Report meeting Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Report
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, tijdens de commissie Mobiliteit en Openbare Werken van donderdag 27 oktober liet u weten dat de studie over de jaagpaden, ‘Functioneel en recreatief medegebruik van de jaagpaden in Vlaanderen’, in een finale fase was beland. De studie moet onder andere duidelijkheid brengen in het toelaten van speedpedelecs op jaagpaden en zou een voorstel bevatten voor een bepaalde snelheid op jaagpaden en de handhaving daarvan. Tegen eind 2022 zou de studie worden gefinaliseerd.
We zijn intussen januari, en dus heb ik de volgende vragen. Werd de studie ondertussen gefinaliseerd? Indien niet, wanneer zal ze gefinaliseerd worden? Indien wel, wat zijn de resultaten van de studie? Welke aanpassingen zullen er gebeuren om op korte of lange termijn jaagpaden op een veilige manier open te stellen voor alle fietsers?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor uw vragen, mevrouw Lambrecht.
Ik weet dat het altijd delicaat is als ik mij hier op datums vastpin, want dan krijg ik onmiddellijk die opvolgvraag van uwentwege, uiteraard terecht. In dit geval moet ik u meegeven dat de beleidsvisie rond het functioneel en recreatief medegebruik van de jaagpaden nu echt wel in de aller-, aller-, allerlaatste fase zit. Ze doorloopt een laatste revisie en zal vervolgens ter bespreking worden voorgelegd aan de raad van bestuur van De Vlaamse Waterweg.
Ik wil u gerust meegeven, met het risico om dan onmiddellijk een opvolgvraag te krijgen, dat die bespreking zal plaatsvinden op 25 januari aanstaande op de raad van bestuur van De Vlaamse Waterweg. Het kan zijn dat er daar nog aanpassingen of dergelijke worden voorgesteld. Als het daar gepasseerd is, is het finaal en zal het zeker ook ter beschikking worden gesteld van het parlement. En uiteraard is het aan het parlement om te oordelen of De Vlaamse Waterweg al dan niet een toelichting moet komen geven rond die visienota over het functioneel en recreatief medegebruik van onze jaagpaden, die initieel alleen dienst deden als dienstwegen, maar waar we heden ten dage toch ook veel meer van verwachten, aangezien onze fietsfamilie telkens uitbreidt. Ik ben dus zeker bereid om dat hier te laten toelichten.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Ik heb een aansluitend vraagje in het kader van de vele voorstellen die de commissie decentralisatie gedaan heeft. Een van de voorstellen gaat over De Vlaamse Waterweg. Voor hen is het wegbeheer eigenlijk geen kerntaak, en dus heeft De Vlaamse Waterweg daarin ook slechts een beperkte kennis en expertise. In functie van uniformiteit en vooral ook efficiëntie van beheer kan het in bepaalde gevallen ook aangewezen zijn om het beheer over te hevelen naar de lokale besturen, die ook de aanliggende wegenissen beheren. Momenteel bestaat daarvoor geen eenduidige werkwijze of afsprakenkader. Er wordt verder onderzocht welke principes gehanteerd kunnen worden bij de opmaak van dat afsprakenkader. Dat kader zal in het verdere traject vorm krijgen, met inspraak vanuit de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en de lokale besturen.
Daarom heb ik nog een paar bijkomende vragen, minister. Hoe ziet u de volgende stappen in dit traject? Welke mogelijke principes zouden hier gehanteerd kunnen worden? Hebt u eventueel al een timing voor dat traject?
Minister Peeters heeft het woord.
Mevrouw Fournier, het is inderdaad mee opgenomen en er moet nu verder onderzocht worden of dat al dan niet gewenst is. We zitten inderdaad met een aantal fietssnelwegen langs onze waterwegen, maar er is op dit ogenblik geen concreet afsprakenkader of dat nu al dan niet moet worden overgedragen. Men gaat dat verder onderzoeken. De jaagpaden hebben sowieso nog altijd de functie van dienstwegen om inspecties te doen van de oevers en de waterwegen.
Men gaat dat nu dus verder onderzoeken. Die oefening rond decentralisatie is ook nog maar heel recent afgeklopt. Waar we wel alleszins versneld op inzetten, zeker in deze periode, is het ijs- en sneeuwvrij maken van de jaagpaden, die ook mee opgenomen zijn in het fietssnelwegennetwerk. We krijgen daar immers wel wat klachten over. Bij het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) hebben we daar bijvoorbeeld fietspadtoestellen voor, die rechtstreeks ingeschakeld worden in heel het strooiplan. We zijn aan het kijken hoe we daar al sneller tot vooruitgang kunnen komen wat betreft een betere en veiligere fietsinfrastructuur.
Wat het overnemen betreft, moeten we kijken of men daar al dan niet vragende partij voor is. Men is dat verder aan het onderzoeken. Daar zal later nog wel feedback over kunnen worden gegeven.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Ik vraag me eigenlijk af waarom deze vraag geagendeerd blijft. Waarom krijgen we dan niet op voorhand een mailtje dat men niet op mijn vraag kan antwoorden? Soit, ik weet nu dat het niet klaar is.
Ik ken het antwoord natuurlijk ook niet op voorhand.
De vraag om uitleg is afgehandeld.