Report meeting Commissie voor Onderwijs
Report
De heer Slagmulder heeft het woord.
Minister, op 15 september maakte de federale minister van Justitie Vincent Van Quickenborne bekend dat hij de erkenning van de Moslimexecutieve (EMB) als het vertegenwoordigende orgaan van de moslims definitief intrekt. Voorlopig heeft deze intrekking geen invloed op de islamlessen in het leerplichtonderwijs. Sinds 2018 fungeert het Centrum Islamonderwijs vzw (CIO) onder toezicht van de executieve als erkende instantie van het islamitische godsdienstonderwijs. De huidige erkenning van het CIO loopt normaal gezien eind 2023 af. De erkende instantie voor de islam moet tegen dan een nieuwe bevoegde onderwijsinstantie aanduiden.
In het hoger onderwijs ligt het iets anders. Daar was het EMB wel rechtstreeks bevoegd voor de erkenning en vormgeving van het vak islamonderricht dat in de lerarenopleiding van bepaalde hogescholen wordt ingericht. Daarnaast stond het EMB ook in voor de imamopleiding waarvan het eerste meer algemeen vormende gedeelte wordt ingericht in samenwerking met de KU Leuven.
Nu, er is een grote feitelijke verwevenheid tussen het EMB en het CIO. Tot en met juni 2022 werden beide organisaties geleid door Mehmet Üstün. Hij is voorzitter van een moskee in Heusden-Zolder die aan extremisme wordt gelinkt en al verschillende malen in opspraak is gekomen. Vorig jaar bracht een Panoreportage nog aan het licht dat in bepaalde scholen van het officieel onderwijs handboeken en zelfs leerplannen gebruikt worden die rechtstreeks afkomstig waren van Diyanet, het Turkse ministerie van Religieuze Zaken en dus een pro-Erdogan-agenda nastreven. De website van het CIO verwijst bijvoorbeeld ook geïnteresseerden die islamleraar willen worden, nog altijd door naar het secretariaat van het EMB. In die optiek is het niet onrealistisch dat de factoren die geleid hebben tot de intrekking van de erkenning van het EMB, zijnde het administratief wanbeheer, tekortschietende transparantie en vooral buitenlandse inmenging, ook bij het CIO aanwezig zijn.
Ook inhoudelijk loopt er heel wat fout. De overgrote meerderheid van de leraren heeft geen geschikt diploma. Naast het genoemde geval met de Diyanethandboeken, vertrekt ook veel ander lesmateriaal vanuit een erg letterlijke interpretatie van de Koran en een strikte beleving van de islam. Dat leidt tot het propageren van waarden en normen die haaks staan op onze Europese samenleving.
Minister, is omtrent de intrekking van de erkenning van het EMB al gesproken met het CIO? Wat waren daar de voornaamste conclusies?
Wat zijn de gevolgen voor de erkenning van het CIO als onderwijsinstantie als er tegen eind 2023 geen nieuwe overkoepelende eredienstinstantie zou worden erkend door de Federale Regering? Stopt het islamonderwijs dan vanaf 1 januari 2024? Is dat wishful thinking van mij of zijn er hierbij ook nog andere scenario’s mogelijk?
Het scenario is reëel dat de federale overheid binnen enige tijd een nieuwe islamitische eredienstinstantie aangeduid zal hebben. Indien een nieuwe erkende instantie aangeduid zou zijn, en stel dat die op minder goede voet zou staan met het bestuur van het CIO: kan dat nieuwe EMB dan bijvoorbeeld bij een conflict nog voor eind 2023 een andere organisatie dan het CIO aanduiden of blijft die erkenning van het CIO in dat geval sowieso geldig tot eind 2023?
Wat zijn de gevolgen van de intrekking van de erkenning van het EMB voor de lerarenopleidingen en de islamleerkracht aan de hogescholen?
Wat zijn de gevolgen van de intrekking van de erkenning voor de imamopleidingen, meer specifiek voor het meer algemeen gedeelte dat wordt vormgegeven aan de KU Leuven? Houdt deze opleiding nu bijvoorbeeld tijdelijk op te bestaan?
Minister, zult u, gezien de grote malversaties bij het EMB als overkoepelende organisatie, de intrekking van de erkenning door de federale minister van Justitie en de genoemde grote verwevenheid tussen het EMB en het CIO ook actie ondernemen jegens het CIO? Zal er vanuit de Vlaamse overheid opdracht worden gegeven tot een externe audit inzake de werking en de organisatie? Zo neen, waarom niet?
In vorige besprekingen omtrent de bedenkelijke kwaliteit en inhouden in het islamonderricht in onze Vlaamse scholen is meermaals gesteld dat de situatie moeilijk ligt aangezien het CIO als levensbeschouwelijke instantie inzake leerinhouden zowel rechter als betrokken partij is. Minister, zult u stappen zetten zodat we ook vanuit onafhankelijke hoek meer zicht zouden krijgen op de inhoud van het islamonderricht?
Minister Weyts heeft het woord.
Op 23 juni 2022 heeft de heer Üstün ontslag genomen als voorzitter van de vzw CIO en ontslag genomen uit de algemene vergadering van diezelfde vzw. Tevoren had ik in een schriftelijk contact laten weten dat er zich wat mij betreft een probleem stelde.
Vandaag betreedt de betrokkene geen enkele functie meer binnen CIO. Met zijn opvolgster, mevrouw Bayraktar, zijn er contacten geweest om te bepalen wat de gevolgen zijn van de intrekking van de erkenning van het EMB door de federale minister van Justitie. De conclusie was dat die gevolgen beperkt zijn. CIO is in een besluit van december 2018 vastgelegd als erkende instantie, tot en met eind december van volgende jaar. CIO heeft een verregaande bevoegdheid gekregen inzake onderwijs, net om te vermijden dat er problemen zouden zijn met de samenstelling van het EMB die gevolgen zouden hebben voor het onderwijs. Het koninklijk besluit waarin de erkenning van het EMB wordt opgeheven, bevat ook een overgangsbepaling die het Bureau van het EMB bevoegdheid geeft inzake onderwijsmateries. Het intrekken van de erkenning van het EMB heeft dan ook geen direct gevolg voor de erkenning van CIO.
De erkende lerarenopleidingen voor islamleerkrachten blijven functioneren. Zij zijn door het EMB erkend op een moment dat dat nog een volwaardig functionerend orgaan was.
Het initiatief vanuit het Executief om in België een imamopleiding van start te laten gaan, is een initiatief waar wij vanuit het beleidsdomein Onderwijs niet bij betrokken zijn. Het theologische luik, waarin onder andere de studie van de Koran vervat zit, zou worden aangeboden door vzw AFOR, maar dat is de resultante van een overeenkomst tussen toenmalig federaal minister Geens en het Executief van de Moslims. Ik verwijs u dus door naar de opvolger, de huidige federale minister van Justitie. Daarnaast is er een seculier luik verbonden aan de opleiding, waarbij die kandidaat-imams een opleiding volgen aan de KU Leuven. Dat is een vast pakket dat wordt aangeboden. Dat is niet specifiek voor leerkrachten islam, maar staat open voor iedereen. Zij volgen dat samen met andere studenten. Dat pakket bestaat uit een aantal reguliere onderdelen: sociologie, filosofie, ethiek, recht, historische vakken. Dat zijn vakken die sowieso aan eenieder worden aangeboden.
Wat de werking van CIO betreft, wil ik erop wijzen dat het hier om beperkte bedragen gaat. Zij krijgen werkingsmiddelen voor papier, printers en basisuitrusting, een bedrag dat vastligt op zo’n 3300 euro per inspecteur, en er zijn er drie.
Verder verwijs ik naar het KB waarin de erkenning van het EMB wordt ingetrokken op basis van problemen op vlak van de werking van het EMB inzake het naleven van de eigen statuten en het tijdig organiseren van verkiezingen. Die problemen stellen zich niet voor de vzw CIO. Daarvoor verwijs ik ook naar de afspraken uit de engagementsverklaring die mijn voorganger als minister van Onderwijs met CIO afsloot en die grotendeels in de schoot van vzw CIO zijn uitgevoerd. De inspecteurs levensbeschouwelijke vakken, die natuurlijk een belangrijke rol spelen in de organisatie van het vak islam, werken onder de administratieve leiding van de inspecteur-generaal van de onderwijsinspectie.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord.
Ik denk dat er niet zo heel veel zal veranderen. Voor mij blijft het alleszins problematisch dat een meerderheid van de islamleerkrachten geen vereist diploma hebben. In het lager onderwijs gaat het over 1 op de 10 leraren. Het CIO schiet daarin nog altijd tekort.
In de beleids- en begrotingstoelichting (BBT) voor het domein Onderwijs en Vorming bij de begrotingsopmaak 2022 liet u bij OD 2.2 weten – het gaat over de nascholing en professionalisering van leraren en directies –: “Ik ga in dialoog met de erkende instanties en de vereniging voor levensbeschouwelijke vakken om te bepalen hoe leraren van de levensbeschouwelijke vakken die niet over het vereiste bekwaamheidsbewijs beschikken, zich zullen bijscholen. Ik zet in op een gericht professionaliseringsaanbod.”
Mijn collega Roosmarijn Beckers heeft er vorig jaar al een schriftelijke vraag over gesteld. U antwoordde toen dat u in gesprek zal blijven gaan met de levensbeschouwelijke instanties met de kwaliteit van het onderwijs als leidraad. Door het toenemend lerarentekort en de Oekraïnecrisis was het wellicht geen echte prioriteit omdat uw aandacht vooral ging en gaat naar het behoud en het aantrekken van nieuwe leerkrachten voor het onderwijs. Betekent het dan dat er op dat vlak nog niets of veel te weinig is gebeurd? Betekent het dat dit voornemen uit de BBT dode letter is gebleven?
Mevrouw Krekels heeft het woord.
Ik sluit graag aan omdat onze fractie voor een stuk kan aansluiten bij de bezorgdheden van collega Slagmulder, die deels terecht zijn.
Er is vrijheid van onderwijs. Uiteraard is het dus ook mogelijk om islamonderricht te geven, maar het kan natuurlijk niet zijn dat hier buitenlandse politieke inmenging mee gemoeid is. Zeker niet wanneer die de inhoud van het islamonderricht op een verkeerde manier zou beïnvloeden. Zeker ook niet wanneer die schadelijk zou zijn voor onze samenleving. Zeker ook niet wanneer het schadelijk zou zijn voor de individuele beleving van de islam bij gelovigen in het algemeen.
We weten dat er diversiteit bestaat bij het lezen van de Koran, van letterlijk naar een meer moderne en geëvolueerde beleving. Men noemt dat ook wel eens de Europese visie op de islam. Het is belangrijk om ons te realiseren dat er groepen zijn binnen deze gemeenschap die hier heel oprecht mee bezig zijn en die de meer modernere Europese beleving van de islam wel wilden verkondigen, om het zo te zeggen, maar zeker ook wel willen delen. Zij zetten zich daarvoor ook in. Ze organiseren misschien nog geen officieel erkende cursussen, maar ik weet dat ze heel veel gesprekken voeren met leerkrachten die islamonderricht geven. Misschien kunnen zij wel een meer officiële partner worden binnen het CIO om, ook met u, minister, in gesprek te gaan over op welke manier men het islamonderricht meer vorm kan geven zoals het past in onze westerse samenleving.
Ik wou u ook attent maken op een vraag om uitleg die collega Sminate heeft gesteld in maart van dit jaar in de commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering aan minister Somers. Hij antwoordde op die vraag dat hij zijn administratie de opdracht gaf om een overlegplatform samen te stellen met vertegenwoordigers van het Departement Onderwijs en Vorming, de universiteiten, vertegenwoordigers van de Vlaamse moslimgemeenschap en experten. Dit platform zal onder meer heel informeel het islamonderricht onder de loep nemen. Ik veronderstel dat hij via het departement ook u tegenkomt.
Minister, heeft minister Somers contact gehad met u over dit initiatief? Kunt u eventueel een stand van zaken geven over de oprichting en de werking?
Minister Weyts heeft het woord.
Het voornemen uit de BBT over het vereiste bekwaamheidsbewijs blijft wel degelijk overeind. Alleen vond ik het niet zo opportuun om daarover de dialoog te gaan voeren met de heer Üstün. Ik hoop dat nieuwe bezems veel beter zullen vegen. Ik geef natuurlijk wel de tijd om hopelijk intern wat orde op zaken te stellen. Het kan mogelijk wel een opportuniteit zijn om de dialoog opnieuw te kunnen hervatten en om een wezenlijke verbetering te kunnen bewerkstelligen.
Over het platform van collega Somers zijn nog geen gesprekken lopende. Ik zal zien wat daarvan de bedoeling is.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw bijkomend antwoord.
Ik denk dat we toch niet naïef mogen zijn als het gaat over islamonderwijs. Ik denk dat er heel wat fout loopt in het islamonderwijs in onze Vlaamse scholen. U weet dat het Vlaams Belang sowieso geen voorstander is van het islamonderwijs in Vlaanderen. Volgens ons leidt dat in heel wat gevallen tot het propageren van waarden en normen die haaks staan op onze Europese samenleving. Ik heb het dan over wetenschapsontkenning, betwisting van mensenrechten en meer specifiek vrouwenrechten en de denigrerende kijk op ongelovigen. Dat zijn zaken die we in Vlaanderen en Europa toch niet zouden mogen tolereren.
Daarom blijven wij ijveren voor een extern onafhankelijk controlerend orgaan op de inhoud van het islamonderwijs want nu is het CIO zowel betrokken partij als rechter en dat is geen goede zaak.
De vraag om uitleg is afgehandeld.