Report meeting Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Report
Mevrouw Claes heeft het woord.
Minister, u kondigde recent de bouw aan van een nieuw nooddorp voor Oekraïners in Gent. Sinds het begin van de oorlog in Oekraïne, bijna 8 maanden geleden, zijn er al bijna 60.000 Oekraïners naar België gevlucht. Aanvankelijk kregen velen een tijdelijk onderdak bij onze Vlaamse gastgezinnen. Maar naarmate de oorlog langer duurt komen meer Vlaamse huishoudens hierop terug. De twee eerder gebouwde nooddorpen in Antwerpen en Mechelen zitten vol met respectievelijk 1000 en 700 vluchtelingen, daarom is er nood aan een derde nooddorp.
Het nieuwe nooddorp in Gent zal waarschijnlijk bestaan uit mobiele woningen die onderdak verlenen aan zeshonderd Oekraïners. Daarvoor worden in een eerste fase bestaande woonunits van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) gebruikt. Vervolgens zou de Vlaamse overheid nieuwe woonunits, die bestaan uit steviger en meer duurzaam materiaal, aankopen. Deze woonunits hebben een levensduur van twintig jaar en een kostprijs van 8 miljoen euro. Wanneer de vraag naar opvangplaatsen voor Oekraïners daalt, kunnen deze units verplaatst worden om ze te gebruiken als studentenhuisvesting, stelde u, minister.
De units kunnen doorverkocht worden aan de stad Gent of een private speler om zo toch enige verlichting te bieden voor de krapte op de markt van de studentenhuisvesting. Stad Gent gaf echter al aan niet bereid te zijn om de wooncontainers na de opvangcrisis over te kopen om ze te recycleren als studentenhuisvesting. Zij wijzen hiervoor naar de onderwijsinstellingen en de private markt. Mijn vragen zijn dan ook de volgende, minister.
Kunt u wat meer duiding geven bij dit project?
Hoeveel studentenkamers zouden deze units op termijn kunnen huisvesten? Is hier overleg geweest of gepland met de lokale overheden en onderwijsinstellingen?
Op welke termijn ziet u deze conversie van nooddorp naar studentenhuisvesting?
Komen de nooddorpen in Antwerpen en Mechelen eventueel ook in aanmerking voor deze conversie?
Minister Diependaele heeft het woord.
Mevrouw Claes, ik ga uw vragen samen beantwoorden.
Het project dat we in Gent voor ogen hebben is het opzetten van een nooddorp dat in eerste instantie kan dienstdoen voor de opvang van Oekraïense ontheemden. Nadat het statuut van tijdelijk ontheemden afgelopen is, zullen de woonunits permanent herbestemd worden naar een site waar ze gebruikt kunnen worden als studentenhuisvesting.
We stappen hierbij af van de kortetermijnoplossing van huur en consecutieve afbraak, maar zetten in op een model waarbij de Vlaamse overheid de mobiele woonunits aankoopt en eerst ter beschikking stelt van ontheemden, om ze daarna verder te kunnen verkopen aan een andere partner voor studentenhuisvesting. De studentenhuisvestingsmarkt staat immers ook zwaar onder druk door het gebrek aan voldoende, betaalbare en diverse studentenhuisvesting. Dat is eigenlijk gelijkaardig aan hetgeen we gedaan hebben met de woonunits van de VMSW. De units worden eerst gebruikt voor opvang tijdens de Oekraïnecrisis. Daarna worden ze ingezet om herhuisvesting van sociale huurders op te vangen die tijdelijk uit hun sociale woning moeten omwille van de renovatiewerken aan hun woning of gebouw.
Het overleg met de Universiteit Gent en de stad Gent hieromtrent verloopt positief. Ik hoop dan ook snel een beslissing te kunnen nemen.
Het effectieve aantal studentenkamers is momenteel nog niet exact geweten en is mede afhankelijk van de aan te leveren units en de moduleerbaarheid ervan.
Wat uw vraag betreft over de nooddorpen van Mechelen en Antwerpen: zoals u weet werden deze dorpen in de beginfase opgericht. Er werd hierbij gemikt op het inhuren van de woonunits en dit voor een beperkte tijdsduur van een jaar, dat telkens verlengbaar zou zijn. Het opzet was bijgevolg anders, maar ook het hergebruik van de units voor studentenkamers was hierin niet voorzien. Mede gelet op het gehanteerde bouwconcept is hergebruik voor studentenhuisvesting onhaalbaar. De units zijn bijvoorbeeld niet gemaakt om verplaatst te worden.
Samenvattend: we zijn gestart met het huren van die units. Dat had een behoorlijke kostprijs, zeker op dat moment. Bij het uitbreken van de oorlog in Oekraïne was er zeer veel vraag naar dergelijke woonunits. Dat heeft de prijs omhoog geduwd. We hadden op een bepaald moment het plan om in Gent een derde nooddorp bij te bouwen, maar op dat moment was de prijs nog gestegen. Daarom zijn we gaan nadenken over hoe we zouden kunnen combineren, hoe we van de nood een deugd zouden kunnen maken. Toen zijn we gaan kijken of we ervoor zouden kunnen zorgen dat er een restwaarde is. En dat lijkt me een verstandige manier om een noodoplossing aan een langetermijnprobleem te koppelen. De druk op de studentenhuisvestingsmarkt is er. Dat is het idee.
Een van de objectieven is natuurlijk wel om qua timing niet te vertragen. Het nooddorp moet er snel staan. We proberen dezelfde timing aan te houden als mochten we gewoon opnieuw woonunits inhuren. Dat lijkt te lukken. Principieel loopt het zeer goed. Iedereen ziet er wel de meerwaarde van in en begrijpt dat de kostprijs belangrijk is. Het gaat wel degelijk om hoge bedragen. Maar er zijn nog heel wat praktische, technische en juridische details en regelingen die moeten worden afgesproken en uitgewerkt. Maar iedereen aan tafel ziet het voordeel van het systeem en van het concept in. Ik ben ervan overtuigd dat we op de praktische en juridische punten overeenstemming gaan vinden. We geven hiermee een mooi voorbeeld van hoe je twee problemen met één oplossing kunt aanpakken.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Minister, dank u wel voor de verduidelijking. Ik kan u helemaal volgen in de uitleg, de verklaring en de redenering achter het zoeken van alternatieven. Er is duidelijk nood aan extra capaciteit voor de opvang van Oekraïners en er is ook duidelijk nood aan bijkomende studentenhuisvesting. U zegt ook zelf dat er die kostprijs van 8 miljoen euro is. Dat is zeker niet goedkoop. Maar het is ook logisch en het getuigt van een goed bestuur om na te denken wat we daar ook op langere termijn mee kunnen doen als die crisis wegvalt. Dat kan Vlaanderen natuurlijk niet alleen doen. Ik ben ook blij dat de gesprekken met Gent toch positief verlopen. Ik hoop natuurlijk dat er ook een positief resultaat uit voortvloeit.
Nu, het tekort aan studentenhuisvesting is dan ook een gekend probleem. Dat is hier al heel regelmatig aan bod gekomen. We hebben altijd gezegd dat er een tekort is, dat er aanbod moet bij komen. We moeten ook op zoek gaan naar creatieve oplossingen. Dit project of dit idee getuigt alvast dat er verschillende dingen bekeken en onderzocht worden en wat de mogelijkheden zijn. Ik ben alvast blij om te horen dat er ook gezocht wordt naar creatieve oplossingen. Ze zijn mobiel, verplaatsbaar. Als dit concept nu werkt in Gent, zult u dat dan ook verder uitbreiden naar andere studentensteden zoals bijvoorbeeld Leuven of Hasselt? Is daar al over nagedacht? Wordt dit ook al bekeken?
Mevrouw Jans heeft het woord.
Ik sluit me natuurlijk graag aan bij de thematiek en de vraag die collega Claes gesteld heeft. U weet dat we vaak van gedachten wisselen over hoe we kunnen tegemoetkomen aan de druk op de studentenhuisvesting. In dit verhaal is er een heel creatieve link gemaakt om van de nood een deugd te maken. De woningen die er nu voorzien zijn, zijn bestemd en kaderen in de nooddorpen voor de oorlog in Oekraïne, maar dat is een onvoorspelbaar gegeven natuurlijk. We hebben ons al vaker verkeken op verwachtingen, mensen die dan vaak thuis opgevangen worden. Nu zien we weer een evolutie naar residentiële opvang of groepsopvang. Het is ook niet duidelijk in hoeverre die vraag zal blijven, en hoelang die zal blijven. Het is heel sterk dat er een plan B is dat echt wel tegemoetkomt aan de druk op de studentenhuisvesting.
De stad Gent heeft natuurlijk wel al heel duidelijk laten weten dat zij als stad, als lokale overheid, met de huidige budgettaire moeilijke tijden het niet mogelijk ziet om dit te doen en verwijst, voor een stuk ook terecht, naar de onderwijsverstrekkers en de private markt. In hoeverre kunt u met de onderwijsverstrekkers op een constructieve, positieve manier kijken om daar beweging in te krijgen, om hen betrokken te houden? Als dit goed afloopt – dit wordt een positief verhaal – zijn er dan inderdaad mogelijkheden om het concept nooddorpen – groter, kleiner, mobiele woningen, verplaatsbare woningen – te bekijken als een element in ons beleid om studentenhuisvesting aan te pakken?
Minister Diependaele heeft het woord.
Met de onderwijsaanbieders in Gent loopt dit zeer goed. Zoals ik daarnet zei: op principieel niveau, qua concept, ziet iedereen daar het voordeel van in. Er is alleen de praktische kant: wie doet dan het eigenaarschap, enzovoort. Dat moet verder uitgeklaard worden. Ik heb die reactie van de stad Gent ook gelezen. Ik begrijp die helemaal want het is nooit op geen enkele manier de bedoeling geweest dat we aan de stad Gent zelf zouden aanbieden om studentenhuisvesting te gaan voorzien. Voor zover ik weet, is er geen enkele stad, studentenstad of niet, die zelf studentenhuisvesting in eigen beheer heeft. Dat was in dezen nooit de bedoeling geweest. Die reactie begrijp ik helemaal. Dan moet er nog gekeken worden wie dat uiteindelijk wel doet want het is natuurlijk ook niet de bedoeling dat wij als overheid dat gaan doen.
Wat betreft de vraag voor andere studentensteden: eerst en vooral er is die link nu, op dit moment, met de noodsituatie voor opvang van Oekraïners. We gaan geen nooddorpen bouwen als daar geen nood aan is, alleen maar met het doel voor uiteindelijk studentenhuisvesting. Dat zou ook onlogisch zijn. Maar vergeet niet dat we wel nog altijd onze werkgroepen, de taskforce hebben met betrekking tot studentenhuisvesting. Die loopt nog altijd verder. Daar wordt nog constructief gewerkt. Een maand geleden heb ik daar nog een vraag over de stand van zaken over beantwoord. Het is wel degelijk de bedoeling dat daar ook iets uit komt. Ik kan u daar nu niet direct een opsomming van geven uit het hoofd, maar daar wordt wel aan verder gewerkt. Dat probleem op zich nemen we ook wel aan. Hier was het gewoon de opportuniteit dat er twee problemen waren die we met één oplossing konden aanpakken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.