Report meeting Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Vraag om uitleg over het Afrikaanstalig onderwijs in Zuid-Afrika
Report
De vraag van de heer Deckmyn was eigenlijk een ideale vraag voor de Interparlementaire Commissie voor de Nederlandse Taalunie, die gisteren bijeengekomen is.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, we hebben het in deze commissie al vaker gehad over Zuid-Afrika. Ik heb een vraag over de culturele samenwerking tussen Vlaanderen en Zuid-Afrika en de bescherming van het cultureel erfgoed.
Minister-president, in Zuid-Afrika staat cultureel erfgoed dat wordt aanzien als behorend tot de geschiedenis van de Afrikanercultuur sterk onder druk. Ik ben zelf al tweemaal in Zuid-Afrika geweest, een eerste keer in 2012 en dit jaar samen met onder andere collega Deckmyn. Ik heb daar met mijn eigen ogen kunnen zien hoe de toestand op tien jaar tijd voor de Afrikaners enorm aan het verslechteren is. Heel wat monumenten die verwijzen naar het verleden van de zogenaamde Boerenrepublieken die werden gesticht in de 19e eeuw nadat de Afrikaanse Boeren op de vlucht sloegen voor het Britse koloniale bestuur van de Kaap, werden de afgelopen jaren verwijderd of worden niet meer onderhouden. Dat geldt ook voor herinneringsplaatsen voor de concentratiekampen die door de Britten werden gebouwd tijdens de Tweede Boerenoorlog en waar tienduizenden Afrikaners het leven lieten.
De verengelsing van de universiteiten ontzegt bovendien heel wat Afrikaanssprekenden van onderwijs in hun eigen taal. Ondanks de door de regering gesteunde verengelsing wordt het Afrikaans nog steeds als algemene omgangstaal gebruikt door miljoenen mensen in Zuid-Afrika, van wie een erg groot deel mensen van niet-Europese afkomst zijn, en blijft de op twee na grootste taal van het land. Dat dreigt te zorgen voor een kloof tussen hen die het Engels machtig zijn en hen die dat niet zijn.
Het Afrikaans en de Afrikanercultuur zijn nauw verwant aan het Nederlands en de Vlaamse cultuur. Vlaanderen en de Afrikaners hebben een gedeelde geschiedenis. Het is dan ook erg belangrijk dat deze banden niet verloren gaan en dat Vlaanderen zich blijft inzetten voor de bescherming van zowel het Afrikaans als de Afrikanercultuur.
Minister-president, bent u op de hoogte van het onder druk staan van het cultureel erfgoed van de Afrikaners in Zuid-Afrika? Hebt u daarover al contact opgenomen met de Zuid-Afrikaanse autoriteiten? Hebt u al initiatieven genomen om de samenwerking met organisaties die de Afrikanercultuur beschermen, te bevorderen? Zo niet, bent u van plan dat nog te doen? Hebt u de situatie van de Afrikaanse taal in Zuid-Afrika reeds aangekaart bij de Zuid-Afrikaanse autoriteiten? Zo ja, wat was de reactie? Zo niet, plant u hieromtrent nog initiatieven?
De heer Deckmyn heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, een beetje aanvullend op de vraag van collega Slagmulder heb ik een vraag over het Afrikaanstalige onderwijs in Zuid-Afrika. Zo’n twintig jaar geleden waren er in Zuid-Afrika nog zes openbare universiteiten die les gaven in het Afrikaans. Sinds het ANC aan de macht kwam, kenmerkt het beleid inzake universitair onderwijs zich door een afname van het onderwijs in het Afrikaans en een totale verengelsing van het hoger onderwijs.
Dat het Afrikaans als onderwijstaal steeds minder ruimte krijgt, is een understatement. In 2010 kon men enkel nog aan de Stellenbosch Universiteit, de Universiteit van de Vrijstaat, de Universiteit van Suid-Afrika en de Potchefstroomcampus van de Noordwest-Universiteit nog onderwijs volgen in het Afrikaans.
Ondanks de afname van Afrikaanstalig onderwijs aan openbare universiteiten, is er bij Afrikaners wel degelijk behoefte aan Afrikaanstalig universitair onderwijs. Omdat de overheid in Zuid-Afrika zich hieromtrent niet meer wilde of kon engageren, zorgde de Solidariteit Beweging ervoor dat er een particuliere Afrikaanstalige universiteit werd opgericht. Deze universiteit is gekend onder de naam Akademia en het aantal studenten stijgt er jaar na jaar. Collega Slagmulder en ikzelf waren er onlangs getuige van. We zijn er enkele maanden geleden geweest. We hebben dat gezien en waren onder de indruk van hun inspanningen. Ze plannen binnenkort trouwens het bouwen van een nieuwe campus.
Naast Akademia met betrekking tot het universitair onderwijs, werd door de Solidariteit Beweging ook ingezet op technisch onderwijs. Deze beweging richtte immers ook Sol-Tech op, een school gericht op technische opleidingen.
Akademia werd in 2011 opgericht, waarna de universiteit geaccrediteerd werd door de accreditatieorganisatie van de Zuid-Afrikaanse overheid. In 2012 begon zij met het aanbieden van onderwijs, met een bachelor bedrijfsmanagement. Daarna kwamen er meer en meer opleidingen bij.
Minister-president, ik hoop dat u op de hoogte bent van het bestaan van Akademia en Sol-Tech als particuliere onderwijsinitiatieven in het Afrikaans. Zijn er al contacten met deze initiatieven in Zuid-Afrika? Indien niet, is de Vlaamse Regering bereid om deze initiatieven te ondersteunen en er structurele contacten mee uit te bouwen?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Dank u wel, collega’s. ik zal eerst de vragen van de heer Slagmulder behandelen. Tijdens mijn bezoek aan Zuid-Afrika in april dit jaar, kwam het Afrikaans via verschillende activiteiten aan bod. Zo was er een thematische lunch over het Afrikaans. Ook vond een ontmoeting plaats met verschillende vertegenwoordigers van Zuid-Afrikaanse taalorganisaties, zoals de Afrikaanse Taalraad, Die Stigting vir Bemagtiging deur Afrikaans en het South African Centre for the Netherlands and Flanders.
Zoals u weet heroriënteerde Vlaanderen zijn samenwerking met Zuid-Afrika van ontwikkelingssamenwerking naar een meer – hoe zal ik het zeggen? – algemene samenwerking. De focus op taal zal worden versterkt. Ik heb hier nog geen contact over opgenomen met de Zuid-Afrikaanse autoriteiten, maar u weet dat er in maart een staatsbezoek zal zijn aan Zuid-Afrika, en ik zal die gelegenheid te baat nemen om de problematiek bij de Afrikaanse autoriteiten aan te kaarten.
Uw vragen twee en drie zal ik samen nemen. Vlaanderen ondersteunt reeds verschillende initiatieven van Afrikaanstalige organisaties zoals de Afrikaanse Taalraad en de Suid-Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kuns. Deze organisaties stellen zich nadrukkelijk tot doel om het Afrikaans te promoten en te versterken in de verschillende maatschappelijke, politieke en culturele domeinen.
Vlaanderen ondersteunt ook specifieke projecten en initiatieven die de uitwisseling tussen de Nederlandse en de Afrikaanse taal en cultuur tot doel hebben. Een voorbeeld hiervan is De Schrijver’s-werf, een project dat een gemeenschap van schrijvers, dichters en theatermakers in Vlaanderen, Nederland, Zuid-Afrika en Suriname wil creëren, die verbonden is door het Nederlands en het Afrikaans.
Tijdens mijn ontmoeting met de Zuid-Afrikaanse minister van sport, kunst en cultuur in april dit jaar, werd ook de leerstoel Nederlands aangekondigd. De Zuid-Afrikaanse minister vroeg ons bijkomend om daarnaast ook aandacht te hebben voor de andere talen in Zuid-Afrika. Ik wil ook graag aanstippen dat onze diplomatieke vertegenwoordiging in Zuid-Afrika goede relaties onderhoudt met al die verschillende aangehaalde organisaties, evenals met het departement Afrikaans van de Zuid-Afrikaanse universiteiten.
Dan antwoord ik nu op de vragen van de heer Deckmyn. Of ik op de hoogte ben van Akademia en Sol-Tech? Ja, we zijn op de hoogte van het bestaan van deze onderwijsinitiatieven, en ook onze diplomatieke vertegenwoordiging van Vlaanderen in Pretoria heeft weet van Akademia en Sol-Tech. Dus, daar hebben we contacten mee.
In Zuid-Afrika worden veel particuliere maar ook veel publieke initiatieven ontwikkeld voor onderwijs en beroepsopleiding in het Afrikaans, maar daarnaast ben ik me ook bewust van de zich snel wijzigende situatie in Zuid-Afrika en op het Afrikaans continent in zijn geheel.
Rector Wim de Villiers van de Universiteit Stellenbosch vertelde me hoe zijn universiteit haar lokale verankering in de sociale realiteit van Zuid-Afrika meer en meer versterkt, terwijl haar talenbeleid in volle evolutie is. De Universiteit Stellenbosch engageert zich tot meertaligheid, met het consequent gebruik van de drie officiële talen in de provincie West-Kaap: het Afrikaans, het Engels en het isiXhosa.
Dan: of er al contacten zijn met deze initiatieven in Zuid-Afrika? Er zijn momenteel geen structurele contacten met Akademia en Sol-Tech, en er worden geen initiatieven van hen ondersteund door ons. Momenteel zullen we daar ook niet actief op inzetten. Indien er door hen concrete voorstellen zouden worden ingediend, zullen we deze natuurlijk bekijken, en afhankelijk van hun meerwaarde en bijdrage positief of negatief beoordelen.
Op dit moment hebben Akademia en Sol-Tech geen structurele contacten met Vlaamse onderwijsinstellingen. Uiteraard respecteert Vlaanderen de institutionele autonomie van zijn instellingen bij de keuze van hun partners. Dat neemt niet weg dat in Vlaanderen de belangstelling voor samenwerking met Zuid-Afrika, en specifiek voor de studie van het Afrikaans, levendig is. De Universiteit Gent neemt hier een voortrekkersrol in, met het Gents Centrum voor het Afrikaans en de Studie van Zuid-Afrika.
De promotie van het Afrikaans als onderwijs- en cultuurtaal in Zuid-Afrika zelf, is uiteraard een Zuid-Afrikaanse bevoegdheid. Vlaanderen kan hier enkel betrokken worden op hun vraag, en via bestaande structurele verbanden. Ik verwijs daarbij in de eerste plaats naar de overeenkomst die de Taalunie en de Afrikaanse Taalraad op 30 januari 2020 ondertekenden, om kennis en ervaring uit te wisselen, en samen te werken om het Nederlands en het Afrikaans te bevorderen. Maar wanneer er vragen van die instellingen zouden komen, willen we die wel bekijken.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister-president. Ook bedankt dat u een aantal zaken zult aankaarten als u volgend jaar naar Zuid-Afrika afreist.
Ik wil toch nog even dieper ingaan op die monumenten. Ik had daarstraks al gezegd dat de toestand op dat vlak in Zuid-Afrika enorm aan het verslechteren is. Zo heb ik het concentratiekamp van Winburg bezocht, waar tijdens de tweede Boerenoorlog 355 kinderen en 132 volwassenen om het leven zijn gekomen. De graven liggen daar tussen het afval en het kleine monument hangt vol graffiti. Er lopen tussen en op de graven ook koeien, met alle gevolgen van dien. Daar wordt niets aan gedaan, wat in mijn ogen getuigt van zeer weinig respect vanwege de Zuid-Afrikaanse overheid ten aanzien van het drama dat zich daar heeft afgespeeld. Zo kunnen er nog talloze andere voorbeelden gegeven worden. Stel u maar eens voor dat er met een concentratiekamp in Europa zo zou worden omgegaan; de internationale verontwaardiging zou enorm zijn, en terecht. De Afrikanerbeweging probeert wel om deze monumenten te beschermen, maar Afrikaners kunnen zo goed als niet rekenen op de Zuid-Afrikaanse overheid. Het is niet omdat het hier om blanke vrouwen en kinderen gaat, die in verschrikkelijke omstandigheden zijn omgekomen, dat een dergelijk respectloze en onverschillige houding vanuit de Zuid-Afrikaanse overheid te rechtvaardigen valt. Daarom vind ik dus dat de Vlaamse Regering dat zeker moet aankaarten bij de Zuid-Afrikaanse autoriteiten, zeker omdat Zuid-Afrika de voorbije jaren op ontwikkelingssamenwerking kon rekenen en omdat er nog verder ingezet zal worden op economische samenwerking. Ik zou dus willen oproepen om ook dat aan te kaarten, minister-president.
Wat die verengelsing betreft, ten slotte: ik heb me al enkele keren tegen de verengelsing van onze Vlaamse universiteiten verzet. Wij Vlamingen hebben jarenlang moeten strijden om onderwijs te krijgen in onze eigen taal. In Zuid-Afrika heerst er momenteel een kortzichtige taalpolitiek. Het Afrikaans als onderwijstaal zit momenteel compleet in de verdrukking. Ook op dat vlak vind ik dat we solidair moeten zijn met de Afrikaners, want die strijd klinkt voor ons toch wel heel herkenbaar. Denkt u dat er ook een bepaalde rol weggelegd kan zijn voor onze universiteiten op dat vlak, bijvoorbeeld via de leerstoel Zuid-Afrika? Werd er vanuit Zuid-Afrika trouwens zelf al om steun gevraagd aan de Vlaamse Regering om de verengelsing aan de hogeronderwijsinstellingen tegen te gaan?
De heer Deckmyn heeft het woord.
Voorzitter, ik wil kort, aanvullend op de terechte bezorgdheden en bedenkingen van collega Slagmulder, refereren aan iets wat de minister-president zelf gezegd heeft. Volgend jaar in maart gaat hij Zuid-Afrika bezoeken. In dat kader heb ik al een aantal initiatieven aangebracht die hij zou kunnen nemen, maar misschien is een bezoek aan Akademia in Pretoria ook een mogelijkheid. Zou u een bezoek aan Akademia of Sol-Tech kunnen overwegen? Dat is een vraag die ik hier toch wel naar voren wil brengen. Dit zou alvast een erg positief signaal kunnen zijn aan deze Afrikaanstalige onderwijsinitiatieven. Op universitair vlak zei u dat de heer Wim de Villiers tijdens uw laatste bezoek stelde dat de taalevolutie in de universiteitswereld in volle ontwikkeling is. Sta mij toe om dat een eufemisme te noemen. Het is mijn taak hier te stellen dat de evolutie eigenlijk weggaat van het Afrikaans, richting een volledige verengelsing van de universiteiten, en eigenlijk van het onderwijs in het algemeen. Universiteiten en onderwijsinitiatieven worden systematisch verengelst. Collega Slagmulder noemde het een kortzichtige taalpolitiek, maar dat vind ik nog een understatement: het is triest te zien hoe het Afrikaans aan ondersteuning verliest. Vandaar mijn vraag, minister-president, om te onderzoeken of een samenwerking met Afrikaanstalige onderwijsinitiatieven niet door de Vlaamse Regering kan worden ondersteund.
De heer De Veuster heeft het woord.
Ik ben natuurlijk blij dat er binnen de nieuwe samenwerking aandacht is voor de culturele dimensie en ook taal. Dat kunnen we alleen maar toejuichen, net als die leerstoel Nederlands in Pretoria. Dat zijn goede initiatieven, evenzeer, minister-president, dat u dat gaat aankondigen op dat staatsbezoek in maart.
U zegt dat we eerst gevraagd moeten worden om betrokken te worden voor we iets kunnen doen. Ik neem aan, als dat gebeurt, dat Onderwijs daar wel bij betrokken zal worden en dat dit niet alleen uw verantwoordelijkheid is.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik coördineer natuurlijk de buitenlandse contacten. Het is evident dat de vakministers daar inhoud aan moeten geven.
We hebben nog geen vraag voor steun ontvangen. De vorige keer dat we naar Zuid-Afrika gegaan zijn, hadden we de universiteiten mee. De UGent en de KU Leuven hebben contacten met Zuid-Afrikaanse universiteiten, die zijn er.
Het programma van het staatsbezoek is nog niet afgerond. Ik wil bekijken of dat kan worden ingepast in Sol-Tech of Akademia. Ik denk dat we in Pretoria gaan zitten. Ik zal dat welwillend bekijken.
Buitenlandse politiek is altijd op het randje lopen van inmenging. Vragen voor samenwerking in dergelijke dingen moeten van ginds komen en dan kunnen we dat welwillend behandelen. Ik zou ook niet willen dat een vreemde mogendheid hier ineens binnenwandelt en zich met van alles en nog wat bemoeit. Ik denk, mijnheer Deckmyn en mijnheer Slagmulder, dat jullie dat begrijpen. Als er vragen van ginds komen, kunnen we die welwillend behandelen, maar de vragen moeten van die kant komen.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw bijkomende antwoorden. Als er een volk is buiten Europa waarmee er verwantschap bestaat op het vlak van taal en cultuur, dan zijn het wel de Afrikaners. We mogen daar niet blind voor zijn. Samen met Nederland zijn wij vanuit Vlaanderen wellicht de enigen die de problematiek rond de onverdraagzaamheid tegen de Afrikanercultuur op de internationale kaart kunnen zetten. De geschiedenis van de Afrikanercultuur maakt nu eenmaal deel uit van Zuid-Afrika. Die mag om welke reden dan ook niet gewist of belachelijk gemaakt worden. Als de Zuid-Afrikaanse overheid dat doet, doet ze dat eigenlijk ook een beetje met ons, dan maken ze ons ook belachelijk, want de Afrikaners zijn ook een beetje Vlaming.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, bedankt voor uw welwillendheid om eventueel onderzoeks- en onderwijsinitiatieven aan Akademia en Sol-Tech te willen onderzoeken. Ik begrijp natuurlijk volkomen dat daarvoor een vraag uit Zuid-Afrika zelf moet komen. Maar ik ben alleszins al positief gestemd dat u daar niet weigerachtig tegenover staat.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.