Report meeting Commissie voor Onderwijs
Report
De heer Slagmulder heeft het woord.
Minister, in de Septemberverklaring kondigde minister-president Jambon aan dat de Vlaamse Regering openbare instanties zou ondersteunen inzake de problematiek van de hoge energieprijzen. Zo zou er 200 miljoen euro compensatie worden uitgetrokken, te verdelen onder zowel onderwijsinstellingen, zorginstellingen als andere openbare instellingen.
De recentste Schooldirect omtrent dit thema, uitgestuurd op 30 september, stelt het volgende over die compensatie: “Scholen in basis- en secundair onderwijs, academies, internaten en CLB’s krijgen nog in het najaar van 2022 een energiecompensatie van 67 miljoen euro om de gestegen energiefacturen te helpen betalen. In 2023 (…) is er 65 miljoen euro energiesteun voorzien. Er zal extra budget gaan naar bso- en tso-scholen, waar de energie- en materiaalkosten hoger liggen.”
Vanuit de centra voor volwassenenonderwijs (CVO’s) en de centra voor basiseducatie (CBE’s) klinkt echter kritiek aangezien het volwassenenonderwijs niet is opgenomen in deze opsomming en dus geen compensatie zou krijgen voor de hogere energierekeningen. Nochtans moeten ook hun lokalen verwarmd worden en zijn hun energieprijzen ook sterk gestegen, zeker aangezien heel wat lessen er ook ’s avonds plaatsvinden op momenten waarop het ’s winters flink kouder is. Met hun reguliere financiering die extra kosten ophoesten zal ten koste gaan van de onderwijskwaliteit en de ondersteuning richting de cursisten. Daarnaast hebben ze in bepaalde praktijkgerichte opleidingen, net zoals in het bso en het tso, ook installaties die heel wat energie vergen.
Sinds 2019 tot op heden is in het volwassenenonderwijs meer dan 20 procent aan werkingsmiddelen verloren gegaan: 6 procent besparing plus meer dan 14 procent inflatie. Het volwassenenonderwijs heeft ook het kleinste aandeel werkingsmiddelen ten aanzien van de personeelsmiddelen. Het aandeel van de werkingsmiddelen in het volwassenenonderwijs bedraagt 7 tot 8 procent. In het hoger onderwijs is dat 15 procent. In het secundair onderwijs is dat 11 tot 12 procent. Met andere woorden: het is voor het volwassenenonderwijs niet evident om met deze financiële uitdaging, zoals dat dan mooi gezegd wordt, om te gaan. Minister, daarom heb ik volgende vragen.
Waarom werden de CVO’s en de CBE’s niet opgenomen in deze lijst?
Zult u alsnog een initiatief nemen opdat ook dit onderwijssegment gecompenseerd kan worden voor de enorm gestegen energierekeningen?
Minister Weyts heeft het woord.
Natuurlijk ben ik me ervan bewust dat de CVO’s zich niet als een eiland in de samenleving bevinden en dat zij ook geconfronteerd worden met hogere energieprijzen. Ik ben de CVO’s en de CBE’s dan ook niet vergeten.
Voor de hele sector van het volwassenenonderwijs heb ik in de begroting van volgend jaar middelen voorzien om de hogere energiekosten toch enigszins te kunnen compenseren. Er is een structurele verhoging van de werkingsmiddelen voor een bedrag van 1 miljoen euro. We moeten nog bekijken op welke grond we die middelen gaan verdelen of gaan toewijzen.
Daarnaast wil ik toch even wijzen op de extra inspanningen die we reeds gedaan hebben in het kader van volwassenenonderwijs. Tijdens de coronacrisis hebben we gezorgd voor een tijdelijke compensatie die de middelen van de centra laat groeien volgens het maximale groeipercentage. Daarnaast hebben we 60 miljoen euro geïnvesteerd met de Edusprong. De centra kunnen 30 miljoen euro extra besteden aan noodzakelijke investeringen die hen in staat stellen om zich te plaatsen binnen het opleidingsaanbod voor volwassenen, boven op de werkingsmiddelen. Wat er nu dus nog eens bij komt is daarbovenop.
In 2019 zijn we van start gegaan met een nieuw financieringssysteem. Ik heb aan mijn administratie gevraagd om dat systeem te gaan evolueren, natuurlijk eenmaal dat we in normale wateren zitten. De coronajaren kunnen niet als een vergelijkingsbasis dienen. Er zal zeker een evaluatie komen, maar dan wel op grond van een normale werking.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Minister, dank voor uw antwoord. Het voelt toch een beetje aan alsof het volwassenenonderwijs vergeten wordt. Ik heb het zonet al gezegd: die klaslokalen dienen ook verwarmd te worden. Er wordt hier toch wel een onderscheid gemaakt. De ene cursist is blijkbaar de andere niet. De ene mag letterlijk en figuurlijk wel in de kou blijven staan. Er wordt inderdaad 1 miljoen euro aan extra middelen voorzien, maar het volwassenenonderwijs, dat meer dan 35 centra telt, is het enige onderwijsniveau dat geen extra middelen krijgt om de energiecrisis aan te gaan. U had het wel over de Edusprong, maar dat heeft daar niets mee te maken. Gezien het verlies van die 20 procent en het aantal centra is dat toch een druppel op een hete plaat.
Vanuit de CVO’s wordt gevraagd om op korte termijn een compensatie te voorzien voor de niet-voorziene inflatie en de huidige energiecrisis. Op langere termijn vraagt men ook om de werkingsmiddelen af te stemmen op de actuele opdrachten. Minister, wat zult u daar nog ondernemen?
De heer Coel heeft het woord.
Collega Slagmulder, dank voor de vraag. U zegt dat dit vergeten is, maar de minister legt juist uit dat er 1 miljoen euro extra werkingsmiddelen voorzien is naast een aantal andere inspanningen. Dat moet dus al sterk genuanceerd worden.
Ik wilde eigenlijk een andere problematiek aankaarten wat betreft de infrastructuur van het volwassenenonderwijs en die ook deels met de stijging van de energieprijzen te maken heeft: niet elk CVO beschikt over zijn eigen infrastructuur. Er wordt dikwijls samengewerkt met andere onderwijsverstrekkers voor de lokalen, die zij in gebruik hebben om hun lessen te organiseren. Daar zou je ook de tendens kunnen merken – of er wordt mij alleszins gesignaleerd – dat het moeilijker en moeilijker wordt voor de CVO’s om nog op die lokalen van derden een beroep te kunnen doen. De stijgende energiekosten zijn er misschien niet vreemd aan want dan moeten die lokalen ook extra verwarmd worden. Of als die kosten doorgerekend worden, zijn dat ook weer extra kosten voor de centra.
Minister, bent u op de hoogte van die problematiek? Hoe kunnen we daar in de toekomst mee omgaan?
Mevrouw Yalçin heeft het woord.
Ik sluit nog even aan bij de collega’s. Het klopt natuurlijk wat de minister zegt van de 1 miljoen euro die voor het volwassenenonderwijs besteed zou worden. Maar het volwassenenonderwijs maakt eigenlijk echt wel duidelijk dat dit gaat om een stijging van om en bij de 2 procent van de middelen voor hen en dat, gezien de inflatie en het verlies dat zij door de inflatie geleden hebben, we gemakkelijk spreken over 20 procent. Dus die 2 procent is maar een druppel op een hete plaat. Ik begrijp daarom ook zeker de vraag vanuit het volwassenenonderwijs om toch nog eens van naderbij te bekijken of hier niet extra middelen naartoe kunnen gaan.
Minister, hebt u de intentie om ergens nog een potje te vinden waarbij u het volwassenenonderwijs eventueel nog zou kunnen ondersteunen?
Minister Weyts heeft het woord.
We kunnen eenvoudigweg niet elke financiële meervraag honoreren, punt. Ik heb net een plaatje geschetst waarin we 60 miljoen euro extra voorzien hebben voor het volwassenenonderwijs, maar duidelijk ook in functie van het versterken en het actualiseren van het aanbod. Daarbovenop doen we ook nog eens een inspanning in functie van de energiekosten, waarbij we inderdaad ook andere onderwijsinstellingen meenemen. Maar we hebben vooral aangaande het leerplichtonderwijs een beetje de ratio gehanteerd dat we het uitgesteld effect van de index wat vervroegen en we een extra investering doen van een 65 miljoen euro in 2022 en van een gelijke ordegrootte in het volgend jaar.
Heel specifiek voor het volwassenenonderwijs hebben we inderdaad 1 miljoen euro voorzien. Het is gemakkelijk om altijd maar te zeggen dat het te weinig en te laat is. Dan hoor ik ook graag waar de middelen wel gehaald zullen worden. Ik sta open voor elk gesprek. We zijn trouwens nog altijd in dialoog met de sector in kwestie.
Wat betreft de langere termijn, als het gaat over de evaluatie van het financieringssysteem, hoop ik dat we kunnen beschikken over wat objectieve gestabiliseerde data.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw bijkomende antwoord. U zult sowieso verder in dialoog moeten gaan en er moet ook een tandje bij gestoken worden. Die 1 miljoen euro, oké, goed, maar zoals ik al zei, zijn er 35 centra, en ook die klaslokalen moeten verwarmd worden. Ik heb het nu al de derde keer gezegd. Ik kan u alleen maar oproepen om daar toch voldoende rekening mee te houden en te doen wat nodig is.
De vraag om uitleg is afgehandeld.