Report meeting Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Report
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, dit is een heel specifiek dossier. Ik heb de vraag hier geformuleerd omdat het iets is wat doorgetrokken kan worden naar de toekomst wanneer er zich andere dergelijke vragen opdringen.
Op 22 november werden plannen bekendgemaakt voor de verbouwing van de Boerentoren in Antwerpen. Er werd een wedstrijd uitgeschreven. De toonaangevende architect Daniel Libeskind is onder de arm genomen om de toren op te smukken, maar natuurlijk ook om de oude Boerentoren een nieuwe facelift te geven. Het zijn ingrepen die noodzakelijk zijn om de toekomstige culturele bestemming van het monument ten volle te realiseren. Er zou een tentoonstellingsruimte gecreëerd worden en er komen mogelijk ook horecafaciliteiten.
Ingrijpen in zo’n gebouw is niet altijd evident, dat hebben we daarnet ook al gezegd. Dat roept vaak actie en reactie op en ook emotie. Erfgoed is altijd emotie. Dat woord komt hier vaak aan bod. Ik denk bijvoorbeeld ook aan de aanbouw van Het Steen in Antwerpen, de plannen voor het Gravensteen in Gent, de ingrijpende werken die in Gent doorgevoerd zijn aan ‘de schaapstal’ zoals we die allemaal kennen. Dat zijn allemaal zaken die heel gevoelig liggen.
Maar de Vlaamse Bouwmeester heeft zich ook geroerd en hij vraagt zich af en ik citeer – het zijn niet mijn woorden: “Waarom gaan we zo onrespectvol om met een baken voor de stad?” De directeur van het Vlaams Architectuurinstituut, dat toch ook onder de Vlaamse Regering valt, Sofie De Caigny, had het over de aantasting van de skyline. Daar zijn dus wel wat opmerkingen gemaakt vanuit diensten die toch onder de Vlaamse overheid vallen. De eigenaar van het pand heeft de plannen bekendgemaakt en wil ook graag de discussie aangaan, wat op zich een goede zaak is.
Minister, dit is iets wat vaak terugkeert. Hoe beoordeelt u de plannen die voorliggen voor de verbouw/aanbouw van dit monument?
Werden deze plannen al voorgelegd aan het agentschap Onroerend Erfgoed? Wat waren de eerste resultaten van dat overleg of welke stappen worden nog gezet?
Wordt de verdere voorbereiding van de voorgestelde ingrepen aan de Boerentoren ook door uw diensten begeleid? Dat lijkt me nogal essentieel. Hebt u al vragen gekregen van het stadsbestuur Antwerpen om wat dat betreft daar ook de nodige ondersteuning en begeleiding te geven?
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank u wel, mevrouw Schauvliege, voor deze vraag over een inderdaad iconisch monument. Ik denk dat we dit de komende maanden en jaren nog verschillende keren op ons bord zullen krijgen. Het lijkt me een vast thema in de commissievergaderingen te worden.
Net zoals bij eerdere projecten die hier in de commissie aan bod kwamen, gaat het om een iconisch gebouw, erfgoed dat het verdient om mee uit te pakken – want dat is wel belangrijk. Eerlijk gezegd heb ik de afgelopen weken heel wat bijgeleerd over de Boerentoren. Blijkbaar was dat de eerste wolkenkrabber op het Europese vasteland. Toen die gebouwd werd, was daar trouwens ook veel weerstand tegen. Niet iedereen zag die graag komen. Sommigen vonden dat de skyline van de stad Antwerpen daardoor aangetast werd. Ook op dat moment was er dus bijzonder veel weerstand en vandaag is dat een heel bijzondere toren. Dat noemt men evolutie, dat is de normale gang van zaken.
Het project om de Boerentoren om te vormen tot een publiek toegankelijke cultuurtoren past in deze trend. Het aanpassen van dit gebouw aan de nieuwe doelstelling en functie biedt een kans om dit erfgoed te herwaarderen en ruim beleefbaar te maken. De monumentwaarde moet hierbij uiteraard centraal blijven staan. Vandaag is het nog te vroeg om dit ten gronde te beoordelen. We staan aan de start van een traject dat we samen moeten doorlopen en ik ben ervan overtuigd dat oud en nieuw elkaar uiteindelijk kunnen versterken.
Ik wil wel benadrukken dat ik in de eerste plaats blij ben dat de Vlaming in het algemeen aan de slag gaat met ons erfgoed en dus ook dat de heer Huts dat doet. Het is een goede zaak dat ondernemers een dergelijk project ter harte nemen en daarmee aan de slag gaan. De bedoeling van het project is om de toren toegankelijk te maken voor iedereen. Ook dat is natuurlijk heel bijzonder. Het gaat om een cultuurtoren, waarin kunst ondergebracht zal worden. Met die doelstelling kan ik alleen maar tevreden zijn. Want laten we eerlijk zijn: het gaat hier niet om hotelkamers, appartementen, kantoren, retail of iets dergelijks. Het is echt de bedoeling om die toren open te zetten voor de Antwerpenaar, voor de Vlaming. We zullen de komende maanden zeker nog terugkomen op de concrete uitwerking daarvan.
U vroeg ook of er al overleg geweest is. Ja, er vond een overleg plaats op 24 november met de opdrachtgever en de architect. Dit gesprek verliep positief en maakte vooral duidelijk dat de aanbouw beoordeeld moet worden als deel van een totaalproject. Dat gesprek vond dus vorige donderdag plaats. Voor alle duidelijkheid: dat was nadat daarover communicatie gevoerd was.
De weerklank die de voorstelling van het project al kreeg in Antwerpen en daarbuiten geeft ook het belang aan van het verzekeren van een draagvlak bij alle betrokkenen. Daarom stelden we tijdens het gesprek voor om een stuurgroep op te richten om het verdere traject te begeleiden. Die stuurgroep laat toe de nodige expertise in te brengen, onder meer op het vlak van erfgoed.
Het agentschap, de stad, de opdrachtgever en de ontwerper zullen al zeker deel uitmaken van die stuurgroep. Zoals u weet, gaan de experts van het agentschap Onroerend Erfgoed niet over een nacht ijs. We zullen dit dossier bekijken met een open vizier. Ik begrijp dat de eerste reacties soms erg uitgesproken zijn. Ik hoop samen met de Antwerpenaren tot een mooi eindresultaat te komen.
Het agentschap blijft inderdaad betrokken, zowel als adviesverlener als als mogelijke premieverlener. Er is een goede samenwerking met de diensten van de stad Antwerpen, onder meer met monumentenzorg en de stadsbouwmeester. Ook in dit project zal het agentschap nauw samenwerken met de stad. Er is intussen inderdaad al een vraag van de stad tot overleg met het agentschap.
Er is natuurlijk al verschillende keren gevraagd, zowel aan mij als aan anderen, voornamelijk aan mensen van de stad Antwerpen: vindt u die tekening, die ‘render’, nu mooi of niet? Maar daar gaat het natuurlijk niet over. Ik zou heel graag oordelen over wat mooi is en wat niet, maar zo werkt het niet. Ik denk dat dat maar goed is, want dan zou met elke nieuwe minister heel ons erfgoedbestand veranderen. Er zijn vandaag zelfs – en dat is een groot geheim dat ik verklap – dingen beschermd die ik minder mooi vind. Maar dat hoort zo. Dat betekent niet dat die geen erfgoedwaarde hebben. Dat behoort niet tot mijn taak en ik ga daar dus ook neutraal in blijven. Ik ga niet zeggen wat moet kunnen en wat niet. We hebben daarvoor experten bij het agentschap die kunnen oordelen over de erfgoedwaarde – want dat is natuurlijk belangrijk – op architecturaal gebied en op maatschappelijk gebied en of iets bewaard moet blijven of niet.
Er zijn aan dit project wel een aantal zaken – los van het mooie of lelijke ervan – waar ik blij mee ben. Ik heb het al gezegd: ik ben blij dat ondernemers in dit land niet alleen aan de slag gaan met ons erfgoed om er iets van te maken maar dat ook niet doen met puur rendement voor ogen. We zouden het hen niet eens kwalijk kunnen nemen, mocht dat wel het geval zijn. In dit geval heb ik de indruk dat dat niet het geval is. Men wil hier echt iets van maken dat een meerwaarde betekent voor de stad. Daar kunnen we alleen maar blij mee zijn.
Zulke debatten brengen hoogoplopende emoties met zich mee. Dat was ook zo bij het Gravensteen en bij de mijnsite in Beringen. Maar ik vind het debat op zich een goede zaak. Mensen voelen zich nog altijd betrokken, nu ook bij de Boerentoren in Antwerpen. Dat toont aan dat mensen ermee bezig zijn als men raakt aan het erfgoed.
We moeten natuurlijk nadenken over wat we in de toekomst met dat erfgoed doen. We moeten ervoor zorgen dat we over honderd jaar ook nog erfgoed hebben, erfgoed dat vandaag gebouwd wordt. De vraag is soms of we daar vandaag wel mee bezig zijn. Want laten we eerlijk zijn – en ik draag ook verschillende petjes –: als we vandaag als overheid gebouwen zetten, denken we vooral aan goedkoop en efficiënt. Maar construeren we vandaag nog het erfgoed van de toekomst? Dat is een open vraag. Dat is ook een bezorgdheid die we moeten meenemen.
Ik heb het hier al eens verteld, maar in mei van dit jaar stond er een artikel in The Guardian waarin verwezen werd naar de Flemish wave, de Vlaamse golf, op het gebied van architectuur die over heel de wereld gaat. In Vlaanderen hebben we dat niet door, beseffen we dat niet goed. In dat artikel werd onder andere verwezen naar Wivina Demeester, die rond het jaar 2000 gestart is met de Vlaamse Bouwmeester. Volgens dat artikel was dat de kiem voor heel wat architecturale projecten die nadien over de hele wereld uitgerold zijn. Ik denk dus dat we echt wel tevreden mogen zijn dat onze aanpak hier in Vlaanderen niet alleen belangrijk is voor ons maar veel breder gaat. Ik geef dat maar mee als randbemerking, want op zich heeft dat niets met erfgoed te maken. Ik wil maar onderlijnen dat we er ons rekenschap van moeten geven dat we ook werk moeten maken van het erfgoed van de toekomst. Dat bewijst dat we dat als overheid wel degelijk doen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik ben het volledig met u eens dat het een goede zaak is dat er met ons erfgoed aan de slag wordt gegaan. Ik volg volledig die lijn. We mogen blij zijn dat dit gerestaureerd wordt en een nieuwe bestemming krijgt. Als het zo open zal staan voor iedereen, voor het publiek, vanuit vredelievendheid, dat zullen we op termijn wel zien. In ieder geval krijgt het een nieuwe bestemming, het is goed dat het gerenoveerd wordt.
Ik begrijp uit uw antwoord dat pas na de bekendmaking Erfgoed betrokken werd. Zij moeten de hele procedure nog doorlopen. Het is goed dat er een stuurgroep is aangesteld. Het zal nog wat tijd vragen. Uiteraard hebben we toonaangevende architecten, er is zoiets als de Vlaamse golf. Ik ben trouwens vijf jaar bevoegd geweest voor die architectuur, ik heb dat toen ook gemerkt. In dit geval is het natuurlijk geen Vlaamse architect die onder de arm is genomen, er is een andere keuze gevallen.
Hebt u een idee, minister, op welke termijn we het advies, de goedkeuring, de werking van de stuurgroep moeten zien? Op welke termijn moeten de werken aanvatten? Moet er al of niet een go gegeven worden? Is er duidelijkheid over de timing?
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Minister, we zijn in Antwerpen wel wat gewoon op het gebied van bommen, maar vorige week is die figuurlijke bom ontploft, de meningen hier gaan alle kanten op. Zoals u zegt, dat is een heel goed teken, de mensen zijn echt begaan met hun erfgoed. Ik hoop alleen dat we hier in Antwerpen niet ‘doorschieten’ daarin, dat we niet in een kramp schieten. Na vijfhonderd jaar gaat de skyline van Antwerpen veranderen, als ze toen ook in een kramp waren geschoten, dan stond er nu geen Boerentoren.
Ik ben in ieder geval blij dat de discussie nu al op gang komt en niet achteraf zoals bij het Steen. De stuurgroep is volgens mij dan ook een heel heel heel belangrijke stap. Ik hoop dat het niet alleen over het icoon Boerentoren gaat, maar over het monument Boerentoren. Het is een icoon in de stad, maar een monument op zich. Het heeft erfgoedwaarde en die is zeer belangrijk. We moeten vertrouwen op het agentschap dat daar zeer zorgvuldig mee wordt omgesprongen.
Zoals u zegt, laat ons verder gewoon afwachten. Laat het proces zijn gang maar gaan. Ik kijk heel erg uit naar de publieke functie van het gebouw. Laat ons vooral die Flemish wave verderzetten.
Minister Diependaele heeft het woord.
Die Flemish wave zijn niet altijd Vlaamse architecten, het zijn openbare aanbestedingen. Dat systeem met de bouwmeester en de begeleiding van participatie is opgestart door mevrouw Demeester. Dat betekent niet dat de verantwoordelijke van het project een Vlaming moet zijn. Dat is niet het geval, het is alleen de overheidscontext die daar gecreëerd is.
Over de duurtijd durf ik geen uitspraken te doen, mevrouw Schauvliege. Ik zou iets kunnen zeggen, maar dat lijkt me niet verstandig. Het punt is dat we nu eigenlijk wat tijd hebben. In de komende twee jaar zal er gewerkt worden aan de Boerentoren om asbest te verwijderen. Dat zal twee jaar duren, er is tijd om heel het traject te doorlopen en de stuurgroep zijn werk te laten doen. Ik heb wel gehoord dat de heer Huts wil doorduwen en voor zichzelf heeft opgelegd dat het snel moet gaan.
Mevrouw Van Werde, we hebben behoorlijk wat ervaring met zo’n stuurgroep. Bij de Bourla, de opera in Gent en de Sint-Baafskathedraal hebben we dat gedaan. We hebben niet alleen ervaring opgebouwd, we hebben ook echt wel gemerkt dat dat een meerwaarde biedt en tot positieve resultaten leidt. In die zin heb ik er alle vertrouwen in dat dat goed wordt aangepakt.
We zijn ons er ten volle van bewust: dit wekt emoties op. Dit zal een debat opleveren, maar laat ons dat debat omarmen. Dat betekent niet dat we elke deelnemer aan het debat zijn zin gaan kunnen geven, natuurlijk niet. Zo werkt dat niet, dat hoeft ook niet. We moeten het debat an sich wel waarderen en er voldoende ruimte voor laten.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, bedankt voor de bijkomende uitleg. U verwijst graag en een paar keer naar de Vlaamse Bouwmeester. Zij zorgen ervoor dat er nieuw erfgoed wordt gecreëerd. U hebt het over de Vlaamse golf, dat is allemaal waar en juist, maar in dit geval lees ik dat direct na de bekendmaking de Vlaamse Bouwmeester toch wel een forse uitspraak heeft gedaan, tegen het project. Ik vind dat opvallend en opmerkelijk. Ik vraag me af of het wel goed is dat het op die manier gebeurt. Dit moet misschien eens binnen de Vlaamse Regering met de Vlaamse Bouwmeester worden besproken, al of niet met de stuurgroep. Ik weet niet of de Vlaamse Bouwmeester mee in de stuurgroep zit, maar dat zou wel een goede zaak zijn, denk ik.
De vraag om uitleg is afgehandeld.