Report meeting Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Report
Mevrouw Moors heeft het woord.
Minister, in Nederland geldt vanaf 1 januari 2023 een verbod op het gebruik en het bezit van lachgas. Naar aanleiding daarvan hield het verkeersveiligheidsinstituut Vias opnieuw een pleidooi voor een verstrenging van de regels in ons land.
Dat pleidooi werd gehoord door federaal minister van Mobiliteit Georges Gilkinet, want hij gaf te kennen binnenkort een algemeen verbod op lachgas op de regeringstafel te willen leggen. Hij verklaarde daarvoor reeds groen licht te hebben gekregen van de Interministeriële Conferentie (IMC) met alle ministers van Mobiliteit. Daarover heb ik enkele vragen.
Kunt u de beslissing van de IMC en het verdere traject nader toelichten?
Welke initiatieven zult u nemen ter opvolging?
Minister Peeters heeft het woord.
Bedankt voor uw vraag, mevrouw Moors.
We weten allemaal dat rijden onder invloed een van de belangrijkste killers in het verkeer is. In dat opzicht, en met de verkeersveiligheid als belangrijkste bekommernis voor ogen, is op de IMC van 6 december laatstleden inderdaad gevraagd aan minister Gilkinet om ervoor te zorgen dat er een algeheel verbod zou komen op de verkoop van lachgas, en om dat op de tafel van de Federale Regering te leggen.
We weten dat er in Nederland al een verbod is op het bezit of de verkoop van lachgas voor recreatief gebruik. Het is daar al verboden, dus we hoeven het warm water niet uit te vinden en we kunnen daar een voorbeeld aan nemen. Als we de persberichten van de voorbije week mogen geloven, dat er alleen al in het Brusselse ruim twee ton aan lachgascapsules gevonden werd, dan zien we dat dit een heel groot probleem is. Het is een maatschappelijk fenomeen dat alleen maar uitdijt. Dat noopt ons ertoe om maatregelen te nemen. We kijken naar de Federale Regering en vragen andermaal met aandrang om, naar het voorbeeld van Nederland, soortgelijke maatregelen te nemen. Dat neemt niet weg dat wij zelf, vanuit Vlaams oogpunt, blijven inzetten op datgene waarvoor wij bevoegd zijn. Dat zijn onder andere de doelgroepgerichte sensibiliseringscampagnes, naar jongeren en naar mensen die deelnemen aan het verkeer en ook aan het uitgaansleven. Ik denk wel dat u onze campagne kent met ‘Groot Gelijk dat je drugsvrij rijdt’. Soortgelijke campagnes zullen we zeker in de toekomst ook blijven opzetten.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Dank u wel, minister. Het is inderdaad een groeiend probleem in het verkeer, met jongeren die onder invloed rijden, niet alleen van alcohol of drugs, maar blijkbaar ook van lachgas. Zij zijn een groot gevaar op de weg, niet alleen voor henzelf maar ook voor andere weggebruikers. Daar moet dus zeker tegen opgetreden worden. U hebt zonet al aangehaald dat het niet alleen een probleem is in het verkeer maar ook bij de afvalverwerking. De afvalmaatschappij van Brussel heeft inderdaad in de afgelopen week aan de alarmbel getrokken omdat er verschillende verbrandingsovens zijn stilgevallen ten gevolge van capsules van lachgas die in het restafval waren beland.
Een ander probleem is het feit dat er nog geen sluitende methode is om het gebruik van lachgas in bloed, adem, speeksel of urine te constateren. Dat is natuurlijk een bijkomend probleem. Ik denk dat er aan de detectiemethode nog gesleuteld moet worden.
Daarom heb ik een bijkomende vraag, minister: wat is de huidige stand van zaken met betrekking tot de detectiemethode? Hebt u weet van evoluties op dat vlak? Wordt daar onderzoek naar gedaan?
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Minister, uw antwoord op mijn recente schriftelijke vraag maakte me tevreden omdat ik las dat u zelf een voorstander bent van een verbod op lachgas. Ik weet dat u binnen de grenzen van uw bevoegdheden enkel kunt inzetten op sensibilisering en als het goed is, dan mag dat ook gezegd worden. De actie ‘Groot Gelijk dat je drugsvrij rijdt’ was een zeer zichtbare actie en het was ook bijzonder positief dat u die campagne mee hebt ondersteund met extra speekseltesten. Recentelijk was er ook een bevraging van de Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) bij de Vlaamse automobilisten tussen 18 en 54 jaar, over het rijden onder invloed van drugs en lachgas. Die resultaten waren heel frappant, dit fenomeen is in opmars bij die jongere leeftijdsgroepen en dat is zorgwekkend.
Het maakte me ook blij om te lezen dat de VSV binnen de permanente monitoring van de campagnes die bevraging halfjaarlijks zal organiseren – meten is weten –, om die evolutie ook nauwgezet te kunnen opvolgen en die campagnes nog gerichter te kunnen uitwerken. Een bevraging is pas representatief als aan alle criteria wordt voldaan en dan vroeg ik mij af of u zicht hebt op hoe die bevraging gebeurt en hoe ruim die is.
Een derde goede zaak is dat er overleg werd gepleegd tussen uw kabinet, dat van minister Somers en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). Op mijn vraag welke inspanningen er nog extra gedaan kunnen worden om het bezit en gebruik van lachgas in nog meer Vlaamse steden en gemeenten uit te rollen, verwees u enkel naar de webpagina van de VVSG. Is dit aantal in stijgende lijn en kunt u ons een overzichtje bezorgen van de steden en gemeenten waar het verbod er wel al is?
Ik rond af met de boodschap dat wij pleiten voor een nultolerantie voor drugs in het verkeer. Wij zijn ook van mening dat als er kan worden aangetoond dat drugsgebruik de oorzaak van het ongeval is, dat dan het rijbewijs onmiddellijk moet worden ingetrokken. Ook bij verkeercontroles moet er harder worden ingezet op drugs, want de pakkans voor drugs in het algemeen ligt momenteel een stuk lager dan bij alcohol, terwijl het risico op een ongeval met drugs dertig keer hoger ligt. Minister, blijf naast sensibilisering ook inzetten op handhaving via controles. Dat is noodzakelijk om een duidelijk signaal te geven dat rijden onder invloed nooit getolereerd kan worden. Dus blijf dit onderwerp bij uw federale collega’s aankaarten en zorg er mee voor dat er effectief verder onderzocht kan worden hoe lachgas in het verkeer gehandhaafd kan worden.
Mevrouw Mertens heeft het woord.
Ik wil hier toch even onderstrepen dat cd&v ook voorstander is van een totaalverbod. Cd&v-kamerlid Nawal Farih pleitte in 2019 al voor een verbod op de verkoop van metalen slagroomcapsules met lachgas aan minderjarigen. Ook collega Jef Van den Bergh kwam in de plenaire vergadering van 8 december vorig jaar al tussen en minister Gilkinet had daar inderdaad oren naar. We horen dat u niet alleen inzet op lachgas, maar ook op drugs en vooral de sensibilisering daarrond, maar vorig jaar hebt u aangekondigd om 10.000 speekseltesten te voorzien, wat een goede zaak is ondanks dat dat een federale bevoegdheid is. Nu vroeg ik mij af of u voor 2023 ook dat soort acties zult voorzien.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Ik diende op 16 november identiek dezelfde vraag in, ik wil dat de minister dat ook weet. Naar aanleiding van Nederland vroeg ik hoe u staat tegenover een verbod op het gebruik van lachgas, of u overleg ging plegen met uw federale collega en vroeg ik ook om met die sensibilisering verder te doen. Ik wil graag weten waarom mijn vraag de selectie niet haalde, want ik ben de collega’s dankbaar, maar ik had de vraag al op 16 november ingediend. Ik heb de vraag vandaag weer mee, maar ik verheug mij uiteraard, minister, dat u blijkt geeft …
Collega Lambrecht, dat was tijdens de begrotingsbespreking. Elke vraag om uitleg die toen werd ingediend, is toen afgekeurd. We hebben het daar al enkele keren over gehad.
Ik vind het vreemd dat dat de week nadien niet werd meegenomen.
U kunt nu uw tussenkomst verder afwerken.
Uit uw antwoord vernam ik dat u op 6 december overleg had met Gilkinet. Mijn vraag is dan: wordt dat overleg opgevolgd, zit u over een paar maanden daarover opnieuw met hem samen? Want ik denk dat we dat niet mogen laten gaan. Net zoals de collega’s is Vooruit ook voorstander van een volledig verbod op lachgas, zoals bijvoorbeeld in mijn thuisstad Brugge. Onderzoeken tonen aan dat jongeren heel vaak alcohol en lachgas samen nemen, zoals 61 procent van de jonge bestuurders aangaven. Is het niet te overwegen om eens een specifieke campagne te doen rond het samen nemen van alcohol en lachgas, los van de algemene anti-drugscampagnes die we natuurlijk ook heel erg ondersteunen? Dank u wel.
Voor de volledigheid, collega Lambrecht: ik heb toen ook een gelijkaardige vraag van iemand uit mijn fractie afgewezen.
De heer Bex heeft het woord.
Zeer kort. Dank u, collega’s, voor de vragen. Het is zeker ook een bezorgdheid van Groen dat zo weinig mogelijk mensen, het liefst geen mensen, zich in het verkeer begeven onder invloed van drugs. Ik denk dat de minister verwezen heeft naar het werk van minister Gilkinet, die op federaal niveau aan het onderzoeken is hoe we, naar Frans voorbeeld, kunnen gaan naar een verbod op niet-professionele verkoop en bezit van lachgas. Ik denk dat dat inderdaad een weg is die we moeten bewandelen, en ik vind het goed dat daar vanuit Vlaams niveau zo goed mogelijk aan wordt meegewerkt.
Minister Peeters heeft het woord.
Ik wil misschien toch nog even iets benadrukken. Naar aanleiding van eerdere berichtgeving en vaststellingen van de politie van meldingen die we kregen op onze verkeersveiligheidstafel, is het juist van onze zijde dat wij dat geagendeerd hebben op de IMC van december, het overleg dat we hebben met de andere gewestelijke collega’s en de federale collega’s. Daar hebben we specifiek gevraagd aan collega Gilkinet om ervoor te zorgen dat er wat dat betreft initiatief genomen zou worden op federaal niveau. Minister Gilkinet heeft gezegd dat hij dat ook zal doen, en hij zou het onder andere ook bespreken met minister Vandenbroucke van Volksgezondheid, omdat het nemen van lachgas niet alleen een verkeersveiligheidsprobleem is, maar ook een ruimere gezondheidsproblematiek.
Ik hoop dat ik daar snel feedback over krijg. We hebben op 7 februari opnieuw een interministerieel overleg, en ik neem aan dat ik dan te horen zal krijgen wat er intussen is gedaan. Alleszins is het nodig dat er snel iets gebeurt. Ik verwijs naar de persberichten die we de afgelopen dagen gezien hebben. 2 miljoen ton afval, alleen al in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, van die capsules van dat lachgas. Ook de afvalverbrandingsovens die daardoor werden stilgelegd. Kortom: het is een groot maatschappelijk probleem, maar het is zeker ook een groot verkeersveiligheidsprobleem.
Vandaar dat we daar met zijn allen op moeten blijven inzetten. Zoals ik daarstraks al zei: van onzentwege zetten we volop in op die campagne. We zetten volop in op die sensibiliseringscampagnes. Ik ben ook blij dat een aantal collega’s dat hier onderschrijven. Ik denk zeker aan die campagne die we samen gedaan hebben met een aantal mensen uit het nachtleven, vanuit de clubs, waarbij ook zeer gericht wordt ingezet op ‘Groot Gelijk dat je drugvrij rijdt’. Drugs is daar eigenlijk de volledige noemer. Dat is uiteraard drugs zelf, maar dat is ook lachgas, alles wat daaronder valt. We willen natuurlijk ook dat je nuchter rijdt. Zeker die combinatie van alcohol met lachgas is uit den boze, zowel wat lichamelijke gezondheid betreft als wanneer men zich in het verkeer begeeft. We zullen dergelijke campagnes zeker verder opzetten.
Als het gaat over testen: we kregen op onze verkeersveiligheidstafels te horen van een aantal politiezones dat er een gebrek was aan testen. Vanuit de federale overheid – want daar is de politie bij betrokken – waren er te weinig testen voorradig. Daarom hebben wij als ondersteuning aan het federale beleid ten behoeve van de provinciegouverneurs testen ter beschikking gesteld, zodat die verdeeld kunnen worden onder de respectievelijke politiezones, om zodoende nog meer het verkeersveiligheidshandhavingsluik te ondersteunen. Ik denk opnieuw dat dat belangrijk is, ook al weet ik dat dat strikt genomen niet onze bevoegdheid is. Wat dat betreft zullen we dat zeker opnieuw opnemen als we overleg hebben met de andere collega’s, om daar ook doelgericht op in te zetten, en zeker te zorgen dat er voldoende testen zijn, zowel alcoholtests als speekseltests.
Dat lachgas moeilijk te detecteren is, weten we allemaal. Maar anderzijds kan men te allen tijde gebruikmaken van de tools die er in de regelgeving zijn. Artikel 8.3 stelt heel onomwonden dat men te allen tijde in staat moet zijn om de wagen te besturen. Men moet over de nodige rijvaardigheden beschikken. Wanneer er bij een controle vastgesteld wordt dat daar niet aan voldaan wordt, dan is dat sowieso al een reden om op te treden.
Wat betreft de bevraging, de cijfers over het aantal lokale besturen die nu specifiek al een lokaal verbod hebben: die cijfers heb ik nu niet voorhanden. Misschien heeft het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) die wel, ik weet dat wij die recent in onze gemeenteraad hadden. Natuurlijk moeten de lokale besturen niet alles melden aan onze overheid van datgene wat ze doen, dus ik weet niet zeker of het Agentschap Binnenlands Bestuur ze ter beschikking heeft, maar alleszins kan dat eventueel daar opgevraagd worden.
Wat de detectiemethoden betreft, kijk ik vooral naar de federale overheid. Ik zeg opnieuw dat we daar ten volle op inzetten, het is een belangrijk aspect in het kader van verkeersveiligheid. Maar ik meen dat we hier met vereende krachten, zowel federaal als Vlaams, maar ook met lokale overheden, moeten kijken hoe we deze problematiek een halt kunnen toeroepen.
Zoals ik daarstraks ook al zei, als ik zie dat men in Nederland een algemeen verbod op recreatief gebruik kan opleggen, dan lijkt me dat we dat hier ook in ons land moeten kunnen doen. Er zijn natuurlijk nog altijd sectoren – ik denk aan bakkerijen, farmaceutische bedrijven – die lachgas moeten kunnen gebruiken, maar daarom moet niet iedereen in zijn wagen lachgas kunnen vervoeren. Dus ik denk dat men daar snel tot een oplossing kan komen, en ik verwijs naar het voorbeeld van Nederland waar het verbod sinds 1 januari 2023 in voege is.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw uitgebreide antwoord. De kamerbrede aandacht die het probleem hier heeft, onderstreept nog maar eens dat het een zeer groot probleem is. Lachgas wordt steeds meer misbruikt door jongeren, met alle gevolgen van dien, zowel binnen als buiten het verkeer. Ik hoop dat er een enorm draagvlak is om een verbod uit te vaardigen op het oneigenlijke gebruik, en ik hoop dat dat heel snel tot stand gaat komen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.