Report meeting Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Report
De heer De Veuster heeft het woord.
Het werd daarnet al even aangehaald, voorzitter: wie geregeld de trein tussen de Antwerpse regio en Brussel neemt of moet nemen – lijn 25 voor de echte fans – zal ondervonden hebben dat er elke dag wel iets misloopt. Treinen worden geschrapt, rijden met vertraging, en een aansluiting halen is allang niet meer gegarandeerd. Maar die as Antwerpen-Brussel, met uitlopers tot Charleroi en de Nederlandse grens en de Kempen, Noord-Limburg – kortom: de hele zone Noord-Oost en het Waasland, is wel de belangrijkste treinverbinding dwars door het economische hart van ons land. De oorzaken zijn bekend: verouderd materieel, defecten, personeelstekorten.
‘Slim naar Antwerpen’ en vlot naar Brussel sporen lukt op die manier niet met de trein. Mensen aanzetten om de auto te laten staan en te kiezen voor het openbaar vervoer uiteraard ook niet, waardoor die noodzakelijke modal shift niet gehaald zal worden. Het spoorverkeer is bovendien dé basis van het Vlaamse model van basisbereikbaarheid.
Minister, ik weet echt wel dat u niet verantwoordelijk bent voor de NMBS. Maar u bent wél verantwoordelijk voor het Vlaamse mobiliteitsbeleid, voor de modal shift en voor de basisbereikbaarheid in Vlaanderen.
TreinTramBus, de belangenverdediger van de gebruikers van het openbaar vervoer, stuurde hierover een open brief naar de NMBS en dringt aan op snelle maatregelen wat betreft kwaliteit, frequentie en stiptheid. Collega’s, ik bespaar u het voorlezen van de brief zelf, die zal iedereen wel voor zichzelf kunnen lezen, maar ik stel toch de vragen, minister.
Het spoorvervoer, en dan in de eerste plaats de verbinding via die lijn 25 Antwerpen-Brussel, is zeer belangrijk voor het Vlaamse mobiliteitsbeleid en de Vlaamse basisbereikbaarheid, maar is zoals gezegd natuurlijk een federale bevoegdheid. Welke initiatieven zult u nemen om hierover met uw federale collega in overleg te gaan en kunt u bevestigen dat u dit zult agenderen op het Overlegcomité van de ministers van Mobiliteit? Wanneer vindt dat Overlegcomité hieromtrent trouwens plaats en wanneer mogen we hieromtrent de nodige feedback verwachten?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, mijnheer De Veuster, voor uw vraag. Ik denk dat die perfect aansluit bij ons vorige thema. Daarnet zou alles wat met treinvervoer te maken heeft perfect verlopen. Maar via het schrijven van TreinTramBus – en heel wat reizigers ondervinden het de facto – hebben we kennisgenomen van heel wat kommer en kwel, zeker rond die lijn 25.
Nu, u hebt het zelf eigenlijk al aangehaald: het zit sowieso bij de federale collega’s, bij de NMBS. Wat dat betreft is het daar ook de meest logische plaats om het aan te nemen, maar ik zal zeker ook verwijzen naar deze commissie. Op onze volgende interministeriële conferentie (IMC), die zal plaatsvinden op 7 februari, zal ik dit punt zeker agenderen en vragen hoe men daar voor het een en ander vooruitgang plant te boeken.
De heer De Veuster heeft het woord.
Bedankt, minister, dat is duidelijk.
Als u dan toch op 7 februari overleg hebt, mag ik dan van de gelegenheid gebruikmaken om u nog iets te vragen? Want ik weet het – het is vaak besproken in de voortgangsrapportage voor Oosterweel –: de Antwerpse stations spelen een zeer grote rol in dat hele verhaal. We hebben het in de voortgangsrapportage bijvoorbeeld al een paar keer gehad over Luchtbal, levensbelangrijk, zeker wanneer het viaduct van Merksem naar beneden gaat. Maar die stations zijn en blijven in erbarmelijke staat. Als het regent is men daar volledig aan zijn lot overgelaten, laat staan dat men daar op een veilige en zinnige manier zelfs maar een gewone fiets zou kunnen plaatsen.
Ik merkte daarnet dat u me graag zag, ik ga dus van de gelegenheid gebruikmaken om het hier ineens te vragen: als u dan toch gaat overleggen op 7 februari, wilt u dat dan nog eens meenemen?
De heer Bex heeft het woord.
Collega’s, eigenlijk ging collega Annouri tussenkomen op deze vraag. Hij woont ook in Antwerpen en moet die verplaatsing vaak maken. Maar hij moest al weg omdat de trein misschien vertraging had en hij toch op tijd zijn kindje van de crèche wilde afhalen.
Het probleem is ons zeker welbekend, we hebben dat ook al verschillende keren aangehaald, onder andere in het federaal parlement. Minister Gilkinet heeft een aantal verklaringen gegeven, bijvoorbeeld dat een aantal bestellingen voor vernieuwd rollend materiaal laat zijn binnengekomen, maar ook dat NMBS net als De Lijn met moeilijkheden kampt om voldoende personeel aan te werven. Hij heeft de top van NMBS tot de orde geroepen en hun gevraagd om daar snel werk van te maken.
Collega’s, wat zeer belangrijk is, is dat er eindelijk, na zoveel jaren niets, een nieuw beheerscontract is afgesloten met NMBS en dat er een groeipad aan investeringen van 2 miljard euro is voorzien voor de komende tien jaar. Dat lijkt mij wel een goede zaak op middellange termijn, maar de collega heeft zeker gelijk dat de problemen op die lijn zo snel mogelijk moeten worden aangepakt. In die zin, minister, lijkt het ons een goede zaak dat u dat nog even aankaart op het interministerieel overleg.
Minister Peeters heeft het woord.
Collega’s, vroeger was er het programma ‘Vragen staat vrij’. Bij dezen: alle mogelijke vragen die we op het IMC kunnen agenderen.
Lijn 25 wil ik zeker al ter sprake brengen. Tegelijkertijd is er sowieso al het engagement van collega Gilkinet. Hij zegt dat er een nieuwe beheersovereenkomst is met NMBS en dat we samen met Infrabel en met NMBS weldra die nieuwe overeenkomst tot in detail zullen doornemen. Ik zal dan zeker ook de vaak erbarmelijke toestanden in een aantal van onze stations ter sprake brengen om te kijken of er daar vooruitgang kan worden geboekt.
We nemen dat zeker mee. Ik denk niet dat alles kan worden besproken tijdens die IMC, maar we zullen dat verder kunnen opnemen bij de bespreking van de beheersovereenkomst.
De heer De Veuster heeft het woord.
Ik dank jullie allemaal en leef op hoop.
De vraag om uitleg is afgehandeld.