Report meeting Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Report
De heer Aerts heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collega's, in Israël vonden er vorige maand verkiezingen plaats. De verkiezingsuitslag lijkt niet te wijzen op een ontdooiing van de relaties tussen Israël en Palestina. Integendeel. Benjamin Netanyahu is opnieuw aan zet en kijkt voor een regering naar de extreemrechtse partij Religious Zionism. De partijleider is zelf een zionist die in het verleden al veroordeeld werd voor het aanzetten van racisme tegenover Arabieren en hij aast op de post van minister van Openbare Veiligheid, waar ook de Israëlische politie onder valt.
Dit alleen al kan de spanning met de Palestijnen opnieuw doen oplaaien, al was die spanning nooit weg. We zien ondertussen dat die spanning blijft oplaaien. Vorige maand vielen er tijdens een Israëlische aanval op de Westelijke Jordaanoever vier dodelijke slachtoffers en negentien gewonden. Dat zijn berichten die continu blijven aanzwellen en er zijn steeds meer dodelijke slachtoffers gevallen sinds het indienen van deze vraag. In augustus 2022 waren er drie specifieke Israëlische militaire acties in de Gazastrook. Amnesty International vraagt het Internationaal Strafhof om deze aanvallen te onderzoeken als oorlogsmisdaden.
Minister-president, ik agendeerde de Palestijns-Israëlische kwestie eerder in deze commissie naar aanleiding van het rapport van Amnesty International waarin het Israëlische regime ten aanzien van Palestina als een apartheidsregime werd bestempeld. Toen stelde u het VN-rapport (Verenigde Naties) hierover af te wachten.
Ondertussen is het rapport uitgekomen van mevrouw Francesca Albanese, de speciale VN-rapporteur voor de mensenrechtensituatie in de bezette Palestijnse gebieden sinds 1967. Zij stelt dat de Israëlische bezetting een schending is van de territoriale soevereiniteit van de Palestijnen doordat ze het gebied in beslag neemt, annexeert en fragmenteert, maar ook de burgerbevolking overbrengt naar het bezette gebied. Verder brengt de bezetting het culturele bestaan van het Palestijnse volk in gevaar en schendt het ook het recht om zich te organiseren als een volk. Palestijnse politieke activiteiten, belangenbehartiging en activisme worden immers onderdrukt. Dit is volgens de rapporteur het bewijs van Israëls intentie om het bezette gebied te in te nemen.
Ze roept dan ook op om het zelfbeschikkingsrecht van het Palestijnse volk te erkennen en noemt de nederzettingenpolitiek en apartheid die Israël heeft opgelegd in de bezette Palestijnse gebieden onwettig.
In de afsluitende observaties spreekt de rapporteur klare taal: de Israëlische bezetting is een doelbewust repressief regime dat het recht tot zelfbeschikking van het Palestijnse volk probeert te voorkomen. Daarom is een van de aanbevelingen ook gericht aan de staat Israël, die onmiddellijk dit gedrag moet stopzetten.
Maar belangrijker in de aanbevelingen is dat andere staten de opzettelijke schendingen van het Palestijnse recht tot zelfbeschikking moeten veroordelen, wat onder andere inhoudt dat de staten bereid zijn om diplomatieke, economische en politieke maatregelen te treffen, toegelaten door het VN-Handvest, indien Israël zijn verplichtingen volgens het internationaal recht niet naleeft.
Naar aanleiding van dat uitgekomen rapport heb ik volgende vragen.
Minister-president, hoe evalueert u de nieuwe politieke situatie sinds de meest recente Israëlische verkiezingen?
Hoe staat u ten overstaan van de conclusies en aanbevelingen van dit VN-rapport?
Zal dit het Vlaamse beleid ten aanzien van Israël beïnvloeden?
Op welke manier gaat u hiermee om in de dialoog met de Palestijnse Autoriteit en de Israëlische regering? Zijn er in de nabije toekomst gesprekken gepland?
Overweegt de Vlaamse Regering financieel bij te dragen aan het United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA)?
Eerder gaf u in deze commissie aan dat de samenwerking op het vlak van cultuur geapprecieerd werd en kon worden uitgebreid op het vlak van onderwijs, jeugd en sport. Hier zou een beperkte samenwerking met de Palestijnse Autoriteit in zitten. In februari 2022 waren hier nog geen concrete stappen voor ondernomen. Is dat ondertussen al wel het geval?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Aerts, tot op heden is er nog geen nieuwe Israëlische regering gevormd. De heer Netanyahu moet zijn regering uiterlijk op 21 december presenteren. Ik zou me dus nog niet uitspreken over de nieuwe politieke situatie aangezien die nog tot stand moet komen. Uiteraard blijf ik de situatie, het geweld en de spanningen tussen Israël en Palestina ten zeerste betreuren. Ik roep de toekomstige bewindslieden dan ook op om te werken aan oplossingen.
Wat het rapport betreft, heb ik in deze commissie al verschillende malen de positie van de Vlaamse Regering rond dit conflict meegegeven. Die positie blijven we aanhouden. Ze ligt ook in de lijn met de aanbevelingen van de speciaal rapporteur dat teruggekeerd moet worden naar de grenzen van 1967, dat Israël zijn nederzettingenpolitiek moet stopzetten en dat er een gedeeld statuut moet zijn voor Jeruzalem.
Over de bedrijven en mensenrechten in de aanbevelingen van de speciaal rapporteur hebben we het hier ook al vaker gehad. Flanders Investment & Trade (FIT) moet resoluut contacten met bedrijven in de bezette gebieden vermijden, wat het ook expliciet vermeldt aan Vlaamse bedrijven. FIT informeert actief Vlaamse bedrijven over de situatie waarbij het de VN-lijst met bedrijven die zakendoen in de Palestijnse bezette gebieden al jaren als een belangrijk controle-instrument gebruikt.
Ik herhaal dat ik van mening ben dat het Europese multilaterale niveau in deze zaken onze sterkste hefboom is. Vanuit Vlaanderen zal ik er via de Europese Unie onverminderd voor blijven pleiten om door onderhandelingen een uitweg te vinden. Bij toekomstige gesprekken zal ik deze zaken zeker aanhalen, maar er zijn voorlopig geen gesprekken gepland met de Palestijnse Autoriteit of de Israëlische regering.
Wat de UNRWA betreft, heeft Vlaanderen in het verleden reeds bijgedragen aan de UNRWA omdat we dat een zeer belangrijke organisatie vinden. In maart van dit jaar werd een nieuwe partnerschapsovereenkomst ondertekend voor de periode 2022-2024 voor een bedrag van 479.000 euro.
Tot slot werden nog geen stappen ondernomen voor een versterkte samenwerking met de Palestijnse Autoriteit op het vlak van onderwijs, jeugd en sport. Er zijn op dit moment nog geen concrete acties gepland.
De heer Aerts heeft het woord.
Minister-president, u hebt inderdaad al verwezen naar de tweestatenoplossing en de grenzen van 1976. (Opmerkingen van minister-president Jan Jambon)
Maar tegelijk is dit rapport een oproep om niet aan de kant te blijven staan als internationale gemeenschap. Dat is de voornaamste boodschap. Dit rapport toont net dat het recht op zelfbeschikking zwaar geschonden wordt, dat het recht van vrijheid van expressie geschonden wordt, en dat de rechten van eenieder op dit moment niet worden gerespecteerd. Op deze manier is het bijzonder moeilijk om daar uit te geraken.
We zijn vanuit Vlaanderen deel van de internationale gemeenschap, niet het grootste, maar dat maakt dat we onze rol moeten opnemen. Als internationale gemeenschap kunnen we niet blijven wegkijken. Ik hoop dat we grotere stappen in de juiste richting kunnen zetten. Als we het afgelopen jaar bekijken, zijn er al heel wat burgerslachtoffers gevallen. Er zijn ook 52 kinderen omgekomen door Israëlisch geweld, niet alleen door een bombardement, wat op zich al zeer erg is, maar ook kinderen op weg naar school worden doodgeschoten, kinderen van 12 jaar, 14 jaar, 16 jaar, 17 jaar, jongens, meisjes, het maakt niet uit. Eergisteren nog werd een meisje van 16, op het dak van haar huis doodgeschoten met drie kogels. Zo’n situatie mogen we niet blijven dulden, we moeten strenger optreden.
Ik vind het jammer dat dat niet kan en dat we ons blijven verschuilen achter Europa. Ik vind dat we een voortrekkersrol moeten spelen. Ziet u een mogelijkheid om die rol waar te maken?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Aerts, ik heb niet gezegd dat we de EU volgen. Ik heb gezegd dat we binnen de EU onze rol willen spelen en dat als het niveau zien dat met impact kan tussenkomen. Het is niet gewoon een volgzame rol, het is een rol waar we met Europa als platform vooruit willen om met impact te kunnen optreden. Dat is een kleine nuance die ik wilde maken.
De heer Aerts heeft het woord.
Ik vind dat we een straffere houding moeten kunnen aannemen vanuit Vlaanderen, vanuit België en Europa ook, maar hier zitten we in het Vlaams Parlement. Ik vind het jammer dat we hier niet een straffere voortrekkersrol innemen, niet alleen achter de schermen, maar ook voor de schermen en duidelijk zeggen waar het op staat. Palestijnen worden onderdrukt. De internationale gemeenschap kijkt veel te veel weg en helaas ook dit huis.
De vraag om uitleg is afgehandeld.