Report meeting Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Report
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Claes heeft het woord.
De Europese Unie definieerde ondernemerscompetentie als een van de acht sleutelcompetenties voor levenslang leren. Ondernemerschap gaat verder dan het opstarten van een bedrijf. Ondernemend zijn gaat eveneens over opportuniteiten zien, de handen uit de mouwen steken en initiatief nemen.
YouthStart is een organisatie die werkloze jongeren begeleidt en daaromtrent mooie resultaten kan voorleggen. VUB-onderzoek concludeerde dat 73 procent van de jongeren die een YouthStarttraining hebben gevolgd, effectief gereactiveerd werd door een baan, het starten van een eigen zaak, een opleiding of een herintrede naar het onderwijs.
YouthStart vraagt meer erkenning voor ondernemerschapsonderwijs. Dat zorgt ervoor dat jongeren een ondernemersgeest ontwikkelen. Dat betekent dat ze leren verbeelden, innoveren en creëren, verantwoordelijkheid voor anderen nemen, in teamverband werken en uiteindelijk ondernemer van hun eigen leven worden. Deze onderwijsmethodologie is vandaag nog weinig toegepast. YouthStart verklaart dit door een archaïsche kijk op leren, waarbij leren op de schoolbanken nog steeds de norm is. Ze pleiten er daarom voor om van ondernemerschap een onderwijsdoelstelling te maken en bewustmakingsfunctionarissen voor ondernemerschap aan te werven die educatieve acties uitvoeren en leerkrachten begeleiden bij het integreren van ondernemerschap in de lessen. Tevens geven ze aan dat ondernemingszin een doelstelling en educatieve praktijk moet worden voor al wie verantwoordelijk is voor het opleiden en ondersteunen van jonge werklozen.
Minister, daarover heb ik volgende vragen. Hoe worden ondernemerschapscompetenties meegenomen bij de opleiding, begeleiding en coaching van werkzoekenden, en bij jongeren in het bijzonder? Hoe kunnen ondernemers meer worden betrokken bij dergelijke trajecten? Zijn er projecten die daarmee experimenteren? Wat zijn de resultaten daarvan? Kan het ondernemerschapsonderwijs de brug slaan tussen onderwijs, werk en ondernemerschap? Hoe kunnen ondernemerschapscompetenties en vorming worden meegenomen bij het toekennen van de transitiepremie?
Minister Brouns heeft het woord.
Collega Claes, vanuit het beleidsdomein Werk bestaan er geen ondernemerschapstrajecten die zich enkel richten op jongeren, wel trajecten met een specifieke focus op werkzoekenden, waaronder uiteraard ook jongeren kunnen vallen.
In al deze trajecten is er, zoals u terecht vraagt, steeds een sterke aandacht voor ondernemerschapscompetenties. Zo dient er binnen een activiteitencoöperatie steeds een persoonlijk ontwikkelingsplan geschreven te worden. Daarin wordt vastgelegd welke competenties de kandidaat-ondernemer nog dient te verwerven en welk ontwikkelpad men daartoe gaat afleggen. Ook binnen Jumpstarters, een Europees project rond Werk en Sociale Economie (WSE) dat werkzoekenden begeleidt naar ondernemerschap, wordt er onderzocht in hoeverre ondernemen haalbaar is voor de ondernemende kandidaat. Voor elke kandidaat-ondernemer worden de aanwezige en ontbrekende ondernemerscompetenties in kaart gebracht. Vervolgens ontvangt de deelnemer begeleiding en coaching op maat.
Wat betreft uw concrete vraag naar de transitiepremie: om een transitiepremie te ontvangen, dient een ondernemer een prestarterstraject succesvol afgerond te hebben. Tijdens dit traject begeleidt men de deelnemer bij het maken van een haalbaarheidsstudie en worden de ondernemerschapscompetenties verder versterkt. De deelnemer dient op het einde een goed uitgewerkt en haalbaar businessplan te bezitten en zijn algemene ondernemerschapscompetenties dienen versterkt te zijn. Ondernemerscompetenties en vorming worden dus zeker en vast meegenomen bij het toekennen van de transitiepremie.
Vanuit het beleidsdomein Economie zijn er daarnaast wel enkele maatregelen die zich specifieker richten op jongeren. Zo kunnen jongeren – naast het gekende YouthStart, dat gesteund wordt door het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) – terecht in 1 van de 38 jeugdhuizen met een project rond ondernemingszin, gesteund vanuit het departement Jeugd. Jongeren krijgen hier de kans om met hun ondernemerschapsidee te experimenteren om zo stapsgewijs te groeien in hun ondernemerschap.
Voor de verdere ontwikkeling ervan kunnen jongeren dan terecht bij Haven vzw, die sinds 2016 met steun van VLAIO jongeren toelaat te ondernemen onder de vleugels van de coöperatie, met opvolging en begeleiding door hun vertrouwde coach in hun jeugdhuis. Haven staat de jongeren ondertussen bij met financiële en administratieve ondersteuning.
VLAIO steunt tevens de ecosystemen voor student-ondernemerschap in de verschillende Vlaamse studentensteden. Zij focussen op een instellingsoverschrijdend aanbod, gericht op de ontwikkeling van ondernemerszin en ondernemerschap bij studenten. Hun aanbod is voornamelijk gericht op studenten, maar staat open voor alle jongeren.
Collega, ondernemers worden vandaag reeds betrokken binnen dergelijke projecten. Zo wordt er bijvoorbeeld aan kandidaat-ondernemers binnen de activiteitencoöperatie gevraagd om hun ondernemersidee te pitchen. Ondernemers worden dan uitgedaagd om feedback te geven op deze pitch. Op deze manier wordt de realiteit van het ondernemen binnengebracht. Kandidaat-ondernemers ervaren deze feedback als zeer waardevol. Binnen Jumpstarters zijn er verschillende coaches die zelf ervaring hebben als ondernemer. Bij de studentenecosystemen zijn de ondernemersorganisaties mee partner.
Dan maak ik de brug met het onderwijs. Ik ben ervan overtuigd dat ondernemerschapsonderwijs inderdaad de brug kan slaan tussen onderwijs, werk en ondernemerschap. Vanuit mijn bevoegdheden wil ik alvast de ontwikkeling van ondernemerschapscompetenties bij jongeren maximaal aanmoedigen en ondersteunen. Ten eerste zijn er de VLAIO-partners die inzake ondernemend onderwijs over expertise beschikken. Daarnaast zijn er de ecosystemen voor jong ondernemerschap, waar ik daarnet al naar verwees, die werken vanuit die bredere benadering van ondernemerschap. Vanuit deze benadering van ondernemend leren heeft VLAIO sinds 2021 bruggen gebouwd naar het domein van het non-formele leren.
Mee ondersteund door VLAIO, loopt er vanuit het departement Jeugd een project dat kadert in de realisatie van het jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan met als doel om de didactiek met betrekking tot ondernemend leren te vertalen naar de context en de doelgroep van het non-formele leren in het jeugdwerk. Er is tevens de opdracht om rond de ontwikkelde methodiek een leer- en ondersteuningsaanbod uit te werken ter verdere professionalisering van de jongerenbegeleiders.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Bij ondernemen denk ik vaak aan het opstarten van een bedrijf, maar we beseffen heel goed dat het veel meer inhoudt. Het gaat over dingen in eigen handen nemen, creatief zijn, oplossingen zoeken en zeker niet bij de pakken blijven zitten. Dat is ook hetgeen ik versta onder ‘activeren’. Op dit moment zijn dat de competenties die werknemers vragen en die voor hen cruciaal zijn. De campagne van VDAB was duidelijk. Misschien hopen ze om een witte raaf tegen te komen, maar wij – en ook de werkgevers – beseffen dat dat op dit moment niet haalbaar is. Als we kunnen inzetten op die specifieke competenties, is dat mooi meegenomen en een win-winsituatie, zowel voor de werkende als voor de werkgever.
Binnen alle trainingen, opleidingen, vormingen, coachingstrajecten zou men daarom moeten focussen op die specifieke ondernemerschapscompetenties. Ik hoorde de minister zeggen dat daar in de commissie een brede consensus voor is en dat het zeker waardevol is. De vraag is: hoe gaan we dat aanpakken? Hoe overtuigen we de leerlingen, de jeugd, de werkzoekenden, de werknemers van het belang van deze competenties? Ik ben ervan overtuigd dat men, hoe vroeger men dit aanpakt en hoe vroeger men hiermee kennismaakt, er later de vruchten van kan plukken. Ik kijk dan ook vooral naar het onderwijs. De minister doet dat ook. We gaan hier even buiten de bevoegdheid van deze commissie, maar we moeten zeker ook kijken naar het onderwijs. Nodig eens een ondernemer uit. Ga naar de bedrijven. Leer van elkaar. Geef feedback. Er zijn veel scholen die daar momenteel al op inspelen. Laat die goede praktijken een inspiratiebron zijn. Kortom, zet een ondernemer voor de klas en inspireer de kinderen en jongeren.
Minister Brouns heeft het woord.
Ik kan alleen maar bevestigen, collega Claes, dat als we jongeren vroeg genoeg via het onderwijs stimuleren voor het ondernemerschap, dat zeker positieve effecten heeft. Ik heb recent een mooi project mogen volgen en er kennis mee mogen maken aan de Universiteit Hasselt, maar ook uit algemene cijfers blijkt dat, wanneer jongeren tijdens hun studentenloopbaan al een ondernemende of zelfstandige activiteit opnemen, de kans bijzonder groot is dat ze nadien in de ondernemingswereld stappen.
Ik geloof heel sterk in het zo vroeg mogelijk stimuleren, enthousiasmeren en prikkelen van jongeren voor het ondernemerschap. Want hoe groot de uitdagingen in onze wereld ook zijn, het zullen altijd ondernemende mensen zijn die met oplossingen komen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.