Report meeting Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Report
De heer Meremans heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, laat ons vooral toejuichen dat het gebruik van de fiets in stijgende lijn zit. Onze Vlaamse fietspaden zijn jammer genoeg nog steeds niet allemaal, hoe zal ik het zeggen, naar het model dat we in Nederland kunnen vinden. Goed, het betekent dat er een mengelmoes van fietsers is in de bebouwde kom, in de kernen. Er zijn, als ik het woord mag gebruiken, twee bakvissen die naar hun school rijden en ondertussen vrolijk zitten te tateren over de knappe jongen die ze dit weekend hebben gezien of omgekeerd twee jongens die over een meisje praten. Er is de senior op de elektrische fiets die naar de markt wil rijden. Er is de man op de speedpedelec die snel op zijn werk moet geraken. Er is misschien ook nog een wielertoerist met tijd die kilometers wil malen. Er is dus een totale mengeling van mensen met verschillende snelheden, met verschillende functies. Geen enkel probleem.
Ik krijg vaak de kritiek dat we weer regeltjes willen invoeren, regelneverij. Ik verwijs naar de e-steps: toen hebben we ook die kritiek gekregen. Volgens mij moet je het ordenen, of je krijgt vodden en meer ongelukken tussen fietsers onderling en dat moeten we vermijden.
In Nederland is het heel eenvoudig. Een speedpedelec kan er bijvoorbeeld niet op een fietspad, wel op een fiets/bromfietspad zoals ze het noemen, omdat dat nog gescheiden is. Als je met een speedpedelec op een fiets/bromfietspad komt, mag je maximum 30 kilometer per uur rijden, anders moet je op de rijweg, met een snelheidsrichtlijn van 40 kilometer per uur buiten de bebouwde kom.
Fietsberaad heeft in 2016 advies en aanbevelingen gegeven voor de middellange termijn. Het is nu 2023; we kunnen erover discussiëren of dat korte of middellange termijn is, maar voor mij is dat de middellange termijn. Ik lees het voor: “Fietsberaad Vlaanderen spreekt van een richtinggevende maximumsnelheid van 30 kilometer per uur op fietsinfrastructuur binnen de bebouwde kom, respectievelijk 45 kilometer per uur op fietsinfrastructuur buiten de bebouwde kom.”
Ik heb het hier over de bebouwde kom, dus zone 50. Waarom? Grotere steden hebben meer lokale fietspaden, maar in een gemiddelde stad of gemeente liggen de fietspaden meestal nog steeds langs gewestwegen. Dankzij onze geweldige ruimtelijke ordening lopen die gewestwegen allemaal door onze kernen. Dat betekent dat op die gewestwegen met fietspaden vaak ook schoolgaande kinderen zijn en er een druk fietsverkeer is, wat uiteraard goed is. Daarom denk ik dat het goed zou zijn dat op die fietspaden binnen de bebouwde kom een maximumsnelheid van 30 kilometer per uur zou gelden.
In Antwerpen heeft men in 2020 een adviessnelheid van 25 kilometer per uur op fietspaden in de bebouwde kom ingevoerd, als een soort bewustwordingscampagne. Je kunt nog verder gaan. In Amsterdam zijn er enorm veel fietsers en daar gaat men nog lager. In Den Haag spreekt men zelfs over 18 kilometer per uur. Maar je kunt ze volgens mij niet vergelijken met een gemiddelde Vlaamse gemeente.
Minister, zouden we dit niet invoeren: een maximumsnelheid van 30 kilometer per uur op fietspaden binnen de bebouwde kom? Minister, hoe kijkt u naar zo'n concept? Wat is uw standpunt inzake een snelheidsbeperking op fietspaden tot 30 kilometer per uur in zone 50?
Werd dit reeds besproken op een interministeriële conferentie?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, mijnheer Meremans, voor uw vraag.
Ik ga beginnen met uw laatste vraag: neen, dit is nog niet op een interministeriële conferentie besproken.
En twee, u vraagt wat mijn standpunt is over een aparte snelheid voor fietspaden in een zone 50, dus een zone 30 op de fietspaden in een zone waar het gemotoriseerde verkeer zich aan een snelheid van maximum 50 kilometer per uur houdt. Wel, ik vind dat persoonlijk geen goed idee. We hebben het hier in de commissie meermaals gehad over de leesbaarheid van de weg, over de zelfverklarende weg. We hebben het ook al meermaals gehad over het feit dat er ook gehandhaafd moet kunnen worden. Als je een weg hebt waar de snelheid beperkt is tot 50, en daarnaast nog eens een fietspad waar de snelheid beperkt zou moeten worden tot 30, dan gaat dat betekenen dat je een veelheid van verkeersborden of wegsignalisatie gaat moeten plaatsen – ik denk dat iedereen daar huiveringwekkend tegenover staat.
En ten tweede, dan zou ik straks bijna aan politie en/of trajectcontrole moeten gaan vragen: voor het gemotoriseerd verkeer aan 50 flitsen, voor het fietspad aan 30 flitsen. Ik vind dat geen goede zaak. Wij hebben de handvaten – het afwegingskader voor een zone 30 – ter beschikking gesteld van alle lokale besturen. En als men van oordeel is dat een snelheid van 30 kilometer per uur aangewezen is, dan ben ik persoonlijk veeleer voorstander van een fietszone of van een fietsstraat, dan dat men daar bijkomende en verschillende regeltjes gaat opleggen.
U verwijst ook naar Antwerpen, naar de adviessnelheid – ik benadruk ook het woordje ‘adviessnelheid’, want het is niet bindend. Ik denk dat dat het ook alleen maar complexer maakt voor de weggebruiker. En ik denk juist dat we opnieuw naar die zelfverklarende weg moeten gaan. Die weg moet zo zijn, die infrastructuur moet zo zijn, dat de weggebruiker spontaan weet aan welke snelheidslimiet hij zich daar te houden heeft.
U zegt dat een deel van die gewestwegen door dorpskernen en schoolomgevingen gaat. Daarover zeg ik altijd opnieuw: subsidiariteit, bottleneckprincipe. Als lokale besturen vragen om de snelheid te verlagen, dan geven wij, als het een gewestweg is, ook aan het Agentschap Wegen en Verkeer duidelijk de boodschap mee dat ze er heel voluntaristisch in moeten meegaan. We hebben daarvoor de categorisering van onze wegen. Ik heb het zelf ook al gedaan, ik denk in het Antwerpse, de Turnhoutsebaan. Ook daar hebben we de snelheid verlaagd naar 30 kilometer per uur, door die straat onder andere te herinrichten naar een fietsstraat. Ik denk dat fietsstraten en fietszones nog altijd meer duidelijkheid en veiligheid geven aan de talrijke fietsgebruikers. Gemiddeld – die cijfers hebben we intussen ook – zou een elektrische fiets rond de 23,7 kilometer per uur rijden. De speedpedelecs rijden gemiddeld 32,4 kilometer per uur. Maar op jaagpaden, in een zone 30 en een fietsstraat hebben zij zich natuurlijk ook te houden aan die snelheidslimiet van 30 kilometer per uur.
Handhaving is heel moeilijk, wat onze fietsers betreft. We zetten daarom volop in op sensibilisering en op hoffelijkheidscampagnes. Ik denk dat dat ook vooral de boodschap moet zijn.
De heer Meremans heeft het woord.
Ligt uw gemiddelde hoger of lager?
Ik deel die mening dus niet. Waarom deel ik die mening niet? Ik ga het u ook zeggen.
Op dit ogenblik krijg je de signalen op die fietspaden. Wat ik absoluut wil vermijden, is dat in onze kernen mensen en ouders de fiets niet meer zullen nemen, omdat het onveilig wordt op het fietspad. Je moet dat ordenen. Er is geen andere regel, je moet dat ordenen.
En dan zegt men dat de weg dat zal uitwijzen. Ja, je kunt rekenen op welwillendheid. Je kunt rekenen op gezond verstand. Dat is allemaal goed en wel, maar dat gaat volgens mij niet direct … Men zegt dat er gezond verstand moet zijn en dat het daarmee opgelost is. Daar ben ik het niet mee eens. Ik vind dat je daar wel een regel van moet maken. Ze moeten eenduidig zijn, daarover ben ik het met u eens. Je mag niet beginnen te wisselen. Maar ik vind dat toch wel nodig, want mijn vrees is dat, waar heel wat fietsers gaan samenkomen, je dat toch wat moet ordenen.
Het is perfect mogelijk. Ik heb het opgezocht: als je een speedpedelec hebt, kun je zelf – al werk je met snelheidsbegrenzers – je route uitstippelen. Je rijdt en wanneer je in het centrum van een stad komt: knal, patat, de snelheid wordt beperkt tot 30 kilometer per uur, tot als je weer die bebouwde kom uit bent en weer sneller kan rijden. Ik denk dat we daarnaartoe moeten gaan. Anders voorzie ik miserie. En ik heb het niet alleen gezegd. Het is een advies van Fietsberaad uit 2016. Ik zie in Nederland dezelfde discussie. Ik zie ook dat bepaalde organisaties daar niet voor zijn, maar ik denk dat we het moeten doen.
En dan geef ik nog mee dat in Nederland de ruimte op fietspaden twee keer zo groot is als bij ons. Daar hebben ze werkelijk ruimte ‘à volonté’, als ik het zo mag zeggen. Daar maken ze nog onderscheid tussen fietspaden en bromfietspaden. Ik vind dat dat toch wat te gemakkelijk is.
Zeggen dat, als je in een schoolomgeving komt, het zone 30 is, dat klopt. Maar er zijn toch talloze voorbeelden van schoolroutes die langs gewestwegen gaan waar je fietspaden hebt en waar de fietspaden nog niet allemaal aangepast zijn aan die 2 meter. Ik begrijp dat dat ook niet altijd mogelijk is, of op korte termijn kan gebeuren. Maar dan vind ik wel, als aanmoediging om de fiets te gebruiken, dat het ook veiliger is.
Maar bon, daarin verschillen wij van mening. Maar toch ben ik ervan overtuigd dat het niet zal weggaan en opnieuw zal bovenkomen. Daarover wil ik nu al een weddenschap aangaan. Ik wil er gerust een goeie fles champagne op inzetten, maar het zal toch wel zo zijn dat het over afzienbare tijd opnieuw zal bovenkomen.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, uw antwoord op die goede vraag van collega Meremans ontgoochelt mij. En ik zal u zeggen waarom, namelijk omdat ik nu toch had gedacht dat u uw gebruikelijke riedeltje van de lokale autonomie zou afsteken. “De gemeenten zijn het best geplaatst om te beslissen of daar 30 of 50 kilometer per uur moet worden gereden.” Maar u legt het voorstel aan de kant.
Ik vind het een interessante piste, collega Meremans, maar ik vind het wel niet het grootste probleem van veiligheid dat zich voor onze fietsers aandient. Want u spreekt over de bebouwde kom waar er een afgescheiden fietspad is. De realiteit is dat er op heel veel plaatsen in onze bebouwde kom geen afgescheiden fietspad is. En die kinderen waarover u spreekt, die misschien niet met de fiets naar school mogen gaan, rijden daar niet tussen een sporadische speedpedelec, maar tussen de auto’s. En een auto die tegen een fiets met een kindje op rijdt, is nog veel gevaarlijker dan die speedpedelec.
Ik pleit voor consequentie. Het voorstel werd al ingediend, we kunnen het gemakkelijk hernemen. Maar eigenlijk zou je in de bebouwde kom waar geen apart fietspad ligt, moeten kiezen voor 30 kilometer per uur, met die nuance, minister, dat de lokale autonomie volop moet spelen om daar afwijkingen op te voorzien wanneer men vindt dat dat toch veilig kan.
Ik reik u daarin de hand, collega Meremans. Laat ons samenwerken over meerderheid en oppositie heen. Laat ons twee interessante voorstellen voor de veiligheid van fietsers samen indienen en we zullen volgens mij ver komen.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Collega Meremans, de N-VA is toch nog altijd de autopartij, denk ik. (Opmerkingen van Marius Meremans)
Want iedereen 30 kilometer per uur in de bebouwde kom lijkt mij veel logischer. Ik hoop dat u daarin meegaat. Als u gaat beginnen met verschillende snelheden binnen de bebouwde kom, dan wordt het zeer gevaarlijk. Je moet niet enkel de fietsers beknotten, iedereen moet mee in het bad. Als het onveilig is, laten we ons dan allemaal aan 30 kilometer per uur houden. U vindt een partner in al twee partijen erbij.
U hebt zelf nog gestemd tegen ons voorstel om zone 30 in te voeren in de bebouwde kom in onveilige situaties. De auto zat daarbij. En nu zegt u dat de fietser meer te viseren is dan de auto. Met dit voorstel wordt dat niet veiliger voor de fietser, want er zijn nog altijd auto’s die sneller rijden in die gevaarlijke situaties. (Opmerkingen van Marius Meremans)
Ik heb u toch ook laten uitspreken, mijnheer Meremans.
Bij de te smalle fietspaden in de bebouwde kom waar wij zone 30 vragen, laat u nog auto’s toe. Terwijl wij zeggen dat we in onveilige situaties gewoon iedereen 30 kilometer per uur moeten laten rijden. Alstublieft, volg ons daarin en we vinden elkaar.
Wat betreft speedpedelecs vinden wij dat zij in de bebouwde kom standaard op de weg moeten. Ik hoop dat we daar ook een partner in u en de meerderheid vinden. Hoe meer we samen voor die verkeersveiligheid kunnen doen, hoe beter. Want als je die speedpedelecs in de bebouwde kom waar het gevaarlijk is standaard de weg op stuurt, dan neem je al een deel van de drukte en conflicten weg.
Veel van wat wij hier zeggen, is hetzelfde, maar niet alles. Voor ons moet iedereen aan dezelfde snelheid rijden en mag het niet zo zijn dat de auto’s rap rap mogen rijden aan de smalle fietspaden en dat we aan de fietsers zeggen dat zij trager moeten rijden om het veiliger te houden.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, een ding is zeker: dat item zal hier binnen afzienbare tijd weer op tafel komen. (Opmerkingen van Marius Meremans)
Met of zonder champagne.
Ik heb ook enkele bedenkingen bij die vraag. Als we inderdaad een maximumsnelheid zouden invoeren op die fietswegen is de vraag natuurlijk wie dat zal controleren. De minister heeft er ook al naar verwezen. Iedere commissie opnieuw zitten we hier te hameren op handhaving: handhaving van trajectcontrole, snelheid, alcohol, afleidingen in het verkeer, drugs. Als de politie ook nog eens die snelheden zal moeten controleren op fietspaden, zal het toch wat moeilijk en ingewikkeld worden.
We hebben het in de commissie ook al verschillende keren gehad over het verzamelen van data. Ik vraag me af of er hier verschillende data beschikbaar zijn over de ongevallen wat de snelheid op fietspaden betreft. Misschien moet deze problematiek eerst in kaart worden gebracht vooraleer we die discussie voortzetten.
Tot slot, ik weet niet of jullie het verslag van de cd&v-nieuwjaarsreceptie van afgelopen zaterdag hebben gelezen. (Opmerkingen van Marino Keulen. Gelach)
Voor u is er nog een toekomst binnen onze partij, collega Keulen. (Opmerkingen. Gelach)
Bij de volgende verkiezingen ben ik nog iets te jong.
Een van de topprioriteiten bij cd&v is respect. Dat hebben jullie allemaal kunnen lezen. En het werd hier al vele keren geopperd: als iedereen respect zou hebben voor zijn collega-weggebruikers, zouden we al een heel stuk verder zijn op het vlak van verkeersveiligheid.
De heer Verheyden heeft het woord.
Collega Lambrecht, voor alle duidelijkheid, er is maar één partij van de automobilist, en dat is het Vlaams Belang. Bij dezen. (Opmerkingen)
Dat betekent uiteraard niet dat we niet bekommerd zijn om de veiligheid van alle weggebruikers, zowel voetgangers als fietsers. Minister, wij gaan zeker niet ontkennen dat veiligheid u en ons allemaal nauw aan het hart ligt. U hebt er ook al veel speciale aandacht aan besteed, voornamelijk wat betreft het aanleggen van nieuwe fietspaden en betere infrastructuur. Maar we zien inderdaad dat er steeds meer conflicten zijn tussen fietsers onderling. Het aantal verkeersslachtoffers bij fietsers stijgt. Maar toch is dat in heel veel gevallen niet aan de auto te wijten maar aan fietsers onderling. Het aantal ongevallen tussen fietsers stijgt significant. Het is volgens mij te gek om altijd naar de automobilisten te wijzen. Dat heeft inderdaad te maken met verantwoordelijkheidszin, gedrag en dergelijke meer. Er worden voldoende campagnes rond gevoerd, denk ik. Wij zijn ook de partij van de handhaving. Ik kan me best inbeelden dat het moeilijk is om langs alle fietsostrades en alle fietspaden de nodige handhaving te voorzien.
Ik denk dat in de eerste plaats moet worden ingezet op het aanpassen van de infrastructuur, zoveel als mogelijk is. Maar de denkpiste van collega Meremans is het overwegen waard en moet worden bekeken, zonder daar direct snelheidslimieten op te plakken. Ik denk dat het interessant kan zijn om dat te bekijken en om daar eventueel een studie rond op te starten. Dan zullen we daar in de toekomst nog wel op terugkomen. We gaan ons nu niet vastpinnen op de snelheden, maar het moet een denkpiste zijn. Hier worden zoveel denkpistes gelanceerd. Ik denk dat over elke denkpiste moet kunnen worden gepraat.
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor de suggesties, vragen en bedenkingen. Ik ga me alleszins niet uitlaten over welke de partij van de auto is en welke de partij van de fiets. Het gaat ons allemaal over de verkeersveiligheid. Dat is het belangrijkste.
Voor een keer ben ik het ook met u eens, mevrouw Lambrecht. Dat gebeurt niet vaak. Daarom wil ik het zeker zeggen. Ik denk dat we daar champagne op moeten drinken. Ik vind niet dat we op een wegsegment twee snelheden moeten doorvoeren, een snelheid voor het gemotoriseerd verkeer en een snelheid voor het fietsverkeer. Ik denk dat dat niet werkt. Ik denk dat dat niet houdbaar is. Ik denk dat men eerder moet kijken naar een uniforme snelheidslimiet, die voor zich spreekt en tegelijkertijd kan worden afgedwongen. Moet dat overal 30 kilometer per uur zijn? Daarop zeg ik ook neen. Daarvan zeg ik opnieuw dat de lokale besturen dat het beste kunnen bepalen en zij daarvoor gebruik kunnen maken van ons afwegingskader.
Collega's, ik wil wat dat betreft jullie niet onthouden dat we op 16 januari 2023 in de Nederlandse pers lezen: “Het verlagen van een maximumsnelheid tot 30 kilometer per uur is een dure operatie voor vele gemeenten. 30 kilometer per uur moet de standaard worden in de Nederlandse steden en dorpen, maar op de meeste wegen kun je harder rijden en de politie flitst niet. Wie houdt zich aan 30 kilometer per uur?” Daar staat en valt alles mee, collega's. Men zegt ook nog dat het meer dan 1 miljard euro kost om dat allemaal aan te passen en om te zorgen voor de leesbaarheid van de weg conform de snelheidslimiet van 30 kilometer per uur. Men zegt dat het 750.000 euro kost per 100 meter weg. Ik wil u het hele artikel niet onthouden.
Waar komt het op aan? Gedrag is hier al genoemd. De handhaving moet er ook zijn. Als je vandaag op een jaagpad rijdt, of je nu met een speedpedelec, een elektrische fiets, een racefiets, een kinderfiets of een damesfiets rijdt, dan heeft iedereen zich te houden aan maximum 30 kilometer per uur. Wordt dat continu gehandhaafd? Wordt dat continu door iedereen gerespecteerd? Neen, we zien van niet. Dan speelt inderdaad het verhaal van de hoffelijkheid en het respectvol omgaan met elkaar. Welke fiets je ook hebt, ook in een fietsstraat geldt de snelheidslimiet van 30 kilometer per uur.
Ja, mijnheer Bex, voor het geval u zou denken dat ik van standpunt veranderd ben, de lokale besturen zijn in mijn ogen het best geplaatst om te bepalen waar er een zone 30 moet komen, waar een fietszone, waar een fietsstraat en waar een erfzone. Kortom, laat hen die snelheden bepalen, maar maak het ook afdwingbaar door de inrichting van de weg zodanig in overeenstemming te brengen met de snelheidslimiet dat ze zich daar spontaan aan gaan houden.
Mijnheer Meremans, ik pas alleszins voor het plaatsen van veel verkeersborden, eentje voor de weg en eentje voor het fietspad. Voor ons is het fietspad een deel van de weg en geldt voor iedereen dezelfde snelheidslimiet.
De heer Meremans heeft het woord.
Ik wil opnieuw reageren. Autopartij of fietspartij, wij zijn de partij van de hardwerkende Vlaming, of die zich nu met de auto, met de fiets, met de autoped of op handen en voeten voortbeweegt.
Ik wil de collega's danken voor toch wat steun, een beetje onverwacht. De heer Bex en ik hebben een gedeeld politiek verleden. Dat is lang geleden, toen de dieren nog spraken. (Opmerkingen)
Ik wil nog eens duidelijk zeggen dat de lokale autonomie gaat over lokale wegen. Op gemeentewegen kan een gemeente bepalen wat ze doet. Zo simpel is het. Maar ik zeg het u nog eens: de meeste fietspaden, zeker langs schoolrouters – ik heb het dan meer over secundaire scholen – liggen langs gewestwegen. Een lokaal bestuur heeft geen zeggenschap over die gewestwegen, dat is het Vlaamse Gewest. Zeggen dat het niet mag? Ik heb het over het fietspad in de bebouwde kom. Ik heb het dus niet over fietsostrades en ik heb het niet over fietswegen, want die liggen allemaal buiten de bebouwde kom. Dat is voor mij iets totaal anders. Het gaat over de kernen, over de bebouwde kom.
Je kunt mij niet wijsmaken dat als men met de auto op die gewestweg komt en weet dat men door een kern moet waar men maar 50 mag rijden en men op het fietspad, totaal afgescheiden, men 30 mag rijden, er een probleem is om dat verschillend te maken. Mevrouw Lambrechts, wat u zegt, is dat de speedpedelec op de rijweg moet. Dat hebt u gezegd. (Opmerkingen van Annick Lambrecht)
Ja, in de bebouwde kom. Dan zeg ik, als iemand met een speedpedelec bijvoorbeeld zijn kind gaat afzetten aan de school en die neemt de schoolroute, dan zou die eigenlijk de rijweg moeten nemen. Ik dat geval kan ik begrijpen dat iemand met een speedpedelec liever het fietspad neemt en zich aan de zone 30 houdt. Dan is het eigenlijk opgelost. In Nederland hebben ze zowel een fietspad als een bromfietspad waar je maar 30 kilometer per uur kunt rijden.
Ik geef het nogmaals mee: ik ben ervan overtuigd dat het zal terugkomen.
Over handhaving: dat vind ik te goedkoop. Als je in een gemeente overal zones 30 maakt, zeker in bepaalde woonwijken, wordt dat ook niet dag en nacht gecontroleerd. Als de politie controleert op het licht van de fiets, dan gaan die gewoon op de weg staan op bepaalde dagen en checken ze het licht. Dat is hier juist hetzelfde. Je kunt op een bepaalde dag op de weg staan en de snelheid checken met een lasergun. Dat is geen enkel probleem.
Ik blijf dus bij mijn vraag. Ik heb begrepen dat de minister daar niet op wil ingaan. Maar goed, ik zal het blijven zeggen. Ik ben benieuwd naar de correlatie van cijfers, zoals de collega van het Vlaams Belang aanhaalde, op fietspaden van ongevallen tussen fietsen onderling. Die ga ik toch eens navragen om te zien of daar een relatie is.
Zoals in sommige feuilletons: ‘Come and see next week.’ Het komt zeker en vast terug.
De vraag om uitleg is afgehandeld.