Report meeting Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over de verdere aanpak van de opmaak van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Schipdonkkanaal
Vraag om uitleg over de reservatiestroken langs het Schipdonkkanaal
Vraag om uitleg over de schrapping van de reservatiezones langs het Schipdonkkanaal
Report
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, minister, dit is een thema dat al een aantal keren aan bod is gekomen in dit parlement, in diverse commissies. Vorig jaar is op 16 maart in dit parlement een resolutie goedgekeurd over de reservatiestrook van het Schipdonkkanaal. Dit is een dossier dat al heel lang meegaat. In het verleden zijn er al een paar stappen gezet ter zake. In de resolutie is echter alles opgelijst, over de provinciegrenzen heen, wat toch wel redelijk historisch was in dit dossier, en is duidelijk gesteld dat men eerst onderhandelingen moest aangaan met Nederland om de estuaire vaart mogelijk te maken, waarna de volgende stap dan het opheffen van de reservatiestrook zou zijn.
Er waren hier in het parlement een aantal pessimisten – ik herinner het mij nog zeer goed – toen we het voorstel van resolutie hebben gesproken en erover hebben gestemd. Ze zeiden: “Dat gaat er nooit van komen. Dat is alles op de lange baan schuiven. Dat is een nepresolutie.” Wel ik ben blij dat we toen het been stijf hebben gehouden, en ook woord hebben gehouden, en dat ook de regering woord heeft gehouden, zodat die onderhandelingen eigenlijk vlot zouden verlopen. Dat is een feit. Het is ook al aan bod gekomen in de plenaire vergadering met uw collega, minister Peeters.
Nu moet echter natuurlijk de volgende stap worden gezet, de volgende fase worden ingezet, in uitvoering van de resolutie en volgens de wil van de meerderheid in dit parlement, namelijk de schrapping van de reservatiestrook langs het Schipdonkkanaal.
Minister, daarom wilde ik u een paar vragen stellen. Als je die schrapping van de reservatiestrook doorvoert, dan moeten er immers een aantal stappen worden doorlopen, en moet er ook een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) worden opgemaakt. De bedoeling is natuurlijk opnieuw volledige rechtszekerheid te kunnen geven aan mensen die actief zijn of wonen in die reservatiestrook. Daar draait dit alles om.
Welke volgende stappen zult u zetten om daadwerkelijk tot een schrapping van de reservatiestrook over te gaan? Wat is de concrete timing? Wanneer denkt u tot een resultaat te komen?
Een volgende, heel belangrijke vraag betreft de betrokkenheid. Je hebt natuurlijk de officiële procedure wat het RUP betreft, maar het lijkt me in dezen heel belangrijk om de lokale besturen, alle stakeholders, de bewoners, de gebruikers zo veel mogelijk te betrekken in dit proces om die rechtszekerheid te kunnen bieden, want dit sleept al jaren aan voor die rechtszekerheid er is. Nu is er onzekerheid voor heel wat mensen. Hoe zult u dus die betrokkenheid en die inspraak garanderen om tot een passende nabestemming te komen, zoals ook is geformuleerd in de resolutie? Met die passende nabestemming doelen we natuurlijk op het kunnen bieden van rechtszekerheid aan wie daar actief is en daar woont.
Collega’s, ik krijg hier net de melding van enkele collega’s die thuis aan het volgen zijn, dat er blijkbaar een probleem is met Zoom en dat ze de vraag van collega Schauvliege niet hebben kunnen horen. Ik weet niet of collega Maertens mij kan verstaan. Indien ja, dan zal ik hem het woord geven. Zo niet, dan zullen we de zitting eventjes moeten schorsen.
De heer Maertens heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, ik kan niet liplezen, maar ik ga ervan uit dat collega Schauvliege al het een en ander heeft uitgelegd en dat ik de inleiding niet meer hoef te doen.
We weten waar het over gaat. Ik heb het in de plenaire zitting van enkele weken geleden ook op de agenda gezet. Waarom? Omdat het net zo'n belangrijk dossier is voor heel wat mensen. Het is ook een dossier dat al decennialang heel veel harten en gemoederen weet te beroeren in de streek langs het Schipdonkkanaal, met twee steden in West-Vlaanderen, Brugge en Damme, en een aantal gemeenten in Oost-Vlaanderen.
Bij de bespreking van de resolutie die bijna unaniem is goedgekeurd, bleek het belang van duidelijkheid. Duidelijkheid voor de mensen en rechtszekerheid ook over wat er met hun eigendom of hun stuk grond, woning of gebouw dat men huurt, zou kunnen gebeuren in de toekomst. Het was echt van cruciaal belang dat het parlement met die resolutie een belangrijk signaal gaf. Ongetwijfeld nog belangrijker is dat er een doorbraak is gekomen.
We hebben altijd gezegd dat we, op het moment dat de regels voor de estuaire vaart worden versoepeld, zeer snel en onmiddellijk overgaan tot een planningsinitiatief dat de schrapping van de reservatiestroken langs het Schipdonkkanaal kan regelen.
Minister, we weten dat er een intentieverklaring is met de Nederlandse regering om de regels voor de estuaire vaart te versoepelen waardoor er meer schepen de haven van Zeebrugge kunnen verlaten via de Schelde, wat voor de ontsluiting van de haven cruciaal is. Nu we dat weten, is het volgens ons tijd voor de volgende stappen. U hebt dat zelf trouwens ook al aangegeven in het verleden.
Minister, bent u van oordeel dat de voorwaarden vervuld zijn om een geïntegreerd planproces op te starten om te komen tot een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de volledige schrapping van de reservatiestrook langs het Schipdonkkanaal?
Wat betreft de start van dit geïntegreerd planproces: werden er reeds voorbereidende stappen gezet? Zo ja, welke?
Op welke termijn kan dit geïntegreerd planproces daadwerkelijk van start gaan?
Kunt u een indicatieve timing bezorgen voor de eerste stappen in dit proces? Een RUP doorlopen, zeker een gewestelijk RUP, duurt anderhalf tot twee jaar. Hebt u er zicht op wanneer we kunnen landen met een RUP dat de reservatiestroken langs het Schipdonkkanaal definitief kan opbergen?
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Voorzitter, ik ga niet alles herhalen. Ik wil toch een paar aandachtspunten bij mijn inleiding aanstippen.
Ik hoor collega Schauvliege zeggen dat een aantal minder optimistisch ingestelde mensen in het voorjaar niet geloofden dat dit nog zou kunnen gebeuren. Het ging voor ons vooral over een zaak om tijd te winnen. U weet dat wij al heel lang van oordeel zijn en als enige fractie al heel lang op die nagel kloppen dat we rechtszekerheid moeten geven aan de omwonenden van het Schipdonkkanaal en aan de betrokken landbouwers en die reservatiestroken schrappen. Het heeft heel lang geduurd om daar in het parlement een meer eensgezind geluid over te krijgen. Wij vonden het niet onlogisch om in het voorjaar al het planningsproces te starten omdat we in de tussentijd, wanneer die onderhandelingen liepen, zeker al een aantal fases hadden kunnen doorlopen. De keuze is gemaakt om dat niet te doen. Wij betreuren dat nog altijd. Als we nu de timing zien tussen de resolutie in maart en vandaag, december, dan zijn er opnieuw negen maanden verloren.
Ik vraag nog een klein beetje duidelijkheid over dit thema. We zien dat er verklaringen worden afgelegd, ook in de commissie, van fracties die het planningsproces nu willen opstarten, maar een goede maand geleden gaf minister Peeters in een antwoord op een schriftelijke vraag van collega Schauvliege het antwoord dat pas als de inhoudelijke onderhandelingen rond een juridisch bindend akkoord opgestart en afgerond zijn, de planningsprocessen zullen worden opgestart. Wij vonden het dus een beetje opmerkelijk dat er in de recente verklaringen een aantal antwoorden gegeven zijn dat met de intentieverklaring nu toch voldoende voorwaarden zouden zijn vervuld om dat te doen. Laat het voor alle duidelijkheid heel helder zijn dat wij dat een goede zaak zouden vinden. Maar toch vragen we daar wat opheldering over.
Aansluitend bij de collega’s hebben we toch een paar vragen.
Volstaat of volstond de intentieverklaring die met Nederland is afgesloten om het planningsproces rond de schrapping van de reservatiestroken op gang te trekken, of moet er dan toch nog gewacht worden op het juridisch bindend akkoord dat er pas in 2023 zou zijn?
Indien het planningsproces inderdaad opgestart is, welke voorbereidende of eerste effectieve stappen zijn er al gezet in dat planningsproces?
Zal het RUP nog deze legislatuur afgewerkt geraken? Indien niet, welke stappen van het proces voor de opmaak van het RUP zullen wel doorlopen zijn? Wat is de indicatieve timing? Welke tussentijdse termijnen wilt u zichzelf opleggen?
Wanneer zullen de reservatiestroken effectief geschrapt zijn, want rechtszekerheid voor de omwonenden en landbouwers is voor ons immers het allerbelangrijkste. Wat betekent de planningsfase concreet voor de omwonenden en de betrokken landbouwers?
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Collega’s, ik hoef het niet meer te herhalen: op 16 maart hebben we met een aantal meerderheidspartijen een resolutie goedgekeurd over de verdere nautische ontsluiting van de haven, met daarin een heel belangrijke passage: “Zodra er een schriftelijk afsprakenkader tussen Nederland en Vlaanderen inzake estuaire vaart vastligt om tot een verdrag of een gelijkaardige regeling te komen, een geïntegreerd planningsproces op te starten om te komen tot een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de volledige schrapping van de reservatiestrook.”
Gelukkig werd de eerste stap uit dit verzoek gezet. Op maandag 5 december hebben minister Lydia Peeters, minister Vincent Van Quickenborne en de Nederlandse minister van Infrastructuur en Waterstaat een intentieverklaring rond de estuaire internationale vaart ondertekend in Brussel. Dat is iets waarop we al jarenlang aan het wachten waren en wat dus vorige maand gerealiseerd werd.
Minister, ik dacht dat het nu dan misschien het moment was om over te gaan tot een volgende stap. De volgende stap behoort tot uw bevoegdheid en omvat de volledige schrapping van de reservatiestrook. Wanneer kunnen we de uiteindelijke schrapping verwachten – een schrapping waarop iedereen, maar dan ook echt iedereen, zit te wachten?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u wel, collega’s. Wij hebben samen met collega Lydia Peeters jullie resolutie goed doorgenomen. We hebben inderdaad in de schoot van de regering beslist dat we, zodra collega Peeters een intentieverklaring afgesloten had, verder konden gaan met het planproces. We hebben elkaar ook altijd goed op de hoogte gebracht. Dat heeft ertoe geleid dat we enkele weken geleden al de opdracht gegeven hebben aan mijn administratie, het Departement Omgeving, om een geïntegreerd planproces op te starten om de reservatiestrook te schrappen. Hierbij zal een passende bestemming gezocht worden voor de gronden en constructies die thans getroffen zijn door deze reservatiestrook, waarbij rekening wordt gehouden met de in de omgeving aanwezige functies en een valorisatie van de landschappelijke, ecologische en recreatieve potenties van het kanaal.
Het Departement Omgeving contacteert de komende weken de betrokken gemeenten voor het samenstellen van het planteam. Het planteam is de motor van een planproces. Zoals collega Joke Schauvliege zei, moeten we er inderdaad voor zorgen dat iedereen hierbij betrokken wordt. Daarom is het planteam opgericht, waarin de gemeenten een belangrijke rol zullen spelen. Het planteam werkt de documenten en teksten uit en zorgt voor de voortgang van het planproces. Als de gemeenten ingaan op de uitnodiging om actief deel te nemen aan het planteam, dan kunnen ze meewerken aan het garanderen van de vereiste rechtszekerheid. Ik ga ervan uit dat alle besturen zullen ingaan op die mogelijkheid.
De eerste opdracht van het planteam bestaat erin om de startnota uit te werken. Het planteam zal in de startnota eerst werken aan het formuleren van de doelstellingen. Naast het schrappen van de reservatie – uiteraard de belangrijkste doelstelling – worden ook correcties uitgevoerd aan de onderliggende bestemming waar nu de nodige samenhang ontbreekt. Wellicht zullen er bijeenkomsten van het planteam nodig zijn om die plandoelstelling duidelijk te zetten en om dan die startnota af te ronden. Ik hoop dat ik die startnota in het voorjaar van 2023 kan voorstellen aan de Vlaamse Regering. Dan volgt de procedure.
U weet dat er een plan-MER moet worden opgemaakt. Er is ruimtelijk onderzoek nodig. We moeten ook nagaan welke bestemming aan de stroken wordt gegeven. Uiteraard zullen de gemeente- en provinciebesturen hierin ook een formele rol spelen als adviesinstantie in verschillende fases van het planproces. Ik denk dat dit een mooi dossier is dat getuigt van een goede samenwerking. Het is nu aan ons, aan de lokale besturen en aan de provinciebesturen om het planproces goed en snel recht te trekken.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord. Het is een hoopvol antwoord, waarin u al actie hebt ondernomen om van start te gaan. Het is goed dat er al van in het begin betrokkenheid is. Ik denk dat dat goed is om het draagvlak te vergroten, en op die manier snelle vooruitgang te kunnen maken, om ook die rechtszekerheid te kunnen garanderen in het gebied.
Het is al jaren – dat is hier al gezegd – dat de gebruikers, de bewoners, de ondernemers in de reservatiestrook eigenlijk met onzekerheid kampen, en niet weten welke richting het uitgaat. Maar dat geldt evengoed voor de gemeentebesturen, die ook niet goed weten hoe het verder zal gaan. Er zijn heel veel troeven, denk ik, in het gebied, die perfect op elkaar kunnen aansluiten en ervoor zorgen dat er duidelijkheid komt, rechtszekerheid, maar ook dat iedereen er beter van wordt.
Ik kijk uit naar het verdere proces. Ik ben ervan overtuigd dat het hier nog een paar keer zal terugkomen in het parlement, en dat we daarover zeker nog van gedachten zullen kunnen wisselen. We zullen het verder blijven opvolgen. Dank u wel.
De heer Maertens heeft het woord.
Minister, bedankt voor het antwoord, dat bijzonder hoopgevend is. Ik kan mij aansluiten bij de woorden van collega Schauvliege wat dat betreft. Ik denk dat het goed is dat deze regering eindelijk, na al die decennia, stappen durft te zetten, want het kwam ook in onze partijen, collega’s, altijd al op een beetje durf aan. Ik spreek voor mijn eigen partij, zeker, maar ik weet dat de meningen over dit dossier ook in andere partijen soms wat verschilden, van provincie tot provincie, van woonplaats tot woonplaats. Het is dus goed dat we die eerste stappen gezet hebben, en kunnen zetten. Het is goed, minister, dat u al het initiatief hebt genomen om uw administratie de opdracht te geven om het proces te starten. We kijken uit naar de startnota in 2023, waar dan heel wat meer duidelijkheid moet komen, ook over welke bestemmingen in aanmerking kunnen komen, en dergelijke meer.
Ik weet uit ervaring, lokaal, hier in de stad, dat het doorlopen van heel die procedure zijn tijd neemt. Ik heb het al gezegd. Het is gemiddeld toch anderhalf tot twee jaar. Hoe het op Vlaams niveau zit qua timing weet ik niet, maar ik denk dat het ongeveer hetzelfde qua tijdsbeeld zal zijn. Dus als we twee jaar rekenen, dan zitten we, collega’s, voor een definitieve vaststelling wel in de volgende regeerperiode.
Wat ook lokaal speelt, is dat, als we in een RUP een wijziging maken, we beleidsmatig en politiek toch een belangrijk document hebben met de voorlopige vaststelling van dat RUP. Op dat moment kun je zeggen dat je erdoor bent, en gaan voor die rechtszekerheid, voor die burger, die onderneming, die vereniging die daar actief is. Dan weten die waar zij aan toe zijn. Dan moet je het proces nog finetunen in een latere fase. Ik denk dat dat ook parallel kan gebeuren aan wat in Vlaanderen gebeurt.
Dus ik denk dat die voorlopige vaststelling toch niet zonder belang is. Mochten we dat nog halen in deze legislatuur, in deze regeerperiode, dan zou dat denk ik een zeer krachtig signaal zijn naar wie dan ook in de volgende regering de dienst mag uitmaken. Vandaar mijn vraag of u vandaag zicht hebt op de timing inzake die voorlopige vaststelling, omdat ik echt denk dat dat een belangrijk signaal is. Mochten we erin slagen om dat deze regeerperiode nog te doen, maar ik weet niet of dat haalbaar is, dan denk ik dat dat een grote stap voorwaarts is. Dank u wel.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw toelichting en voor de antwoorden. Ik denk dat het inderdaad een goede zaak is dat er nu echt geen tijd meer verloren wordt. En dat is ook mijn reden – ik sluit een beetje aan bij de vraag van collega Maertens – om te vragen naar de verdere timing van het planningsproces. Dat is ook de reden waarom wij in het voorjaar dachten tijd te winnen en het planningsproces al op te starten. Als ik nu begin terug te rekenen, dan hebben we negen maanden verloren door te wachten op die intentieverklaring. Ik snap dat er voor de definitieve vaststelling uiteraard gewacht moet worden, maar we zullen die negen maanden wellicht net op de wissel van de legislatuur verliezen, en waarschijnlijk zullen de definitieve goedkeuring en misschien zelfs de voorlopige vaststelling van het RUP in het gedrang komen.
Dus is mijn aanvullende vraag: als er in het voorjaar – het zal vier, vijf, zes maanden duren – een startnota opgemaakt wordt, dan hebben we nog de scopingnota die daarop volgt, we hebben nog het openbaar onderzoek – maar dat is dan tussen de voorlopige vaststelling en de definitieve vaststelling – en we hebben de plenaire vergadering en de effectenrapportages die tussentijds nog komen … Het is een hele procedure, en tegelijk zien we dat er politiek stilaan een eensgezind geluid is. Dat zien we hier in het parlement. Dat heeft ook lang geduurd. Aan de andere kant weten we ook dat er in de omgeving alleen maar vragende partijen zijn om dat op die manier te doen. Welke timing ziet u om met een waarschijnlijk niet zo complex RUP te komen, toch de procedure juist te overlopen, en te zorgen dat dit voor de verkiezingen ten minste met een voorlopig vastgesteld RUP kan landen?
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Voorzitter, ik wil graag even benadrukken wat voor iets goeds er vandaag werd bereikt. We hebben allemaal, over de partijgrenzen heen, contacten met de verschillende overlegcomités en actiecomités. Die zeggen mij en waarschijnlijk ook jullie dat we nog nooit zo ver zijn geraakt. Vandaag heeft de minister opnieuw een gigantische stap vooruitgezet.
Ook ik zou graag hebben dat de rest van het traject voor morgen is, maar we moeten rekening houden met de juridische en technische realiteit. Er is evenwel een politieke wil en dat is het belangrijkste.
Minister, los van de timing waarnaar verschillende collega’s hebben gevraagd, wil ik iets op tafel leggen dat misschien out of the box is. Wanneer we googelen naar afbeeldingen over het Schipdonkkanaal dan zien we dat die bomenrij zeer bepalend is voor het uitzicht. U bent natuurlijk bezig met het dossier en met het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP). Misschien is het een idee om aan uw collega bevoegd voor Onroerend Erfgoed te vragen om in één beweging dit gebied mee te beschermen?
Er is een voorgaand traject geweest om het gebied rond die Damse Vaart te bekijken als uniek zicht, maar omdat we toen met de verbreding van het Schipdonkkanaal zaten, kon dat niet. Ik wil u niet nog meer werk geven in het planningsproces dat er al is, maar het is misschien het moment om te bekijken of het kan. Want we zien die unieke bomenrij zo voor ons – ik weet niet of jullie je die ook zo voor de geest kunnen halen. Misschien kunnen we er op de een of ander manier voor zorgen dat de unieke bomenrij in één beweging mee wordt beschermd? Dat kunt u doen samen met uw collega die bevoegd is voor Onroerend Erfgoed en die ook van de provincie Oost-Vlaanderen is.
De heer Tobback heeft het woord.
Voorzitter, ik wil het voorstel van de collega die net heeft gesproken, aanvullen: waarom beschermen we niet alle bomen in Vlaanderen?
Maar alle gekheid op een stokje, ik wil hier toch graag even bij aansluiten. In de eerste plaats wil ik zeggen dat het inderdaad goed is wat de minister hier duidelijk maakt, en dat is dat er een einde komt aan de onduidelijkheid. Impliciet was die al lang opgelost, het was al lang duidelijk dat die verbreding er naar alle waarschijnlijkheid nooit zou komen. Alleen werd er een slag om de arm gehouden met die reservatiestrook en was die slag om de arm jammer genoeg bijzonder nadelig en vervelend voor heel wat eigenaars wier grond daarmee geraakt werd. Het is dus zeer goed dat daar snel een einde aan komt en dat men snel vooruitgaat met de schrapping.
Ik wil graag aansluiten bij wat collega D’Hose zegt. De aanpassing van het RUP kan zich beperken tot de schrapping van de reservatiestrook, maar ik heb uit het antwoord van de minister begrepen dat ze toch wel wat meer wil doen en herbekijken, bijvoorbeeld toeristische functies, landbouw, industrie enzovoort. Het zou inderdaad goed zijn dat men dat grondig aanpakt en liefst in het kader van de doelstellingen van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV), zodat we een voorlopige vaststelling hebben, collega Maertens, die inderdaad goed afgewogen kan zijn en die op termijn niet opnieuw tot een hoop conflicten en onduidelijkheid leidt. Het is in ieders belang dat we de saga niet herbeginnen. Het is inderdaad een zeer lange strook, met zeer veel potentieel op heel wat verschillende domeinen. Dit is een gelegenheid om die discussie goed te voeren en rechtszekerheid te bieden op de langst mogelijke termijn, samen met ontwikkelingskansen.
Minister, de vraag aan u is inderdaad om dat allemaal in één beweging te doen en niet een RUP te maken dat gewoon neerkomt op het schrappen van de strook en het behouden van de onderliggende bestemmingen.
Collega Tobback, kunt u uw laatste zin nog eens herhalen, want die was moeilijk verstaanbaar?
Is het inderdaad de bedoeling om de aanpassing te beperken tot het schrappen van de reservatiestrook? Of is men toch van plan om verder te gaan en ook de onderliggende bestemmingen te herbekijken in functie van een aantal doelstellingen, zoals die van het BRV, zodat in één beweging voor een langere termijn de nodige rechtszekerheid kan worden geboden? Ik stel die vraag omdat het niet echt duidelijk was uit het antwoord.
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, de bijkomende vragen zijn gelijklopend. Inderdaad, we gaan niet alleen de reservatiestrook schrappen, we gaan ook kijken naar de onderliggende bestemmingen. Dat staat ook zo in de resolutie van het parlement. Dat betekent dat we een volwaardig planproces moeten maken: een MER en een RUP. Minister Peeters is onmiddellijk aan de slag gegaan om een akkoord te vinden met Nederland. We hebben vier weken geleden aan het Departement Omgeving al gezegd om eraan te beginnen. Het is mijn bedoeling, en van de voltallige regering, om deze legislatuur een voorlopige vaststelling van het GRUP te doen. Dat momentum is er nu. Er was vijftig jaar onduidelijkheid. Minister Peeters en de hele regering vinden nu dat alle neuzen in dezelfde richting staan, we gaan dat moment grijpen.
Het verschil met de vorige legislatuur – men had wel wat stappen gezet – is dat we niet beperkt zijn tot een provincie. De taak is wat breder. Het RUP moet voldoende robuust zijn. Collega D’Hose, ik ben het met u eens over het behoud van de mooie bomenlaan. Dat is onroerend erfgoed. Dat is het plan. Ik heb in mijn eerste tussenkomst verwezen naar de ecologische en landschappelijke waarde van het kanaal. Uiteraard zullen we met minister Diependaele bekijken hoe we dat kunnen beschermen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Ik denk dat dit goed nieuws is voor zowel West- als Oost-Vlaanderen en dat is zeker historisch in dit dossier. Minister, we kijken volop uit naar de volgende stap.
De heer Maertens heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord, voor de stappen die u zet, voor de moed om door te zetten. Heel veel succes. We hopen op een snel resultaat voor iedereen. Zoals u zegt, minister, is het momentum daar, nu moeten we dit met alle handen, met alle mensen die het thema en dossier genegen zijn, vastpakken zodat er snel een goed resultaat komt en eindelijk, na al die decennia, rechtszekerheid komt voor alle omwonenden.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Historisch is inderdaad een goed woord. Het heeft heel lang geduurd, maar nu is er bij alle partijen eensgezindheid in alle provincies. Binnen de regering is er eensgezindheid, mijn partij was hier al heel lang op aan het wachten. We zijn blij dat de stap gezet is. Wij steunen u in uw ambitie om het landschap mee te nemen in de oefening en daar consistent en robuuster mee om te gaan. Het brengt enkele andere uitdagingen samen. We steunen uw ambitie om in deze legislatuur naar een voorlopige vaststelling te gaan. Het zou belangrijk kunnen zijn om dat in deze legislatuur zo ver mogelijk af te werken met het oog op rechtszekerheid voor alle omwonenden en betrokkenen. Alle steun daarvoor.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Minister, dit is voor mij een persoonlijk dossier. Vijftien jaar geleden zat ik hier als jonkie, als medewerker van de heer van Rouveroij. Hij heeft als een van de eersten dit dossier op de politieke agenda gezet. Hij heeft het toen uitgeschreeuwd over de rechtsonzekerheid voor de omwonenden. Mijn politieke papa is momenteel trots op mij en ook op u. Dank u wel daarvoor. Het zijn ten slotte twee vrouwen, minister Peeters en minister Demir, die ervoor gezorgd hebben dat dit dossier een finale push en duw krijgt. Ik dank u daarvoor heel hartelijk.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.