Report meeting Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Report
De heer Warnez heeft het woord.
De personeelsleden van lokale besturen krijgen steeds vaker te maken met agressie en belaging op de werkvloer door toedoen van derden. Zo lazen we recent nog dat in Schaarbeek jaarlijks bijna veertig gevallen van agressie tegen het gemeentepersoneel plaatsvinden. Het is ook iets dat we in onze Vlaamse steden en grootsteden tegenkomen. Zo lazen we eerder dit jaar ook al dat enkele OCMW-medewerkers in Hasselt te maken kregen met verbale en fysieke agressie.
In het kader van de Welzijnswet zijn lokale besturen verplicht om initiatieven te nemen om de veiligheid van hun personeel te vrijwaren. Lokale besturen zijn daar ook autonoom in. Ze kunnen autonoom maatregelen nemen. Vele steden en gemeenten doen dat uiteraard al. Ze hebben extra beveiliging, geven opleidingen aan personeel, er worden plaatsverboden uitgevaardigd enzovoort. Aangezien wij als Vlaamse overheid onbevoegd zijn in deze materie, kunt u als minister de lokale besturen uiteraard niet dwingen om een aantal maatregelen te nemen, maar u kunt en, bovenal, moet ze wel ondersteunen in het kader van een degelijk agressiebeleid.
Ongeveer anderhalf jaar geleden hebt u iets beloofd, minister, op 4 februari 2020 in deze commissie, namelijk dat u de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) zou vragen om goede praktijken omtrent de aanpak van agressie tegen het personeel van de lokale besturen te bundelen en die binnen de lokale besturen ook te verspreiden. Daarnaast beloofde u ook dat er een model van een agressieprotocol uitgewerkt zou worden, alsook een kader waarbinnen lokale personeelsleden geholpen kunnen worden om hen te begeleiden en te ondersteunen, en om dat ook ter beschikking te stellen van alle lokale besturen. Tijdens diezelfde commissievergadering gaf u ook aan dat u niet over de nodige cijfers beschikte.
Hierover had ik twee vragen ingediend.
Mijn eerste vraag betrof de stand van zaken bij deze projecten. Hebt u al zicht op een concrete publicatiedatum voor deze goede praktijken en het model van agressieprotocol? Welke partners zijn betrokken bij de opstelling van dit model?
Mijn tweede vraag ging eigenlijk over het cijfermateriaal, maar u hebt ondertussen ook al een schriftelijke vraag van mij beantwoord, waarin u hebt gezegd dat u niet over cijfers beschikt. Op die manier vervalt deze vraag wel een beetje.
Minister Somers heeft het woord.
Mijnheer Warnez, eerst en vooral wil ik u bedanken voor deze vraag. Ik zal u ook duidelijk zeggen waarom ik u in het bijzonder wil bedanken. Meestal bedank ik iedereen voor zijn vragen, maar u ga ik in het bijzonder bedanken.
Laat mij beginnen met te zeggen dat ik elk geval van agressie dat plaatsvindt – we hebben dat dit jaar gezien in Schaarbeek, Hasselt en Genk, om maar enkele voorbeelden aan te halen – ten stelligste veroordeel. Dat is onaanvaardbaar, elke vorm van verbale en fysieke agressie, inzonderheid ook tegen ambtenaren.
Op 4 februari 2020 heb ik daarover ook al heel duidelijk een standpunt ingenomen. Ik wil dat opnieuw herhalen, dat ik vind dat het enige antwoord tegen elke vorm van verbale en fysieke agressie nultolerantie is. En daar moet ook politioneel en repressief tegen opgetreden worden. Dat is voor mij absoluut duidelijk. Tegelijkertijd hoop ik en verwacht ik ook van besturen dat ze de nodige preventieve maatregelen nemen om hun personeelsleden de nodige bescherming te geven.
Waarvoor ik u in het bijzonder wil danken … want ik heb hier een antwoord dat ik zou kunnen voorlezen en dan doe ik alsof alles in orde is, maar dit is blijven liggen. En ik wil daarvoor ook mijn verontschuldigingen aanbieden namens mezelf, want ik ben daar de politiek verantwoordelijke voor. Ik heb me ertoe geëngageerd om dat vast te nemen en daaraan te werken, maar dat is tussen twee dingen gevallen. Hier staat dat de gesprekken volop bezig zijn enzovoort, maar dat is naar aanleiding van uw vraag. Ik wil u dus ook bedanken en ik wil me er ook uitdrukkelijk toe engageren – iedereen hoort dat nu, op de plaats waar ze dat moeten horen – dat tegen het einde van het jaar zowel de goede praktijken als het model en het ondersteunend kader gepubliceerd zullen zijn op de website van de VVSG en het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB). Dus: tegen het einde van het jaar zal dat allemaal gepubliceerd zijn.
Op die manier kan het ondersteuningsmateriaal dienen ter inspiratie voor lokale besturen die ermee aan de slag kunnen. Het behoort nog steeds tot de lokale autonomie op welke manier een lokaal bestuur deze problematiek wil aanpakken. Een antiagressiebeleid moet worden uitgewerkt rekening houdende met de eigen mogelijkheden en behoeften. Trouwens, er moet ook een eigen engagement achter zitten, want anders is dat maar papier. Maar ik zal ervoor zorgen dat dat uitgewerkt is. En we zullen daar ook de dertien centrumsteden bij betrekken, omdat zij meer met deze problematiek geconfronteerd worden en dus ook voortrekker kunnen zijn in deze zaak. Wat we wel al snel kunnen doen hebben, is natuurlijk het agressieprotocol van de stad Mechelen – die zo’n protocol heeft – op de ABB-website plaatsen. Besturen kunnen daar ook al inspiratie uit halen.
Bijkomend wens ik ook de omzendbrief COL 03/2008 van het College van procureurs-generaal bij de hoven van beroep onder de aandacht te brengen. Deze omzendbrief regelt de problematiek van gepleegde gewelddaden ten aanzien van personen die bekleed zijn met een openbaar ambt of mandaat of die een taak van openbare dienst of algemeen belang waarnemen en in contact komen met het publiek. De inhoud van deze omzendbrief wordt autonoom opgesteld door het College van procureurs-generaal. De omzendbrief omschrijft wat ernstige feiten zijn en bevat richtlijnen voor de politie en het Openbaar Ministerie over hoe ze daarmee moeten omgaan. In 2021 werd deze omzendbrief geëvalueerd, en toen heeft het College van procureurs-generaal geoordeeld dat de richtlijnen een snelle, passende en op maat gerichte aanpak door de politiediensten en parketten garanderen. Het politionele, repressieve luik is daarmee, denk ik, dus wel afgedekt.
Belangrijk is ook te vermelden dat het College van procureurs-generaal vorig jaar aan het kabinet van Justitie liet weten dat ze steeds bereid zijn om koepelorganisaties te ontvangen, mocht er nood zijn aan aanpassing van de omzendbrief.
Ik hoop dat ik daarmee een juist, maar ook een eerlijk antwoord heb gegeven op uw vraag.
De heer Warnez heeft het woord.
Ik schrik wat. We zijn het niet gewend zulke eerlijke antwoorden te krijgen. (Gelach)
Niet van u, hoor, minister, in zijn algemeenheid. Er wordt dikwijls eens gezwommen in de politiek met antwoorden als ‘we zijn ermee bezig’ en ‘we gaan eraan werken’ enzovoort, dus ik vind het heel fijn. Enfin, ik vind het niet fijn om te horen, maar u begrijpt wat ik zeg.
Het is fijn omdat u zegt dat u het onmiddellijk aan een nieuwe deadline koppelt. Dat betekent dat ik in januari in mijn agenda kan schrijven en controleren of dat ook gebeurd is, ja dan neen. Dat betekent ook dat iemand dat op uw kabinet of elders bovenaan de stapel op zijn bureau moet leggen.
Het is uiteraard een heel belangrijk thema. Ik denk dat we inderdaad elke vorm van agressie tegen een lokaal personeelslid moeten tegengaan. Nultolerantie is, denk ik, het enige juiste woord in dezen.
Gewoon bijkomend, als u dit opneemt: de verruwing van de maatschappij is zelfs binnen de politiek een gegeven dat we meer en meer zien, ook fysiek geweld binnen de politiek. In die zin stel ik de vraag of dat misschien ook meegenomen kan worden. Politiek personeel wordt vaak een keer vergeten. Ik denk dat dat in het kader van uw opdracht of van die oefening ook meegenomen kan worden.
Minister Somers heeft het woord.
Dank u wel, collega Warnez, voor uw ootmoedigheid. We gaan u dat natuurlijk geen twee keer gunnen. Dat zal nu in januari in orde zijn, op mijn kabinet zal dat zeer actief opgevolgd worden. En we gaan ook in op uw suggestie – wat trouwens een goede suggestie is – om ook het lokale politieke personeel – want daar hebt u het over – mee te nemen in heel het kader dat we gaan bekendmaken. Nogmaals bedankt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.