Report meeting Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Report
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Ik geef het woord aan mijn YOUCA-studente Zita Lelie.
Het dubben of nasynchroniseren van anderstalige televisieprogramma’s of films is een gekende praktijk. Jammer genoeg stellen we vast dat internationale mediabedrijven zoals streamingplatforms, hiervoor vaak een beroep doen op Nederlandse stemacteurs en dus niet op Belgisch-Nederlandse of Vlaamse acteurs. Het is evenwel belangrijk voor de taalontwikkeling van onze kinderen en jongeren dat dergelijke gedubde content aansluit bij de taal die ze dagelijks gebruiken en horen. Het Nederlands-Nederlands is vandaag veel minder herkenbaar als de standaardtaal.
Ook de Acteursgilde, de Vlaamse belangenvereniging van professionele acteurs maar ook kinderpsychologen hebben hier aandacht voor gevraagd.
Tijdens eerdere parlementaire vragen erkende de minister de problematiek en beloofde hij stappen te zetten om de audiovisuele sector te overtuigen van het gebruik van het Belgisch-Nederlands bij het dubben.
Minister, welke afspraken werden hierover opgenomen in de nieuwe beheersovereenkomst met het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) dat ook subsidies toekent aan anderstalige audiovisuele producties?
Wie nam er deel aan de door u aangekondigde rondetafel en welke afspraken werden er gemaakt?
Welke inspanningen hebben de grote streamingplatformen zoals Netflix en Disney+ al gedaan om meer aandacht te besteden aan het Belgisch-Nederlands?
Zijn er ook afspraken gemaakt voor andere digitale toepassingen zoals Google Assistant of Alexa en Siri om ook Belgisch-Nederlandse stemmen te gebruiken?
Bent u bereid om dit onderwerp op de agenda te houden en verbeteringen te monitoren door regelmatig gesprekken met nationale en internationale mediabedrijven en digitale dienstenverleners te voeren?
Minister Dalle heeft het woord.
Collega’s, ik zal de eerste twee vragen samen beantwoorden.
De rondetafel vond plaats in oktober vorig jaar op mijn kabinet. Voor de streamingdiensten waren Streamz en Netflix vertegenwoordigd. Disney+ was verontschuldigd, maar heeft wel een standpunt bezorgd. Ook de sector was vertegenwoordigd, met name door studio’s Option Media, Image & Sound Factory en Sonhouse. Verder waren er mensen van de Acteursgilde, de Taalunie en van ons Departement Cultuur, Jeugd en Media.
De vertegenwoordigers van Netflix en Streamz werden bevraagd over hun beleid in verband met nieuwe en bestaande Vlaamse dubs en hun visie op de toekomst. Alle partijen rond de tafel waren het eens over het feit dat er een voelbaar cultureel verschil bestaat tussen Belgisch-Nederlands – of Vlaams-Nederlands zo u wil – en Nederlands-Nederlands en dat het aanbod op dat moment niet in evenwicht was. Persoonlijk vind ik dat er een goed evenwicht moet zijn tussen beide. Er moet voldoende Vlaams of Belgisch-Nederlands aan bod komen, omdat dat onze eigen benadering van het Nederlands is. Het kan ook geen kwaad dat kinderen en jongeren van jongs af aan met Nederlands-Nederlands in contact komen. Uiteindelijk is het één taal voor het hele taalgebied. Ze zijn zich dus bewust van die problematiek en willen ook een gezond evenwicht.
De studio’s kaartten aan dat een aantal Vlaamse dubs zijn gemaakt die momenteel niet zijn terug te vinden zijn op de streamingplatforms. Dat is wel een gemiste kans: als het bestaat, waarom zou het dan niet beschikbaar mogen zijn? Met Streamz is afgesproken om een lijst te delen met titels en zo na te gaan of de Vlaamse dubs alsnog kunnen worden aangeboden, indien aangekocht in pakket van de producer. Dan is het kosteloos.
Er zijn sinds het overleg contacten geweest tussen Streamz en de Vlaamse audioproductiehuizen. Daarbij hebben de productiehuizen aangegeven voor welke content voor kinderen er Vlaamse dubs bestaan. Streamz heeft die lijst doorgelicht en vastgesteld dat zij inderdaad voor enkele titels enkel de Nederlands-Nederlandse versie aanboden. Die titels zijn in april aangepast. Alle titels waarvoor Belgisch-Nederlandse dubs bestaan, zijn dus nu beschikbaar via Streamz. Streamz geeft aan dit verder goed op te volgen naar de toekomst toe. Dat is een positieve evolutie waardoor het aanbod rijker is geworden.
Er werd ook afgesproken om te bekijken of er nog een bepaling rond dubs kon worden opgenomen in de beheersovereenkomst van het VAF, die toen nog in opmaak was. In de beheersovereenkomst wordt nu bepaald dat in geval van dubbing in het Nederlands, het VAF zal opleggen dat minstens 75 procent van de stemmen in het Belgisch-Nederlands zal zijn. Dat geldt natuurlijk voor die films en producties en televisieseries die door het VAF zijn gesubsidieerd met Vlaams subsidiegeld.
Ik kom bij uw laatste drie vragen.
Disney+ heeft tijdens het overleg aangegeven dat ze in 2022 serieuze inspanningen wilden doen. En ze hebben woord gehouden. Alle nieuwe grote ‘feature films’ zijn ook beschikbaar met Belgisch-Nederlandse dubs. De oudere titels die al deel uitmaakten van de Disney+ bibliotheek, zijn intussen ook van Belgisch-Nederlandse dubs voorzien. Voor de series is het hybride dubbing-model gevolgd, met een 50/50 Nederlands-Vlaamse voice-cast.
Netflix heeft naar aanleiding van ons rondetafelgesprek eind vorig jaar de afspraken met hun studio’s opnieuw bekeken, om Vlaamse dubs te kunnen aanbieden wanneer Netflix kindertitels licentieert. Als resultaat leveren zij nu dus Belgisch-Nederlandse dubs voor de meest bekeken kinderfilms uit de catalogus. Er is uiteraard nog ruimte voor verbetering, maar er zijn dus wel al belangrijke stappen gezet door de verschillende streamingplatformen.
Met andere spelers waar u naar verwijst, zoals Google en Apple, zijn geen afspraken gemaakt.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord.
Het was inderdaad ongeveer een jaar geleden dat de rondetafel plaatsvond met de spelers die u opnoemde. We zien dat er dan toch verbetering is, wat goed is. Het gaat blijkbaar nog niet over alle producties. Waar het wel voor bestaat, neemt Streamz het op. Dat is intussen gebeurd.
De vraag is natuurlijk hoe we in de toekomst de dubbing in het Vlaams-Nederlands kunnen vermeerderen. U hebt terecht verwezen naar de beheersovereenkomst met het VAF. Op die manier hopen we dat er een soort vliegwiel in werking zal treden.
U bent misschien niet meteen verantwoordelijk voor Google Assistant en ik weet zelfs niet of u daar iets aan kunt doen. Op dit ogenblik bestaat daar niets voor. Als je met de auto rijdt, is het ook de Hollandse dame die je vaak hoort. Ik weet niet of er al een Vlaamse versie voor bestaat, want ik gebruik dat minder. Bestaat het? Ja. Dat soort zaken behoort misschien niet tot uw bevoegdheid, maar misschien kunt u er wel mee voor streven. Het is soms irritant, als we dat onder elkaar mogen zeggen, om het Hollands-Nederlands te pas en te onpas te horen, of het nu op dubbingprogramma's of op de gps is. Mij irriteert het; anderen vinden het mooi. Het is ook een kwestie van smaak.
We zijn toch ook fier op onze eigen taal en we moeten die toch zoveel mogelijk in de media en op allerlei platformen gebruiken.
Ik zie dus dat er vooruitgang is. Het kan nog beter, zegt u. Misschien moeten we de vraag volgend jaar nog eens stellen of schriftelijk een oplijsting vragen van hoeveel producties er intussen in het mooi gedubde Vlaams-Nederlands zijn bijgekomen. Ik ben al heel tevreden dat er een merkbaar verschil is sinds een jaar geleden.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Collega's, gewoon een bedenking: Nederlands is maar een heel klein taalgebied. Als we dat dan ook nog gaan opdelen in Nederlands-Nederlands en Belgisch-Nederlands of Vlaams, dan vraag ik me gewoon af of de internationale positie van het Nederlands gaat verzwakken.
Dialect en regiolect moet kunnen in entertainmentprogramma's. Je kunt van je gasten niet verwachten dat ze allemaal perfect Nederlands spreken. Ze spreken gewoon hun eigen taal. In fictie ligt het voor mij anders. Standaardtaal, ja. Ik ben er wel voorstander van, maar ik moet eerlijk zeggen dat ik ooit heb meegespeeld in een serie die drie jaar liep. De regisseur ging helemaal in het begin naar een acteur toe en vroeg hem om een beetje ‘vuiler’ te praten, iets minder afgelikt omdat het de natuurlijkheid bevordert. Het is natuurlijk een interpretatie.
Bij digitale toepassingen vind ik dat een gedeelde standaardtaal wel wenselijk is, al is het maar voor de begrijpelijkheid. We moeten elkaar kunnen begrijpen. Ik heb het net even opgezocht. De Taalunie zegt: ‘Er is plaats voor pluricentrisme. Standaardtaal met ruimte voor nationale variaties.’ Dat vind ik wel mooi.
Ik zou nog één ding willen zeggen. Het is misschien een rare vraag maar waarschijnlijk zijn er wel mensen in de zaal die vroeger naar de serie ‘De smurfen’ hebben gekeken. Er was een figuur, de Boerensmurf. Ken je die nog? Boerensmurf was de stem van Frans van Dusschoten, een bekend stemacteur. Hij praatte gewoon Drents. In Nederland nemen ze voor een landbouwfiguur vaak Drents. Bij ons is dat meestal Kempens of West-Vlaams. Maar iedereen begreep dat dus wel.
Ik volg zeer wat mevrouw Van Werde zegt. Ik verwijs ook naar de serie Undercover wat een zeer gesmaakte VRT-serie was, waarbij door de Nederlandse acteurs de streektaal van Noord-Brabant werd gesproken. Ook dat werd gesmaakt door de bevolking.
Ik denk dat we moeten opletten om niet volledig uit elkaar te groeien wat de taal betreft. Ik ondersteun zeker de oproep van mevrouw Van Werde. Het Nederlands is een middelgrote taal. Ik heb het vandaag nog gezegd: in Europees verband moeten we ons ook wel een beetje weren. Het is dus belangrijk om de band met het Noorden niet te lossen.
Minister Dalle heeft het woord.
Ik denk dat ieder van jullie relevante zaken heeft gezegd. Voor mij zijn er een drietal elementen belangrijk.
Ten eerste is er het pure pedagogische en dan kijk ik een beetje als de minister van Jeugd. De wetenschappelijke evidentie hierover is niet onverdeeld, maar veel ontwikkelingspsychologen vinden het wel relevant dat ook de eigen taal en het eigen accent naar voren komt en dat je als kind ook regelmatig het Belgisch-Nederlands hoort. Maar er is ook niets verkeerd om regelmatig het Nederlands-Nederlands te horen. Als je dat wat pragmatisch benadert, is een evenwicht tussen de twee vanuit een pedagogisch perspectief verdedigbaar. 100 procent het één of 100 procent het andere is waarschijnlijk niet zo goed.
– Elisabeth Meuleman treedt als voorzitter op.
Ten tweede is een prioriteit in het beleid ook om de audiosector in ons land te versterken en te ondersteunen. De audiosector is een heel brede sector. Het gaat over klassieke radio, over podcasts, over vertelverhalen en over dubbing en inspreken van bijvoorbeeld animatiefilms. Die sector is een sterk groeiende sector en een creatieve sector met heel wat acteurs die niet alleen op televisie werken maar ook daar werken of exclusief met hun stem werken. Het is een sector die absoluut vooruit moet gaan.
We hebben de filosofie ontwikkeld dat datgene wat we meer dan 20 jaar geleden zijn gestart, namelijk heel sterke televisieproducties waar we nu ook de vruchten van plukken, we ook willen realiseren voor de audiosector. We hebben al veel stappen gezet. Ik denk bijvoorbeeld aan de externe productieverplichting van de VRT die een vertienvoudiging voor audio inhoudt. Ik denk ook aan de ondersteuning via het VAF waarvoor we toch een beduidend bedrag voorbehouden. Ook voor de onderzoeksjournalistiek via het fonds Decroos vragen we om te werken met podcasts en dat soort formules. Dat is dus een belangrijk punt: onze eigen Vlaamse audiosector versterken.
Ten derde is het ook belangrijk om de banden te versterken tussen Nederland en Vlaanderen op het vlak van media. Er is ook een vraag van collega Vandaele over de samenwerking tussen VRT en NPO. Ik heb enkele maanden geleden staatssecretaris Uslu uit Nederland ontvangen en mijn kabinet is ook naar Nederland gegaan. Begin volgend jaar gaan we opnieuw naar Nederland om de banden te versterken, bijvoorbeeld rond producties in samenwerking tussen VRT en NPO, een televisieproductie rond mediawijsheid en rond onderzoeksjournalistiek. Er zijn tal van projecten waar we samenwerken.
Als je die drie elementen samenneemt, het pedagogisch aspect voor kinderen en jongeren, onze eigen audiosector en de goede samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen, dan is het logisch om te pleiten voor een gezond evenwicht tussen Nederlandse dubbing en Vlaamse of Belgisch-Nederlandse dubbing.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, de vraag was natuurlijk ingegeven omdat er voornamelijk Hollands wordt gedubd bij de kinderprogramma's. Kinderen zijn nog volop aan het ontwikkelen. De moedertaal, die hier toch Vlaams is, is ook de basis van de taalverwerving. Als de kinderen dan op televisie gedubde programma’s zien in iets wat lijkt op ons Vlaams maar soms toch ook wel degelijk van afwijkt, dan is dat op zich niet zo goed, denk ik.
Streven naar een evenwicht, is goed, maar er was een zeer groot onevenwicht. Het is goed dat de rondetafel heeft plaatsgevonden en dat de producenten en degenen die de dubbing doen, het hebben ingezien.
Als we ervoor kunnen zorgen dat een aantal programma's Vlaams-Nederlands worden gedubd, dan is dat ook voor onze acteurs een mooie verdienste. Het ging vroeger allemaal naar Nederlandse acteurs. Ik vind dat we dat evenwicht ook voor ogen moeten houden.
Het is zeker iets om op te volgen en hopelijk gaat het niet opnieuw achteruit.
De vraag om uitleg is afgehandeld.