Report meeting Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Report
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, op 1 februari 2022 startte in heel Vlaanderen het proefproject DAB+ voor lokale radio’s, en dit voor een periode van 1 jaar. In totaal namen 59 lokale radio-omroepen deel aan dit proefproject, toch ongeveer de helft van alle erkende lokale radio’s.
Op 5 oktober 2022 stelde ik u een vraag om uitleg om een stand van zaken te krijgen. Punten die toen aan bod kwamen, waren de subsidies voor lokale radiozenders als tegemoetkoming voor de aansluitingskosten bij het digitale radioplatform Radioplayer, de opstart van een stuurgroep binnen Digitale Radio Vlaanderen, waarbij de lokale radio’s zouden worden betrokken, de tussentijdse en eindevaluatie van het DAB+-proefproject, het ontwerpplan voor lokale en bovenlokale DAB+, én de nieuwe radiostudie. Ook in de beleids- en begrotingstoelichting (BBT) Media voor het begrotingsjaar 2023 en de bespreking ervan kwam het thema van de digitalisering van de radiosector aan bod.
Ik was dan ook erg tevreden over het bericht dat ik op 16 januari 2023 las op de website van de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) over de evaluatie en de verlenging, met drie jaar zelfs, van de lokale DAB+-proefprojecten.
Uit de evaluatie van dit eerste jaar blijkt dat er amper technische problemen waren en dat er amper storingen werden ervaren van of op andere netwerken. Ook het zendbereik voor de mobiele ontvangst en de kwaliteit van het omroepsignaal worden als positief beoordeeld. De proefprojecten geven ook weer dat de DAB+-uitzendingen in de huidige vorm betaalbaar zijn voor de lokale radiozenders.
Daartegenover staat dat een ononderbroken dekking binnen het semiprovinciale zendgebied noodzakelijk blijkt, naast de opvulling van enkele gaten in de dekking waar het DAB+-signaal niet of te zwak is. De dekking is niet overal optimaal. Elk project pleit ervoor om steunzenders toe te laten om die stabiele en ongestoorde ontvangst van het signaal in het hele zendgebied te garanderen. Het opvullen van gaten in de huidige dekking, waardoor luisteraars via DAB+ in de wagen het omroepsignaal zonder onderbrekingen kunnen blijven ontvangen, kan de transitie van FM naar DAB+ versterken.
De lokale DAB+-proefprojecten en de tijdelijke zendvergunningen werden dus verlengd met een periode van drie jaar.
Het perspectief op een definitief digitaal frequentieplan is afhankelijk van de onderhandelingen op Europees vlak. Dat hebt u vroeger ook al gezegd. Daarom moet de verlenging van de proefprojecten rechtszekerheid en ruimte bieden voor bijkomende investeringen. Tegelijkertijd wordt ook de activering van een beperkt aantal steunzenders en ‘repeaters’ binnen de reeds bestreken lokale DAB+-zendgebieden mogelijk gemaakt.
Dat hebben we allemaal kunnen lezen op de website, maar het is misschien toch goed dat u daarover iets meer uitleg kunt geven. Daarom heb ik voor u een paar vragen, minister.
Ik wil starten met een heel algemene vraag. U hebt een grote radiostudie aangekondigd voor dit jaar. Wat is de stand van zaken van de aanbesteding van de nieuwe radiostudie?
59 lokale radiozenders namen deel aan het DAB+-proefproject. Zullen ze allemaal het project verderzetten of haakt er toch iemand af? Indien er zenders zouden afhaken, wat is dan de reden? Worden de vrijgekomen plekken dan ingenomen door andere zenders?
Welke initiatieven zult u nemen om de optimalisering van de dekking van het DAB+-signaal te garanderen en dus de gaten in de dekking op te vullen?
We hebben vernomen dat er ook nogal wat te doen was rond het opgelegde maximumvermogen voor de digitaal uitzendende lokale radiozenders. Dat is vastgelegd op 100 watt effective radiated power (ERP). Is het niet beter om dit geval per geval te bekijken en hierover afhankelijk van de lokale situatie een beslissing te nemen?
Het jammere van de zaak is dat ongeveer de helft van de radiozenders deelneemt aan het project dat nu nog drie jaar loopt. De lokale zenders die niet konden of wilden deelnemen aan het DAB+-proefproject, blijven momenteel op hun honger zitten. Ze beginnen zich ongerust te maken dat zij op termijn een concurrentieel nadeel zullen ondervinden, onder meer doordat er nu DAB+-ontvangers in nieuwe wagens en nieuwe radiotoestellen worden geïnstalleerd. Ik heb van een radio uit Limburg, Radio FM Goud, cijfers gekregen. Zij hebben zelf onderzoek gedaan naar hoeveel mensen via DAB+ naar hen luisteren. Het is heel duidelijk dat 43 procent al via DAB+ luistert, 38 procent via FM en 19 procent online. Als je het digitale aantal optelt, dus via DAB+ en online, dan spreken we over 62 procent. Dat is echt veel in vergelijking met uw laatste studie daarover. In oktober 2021 was het nog maar 41 procent. Het gaat gigantisch snel, en ik begrijp de lokale radiozenders dus wel die om welke reden dan ook een jaar geleden hebben gezegd dat ze niet wilden meedoen aan het project, maar nu ongerust beginnen te worden, ook doordat zij daarvan stilaan concurrentieel nadeel ondervinden. Kunnen zij nog in dit proefproject stappen, ook al is het intussen geen proefproject meer, of hoe moet je het nu noemen? Kunt u initiatieven nemen om het voor deze lokale zenders toch mogelijk te maken om digitaal uit te zenden of moet u echt wachten tot er op Europees vlak het een en ander beweegt? Kunt u dan misschien, als we binnenkort voorzitter zijn, op dat vlak zaken in gang zetten? Dat zou toch vrij snel moeten gaan. Als zij vijf of tien jaar moeten wachten, is dat heel nadelig.
Zullen deze radio-omroepen alsnog in het proefproject kunnen instappen? Welke initiatieven zult u nemen om het ook voor deze lokale zenders mogelijk te maken om digitaal uit te zenden?
Zal de subsidiëring van lokale radio’s voor de licentievergoeding die ze moeten betalen aan Radioplayer verdergezet worden? Want dat was bij de begrotingsbespreking nog niet 100 procent duidelijk, dacht ik.
Digitale Radio Vlaanderen zou de lokale radio’s betrekken bij de werking van hun stuurgroep om hun noden, verwachtingen, toekomstplannen te beluisteren. De vraag is hoe vaak de radio-omroepen reeds werden uitgenodigd door Digitale Radio Vlaanderen en welke dossiers dan werden besproken.
Het was misschien wat lang, maar dan hoef ik straks misschien niet veel meer te zeggen. Dank u wel.
Dat is ook efficiënt. Minister Dalle heeft het woord.
Dank u wel, collega Brouwers, voor de vraag.
U weet dat het mijn overtuiging is dat FM geen toekomst heeft en dat we de digitalisering van de radio moeten versterken en versnellen. Dat geldt natuurlijk ook voor de lokale radio’s, vandaar dat ik dit een zeer belangrijk thema vind.
Weet wel dat de toekenning van een tijdelijke zendvergunning voor die lokale DAB+-projecten in handen ligt van de VRM. Ik heb me altijd voorstander geuit van die projecten en ben ook facilitator geweest opdat ze er zouden komen, maar de verantwoordelijkheid en de keuzes liggen uiteindelijk wel bij de VRM, natuurlijk. Ik heb dan ook contact met hen opgenomen om op alle vragen in detail te kunnen antwoorden.
De lokale DAB+-proefprojecten hebben sinds de opstart in februari 2022 reeds tweemaal over de eigen werking aan de VRM gerapporteerd bij wijze van tussentijdse en jaarlijkse evaluatie. Die evaluaties werden mij ook bezorgd. Uit de rapportering blijkt dat het aantal deelnemende lokale radio-omroepen tijdens het eerste jaar van DAB+-uitzendingen ongewijzigd is gebleven. In twee lokale DAB+-proefprojecten zijn enkele deelnemers uit het project gestapt terwijl andere lokale radio-omroepen instapten, zodat er momenteel nog steeds 59 deelnemende lokale radio-omroepen zijn. Er werden bij de rapportering geen redenen opgegeven voor de uittreding van de betrokken radio-omroepen.
Er zijn signalen van een beperkt aantal erkende lokale radio-omroepen die zouden wensen aan te sluiten bij een proefproject. Elk proefproject heeft aangegeven open te staan voor aanvragen tot toetreding van bijkomende deelnemers, en dus een uitbreiding niet a priori uit te sluiten. Aanvragen tot toetreding moeten binnen het bestaande proefproject zelf worden geëvalueerd. Noch de VRM, noch ikzelf als minister van Media spelen daarin een sturende rol. Enkele proefprojecten blijken zelfs vragende partij te zijn voor een uitbreiding van de deelnemerslijst, onder meer om op deze wijze tot een betere spreiding te komen van de kosten voor de deelname aan het proefproject.
Het voorwaardenkader voor de toekenning van de tijdelijke zendvergunningen aan de lokale DAB+-proefprojecten is aangepast, met name door het toelaten van een beperkt aantal steunzenders met een begrensd maximaal vermogen en doordat er eveneens ‘repeaters’ kunnen worden geplaatst voor de continue ontvangst in de tunnels. Daarom is het aan de proefprojecten om de nodige aanvragen in te dienen ter verbetering van de dekking en het wegwerken van gaten in de dekking. Elke aanvraag voor bijkomende steunzenders zal terdege onderzocht worden, en waar vereist zal hierover in overleg worden gegaan met het betrokken proefproject. Momenteel ligt de bal dus in het kamp van de proefprojecten om de DAB+-dekking te versterken, te optimaliseren.
Bij de evaluatie is de nood aan een ononderbroken ontvangst binnen het DAB+-zendgebied bij elk proefproject steeds naar voren gebracht. Er kunnen verschillende opties worden overwogen om die problematiek te verhelpen. In dit geval is er gekozen voor de optie om steunzenders met een begrensd vermogen toe te staan. Het effect van die bijkomende technische mogelijkheden, die alleszins een verbetering zullen inhouden, zal moeten blijken uit de resultaten, die natuurlijk pas zichtbaar worden na de concrete plaatsing van de steunzenders. Het is daarom voorbarig nu reeds deze keuze tot verbetering en aanpassing van de technische mogelijkheden in vraag te stellen. Sommige deelnemers zullen teleurgesteld zijn door de begrenzing van het uitgestraald vermogen, terwijl anderen laten weten dat hierdoor wel degelijk aan hun vragen wordt tegemoetgekomen.
De VRM heeft beslist om de lokale DAB+-proefprojecten met drie jaar te verlengen. Door de beperkte digitale frequentiecapaciteit kan voor deze proefprojecten enkel kanaal 10 worden ingezet. Andere frequentiekanalen kunnen dus niet worden ingezet voor de lokale DAB+-proefprojecten, en dat zal wellicht zo blijven voor de duurtijd van de verlenging.
De enige mogelijkheid om deel te nemen aan lokale DAB+-uitzendingen, is instappen in een proefproject. Daarover wordt binnen de betrokken proefprojecten dus zelf beslist, zoals ik reeds toelichtte.
Lange tijd was er voor lokale radio’s geen perspectief om via DAB+ uit te zenden, omdat er alleen landelijk DAB+-frequenties ter beschikking waren. De intrekking van de licentie van Norkring van MUX-10 10 heeft mogelijkheden gecreëerd. De proefprojecten zijn een oplossing op korte termijn, maar ik ben mij er natuurlijk van bewust dat niet alle lokale radio’s hierdoor momenteel actief kunnen zijn op DAB+.
De administratie werkt aan een ontwerpplan voor lokale en bovenlokale DAB+, zoals ik hier al herhaaldelijk heb aangegeven. De onderhandelingen daarover met andere gemeenschappen en met buurlanden zijn volop aan de gang. Die gesprekken verlopen in een constructieve sfeer. Er kan pas een definitief frequentieplan in voege treden op het moment dat er een akkoord is met de betrokken partijen. Het is momenteel nog te vroeg om een uitspraak over de invulling te doen, omdat we daar nog geen finaal akkoord hebben.
Nadat het nieuw digitaal frequentieplan definitief is, zal het regelgevend kader moeten worden opgemaakt. Ik wacht de resultaten van de radiostudie af om aan de slag te gaan met de uitwerking van zo’n regelgevend kader. U hebt ook gepeild naar de timing daarvan. De opmaak van het bestek zit in de finale fase. De besprekingen om het bestek te finaliseren tussen de administratie en mijn kabinet zijn volop aan de gang. We zullen dat ook op relatief korte termijn kunnen afronden, zodat de overheidsopdracht ook kan worden uitgeschreven.
Wat DAB+ betreft, plan ik geen andere initiatieven om de lokale radio’s te ondersteunen in hun digitaliseringsplannen. Lokale initiatieven dienen zich in eerste instantie te richten naar lokale besturen.
Wat uw vraag met betrekking tot de stuurgroep betreft, kan ik het volgende meegeven. Digitale Radio Vlaanderen is een samenwerkingsverband tussen de commerciële landelijke radio-omroepen, de VRT, Norkring, mijn administratie en kabinet. Op een aantal vergaderingen per jaar worden ook andere radio-omroepen die via DAB+ landelijk uitzenden, uitgenodigd hieraan deel te nemen. De schaal van de vergadering is dan ook eerder beperkt, waardoor de deelname van alle lokale omroepen die op DAB+ uitzenden in proefprojecten moeilijk werkbaar zou zijn.
Dat is ook de reden waarom ikzelf al verschillende keren het initiatief heb genomen om via digitale overlegmomenten alle lokale radio’s uit te nodigen. Tijdens die vergaderingen zijn de proefprojecten, maar ook hun andere bezorgdheden ter sprake gekomen. Deze vergaderingen lenen en leenden zich beter tot overleg dan de stuurgroep Digitale Radio Vlaanderen. Zo was er nog een sessie met de lokale radio-omroepen op 16 januari 2023, waar we de proefprojecten DAB+ bespraken en de modaliteiten van de verderzetting van de proefprojecten. Er is dus voor de eerste keer in de geschiedenis een overleg geweest met alle landelijke radio’s, en het is eigenlijk dankzij corona, als ik dat zo mag zeggen, dat we die mogelijkheid zien om meer dan honderd partners uit te nodigen, waarvan er ook verschillende deelnemen.
Ook de steun voor Radioplayer werd op de laatste vergadering besproken, wat meteen het brugje vormt naar uw laatste vraag.
Tijdens het overleg heb ik moeten vaststellen dat de bereidheid en de vraag van de lokale omroepen om via Radioplayer uit te zenden, redelijk laag is. Zonder de steun vanuit de overheid is er weinig interesse, en zelfs met de steun vanuit de overheid moet ik vaststellen dat de lokale omroepen vooral bezig zijn met uitzendingen via FM, DAB+ en eigen apps en digitale toepassingen. Dat werd ook bevestigd door mijn administratie na een grondige evaluatie. Ik ben dan ook van mening dat die steun niet meer voldoende gedragen is om die verder te zetten en heb dan ook beslist om de ondersteuning stop te zetten.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Als ik het goed heb begrepen, dan is de steun aan de radio’s voor Radioplayer afgeschaft. Maar komt er dan iets in de plaats? Worden die middelen aan iets anders besteed? Ik zie u neen, schudden.
U hebt gezegd dat die die nu niet aan het proefproject kunnen deelnemen, dat altijd kunnen aanvragen, want er kan altijd een uitbreiding zijn binnen een bepaalde regio. Moeten diegenen die in die regio al actief zijn, hun akkoord geven of hoe gaat dat dan? Want het zijn soms toch ook een beetje concurrenten onder elkaar. Hoe ziet u dat dan precies? Want dat was redelijk nieuw voor mij.
Voor de rest heb ik trouwens een uitgebreid antwoord gekregen op al mijn vragen en heb ik geen verdere vragen. Bedankt in elk geval, we gaan het verder opvolgen. Zoals u weet, zijn er in deze commissie nog wel wat mensen geïnteresseerd in digitale radio, en meer bepaald het lokale aspect.
Minister Dalle heeft het woord.
Ik antwoord nog even op de twee bijkomende vragen van collega Brouwers.
De financiering ten aanzien van Radioplayer wordt inderdaad stopgezet na de evaluatie en ook door gebrek aan gedragenheid. Die middelen worden niet opnieuw ingezet naar lokale radio’s toe. Wij hebben ook geen subsidiëring voorzien voor lokale radio’s en dat gaan we ook niet doen, voor alle duidelijkheid. We hebben deze legislatuur twee keer financiële steun gegeven, één keer als noodsteun tijdens corona en één keer via Radioplayer. We zijn gerust bereid om nog verder te bekijken wat daar kan gebeuren, maar structurele financiering of subsidiëring van lokale radio’s gaan we niet geven.
Het klopt dat de proefprojecten zelf die aanvraag moeten bekijken: het is aan hen om daarrond een beslissingsproject te organiseren. Ik ga ervan uit dat zij dat op een correcte manier doen, maar het is belangrijk dat zij dat op een juiste wijze bekijken, namelijk op technische gronden en dat zij niet die mogelijkheid of hun macht gebruiken om concullega’s buiten te houden. Het is heel belangrijk dat ze beseffen dat op die manier werken niet werkt.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Dat laatste is wel belangrijk en ook duidelijk. Maar misschien is het toch mogelijk om er eens over na te denken om zij die er momenteel nog niet op zitten ook op een of andere manier te ondersteunen bij die digitale omslag, maar dat kan dan verder besproken worden in uw digitale overlegmomenten. Maar als ik dan hoor dat die lokale zenders ook eigen apps ontwikkelen, wat ook wel wat geld zal kosten, dan kunnen we misschien daar iets rond doen, zodat we diegenen die niet op de MUX’en en DAB+ zitten, die de kans niet gegrepen of gekregen hebben, op andere manieren toch in de digitale omslag kunnen bijstaan. Misschien kan er eens worden nagedacht om dat te doen met een of ander project of subsidie – het is een idee dat hier ter plekke opborrelt. Als dat niet gaat, dan is dat ook goed, maar we zijn er ook om u bepaalde ideeën mee te geven. Ik denk dus dat er daar toch nog wel mogelijkheden zijn om verdere ondersteuning te bieden, aangezien Radioplayer toch wel wat kostte en nu wegvalt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.