Report meeting Commissie voor Onderwijs
Report
Mevrouw Krekels heeft het woord.
Op deze YOUCA-studentendag ga ik de tactiek van collega Daniëls van deze ochtend hanteren. Ik start met de vraag en YOUCA-studente Sofia Blauwhoff neemt even over. Daarna stel ik de vragen aan de minister.
Minister, in de bezorgdheid over de uitval van leerkrachten, ook in het buitengewoon onderwijs, gingen we op eigen onderzoek uit naar welk effect professionalisering heeft op de uitval van de leerkrachten. Zo hadden we het idee om een schriftelijke vraag te stellen over de banaba’s buitengewoon onderwijs en zorgverbredend en remediërend leren.
Uit het antwoord op die schriftelijke vraag van 30 juni 2022 blijkt dat die banaba’s buitengewoon onderwijs en zorgverbredend remediërend leren een zeer gunstige impact hadden op de uitval van starters, maar dan in de positieve zin. Leerkrachten en ondersteuners die zo’n banaba op zak hadden, hadden ongeveer 90 procent kans om na drie jaar nog in dienst te zijn, tegenover zo’n 77 procent zonder banaba.
Deze leerkrachten en ondersteuners brengen niet enkel zeer waardevolle professionalisering met zich mee, maar zijn ook beter voorbereid op de concrete uitdagingen in het buitengewoon onderwijs en zorgen zo voor zekerheid en stabiliteit voor leerlingen, ouders en scholen. Deze banaba’s zijn dus ontegensprekelijk een grote meerwaarde. Bovendien blijkt er nog veel professionaliseringsruimte. De voorbije drie schooljaren had zo’n 83 procent van de startende leerkrachten en 87 procent van de startende ondersteuners geen dergelijke banaba op zak.
De minister gaf aan dat hij in een ruimer kader wil bekijken of er acties moeten worden genomen om deze opleidingen aantrekkelijker te maken. Hij verwees daarbij naar het professioneel continuüm van de professionele ontwikkeling van leerkrachten.
Minister, ik pik hier graag verder op in met enkele vragen. Zult u deze opleidingen actief aanbevelen bij mensen die overwegen om voor het buitengewoon onderwijs te kiezen, en ook bij hen die reeds aan de slag zijn? Overweegt u om de opleidingen verplicht te maken? Zult u deze uitvalcijfers naast de behaalde diploma’s blijven monitoren? Welke andere concrete acties overweegt u eventueel?
Minister Weyts heeft het woord.
Met deze Vlaamse Regering zetten we resoluut en zoals nooit tevoren in op buitengewoon onderwijs. Daarbij investeren we in extra capaciteit en zorgen we ervoor dat er voor het eerst een capaciteitsmonitor is in het buitengewoon onderwijs. We gaan in de toekomst proberen te bekijken welke instroom of toename we verwachten van de vraag naar plaatsen in het buitengewoon onderwijs, zodat we ons daar tijdig op kunnen voorbereiden, net zoals we ook zorgen voor een vereenvoudiging zodat dit eenvoudiger kan worden aangeboden. We nemen ook de drempels weg voor het organiseren van buitengewoon onderwijs en gewoon onderwijs op een en dezelfde campus.
Daarnaast is het vanzelfsprekend dat ik toejuich dat personeelsleden hun kennis en vaardigheden over lesgeven in het buitengewoon onderwijs willen aanscherpen door die banaba’s te volgen, dit ongeacht of ze momenteel al in het buitengewoon onderwijs actief zijn, of dat in de toekomst willen worden.
Dat het volgen van een banaba buitengewoon onderwijs of zorgverbredend en remediërend leren verrijkend is, staat buiten discussie. Toch lijkt een verplichting mij niet zinvol. Met het verplichten van zo’n opleiding ga je de voorwaarden om les te mogen geven in het buitengewoon onderwijs nog eens verscherpen. De toegang vernauwen in tijden van lerarentekort is dan misschien niet aangewezen.
Het zou bovendien ook een vingerwijzing zijn naar de bestaande lerarenopleiding die dan tekortschiet. Dat kan minstens op die manier worden aangezien als een oordeel dat de lerarenopleiding voor wat het buitengewoon onderwijs betreft niet voldoet.
Wel kunnen we leraren stimuleren om de startcompetenties die zij meekregen in hun vooropleiding, verder te versterken via deze banaba’s, en dat doen we vandaag al. Er zijn maar twee diploma's die we extra valideren. We geven het recht op een niet-verworven salarisschaal voor personeelsleden met een diploma van de voormelde opleiding. We maken een duidelijke keuze en het is een uitzonderlijke keuze. Enkel voor die twee opleidingen maken we een beperkt extra bedrag vrij. In de toekomst wil ik bekijken of we dat bedrag kunnen optrekken, of we op een andere manier een stimulans kunnen bieden. Daar ben ik het volledig mee eens. Daarnaast bekijken we hoe we de lerarenopleidingen kunnen hervormen.
In functie van een actieplan zitten we samen aan tafel voor het versterken van die opleidingen. We moeten er ons voor hoeden dat we vandaag niet alleen heel intensief bezig zijn met het versterken van de instroom. Ook de klassieke instroom moeten we natuurlijk versterken. Daarom willen we inzetten op een kwaliteitsinvestering in die lerarenopleidingen. Dat zal weldra worden afgerond.
Het blijvend monitoren van de uitvalcijfers is een evidentie. Het spreekt vanzelf dat de uitvalcijfers beperkter zijn bij diegenen die hebben gekozen voor een banaba, en bij diegenen die dan ook nog eens dermate gemotiveerd zijn om de stap te zetten naar het buitengewoon onderwijs dat ze daar nog eens een extra opleiding voor over hebben. Het ligt in de lijn der verwachtingen dat daar de uitval beperkter zal zijn, en dat is niet zo verbazingwekkend.
Ik wil samen met het veld bekijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat die opleiding nog wat aantrekkelijker wordt gemaakt. Ik begon met te zeggen dat we extra investeren in het buitengewoon onderwijs, wat met zich meebrengt dat we daarvoor nog veel meer profielen nodig zullen hebben. Degenen die een streepje voor hebben op het vlak van kennis en expertise en die de banaba hebben gevolgd, vormen natuurlijk wel een verrijking. En die verrijking zullen we, door een uitbreiding van de capaciteit, op steeds meer locaties nodig hebben.
Mevrouw Krekels heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoorden. Ik ga graag even in op het idee om die opleidingen inderdaad nog wat aantrekkelijker te maken. Het is inderdaad zo dat we deze legislatuur ook inzetten op professionalisering. We vinden het heel belangrijk dat onze leerkrachten zich nog meer professionaliseren, niet alleen voor deze materie, maar ook in het algemeen.
We bekijken ook in welke mate we dat kunnen stimuleren met de middelen die ze op de scholen hebben. Ja, die banaba buitengewoon onderwijs maar ook die banaba zorgverbreding en remediërend leren zijn daar eigenlijk hele mooie voorbeelden van. Het is zoals u zegt, minister, dat de mensen die die volgen, er ook heel bewust voor kiezen om daar tijd en energie in te steken. Zij moeten gedurende twee jaar bepaalde avonden in de week die opleiding gaan volgen. Zij krijgen uiteraard op dat moment geen compensatie in hun lessenrooster. Zij kiezen daar heel bewust voor en steken daar die energie in. Ik volg u ook wel als u zegt dat het dan ook wel in de logische lijn der verwachtingen ligt dat daar inderdaad ook minder uitval is. Nochtans vergt het ook wel veel energie.
U zegt inderdaad dat, wat die financiering van de lerarenopleiding betreft, we de lerarenopleiding op zich moeten zien, dat dat een voldoende sterke basis moet zijn om aan de slag te kunnen gaan zonder die bijkomende professionalisering. De lerarenopleiding financiert nu ook heel bewust, vanuit hun basisfinanciering, docenten om les te geven in die banaba. Zij weten dat zij een basis moeten kunnen aanbieden, maar dat de professionaliteit om les te geven in het buitengewoon onderwijs of om les te geven als zorgcoördinator, ook in het gewoon onderwijs, toch wat extra skills vraagt. Zij investeren daar inderdaad in, maar dat gaat nu dus vanuit hun basisfinanciering.
Ik hoor inderdaad de vraag vanuit het werkveld om misschien in te zetten op een vastere financiering. U gaf zelf aan in uw antwoord dat u overweegt om dat beperkte bedrag eventueel op te trekken. Ik denk dat ze dat ook al heel graag horen, maar ik denk dat uw idee om met het veld samen te zitten om te kijken hoe we die financiering misschien nog meer kunnen verankeren, zeker voor hen, een meerwaarde gaat bieden. Ik heb eigenlijk geen verdere vraag meer, maar ik ben heel blij met uw initiatieven hieromtrent.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, u zegt dat we verder zitten in dat buitengewoon onderwijs. Zoals u mijn betoog ondertussen al kent, ben ik voor buitengewoon onderwijs, maar niet voor zo veel kinderen als vandaag. Ik hoop dus dat u ook wilt inzetten op inclusief onderwijs. Ik hoop dat, als u hier in de toekomst over spreekt, u altijd meeneemt dat inclusief onderwijs ook belangrijk is. Maar dat is niet mijn vraag.
Ik ben blij verrast om te lezen dat leraren die bijkomend geschoold zijn in wat ze moeten doen – wat niet altijd zo eenvoudig is, namelijk omgaan met kinderen die bijzondere zorg nodig hebben, wat heel uitdagend is en ook heel voldoening geeft, maar ook wel bijkomende competenties vraagt, en die dus die opleiding gevolgd hebben –, blijkbaar langer of meer in het onderwijs blijven dan leerkrachten die die diploma’s niet hebben.
Mijn vraag is heel concreet: bestaan er vandaag mogelijkheden om, als je werkt in het onderwijs, tegelijkertijd zo’n banaba te doen met vrijstelling van uren of van een bepaalde opdracht? Ik denk dat dat interessant kan zijn om mensen te motiveren om die opleiding te volgen terwijl ze al aan het werk zijn. Als ze dan zeker langer in het onderwijs zullen blijven werken, is dat dubbele winst: beter opgeleide leerkrachten en minder uitval van leerkrachten.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik heb daar niet zo veel aan toe te voegen, tenzij dat we misschien zouden kunnen bekijken in welke mate we daar de lerarenbonus voor zouden kunnen hanteren en zouden kunnen openstellen. Dat zou het beste kunnen zijn.
Dan gaan we naar de volgende vraag. Er waren geen verdere vragen?
Neen, geen slotwoord, er is ook geen discussie meer geweest. Ik ben tevreden met de antwoorden van de minister, en ik kijk uit naar het vervolg.
De vraag om uitleg is afgehandeld.