Report meeting Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Report
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Voorzitter, aangezien het vandaag YOUCA-dag is, hebben wij een speciale vraag voorbereid, een vraag specifiek voor kinderen en jongeren. Evi zal deze vraag brengen.
Ik ben Evi Lourdon. Ik zal de vraag van mevrouw D’Hose eventjes toelichten.
In 2018 werd de museumpas gelanceerd. Het abonnement van 59 euro biedt een heel jaar toegang tot de vaste collecties van alle deelnemende musea. Ondertussen nemen 211 musea deel aan de Museumpas. In Vlaanderen zijn dat 96 musea, in Brussel 45 en in Wallonië 70.
Met bijna 500.000 bezoeken zijn de museumbezoeken met de museumpas in 2021 bijna verachtvoudigd. Het stijgend gebruik betekent ook een stijging van de inkomsten van de musea tot meer dan 2,5 miljoen euro. Een kleine financiële hefboom van de Vlaamse overheid in 2018 heeft er zo voor gezorgd dat er vandaag een miljoenenomzet geboekt kan worden. Kortom, een groot succes.
Minister-president, in uw regeerakkoord en beleidsnota’s lees ik dat u de museumpas alle kansen geeft en dus waar nodig wenst te ondersteunen. Ik vroeg me daarom af of er misschien langs deze weg iets gedaan kan worden om de participatie van kinderen en jongeren zoals ik in musea te verhogen.
Nederland heeft bijvoorbeeld een eigen museumpas, de Museumkaart. Voor kinderen en jongeren tot 18 jaar kost het abonnement er slechts de helft van de Museumkaart voor volwassenen. Daardoor wordt de Museumkaart er ook vaak in familieverband gekocht.
Jong geleerd, is oud gedaan. Daarom heb ik de volgende vragen.
Minister-president, hoe is het vandaag gesteld met de participatie van jongeren aan onze musea? Is die in stijgende of dalende lijn, en hoe komt dat volgens u?
Hoe staat u tegenover het idee om ook in het kader van onze Museumpas, net zoals in Nederland, een pas voor kinderen en jongeren uit te werken?
Denkt u dat dit een bijdrage kan leveren aan de participatie in familieverband aan onze musea en het ook meer kinderen en jongeren vertrouwd kan maken met ons rijke aanbod?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Op basis van de beschikbare gegevens is het bezoek van kinderen en jongeren aan musea in grote mate stabiel doorheen de tijd. Grote uitzondering daarbij is de covidperiode. Die had impact op de hele cultuurparticipatie, maar zeker op de groepsbezoeken – en dus ook de schoolbezoeken. Er zijn evenwel geen indicaties dat de deelname van kinderen en jongeren zich niet zal herstellen, in zoverre dit al nog niet gebeurd is.
De stabiliteit van het museumbezoek door jongeren blijkt duidelijk uit de meest recente participatiesurvey, een grootschalig onderzoek naar de vrijetijdsbesteding van de Vlaming. Uit die survey blijkt dat iets minder dan een derde van de jongeren tussen 14 en 30 jaar aangeeft in de voorbije zes maanden een museum bezocht te hebben. Dit cijfer is stabiel sinds een vergelijkbaar onderzoek in 2004.
Dat de participatie van kinderen en jongeren in grote mate stabiel blijft, is overigens niet evident: zeker in de vrije tijd moeten musea steeds meer concurreren met een breed aanbod aan mogelijke activiteiten.
Het voorbije decennium zetten musea en andere erfgoedactoren vooral in op een verdieping en een verrijking van het aanbod voor kinderen en jongeren. Educatieve werkingen worden uitgebouwd, jongerenwerkingen worden opgezet, allerlei speciale activiteiten worden georganiseerd. Dit vraagt een aanpak op maat, die vaak arbeidsintensief is en gericht is op actieve deelname van kleinere groepen kinderen en jongeren.
De organisaties beperken zich daarbij niet tot een aanbod binnen de eigen muren. Steeds vaker gaan musea en erfgoedorganisaties zelf naar scholen toe. Ik wijs in dit verband op de ‘Erfgoedklasbakken’, een initiatief dat het Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed (FARO) ontwikkelde voor Erfgoeddag. In het kader van de ‘klasbakken’ voorzien erfgoedorganisaties een les van één uur, die in het schoolprogramma ingepast kan worden. Heel wat organisaties tekenden in op dit aanbod en met succes. De sector wil hier verder op inzetten. Terecht. Een kwalitatief aanbod naar scholen blijft bijzonder belangrijk. Dit is de ideale manier om ook kinderen en jongeren te bereiken voor wie de stap naar het museum anders veel minder evident zou zijn.
Museumpas heeft me hierover zeer recent ook gecontacteerd, en ik wil het gesprek hierover met hen zeker en vast aangaan. Uiteraard moet de gevraagde ondersteuning duidelijk gemotiveerd zijn en moet een eventuele kinderen- en jongerenkaart op termijn financieel realistisch zijn. Indien het voor alle partijen een interessant alternatief blijkt, kan een museumpas voor kinderen en jongeren zeker bijdragen aan de participatie in familieverband. Het eerste doelpubliek zullen waarschijnlijk de families en jongeren zijn die reeds naar musea gaan, maar zij zullen ongetwijfeld vaker dan voorheen gaan. Over de precieze beoogde effecten van een nieuwe pas moeten we verder in gesprek gaan met museumPASSmusées, de organisatie achter de museumpas.
In Nederland is er al een museumpas voor kinderen en jongeren en die blijkt alleszins een behoorlijk succes. In welke mate de situatie in Nederland en Vlaanderen op dit vlak vergelijkbaar is, moeten we nog verder onderzoeken.
Ik geef ook mee dat heel wat musea vandaag al kortingen voorzien voor kinderen en jongeren. Zo blijkt, uit gegevens die museumPASSmusées aanleverde, dat momenteel 55 procent van de Belgische musea gratis is tot 12 jaar en 25 procent gratis tot 17 jaar.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Minister-president, het is inderdaad goed dat de sector hier verder op wil inzetten. Het is echter absoluut noodzakelijk dat hij ook de steun krijgt van Onderwijs. Onderwijs is daarin een even grote partner. Ik kijk een beetje naar de mensen van de commissie Onderwijs. Het is heel belangrijk om dat daar ook mee op te nemen. Het kan niet altijd Cultuur zijn dat dat op de agenda plaatst. Maar zoals u zelf zegt: als kinderen in hun thuisverband niet in contact komen met cultuur of musea, moet het via het onderwijs gebeuren.
Ik vind het heel fijn dat u het Nederlandse initiatief verder wilt onderzoeken. Hier zit zeer zeker muziek in. De museumpas is gekopieerd naar het Nederlandse voorbeeld. Wij hebben dat ingevoerd omdat de Nederlandse cijfers heel positief waren. Dat blijkt in Vlaanderen evenzeer positief te zijn. Dan denk ik dat we dezelfde effecten zouden kunnen hebben met een specifieke museumpas voor jongeren.
Alvast hartelijk dank voor uw bereidwilligheid. Ik kijk uit naar de eerste studies die daarrond zullen gebeuren.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Ik geef het woord aan mijn YOUCA-stagiair Kuna Cautreels. Zij heeft een eigen tussenkomst voorbereid. Ik weet dus niet wat zij zal zeggen.
Vorige zomer had ik plannen gemaakt om met een vriendin verschillende musea te bezoeken. Die plannen zijn uiteindelijk niet doorgegaan. Maar tijdens het plannen hebben wij allebei opgemerkt dat de musea inderdaad voor jongeren en kinderen lagere tarieven hebben. Dus zou het in principe logisch zijn dat museumpassen voor die kinderen en jongeren ook aan een lager tarief beschikbaar zouden zijn. Dit zou jongeren aanzetten tot museumbezoek, omdat zij het dan beter zouden kunnen betalen. Zij kunnen er dan zelf, buiten school- en familieverband, naartoe gaan. Zij kunnen gemakkelijker de stap zetten om de cultuur beter in hun dagelijks leven op te nemen.
Dank u wel, ik denk dat je nog een grote politieke carrière voor jou hebt liggen. Dat is super!
De heer Brusselmans heeft het woord.
Ik ben Martijn Demaesschalck, een YOUCA-student van de heer Brusselmans.
Ik wil eerst collega D’Hose bedanken voor de interessante vraag, en ook Evi Lourdon.
Als jongeren worden wij te weinig betrokken bij het uitwerken van cultuurhefbomen als deze. Onze jongerenpartij is dan ook al jaren vragende partij om een cultuurcheque uit te reiken aan iedereen die 18 jaar wordt, om bijvoorbeeld te gebruiken om een museumpas aan te schaffen.
Minister-president, hoe staat u tegenover dit idee, zodat wij als jongeren, hier vandaag talrijk aanwezig, gemakkelijker in contact zouden kunnen komen met cultuur in de breedste zin van het woord?
De heer Meremans heeft het woord.
Als je het over jongeren hebt, moet je een onderscheid maken tussen lagereschoolkinderen en het secundair onderwijs. Ik ken geen enkele stad of gemeente met musea waar er geen specifiek traject is voor jongeren of voor kinderen. Dat is er al. Er is dus in Vlaanderen al heel veel. De meeste musea hebben ook lagere tarieven.
We moeten dit zeker en vast onderzoeken. Ik sta er ook wel positief tegenover. Maar ik denk dat er ook andere manieren zijn om jongeren meer naar musea te trekken. Dat heeft gewoon te maken met aandacht: hoe komt het in de media, en dergelijke. Neem bijvoorbeeld – hoewel ik weet dat het niet specifiek voor jongeren was – de VRT-uitzending over het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA), ‘Nacht in het Museum’. Als dat soort zaken vaak onder de aandacht komt in de media, zal dat voor mensen een trigger zijn om naar een museum te gaan.
Voorzitter, wij moeten ook eens overwegen om zo’n nacht door te brengen ergens in het KMSKA, met een diner. Ik heb dat gezien op tv. Ik vind dat dat toch zou moeten worden geregeld voor de commissie Cultuur. U hebt met andere woorden toch nog wat werk voor de boeg, om dat allemaal georganiseerd te krijgen.
Dank u wel, mijnheer Meremans. Ik heb echt interessante suggesties gehoord.
Ik sluit zelf ook even aan.
Eerst en vooral denk ik dat die prijs toch wel een drempel is. Je geeft het aan en spreekt voor een stuk ook uit ervaring. Ik steun het idee en de suggestie om een museumpas voor jongeren te ontwikkelen. Dat kan vanuit de overheid een mooi signaal zijn, om te zeggen dat we het belangrijk vinden dat kinderen en jongeren aan cultuur deelnemen, ook op eigen initiatief en buiten de schoolcontext.
Mevrouw D’Hose, ik ben ook heel gevoelig voor wat u in uw repliek zei: dat hier een heel belangrijke rol is weggelegd voor het onderwijs. Ik nodig u uit om onze conceptnota Cultuureducatie te lezen en te steunen. We hebben die nota ingediend in de commissie Onderwijs, net omdat we vinden dat cultuur in het onderwijs enorm onder druk staat door de besparingen. Er zijn te weinig werkingsmiddelen. Het eerste wat sneuvelt, zijn de cultuurvoorstellingen.
We zien ook dat er steeds minder een beroep wordt gedaan op dynamoPROJECT. Er is daar een daling van 30 procent. Ook Kunstkuur zit niet langer in de lift, integendeel. Ook hier zou ik willen vragen om de handen in elkaar te slaan met minister Weyts en om onze conceptnota ter harte te nemen, om ook via Onderwijs de cultuur niet te verwaarlozen en om te blijven voorzien in cultuur op school.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Collega’s, dank u wel voor de bijkomende vragen.
Eerst en vooral, Evi, wij zullen die lagere prijs bekijken. Maar ik zei al dat, op Belgisch niveau, 55 procent van de musea gratis zijn voor kinderen van de lagere school, en dat 25 procent van de musea gratis zijn voor min-18-jarigen. Daar is zelfs geen prijsvermindering nodig, daar is het gratis. Maar voor een goedkopere museumpas valt zeker iets te zeggen.
Martijn, we zijn geen voorstander van het uitdelen van cultuurcheques. Je moet gerichter werken. Er zijn mensen die het veel nodig hebben en er zijn mensen die het minder nodig hebben. Wat we eventueel wel zouden kunnen doen, is, als je 18 jaar wordt, eenmalig een gratis museumpas geven. Cheques zijn ‘out of pocket money’. Als instap zou je de museumpas één jaar gratis kunnen geven en daarna betalend maken.
Dat zijn ideeën die we zullen meenemen. Aangezien tariefverminderingen voor jongeren in Nederland zo’n succes zijn, bekijk ik dat met veel welwillendheid.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Dat zal Evi doen.
Minister-president, bedankt om dit bespreekbaar te maken. Ik dank u hiervoor in naam van alle kinderen en jongeren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.