Report meeting Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Report
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, mijn vraag gaat over iets wat ik had opgemerkt in de internationale pers. Als minister van Wonen hoort u ook wel dat de woonkosten voor ouderen leidt tot heel wat ongerustheid bij senioren, gepensioneerden en hun kinderen. Dat is zeker het geval als ze naar een woonzorgcentrum moeten. Omdat men weet: het is 2000 euro per maand per persoon. Als ze daar met twee naartoe moeten, kost dat misschien 4000 euro en ze hebben maar een pensioen van 1500 euro samen. Hoe gaat dat dan allemaal?
De ouderen willen ook hun kinderen niet echt belasten, want je weet dat men eerst naar de kinderen toe gaat als ze zelf niet genoeg inkomen hebben, en zo meer.
Ik vond dat wel interessant en inspirerend voor mij als liberaal. Ik zag dat Justin Trudeau de strijd aangaat om meer betaalbare woningen te voorzien. En dat hij daar ook één maatregel had voorgesteld, meer bepaald om meerdere generaties te laten samenwonen.
Het is een beetje zoals onze kangoeroewoning: het aanbouwen van een secundaire wooneenheid bij een bestaande woning. Dat levert een vorm van belastingkrediet op van 15 procent op de renovatiekosten tot 50.000 Canadese dollar. Dat kan dan in mindering worden gebracht op het belastbaar inkomen.
Je zou kunnen zeggen: misschien moeten we zo’n systeem hier op federaal niveau invoeren. Maar als dat samengaat met de eigen gezinswoning, dan is Vlaanderen daarvoor bevoegd.
Hoe staat u eigenlijk ten aanzien van dat idee en deze maatregel? Bent u er als minister voor gewonnen een soortgelijke maatregel in Vlaanderen in te voeren? U kunt dat niet via ons belastbaar inkomen doen, maar u zou dat wel kunnen doen via andere systemen waarvoor u wel bevoegd bent. Ik denk dan aan erfbelasting, successierechten, schenkingsrechten, de onroerende voorheffing, andere maatregelen die u daarvoor kunt aanwenden.
Welke maatregelen neemt u als minister om kangoeroewonen vandaag te stimuleren?
Hoeveel zijn er tot op vandaag? Het is nog altijd geen succes in Vlaanderen. De vraag is: hoe komt dat? Denkt u eraan om deze vorm van wonen in de toekomst meer te stimuleren en hoe zou u dat dan aanpakken?
Hoe staat u tegenover het gebruik van een belastingvoordeel als instrument om nieuwe, betaalbare woonvormen te stimuleren?
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank u wel voor de vraag. Sta mij toe, collega, dat ik uw eerste twee vragen en de laatste vraag samen beantwoord. Eerder dan stimulerende maatregelen uit te werken voor deze en andere specifieke woonvormen, is het mijn doel om ervoor te zorgen dat er geen belemmeringen bestaan voor deze woonvormen om gebruik te maken van de bestaande instrumenten van het woonbeleid. Eveneens streef ik ernaar dat de fiscaliteit deze woonvormen niet benadeelt. De algemene logica daarachter die ik wil hanteren, is dat mensen zelf kunnen kiezen hoe zij wonen en hoe zij dat georganiseerd willen zien. Het enige waarvoor wij als overheid moeten zorgen, is een duidelijk kader waarbij we eventuele belemmeringen wegnemen voor bepaalde keuzes die niet ingaan tegen dat kader.
Uit de eerste analyses van mijn administratie leid ik af dat er niet meteen drempels zijn om voor een kangoeroewoning een beroep te doen op ons regulier instrumentarium, zoals bijvoorbeeld de aanpassingspremie. Mochten er in de toekomst toch drempels opduiken, dan zijn wij natuurlijk bereid om dat van dichterbij te bekijken.
Het aantal kangoeroewoningen wordt niet bijgehouden, vermits er geen eenduidige definitie beschikbaar is. Het gaat om een woning die bestaat uit een grotere wooneenheid voor een gezin en een kleinere wooneenheid voor bijvoorbeeld de grootouders of persoon met een zorgnood. Wanneer aan alle voorwaarden zoals bepaald in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) voldaan is, kan de creatie van een inpandige zorgwoning via een melding gebeuren. Ook in andere gevallen is de opdeling of uitbreiding van de woning naar een kangoeroewoning mogelijk, maar dan is steeds een omgevingsvergunning vereist. Cijfermateriaal over het aantal zorgwoningen is wel beschikbaar bij het departement Omgeving.
En dan uw vierde vraag: zoals ik al antwoordde op de andere vragen, is het niet mijn bedoeling om een stimulerend kader uit te werken, wel om desgevallend drempels weg te werken. Bovendien heb ik de administratie gevraagd om sterker in te zetten op het informeren en sensibiliseren. Op die manier worden de mogelijkheden van deze minder courante woonvormen op een gecentraliseerde plaats onder de aandacht gebracht.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Dank, minister, voor uw antwoord. Uiteraard moeten mensen zelf kunnen kiezen, maar als je natuurlijk geen middelen hebt dan kun je ook niet veel kiezen. Ik bedoel daarmee: als je een laag inkomen hebt, heb je niet altijd te kiezen voor het ene of het andere, ook de kinderen niet. In die zin vind ik uw antwoord … (onverstaanbaar) … Keuze betekent ook middelen hebben. Dat was eigenlijk mijn vraag. Hoe je dat met dat systeem … (onverstaanbaar) … Mijn vraag was eigenlijk … (onverstaanbaar) … De cijfers zitten bij uw collega van Omgeving, maar ik dacht dat u mij dat toch zou kunnen bezorgen … (onverstaanbaar) … als u informatie wilt hebben over wonen, moet dat toch ook makkelijk door u als minister van Wonen in kaart gebracht kunnen worden.
Mijn laatste vraag aan u: … (onverstaanbaar) … uw antwoord is duidelijk … (onverstaanbaar) … Wanneer worden de finale voorstellen omtrent het onderzoek naar nieuwe woonvormen en acties daaromtrent voorgesteld aan het parlement? Wanneer zal dat klaar zijn?
Mevrouw Claes heeft het woord.
Minister, u danst hier natuurlijk op twee benen, enerzijds als minister van Wonen, anderzijds als minister van Financiën. We moeten opletten dat we die fiscale maatregelen niet gaan veralgemenen. Wat die eventuele ondersteuning betreft zijn er diverse maatregelen mogelijk. Ze zijn daarom niet even wenselijk. Fiscale maatregelen kunnen een antwoord bieden op bepaalde, op sommige vraagstukken, maar ze kunnen ook de woningmarkt destabiliseren. Ik zou denken dat de liberale collega’s van Open Vld terughoudender zouden zijn tegenover een overheid die fiscale of andere ingrepen doet om de markt of de woningmarkt te corrigeren.
Een van de lessen na corona is dat mensen opnieuw vertrouwen krijgen in de woningmarkt. Dat zorgt voor nood aan stabiliteit. De woonbonus toonde al zo’n prijsopdrijvend effect. De afschaffing ervan is een goede zaak geweest, daar is iedereen hier het over eens. Een huur- of een andere bonus is enkel van hetzelfde laken een broek.
Wat betreft die nieuwe woonvormen, minister: onze fractie kijkt alvast uit naar de resultaten van de evaluatie die u zult doorvoeren, waarbij de mogelijkheden die zich voordoen binnen Wonen en andere Vlaamse bevoegdheden, en vervolgens ook op het federale vlak, worden onderzocht.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Ik wil graag aansluiten omdat ik het systeem van kangoeroewonen op zich een heel waardevolle manier vind. We moeten gaan kijken hoe we daar drempels kunnen wegwerken. De voorwaarden voor een kangoeroewoning zijn eigenlijk heel helder. Het mag niet gaan over meer dan een derde van het totale bouwvolume, en het moet altijd gaan over maximum twee personen. Hier in Vlaanderen gaat het dan over personen die ofwel zestigplus, ofwel hulpbehoevend zijn. Beide delen blijven van dezelfde eigenaar. Het is inderdaad zo dat, wanneer je binnen hetzelfde woonvolume blijft, je geen bijkomende stedenbouwkundige verplichtingen hebt in Vlaanderen.
Ik weet dat er al heel wat stappen worden gezet om de drempels te verlagen. En toch blijf ik horen dat er voor mensen die dat overwegen of dat willen doen – hier in Vlaanderen gaat dat vaak over de ouders laten inwonen – toch nog vaak problemen hebben. Niet alleen wanneer men de woning heeft aangepast, maar wanneer men dan wil overstappen naar één of twee huisnummers, of bij alle fiscale problemen die daar dan op volgen. Wat kunnen we nog doen om dat weg te werken?
Ik vind het systeem van Canada interessant omdat men voor het kangoeroewonen de leeftijdsgrens loslaat. Men moet enkel verwant zijn. We zien dat daar dan voornamelijk ouders bijbouwen, of een kangoeroewoning bouwen voor de eigen kinderen, om ze op weg te helpen. Is dat toch niet iets dat we een kans kunnen geven bij het onderzoek binnen Wonen Vlaanderen? Daar zit toch wel wat in, lijkt mij.
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank u wel. Eerst en vooral ga ik in op de vraag met betrekking tot de timing. Het is zo dat het met twee fases werkt, dat heb ik al geschetst. We gaan eerst een lijst maken met de knelpunten. Daarmee zitten we ongeveer in de eindfase. Ik kan u geen precieze datum geven. Wat de tweede fase betreft hebben we wel al de website gelanceerd en die wordt natuurlijk voortdurend aangevuld. Dat is zowel voor lokale besturen als voor individuele burgers een bron van informatie daaromtrent.
Mevrouw Jans, ik moet het overlaten aan de studie zelf om te kijken wat zij al dan niet meenemen. Je moet natuurlijk vertrekken van de probleemstelling in de eigen woonomgeving. Het is dan de vraag of die zich in dezelfde mate stelt als op andere plaatsen. Daarover wil ik natuurlijk geen voorafnames doen op de resultaten van de studie.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Dank u wel, minister, en collega’s. Als liberaal blijf ik er altijd voor pleiten om via fiscale kortingen te stimuleren om een bepaald beleid ingang te doen vinden. Ik vind dat dat de juiste weg is. Daar is niets mis mee. Ik vind het zelfs zeer liberaal als mensen een fiscale korting kunnen krijgen om daarmee aan een maatschappelijk doel tegemoet te komen. Dat is goed, dat is beleid voeren.
Minister, ik denk dat er heel wat drempels zijn, zoals collega Jans ook opmerkte. Ik zou toch echt willen vragen dat u, als minister van Wonen, samen met uw collega de cijfers in kaart kunt brengen om te zien hoe de woningnood voor ouderen beter kan worden aangepakt. U bent uiteraard ook minister van Financiën, maar ik denk dat de middelen die vandaag naar Welzijn gaan om woonzorg te realiseren, van een gigantische orde zijn. Zoals men bij andere zaken binnen Welzijn een rugzakje kan meenemen, zo moet misschien ook eens worden bekeken om huisvesting op een andere manier te financieren. Ik denk dat dit niet alleen via welzijnsorganisaties of het budget van Welzijn kan, maar ook door in te spelen op de actoren, de kinderen, om voor hun ouders die zorg op zich te nemen via een kangoeroewoning die ze ter beschikking kunnen stellen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.