. Weet dat er bij sommige bedrijven ook een keuring op locatie kan gebeuren. Samen is dat goed voor 480 onaangekondigde technische inspecties.
Er worden, op basis van recente inspecties, gemiddeld vier vaststellingen per inspectie gedaan. Die vaststellingen zijn zeer uiteenlopend van aard: het aantal aanwezige personeelsleden, onuitgevoerde controles, opmerkingen over het onderhoud van de toestellen en dergelijke. Kortom: een heel gamma aan opmerkingen.
Nu, als we dat horen, 480 onaangekondigde technische inspecties op 43 keuringsstations, daar moet misschien wel in bijgebeend worden. Ik kijk, wat dat betreft, ook naar de aanbevelingen en misschien moeten daar wel meerdere inspecties uitgevoerd worden, toch zeker als we al deze klachten continu horen.
Dan heb ik ook de vraag gekregen: wat bij schadegevallen? De erkende instellingen zijn verplicht verzekerd voor schadegevallen. Als er schadegevallen geregistreerd worden, moet de verzekeringsmaatschappij uiteraard ingeschakeld worden. Ik heb zelf ergens een verhaal gelezen. De auto werkte toen hij binnenreed, en werkte niet meer toen hij buiten op de parking stond, dat was ten tijde van COVID-19. Klopt dat allemaal? Ik weet het niet, maar in dergelijke gevallen moet de verzekeringsmaatschappij er uiteraard bij geroepen worden.
Klachten worden alleszins conform de ISO-certificatie (Internationale Organisatie voor Standaardisatie) geregistreerd en opgevolgd, en de erkende instellingen zijn voor de klanten altijd het eerste aanspreekpunt. Mijn administratie is in tweede lijn, en zoals ik zei, landen ook heel wat klachten bij de Ombudsdienst.
Dan kom ik tot de coronahinderpremie voor een keuringsinstelling. Zoals u weet is de coronahinderpremie niet door mijn departement toegekend, dat zat bij het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO). Er zijn private bedrijven die daaromtrent ondersteuning gekregen hebben. Ik weet op dit ogenblik niet of ook de private keuringscentra daar aanspraak op gemaakt hebben.
Conclusie? Er zijn op verschillende niveaus fouten gemaakt, die ik zeer ernstig neem en absoluut niet tolereer. Vandaar heb ik al eerder een aantal maatregelen genomen, vanwege de klantvriendelijkheid en de processen. Ik verwijs naar de audit en de benchmark die ik in september van vorig jaar besteld heb, en waarover ik in maart van dit jaar hoop de aanbevelingen te ontvangen. Daarbij is nu bijkomend Audit Vlaanderen en die financiële doorlichting gevat.
Ik blijf van mening dat we, los van de terecht kritische benadering in zowel de media, deze commissie, als in de publieke opinie, continu oog moeten blijven hebben voor het hele verhaal, het totale plaatje. Toekomstgericht moeten we kijken naar hoe we kunnen gaan naar een performanter, efficiënter en klantvriendelijker systeem van al onze keuringsdiensten en van onze examencentra. We krijgen allemaal heel veel klachten, dat moet en kan anders. We moeten de objectiviteit zeker altijd laten zegevieren. Wat dat betreft kijken we dus sowieso om een aantal stappen te zetten in die richting, en met klantvriendelijkheid alleszins hoog in het vaandel. Ik dank u.
Dank u wel voor uw vele antwoorden, minister.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, het is goed dat die audit binnenkort nu eindelijk tot een bepaald resultaat zal leiden – hopelijk. Ik moet zeggen dat men toch wel rijkelijk laat gestart is met die audit, als men weet dat acht jaar geleden al, uit een ander onderzoek van VAB, blijkt dat er problemen zijn. Daar wordt niet echt op ingegaan, en men blijft met twee controleurs werken. Ik noem dat eigenlijk ‘schuldig verzuim’. Dat is schuldig verzuim, want het duidt erop dat er al problemen waren. Het heeft dan nog verschillende jaren geduurd voor men uiteindelijk begonnen is met die audit.
Dan heb ik een tweede punt. Minister, u zegt dat er inderdaad 140.000 euro niet is doorgestort, al dan niet door een onzorgvuldigheid. Wel, als een gewone man door een ‘onzorgvuldigheid’ geen of te weinig belastingen betaalt, wordt hij gestraft en krijgt hij de stempel van ‘fraudeur’. Ik vraag me af hoe u dit noemt. Naar mijn mening is dit eveneens fraude. Het is 140.000 euro op een bedrag van 111 miljoen euro. U kunt zeggen dat dat, in vergelijking met die 111 miljoen euro, ‘peanuts’ is, maar voor mij blijft dat fraude. Hoe gaat u daarop reageren? Het is blijkbaar bewezen. Gaat u die zes bedrijven een bijkomende boete opleggen? Ik denk toch wel dat dat gepast is. Wanneer andere privébedrijven sjoemelen, al dan niet door een vergetelheid of onregelmatigheid, worden die ook gestraft. Ik reken er dus op dat u dat zult doen.
Dan kom ik tot de herkeuringen. Het is moeilijk om te bepalen of auto’s – bewust of onbewust – al dan niet onterecht afgekeurd zijn. Als blijkt dat dat inderdaad zo is, dan hoop ik dat de eigenaars van onterecht afgekeurde voertuigen een schadeloosstelling krijgen, als dat bewezen kan worden.
Ten slotte, als ik zie hoe men soms ook met mijn wagen omgaat wanneer ik naar de keuring ga, frons ik toch ook wel eens de wenkbrauwen. Het zou me zeker niet verwonderen als er regelmatig schade is aan voertuigen.
Kortom, ik denk dat het systeem van autokeuringen dringend aan herziening toe is. Mijn vraag is nog: hoe kan het dat dezelfde zes private bedrijven al bijna honderd jaar het monopolie hebben op die herkeuringen?
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, het is goed dat die onderzoeken gebeurd zijn. We kijken vooral uit naar de stappen die gezet kunnen worden om dat meer transparant te krijgen en om een betere werking te krijgen. Voor de rest, minister, ken ik het dossier onvoldoende. Ik zou eerst de stukken willen zien. Om meteen mensen als fraudeur te bestempelen, dat vind ik misschien een brug te ver. Het is trouwens ook zo in de wetgeving, in de fiscaliteit: als je een onzorgvuldigheid doet, ben je niet meteen een fraudeur. Dan moet je soms wel effectief een boete betalen, maar dan ben je niet meteen een fraudeur. Ik zou toch opletten: 140.000 euro, ik zal het zeker niet goedpraten, maar over een periode van vijf jaar is dat 9000 euro per jaar. Ik zal de sector niet verdedigen, maar ik ben niet iemand die meteen een mes zal steken als er bijvoorbeeld een onzorgvuldigheid of een menselijke fout gebeurd is. Zo sta ik niet in de samenleving. Maar, minister, ik vind wel dat er onderzoek moet gebeuren: is dat moedwillig, zit daar een systeem achter of niet? En ik vind het een heel normale zaak dat u zegt dat dat terugbetaald moet worden en meteen terugbetaald moet worden.
Minister, voor de rest zou ik toch vooral willen aandringen om ook eens te bekijken en te onderzoeken of het wel noodzakelijk is dat we zo vaak naar die keuring moeten gaan, want ik vind dat toch een grote ergernis. Ik krijg altijd maar van die groene briefjes. De mensen die om de vier jaar een wagen kopen, een bedrijfswagen, worden daar natuurlijk nooit mee geconfronteerd. Dat is waar want de eerste vier jaar moet je niet gaan. Maar het zijn vooral de mensen die privéwagens hebben of die weinig middelen hebben, die soms op grote kosten gedreven worden. Ze moeten naar de keuring. De garagist heeft de auto en dan moeten ze bepaalde kosten doen. Sommige mensen kunnen die kosten niet betalen. Zo kom je in een heel raar systeem. Dat is mijn bijkomende vraag: kunt u ook onderzoeken of er na die periode van vier jaar minder naar de keuring gegaan moet worden? Dan zijn er automatisch ook minder wachtrijen.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, de vorige keer dat de autokeuring ter sprake kwam, hebt u gezegd dat u absoluut niet wilt toegeven op de veiligheid van ons wagenpark, dat dat heel belangrijk is en dat in dat opzicht controles belangrijk zijn. Ik hoop dat u ondanks het aandringen van uw partijgenoten toch op dat standpunt blijft. Maar het moet natuurlijk klantvriendelijk, digitaal in de plaats van een groen briefje. Daar ga ik absoluut mee akkoord, collega Keulen. Als dat kan en als iedereen daarmee kan werken, zeer graag.
Minister, wat betreft uw antwoord: ik wil eerst en vooral zeggen dat we inderdaad geen hele sector moeten gaan beschouwen als fraudeurs en we moeten ook erkennen dat er op 3 miljoen keuringen op jaarbasis altijd wel iets zal foutlopen. Het is zeker vandaag niet de bedoeling om een hele sector voor de bus te gooien. Dat neemt niet weg dat als we zien dat er zo veel klachten zijn en als er effectief dingen blijken fout te lopen, dat we dat moeten onderzoeken, aanpakken en verbeteren.
Minister, wat mij vooral stoort in het verhaal dat we u vandaag horen brengen, is niet het bedrag van die 140.000 euro, maar dat als het tien keer hoger of tien keer lager geweest was, u het ook niet geweten had, gewoon omdat heel die dienst niet functioneert. Ik vind het erg dat we dat niet onder controle hebben, nadat we al zoveel jaren bevoegd zijn voor een bepaald beleidsdomein. Het is niet de eerste keer dat Corneel van Oosterweel u met een dossier belast waarvan u jaren later moet vaststellen dat er niks van in orde is en dat u de brokken mag opruimen. Dat is zo met basisbereikbaarheid. Dat is zo met het dossier van het leerlingenvervoer. Noem nog eens een voorbeeld. Als we een opsomming zouden maken, zouden we aan meer dan tien van die dossiers komen waar u een ongelooflijk probleem hebt.
Minister, die twee controleurs op het terrein: volstaat dat? Gaat u daar snel maatregelen nemen of laat u dat op z’n beloop tot u de uitslag van het onderzoek hebt?
Kunt u vandaag meer zeggen over het feit dat die afgeleide vennootschappen kosten factureren en op die manier de winstmarge die op 5 procent begrensd zou moeten zijn, kunstmatig opkrikken? Of zegt u ook dat dat mee in dat onderzoek zit en dat we in maart wel zullen zien wat daaruit naar voren komt? Want ik vind dat persoonlijk wel heel belangrijk. Dat zal wellicht over meer dan 140.000 euro op jaarbasis gaan.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, hoe pijnlijk! Ik vind het pijnlijk. Ik hoor hier het woord ‘fraudeur’. Ik noem het ‘amateur’. Dat is gewoon een bende amateurs. Sorry, ik vind het verhaal dat u hier brengt, ontzettend pijnlijk. En u brengt het oprecht en u doet nu wat u moet doen, denk ik.
Maar ik ben begonnen met te zeggen dat de bevoegdheidsoverdracht ondertussen acht jaar oud is. U hebt zelf gezegd dat ze volledig afgerond was in 2017. Ja, er is hier een journalist die blijkbaar grondig zijn werk gedaan heeft, die hier pijnpunten moet blootleggen, niet over klantvriendelijkheid, want die kenden we inderdaad al en daar hebt u terecht al de nodige stappen gezet en mogen we binnenkort ook al resultaten van de audit verwachten. Maar dit gaat over overheidsgeld dat gewoon niet op de plaats terechtkomt waar het moet komen. Ik wil helemaal niet iemand beschuldigen van fraudeur te zijn, integendeel. Ik begrijp gewoon niet hoe het kan dat niemand dat heeft opgemerkt in een administratie. Ik hoor u zeggen: “een foutieve interpretatie van de definitie van het bedrag waarop die afdrachten moeten gebeuren”. Wie heeft dat dan foutief geïnterpreteerd? Hoe kan dat? Wie maakt die definitie? De administratie, van voor uw tijd, ja oké. Maar goed, die administratie! Dus de administratie interpreteert haar eigen definitie of die van de federale overheid verkeerd. U moet dat eens uitleggen, mevrouw Van Volcem. Ik denk dat nog minder mensen zin gaan hebben om naar de autokeuring te gaan als je zulke verhalen hoort. Ik heb deze week ook mijn groene kaart gekregen, maar goed, als je zulke verhalen hoort van amateurisme ten top, niet alleen bij die autokeuring, maar ook bij de overheid, dat is toch onvoorstelbaar. Het is goed dat door Audit Vlaanderen nu echt een serieus onderzoek en doorlichting gaat gebeuren. Ik stel mij nog altijd de vraag, minister, hoe het zit met de werking van uw eigen administratie, of u die toch ook niet eens zou moeten doorlichten. Of misschien zal die daarin mee doorgelicht worden. Steken laten vallen? Ja, dat is niet steken laten vallen, dat zijn echt fouten. Nalatig? Ja, maar dat is nalatigheid van een overheid met belastinggeld. Dat is gewoon niet serieus, dat mogen we niet door de vingers zien. Daar moet snel tegen opgetreden worden.
Het verhaal van die 290.000 euro is voor mij ook niet heel duidelijk. Het is ook redelijk technisch. Maar als ik u goed begrijp, is dat nog van voor de bevoegdheidsoverdracht en is op dit moment niet eens duidelijk of er daar nog afdracht op verschuldigd is of niet. Daar kan niemand op dit moment een antwoord op geven. Dus 140 maal nog eens bijna 300 kan dan 330 worden. Het is toch ook belangrijk dat we daar snel duidelijkheid over krijgen.
Ik stel me ook de volgende vraag, minister. U bent begonnen met te zeggen dat die autokeuringsbedrijven een erkenning hebben sinds 1994. Misschien – ik weet het niet – moet ook nog eens grondig doorgelicht worden of die criteria nog allemaal conform de huidige normen zijn, of daar ook geen bijsturing moet gebeuren. Dat is eigenlijk los van de audit. Maar natuurlijk zal de audit ertoe moeten leiden dat er beleidsmatig zowel qua inspectie als qua visie de nodige bijsturingen noodzakelijk zijn.
Voorzitter, ik wil sowieso – maar ik heb straks nog een repliek – alleszins namens onze fractie een motie aankondigen.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Minister, in 2021 heb ik een schriftelijke vraag ingediend over de werking van de werknemers in de autokeuringscentra, omdat er toen al signalen tot bij mij gekomen waren dat er toch wat onrust was, in die zin dat zij aanhaalden dat er op beperkte tijd zo veel mogelijk auto’s gekeurd moesten worden, zodanig dat er volgens sommige werknemers zelfs zes werden overgeslagen om toch maar zo veel mogelijk auto’s per dag te kunnen doen. Verder waren er ook klachten over de gezondheids- en veiligheidstoestanden en over het gebrek aan opleiding en tijdige briefings over nieuwe updates. In het antwoord dat ik heb gekregen op die schriftelijke vraag werden die problemen ontkend. Ik vraag mij af, minister, of u vandaag nog steeds die mening toegedaan bent.
We kijken zeker uit naar het resultaat van de audit. Ik hoop dat we daar constructief mee aan de slag kunnen gaan. Ik meen zonet ook gehoord te hebben dat u bijkomende controles zou aankondigen. De opmerkingen die ik zonet gemaakt heb over de werknemers kunnen dan misschien ook in het achterhoofd meegenomen worden.
Verder zouden wij willen aandringen op meer opleidingen voor de werknemers omdat de auto-industrie toch continu in verandering is. Dank u wel.
Minister Peeters heeft het woord.
Bedankt voor de bijkomende vragen. Mijnheer Verheyden, u zegt dat de audit vrij laat komt. Ik heb daarstraks gezegd dat we in 2020 en 2021 in een heel andere situatie zaten door covid, met heel veel extra regelgeving en andere werkwijzen bij de keuringscentra. We kregen toen ook klachten, vooral klachten van mensen die zich te laat konden aanbieden bij een keuringscentrum. Specifiek vanwege de vele klachten van toen, vooral rond klantvriendelijkheid, heb ik in de zomer van 2022 een audit gevraagd. U zegt nu dat dit al jaren aansleept, van in de vorige legislatuur, van voor de bevoegdheidsoverdracht van 2017. Ik kan alleen maar zeggen dat ik vooral klachten gekregen heb van klanten omtrent het niet tijdig kunnen inboeken van een afspraak bij de keuringscentra, en soms ook een aantal klachten over de manier van aanpak, zeg maar de klantvriendelijkheid. En daarom heb ik die audit besteld.
Ten tweede zegt u dat de 140.000 euro die niet is afgedragen, fraude is. Ik steun daar wat mevrouw Van Volcem en ook een aantal andere mensen hier zeggen. Zonder meer het woord ‘fraude’ in de mond nemen? Ik ben vandaag niet geplaatst om dat te zeggen. Ik heb daarstraks wel duidelijk gezegd dat er fouten zijn gebeurd in die afdrachten. En of die fout moedwillig, dan wel door onzorgvuldigheid of door nalatigheid is gebeurd, daarover heb ik vandaag geen uitsluitsel. Ik kan vandaag alleen maar zeggen dat er 140.000 euro te weinig is afgedragen op een totaalbedrag van 111 miljoen euro dat ze hebben afgedragen. En die 140.000 euro zal moeten worden teruggevorderd.
Wat is het verhaal van die fout? Klaarblijkelijk heeft men, toen men de federale regelgeving voor het betalen van die afdrachten heeft overgenomen bij de zesde staatshervorming naar Vlaanderen, een andere interpretatie gegeven aan het rekenmodel, met als gevolg dat men de facto 5,6 procent afdraagt, terwijl men ervan uitging dat het 6 procent moest zijn. De opdracht is gegeven om dat terug te vorderen.
U vraagt ook naar boetes en dergelijke. Ik kan maar een boete innen als daar ook een rechtsgrond toe bestaat. Vandaag kan ik niet aantonen dat het zonder meer moedwillig is of dat het om fraude gaat. Ik ga ervan uit dat we in eerste instantie alles op alles moeten zetten om dat bedrag dat niet is afgedragen, te kunnen inwinnen.
Ik heb daarstraks al gezegd dat als je voertuig beschadigd is nadat je het keuringscentrum hebt verlaten, het een zaak is om er werk van te maken om de verzekering daarbij te betrekken. Dan zal het een verzekeringskwestie zijn. Men moet natuurlijk wel kunnen aantonen dat het voertuig werkte voordat het het keuringscentrum binnenging. Dat moet sowieso gecheckt worden door de verzekeringen en moet aangemeld worden bij het klachtenmeldpunt.
U spreekt over een monopoliepositie. Dat klopt. Maar, mijnheer Verheyden, eigenlijk zou u zelf kunnen zeggen dat u morgen een keuringscentrum wilt uitbaten, dat u voldoet aan de keuringscriteria zoals die zijn opgenomen in het koninklijk besluit (KB) van 1994, dat u een privaat bedrijf bent en dat u een keuring gaat doen. Klaarblijkelijk is dat toch niet zo interessant, want ik zie weinig bedrijven dat doen. Ik zie integendeel veeleer dat bedrijven worden overgenomen. Het zijn voor een groot stuk familiale bedrijven, die dan de voorbije decennia ook nog telkens zijn overgenomen. Maar het staat iedereen die het wil, vrij om te checken of men voldoet aan de keuringscriteria van 1994 en eventueel zelf een keuringsstation of een keuringsbedrijf op te richten.
Mevrouw Van Volcem, moeten we naar de keuring? Ik begrijp dat u niet graag naar de keuring gaat. Mevrouw Robeyns zegt hetzelfde. Zij heeft haar groene kaart gekregen. We moeten eigenlijk niet wachten tot we die groene kaart krijgen. We moeten eigenlijk proactief kijken of onze auto nog wel aan alle criteria voldoet.
Sta mij toe om te herhalen wat ik al vaker gezegd heb. De keuringen die we uitvoeren, zijn er niet om mensen te pesten of mensen op kosten te jagen. Dat is juist om te kijken of die voertuigen die in het verkeer in omloop worden gebracht, voldoen aan alle verkeersveiligheidseisen en tegelijk ook aan de milieueisen die gesteld worden. Ik denk wel dat we daarop moeten blijven hameren. Maar ik verwijs tegelijkertijd ook naar wat hier vorige week gezegd is in de commissie. Een aantal elementen, zoals het afstellen van de lichten, kijken of de remmen goed werken, kortom een aantal kleinere elementen, zou je perfect door heel wat andere instanties kunnen laten uitvoeren. Het gaat dan heel vaak ook over de herkeuring.
De heer Verheyden zei dat VAB daar acht jaar geleden al toe heeft opgeroepen. We moeten hier de objectiviteit ook wel ten volle laten doorwegen. Ik hoor de garagistensector heel vaak vragen om het door hen te laten doen, maar ik hoor ook anderen zeggen dat het toch beter is bij een andere objectieve instantie. Kortom, vandaag staan de neuzen zeker nog niet in dezelfde richting. Ik wil wat dat betreft aanbevelingen uit de benchmark en uit de audit, om tot een beter, performanter en efficiënter systeem te komen. Dat is waarom ik in de zomer van vorig jaar die twee studies besteld heb.
Dan, mijnheer Bex, het feit dat niemand het gezien heeft, ligt bij de administratie en bij mij, eigenlijk bij de drie instanties. Het systeem waarbij er afdrachten gebeuren, is zeker niet transparant. Ik heb in mei 2022 aan mijn administratie gevraagd om het systeem transparanter te maken zodat het voor alles en iedereen duidelijker is. Ik kan vandaag de dag alleen maar zeggen dat er mensen binnen onze administratie zorgen voor de financiële en de technische controle. Daarnaast zijn er inspecteurs die die 480 controles ter plaatse doen. Ik kan vandaag alleen maar vaststellen dat we heel veel klachten hebben en dat ook het financiële luik niet waterdicht was. Dat financiële luik was tegelijkertijd ook nog door een onafhankelijke bedrijfsrevisor gecheckt.
Wat kun je nu meer doen dan vragen om het allemaal te controleren? Als er dan toch nog fouten in het systeem zijn, stel ik me daar inderdaad vragen bij en vind ik het ook logisch dat ik vorige week onmiddellijk gevraagd heb om acties: de terugvordering van die 140.000 euro, de uitrol van verbeterprocessen, een interne audit en een financiële doorlichting. Ik zou misschien nog meer kunnen doen. Ik kijk uit naar de voorstellen die men nog in de motie wil formuleren. Ik denk alleszins dat we nu snel werk moeten maken van al die elementen die we op tafel gelegd hebben en daar snel veel meer duidelijkheid in moeten krijgen.
U zegt ook, samen met mevrouw Robeyns, dat er nog onduidelijkheid is in het verhaal van die tarieven. Die 140.000 euro slaat op afdrachten die de keuringscentra moesten doen voor de taken die de Vlaamse overheid hun heeft gegeven. Daarnaast zijn er in 2012 ook nog taken gegeven aan de keuringscentra, onder meer door het directoraat-generaal van de FOD dat onder andere opdrachten heeft gegeven voor een aantal keuringen voor Car-Pass. Er waren ook een aantal andere elementen zoals gelijkvormigheidsattesten, wat eigenlijk taken zijn van de federale overheid. Als men verwijst naar een brief van 2012 in een persbericht, sta me dan toe dat ik vandaag niet onmiddellijk weet of de regelgeving van 2012 vandaag nog in voege is en of daar ook Vlaamse afdrachten moeten worden betaald. Dat zal die grondige analyse moeten uitklaren.
Kortom, ook voor mevrouw Moors, ik denk dat we zo snel mogelijk moeten kijken hoe we op basis van alles wat we nu weten, gaan naar een veel performanter en efficiënter systeem. Ik denk dat we dat allemaal willen. We hebben heel veel klachten. Er staan er een heel aantal in de rij om te zeggen dat ze het beter, performanter en klantvriendelijker kunnen doen. Als we iets gaan wijzigen, moet het ook effectief voor de klant beter, waarbij we de milieukwaliteitseisen en verkeersveiligheidseisen in het achterhoofd moeten houden zonder dat we daarmee mensen op kosten jagen of treiteren. Ik denk dat dat nooit de doelstelling mag zijn.
Het staat buiten kijf dat er een en ander moet veranderen. Alle casussen en alle klachten die we overal te horen hebben gekregen, spreken boekdelen. Men zou daar inderdaad een blunderboek van kunnen maken. We gaan een en ander doorlichten en analyseren. We zullen er zeker op terugkomen in deze commissie. Ik hoop dat we in maart serieuze aanbevelingen krijgen waarmee we onmiddellijk aan de slag kunnen.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, ik heb toch wel een beetje de indruk wanneer ik vandaag uw hele betoog heb gehoord dat u eerdere verklaringen een beetje herkauwt zoals die om iets te doen aan die chaos en het misbruik in die centra. Ik verwijs toch ook nog wel eens naar de audit die u vorig jaar al aankondigde naar aanleiding van die lange wachttijden. Het enige dat de automobilist tot nu toe heeft gekregen, zijn meer vertragingen en meer kosten.
Ik wou toch nog even terugkomen op dat financiële plaatje. Ik blijf erbij dat als de gewone man een fout maakt, al dan niet onbewust, door een nalatigheid, hij gestraft wordt. Ik heb hier de indruk dat u er een beetje met de mantel der liefde overheen gaat.
Voor het Vlaams Belang is het duidelijk dat het systeem van de autokeuring onder de loep moet worden genomen. We hopen dat die audit inderdaad tot deftige resultaten zal leiden en we vragen ons toch nog altijd af waarom die keuringen überhaupt nog altijd in die centra moeten gebeuren. Dat kan ook in de autogarages. We kijken naar Nederland, we kijken naar Frankrijk. TRAXIO is er ook voorstander van. Ik vraag me dan af of die Nederlandse en Franse voertuigen zo veel onveiliger zijn dan de onze. We vroegen het ons een jaar geleden al af. Ik vraag me af waarom dit niet kan.
Wanneer we nu dergelijke mistoestanden vernemen, denk ik toch wel dat serieus moet worden overwogen om het hele systeem grondig te herzien mits echte controles of toch de piste te bekijken om controles te laten uitvoeren in die garages. Het is aan u, minister, om actie te ondernemen zodat die mistoestanden die we nu kennen, tot het verleden behoren.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, ik kijk uit naar de audit en de benchmark. En ik hoop dat daaruit nuttige conclusies getrokken kunnen worden, zodat de Vlaming opnieuw vertrouwen heeft in de keuring, en vlot en transparant bediend kan worden. Ik denk niet dat we daar met een ‘paardenbril’ naar moeten kijken, zoals men dat zegt. Maar ik denk dat de studies die u doet, tot betere inzichten moeten leiden. Ik hoop dat in de benchmark ook tot uiting komt hoe vaak men in andere landen naar de keuring moet, en hoe periodiek. Ik vind dat minstens even belangrijk.
Ik denk dat de Vlaming veel te veel regeltjes krijgt, en veel te veel beboet wordt. En ik vind dat geen goede zaak, zeker niet als mensen al op de toppen van hun tenen lopen. Dat is bij veel zaken zo. Wanneer je altijd maar boetes en verplichtingen krijgt … De mensen gaan meestal heel hard werken, en als je dan voor dergelijke zaken boetes en administratieve overlast krijgt, denk ik dat de mensen daar eigenlijk niet blij van worden.
Ik weet dat ik daar bij u een partner in heb, dat u eigenlijk ook niet voor boetes en veel regeltjes bent. Ik hoop dat we kunnen komen tot een veilige samenleving, maar met een minimum aan regels. Dank u.
Collega Bex, een gelijkaardige repliek?
De heer Bex heeft het woord.
Ja, inderdaad helemaal in dezelfde richting, voorzitter. Neen, niet echt. (Gelach)
Ik heb nog een paar andere bedenkingen. We hebben een brief gekregen van GOCA Vlaanderen, waarin staat dat zij ook een aantal aanbevelingen voor veranderingen zullen doen. Ik hoop maar dat men daar beseft dat men de tak waarop men zit aan het afzagen is, en dat die aanbevelingen het best helder en duidelijk zullen zijn, in de richting van een betere dienstverlening. Want dat zal nodig zijn om ons te overtuigen van hun rol en hun belang.
Ik heb een tweede puntje, minister. Twee ambtenaren moeten dit hele systeem controleren. Dat leidt ertoe dat je op een bepaald moment 240.000 euro aan een audit moet geven, en nog eens 250.000 euro aan een benchmark. Dat werk zou ook kunnen gebeuren, of misschien voorkomen worden, wanneer een administratie voldoende sterk uitgerust is om haar werk te kunnen doen. Dat is misschien ook een les die we hieruit kunnen leren.
Tot slot kom ik misschien tot die groene kaart. Als die zoveel aversie ten opzichte van Groen met zich meebrengt, ben ik er toch eerder voorstander van, minister, om er een blauwe, of om misschien minister Weyts te gedenken, een gele kaart van te maken, maar alstublieft geen groene kaart.
Bedankt voor de interessante suggestie.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat voorkomen beter is dan genezen, en dat dat een van de redenen is dat we wel – misschien te vaak – naar die autokeuring moeten gaan. Als het op de Vlaamse administratie en uw beleid aankomt, stellen we alleen iedere keer opnieuw vast dat we achter de feiten aanhollen. In plaats van preventief moeten we altijd reactief bijsturen, wanneer we vaststellen dat er zaken foutlopen. (Opmerkingen)
En ik denk dat we nu een audit moeten doen, en het is terecht dat u die beveelt, daar ben ik ook bij begonnen. Maar ik hoop dat er ook op korte termijn de nodige bijsturingen gebeuren.
Ik heb zonet alle kleuren kaarten horen noemen. Ik trek ze niet graag, maar ik vrees dat vandaag de rode kaart is getrokken voor de autokeuring, en ook voor uw administratie en uw beleid, minister. Ik hoop dat u ze snel omzet naar een groene kaart. (Opmerkingen van Marino Keulen)
Dank u wel, collega's. Als kleurenblinde word ik er op dit moment helemaal gek van.
De vragen om uitleg en de interpellatie zijn afgehandeld.