Report meeting Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Report
De heer Van Dijck heeft het woord.
Voorzitter, minister, we hebben daarnet in andere vragen ook al gehoord dat de Vlaamse gemeenten worden geconfronteerd met heel wat stijgende kosten. We hebben daarnet de discussie gevoerd over het Gemeentefonds.
In het Vlaamse regeerakkoord wordt duidelijk de kaart getrokken van vrijwillige fusies voor die gemeenten die denken op die manier slagkrachtiger te zijn. Wij ondersteunen die gemeenten daar ook bij vanuit het Vlaamse beleid.
De grotere lokale besturen beschikken over meer middelen en bestuurskracht om een antwoord te bieden op deze stijgende kosten. Collega’s, toch zijn er enkele gemeenten in Vlaanderen die dat misschien wel willen, maar niet kunnen, niet mogen omdat zij faciliteitengemeenten zijn, wat een federale materie is. Zij blijven verstoken van de mogelijkheid om te fuseren. Zij kunnen met andere woorden hun bestuurskracht en financiële slagkracht niet verhogen door een fusie. Het gaat om heel wat faciliteitengemeenten. Ik som ze even in alfabetische volgorde op: Bever, Drogenbos, Herstappe, Kraainem, Linkebeek, Mesen, Ronse, Sint-Genesius-Rode, Spiere-Helkijn, Voeren, Wemmel en Wezembeek-Oppem.
Minister, volgens de berichten die we in de pers konden lezen, zou de Vlaamse overheid aan de gemeente Spiere-Helkijn in 2023, 2024 en 2025 jaarlijks een subsidie van 351.000 euro toekennen om die problemen op te vangen. Ook de andere faciliteitengemeenten met weinig inwoners zouden een gelijkaardige ondersteuning van de Vlaamse overheid krijgen, omdat zij in de huidige stand van de regelgeving niet kunnen fuseren, waardoor ze ook deze extra financiële slag- en bestuurskracht niet kunnen realiseren. Collega’s, ik zal de gemeenten even aanhalen om het duidelijk te maken. We denken hier aan Spiere-Helkijn, met 2.000 inwoners en 11 gemeenteraadsleden, Bever, met 2260 inwoners en 11 gemeenteraadsleden, Mesen, met 1000 inwoners en 7 gemeenteraadsleden en Herstappe, met 79 inwoners en 7 gemeenteraadsleden. Wie graag politiek carrière wil maken, moet verhuizen, want in bijna elk huisgezin is er een raadslid.
We kunnen daar wel eens mee lachen, maar eigenlijk vind ik dit niet meer van deze tijd. Die 79 mensen hebben recht op eenzelfde dienstverlening, eenzelfde ondersteuning enzovoort. Misschien kunnen we eens een werkbezoek organiseren vanuit onze commissie? De secretaris zal het noteren. Zo kunnen we zien hoe die gemeente het doet. Ik doe dat niet uit leedvermaak, maar wil graag weten hoe men dat daar aanpakt.
De burgemeester van Spiere-Helkijn verklaarde in de pers dat zij de extra financiële steun zullen gebruiken voor werkingsmiddelen en eventuele extra energiemaatregelen. Dat klinkt zeer vertrouwd in de oren.
Minister, het federale niveau bepaalt de grootte en dus de slagkracht van deze gemeenten. Laat het duidelijk zijn: ik ben niet voor de uitbreiding van faciliteiten naar andere gemeenten, mochten sommigen dat denken. Maar wij worden hier toch op een of andere manier belemmerd. En ik ondersteun u in die maatregel. Want daarnet hebben we gesproken over de Denderstreek en dergelijke. Ik ondersteun volledig dat Vlaanderen hier iets extra’s wil doen. Maar aan de andere kant – mijn eerste en tweede vraag die ik aan u heb overgemaakt, gaan elkaars richting uit –, als we hier gehypothekeerd zijn om maatregelen te nemen die door het federale niveau zijn bepaald, maar wel door Vlaanderen moeten worden betaald, acht u het dan niet nuttig, minister, om die rekening over te maken aan wie verantwoordelijk is voor het feit dat we die rekening moeten maken?
Klopt het dat de Vlaamse Regering de vier kleinste gemeenten met taalfaciliteiten, met name Spiere-Helkijn, Bever, Mesen en Herstappe, gedurende de volgende drie jaar financieel zal ondersteunen omdat ze niet kunnen fuseren? Hoeveel bedraagt die financiële ondersteuning? Want ik heb verwezen naar de getallen die ik in de pers kon vinden, maar ik had van u graag de correcte cijfers gekregen.
Ten slotte: acht u het vanuit die bekommernis voor de slagkracht van alle Vlaamse gemeentebesturen ... Ik heb u daarstraks – misschien in uw wilde dromen – het cijfer honderd horen noemen. Ik schrok een beetje, maar als u aan honderd denkt, wat moet er dan met deze gemeenten? Die leggen al een serieuze hypotheek op die honderd, want je moet er hier al een stuk of twaalf in de kering tellen waarmee je niets mee kunt doen. Is het in ieder geval niet nuttig dat de Vlaamse overheid in dezen ook aan de Federale Regering de vraag stelt om die taalfaciliteiten af te schaffen? Want laten we eerlijk zijn – ik keer terug naar het kleinste dorpje, Herstappe, met 79 inwoners: als er daar taalfaciliteiten zijn, dan is dat maximum voor 79 personen.
Minister Somers heeft het woord.
Meneer Van Dijck, ik dank u voor uw vraag.
Een paar maanden geleden ben ik met mijn zoon naar Verdun gegaan. Daar zijn er dorpjes met een burgemeester maar nul inwoners. Die dorpen zijn tijdens de Eerste Wereldoorlog volledig vernietigd. Het is een erefunctie die men aan de mensen geeft, omdat men die dorpen in de geschiedenis wil laten voortleven. Die dorpen bestaan nog altijd en zijn erkend als onafhankelijke gemeenten. Ze hebben geen inwoners, maar wel een burgemeester. Het kan dus nog erger.
Zijn er ook faciliteiten?
Ik heb daar toch bordjes in verschillende talen zien staan bij de restanten van de woningen.
Wat u zegt, klopt. De regering heeft inderdaad beslist om vier gemeenten – u hebt ze opgesomd – in 2023, 2024 en 2025 een bijkomende subsidie toe te kennen. Het gaat om een algemene werkingssubsidie die voorwaardenvrij is. Dat bleek voor ons de meest effectieve methode te zijn om de gemeenten die niet rond geraken, te ondersteunen. Voor Bever gaat het over een bedrag van 372.425 euro, voor Herstappe om 44.556 euro, voor Mesen om 231.585 euro en voor Spiere-Helkijn om 351.434 euro.
U vraagt naar de redenen. Het zijn zeer kleine gemeenten, met minder dan 2500 inwoners. Zoals u terecht zegt, zijn zulke gemeenten een anomalie in het Vlaamse bestuurlijke landschap. Bovendien kunnen ze niet fusioneren. Ze zijn het slachtoffer van de inflatie. Vaak hebben ze al heel hoge belastingtarieven. Ze hebben dus geen enkele mogelijkheid om hun ontvangsten structureel te verhogen.
Daarnaast hebben ze bepaalde vaste en onvermijdelijke uitgaven die disproportioneel zwaar wegen. Ik denk bijvoorbeeld aan de uitgaven voor het democratisch functioneren van die besturen, in de vorm van de kosten verbonden aan het politiek personeel. Dat zijn decretale minimumverplichtingen. Herstappe en Mesen geven respectievelijk 33 en 9 procent van hun volledige budget aan hun politiek personeel. Gemiddeld is dat in Vlaanderen minder dan 1 procent. Er is dus een gemeente die gemiddeld 33 procent van haar budget aan haar werking moet geven, en daarna begint het pas. Dat is ongelooflijk.
Bovendien hebben ze dan nog eens dat bijzondere taalstatuut, met bijkomende administratieve verplichtingen en vertalingskosten. Toevallig ken ik een van die burgemeesters persoonlijk. Mesen is echt een prachtige gemeente. Ik kijk even naar de West-Vlamingen. De heer Warnez kent Mesen wellicht ook. Mesen is prachtig gelegen. Maar die burgemeester kent dus werkelijk elke inwoner bij naam en voornaam. Dat is ook niet zo moeilijk. Hij heeft ook 70 procent van de stemmen als voorkeurstem. Zijn lijst had twee stemmen meer, en hij is nog altijd op zoek naar de twee mensen die op zijn lijst hebben gestemd, maar niet op hem. In een andere gemeente zijn het twee families die de zaak bepalen. Dat is dus een anomalie, het bestuurlijke Bokrijk van Vlaanderen. Maar zij doen dat met ongelooflijk veel enthousiasme. Ik heb daar heel veel respect voor. (Opmerkingen van Ludwig Vandenhove. Gelach)
De heer Van Dijck heeft het woord.
Minister, u hebt daarnet in uw antwoord gezegd dat u heel eerlijk zou zijn. Ik zal nu ook eens heel eerlijk zijn. Ik werd in kennis gesteld van de brief die werd verstuurd nadat ik deze vraag had opgesteld. Want u zult denken dat er een brief was van de regering en dat ik nadien een vraag stelde. Nee, het is omgekeerd. Ik had de vraag klaar en ik zei tegen een van onze ministers dat ik die vraag zou stellen, waarop ik het antwoord kreeg: ‘We hebben gisteren een brief opgesteld.’
Maar ik waardeer dat. We deden daarnet misschien wat minachtend over die kleine inwonersaantallen. Maar ik meen dat echt. Die mensen moeten roeien met de riemen die ze hebben. Ik ondersteun de ondersteuning. Ik vraag wel dat we daar op langere termijn paal en perk aan stellen. Mijn hart zegt aan alle faciliteiten, maar mijn verstand zegt dat de Vlaamse Rand rond Brussel een heel andere problematiek zal zijn. Maar die taalgrensgemeenten moeten we toch kunnen oplossen. Ik veronderstel dat we daarvoor wel gehoor zullen vinden aan Franstalige kant, want zij moeten toch met diezelfde problemen zitten. Ik weet niet in hoeverre daar fusies aan de orde zijn. Maar als die problemen zich bij ons voordoen, moeten die er aan de andere kant toch ook zijn.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik weet niet of u er nog iets aan zult toevoegen, minister, maar voor mij volstaat dit. Ik dank de regering voor het initiatief ter zake, dat zij én naar die gemeenten en naar de federale overheid heeft genomen.
Minister Somers, wilt u hier nog iets aan toevoegen?
Heel kort: ik zal bij mijn collega's van de N-VA aandringen op een iets meer betere informatiedoorstroming binnen de partij. En als ik daarbij op een of andere manier hulp kan bieden, ben ik daar altijd toe bereid. (Gelach)
Dat was een grapje.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Daar ga ik toch nog iets aan toevoegen, minister. Ik ga er dus van uit dat collega Ongena op de hoogte is van elke brief die van bij u wordt verstuurd. (Gelach)
Da’s waar hé, Tom?
Absoluut. We zullen elkaar nog kunnen helpen in dezen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.