Report meeting Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Report
De heer Brusselmans heeft het woord.
Minister, de arrestatie voor verhoor van Amir Bachrouri, voorzitter van de Vlaamse Jeugdraad, in het kader van een drugsonderzoek rond 20 kilogram cocaïne en wat cannabis die werden aangetroffen in zijn ouderlijke woonst, deed toch wat stof opwaaien in de samenleving – om het zacht uit te drukken. Hoewel het onderzoek nog steeds lopende is, verklaarde u onmiddellijk om uw volledige steun te geven aan de voorzitter. U stelde “geen enkele reden te hebben om te twijfelen aan zijn onschuld”. Dat siert u misschien als persoonlijke vriend van de jongeman, maar als minister is dat toch een merkwaardige positie. In gevallen als deze is het mijns inziens niet de taak van een minister om zich uit te spreken of vermoedens van schuld of onschuld te uiten nog voor er enig onderzoek gevoerd is. Sterker nog, gezien de drugsproblematiek in ons land en de daarbij horende gevaren voor onze jongeren, lijkt de enige gepaste reactie die u op dat moment kunt geven, de voorzitter tijdelijk te schorsen, tot er uitsluitsel is over zijn onschuld, waar we uiteraard allemaal op hopen.
Minister, waarom hebt u niet aangedrongen op de tijdelijke schorsing van de voorzitter? Het gaat hier over zeer ernstige feiten, waar hij inderdaad en zeker op dit moment niet meer van beschuldigd wordt. Er is natuurlijk wel een beschadiging van vertrouwen en van reputatie bij de Vlaamse Jeugdraad. U moet daar altijd zeer voorzichtig in zijn, veel meer dan u was. Waarom hebt u dat in deze zaak niet gedaan, terwijl dat in het verleden wel gebeurd is voor andere zaken? Daar kunnen we waarschijnlijk straks op terugkomen. Hoe valt dit te rijmen met de eerdere uitzetting van democratisch verkozen leden van de Jeugdraad, toen ook op basis van vermoedens van strafbare feiten? Op basis van welke elementen hebt u nu uw vermoeden van onschuld uitgesproken? Dat is toch iets zwaarwichtigs.
Daarnaast maak ik graag van de gelegenheid gebruik om de kern van de zaak met betrekking tot de Vlaamse Jeugdraad hier nog eens aan te halen. Er zijn nogal wat problemen geweest, waardoor de geloofwaardigheid van de Jeugdraad al is aangetast. Ik denk bijvoorbeeld aan de twee grootste jongerenpartijen, waar de ene zeer openlijk aangeeft om de Jeugdraad niet te steunen en de andere het halvelings ook doet. Dat lijkt me toch niet goed voor de werking en de geloofwaardigheid ervan. Een grote oorzaak daarvan is de ontransparante werkwijze van de verkiezingen van de Jeugdraad, die nauwelijks representatief te noemen zijn. Het nadert allemaal, het duurt nog wel even, maar de procedures moeten nu toch op punt gezet worden. Het is belangrijk om de hele procedure te herbekijken. Deelt u die mening? Welk traject plant u daarvoor?
Bent u zinnens om de samenstelling of andere modaliteiten van de Vlaamse Jeugdraad te wijzigen bij de volgende verkiezing van die raad?
Welke andere initiatieven plant u nog ter zake?
Minister Dalle heeft het woord.
U weet dat het vermoeden van onschuld een algemeen rechtsbeginsel is. Dit houdt in dat wie vervolgd wordt maar niet veroordeeld is, onschuldig is tot het bewijs van zijn of haar schuld geleverd is. In dit geval is dat a fortiori toepasselijk, omdat er zelfs geen sprake is van een veroordeling of een vervolging. De voorzitter van de Jeugdraad is zelfs niet in staat van beschuldiging gesteld. Hij is louter verhoord door de politiediensten. Collega Brusselmans, in die zin vond ik dat u op een nogal tendentieuze of zelfs onjuiste wijze uw vraagstelling begon door te verwijzen naar een arrestatie voor verhoor.
Ik lees even voor: “Een aanhouding of arrestatie is het ontnemen van de bewegingsvrijheid van een persoon door politiediensten.” Dit was dus niet het geval. Een verhoor door de politie is iets anders dan een arrestatie. De huiszoeking was in het pand van zijn moeder, waar hij ook verblijft, maar die was niet ten aanzien van hem gericht. Dat is heel duidelijk. Laat ons opletten met wat we zeggen ten aanzien van iemand die het voordeel van de twijfel moet genieten.
Het wordt trouwens ook zo bevestigd door het parket dat ter zake optreedt. Ik kan herhalen wat ik al eerder gezegd heb. Elk woord telt. Ik heb vandaag geen enkele reden om te twijfelen aan de onschuld van de heer Bachrouri.
Het is trouwens de Jeugdraad die zijn voorzitter kiest. Het is niet de Vlaamse minister van Jeugd die dat bepaalt of die bepaalt onder welke omstandigheden dat gebeurt of wanneer er al dan niet een schorsing moet gebeuren. Dat is trouwens ook zo neergelegd in ons Jeugddecreet. Ik heb vastgesteld dat de Jeugdraad zijn voorzitter steunt en het vertrouwen in hem behoudt. Ik heb geen enkele reden om het oordeel van de Jeugdraad in twijfel te trekken.
Wat uw verwijzing naar het verleden betreft: ik vermoed dat u verwijst naar een Panoreportage van september 2018, ondertussen een viertal jaar geleden. Na onthullingen van de toenmalige uitzending van Pano was er een vertrouwensbreuk tussen de toenmalige leden van de Jeugdraad, aangezien de personen naar wie u verwijst het huishoudelijk reglement hadden overtreden. De huidige situatie is niet vergelijkbaar met dat voorval uit het verleden.
Wat betreft de verkiezingen en de aanstelling van de voorzitter: het is de Vlaamse Jeugdraad die aan de Vlaamse Regering een voorstel voorlegt met betrekking tot de wijze waarop de Jeugdraad wordt verkozen. Er is transparantie bij de verkiezing. De Jeugdraad heeft in 2020, zoals bij voorgaande verkiezingen, de werkwijze aan de Vlaamse Regering voorgelegd en heeft de resultaten overgemaakt. De kiescommissie heeft geen onregelmatigheden vastgesteld. Er werden verschillende inspanningen geleverd om jongeren te betrekken. Ik herinner u in dit verband aan mijn antwoord op uw schriftelijke vraag met nummer 39 van 3 december 2020: 4992 jongeren en jeugdwerkers brachten een stem uit. Dit was vijf keer meer dan bij de vorige verkiezing. De Ambrassade, die de opdracht heeft om de Jeugdraad te ondersteunen, bereidt voor de verkiezing van de Jeugdraad in 2023 opnieuw een verkiezingstraject voor waarin jongeren worden betrokken, zoals in de subsidieovereenkomst tussen de Vlaamse Regering en de Ambrassade is vastgelegd.
Ik herhaal dat de Vlaamse Jeugdraad aan de Vlaamse Regering een voorstel zal voorleggen op basis waarvan de Vlaamse Regering zal beslissen, zoals decretaal bepaald is. De verkiezing van de volgende Jeugdraad vindt plaats in 2023. Ik kijk met belangstelling uit naar het voorstel van de Jeugdraad, dat we dan gaan bekijken.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Minister, ik ben blij dat u begint met het vermoeden van onschuld, dat een belangrijk rechtsbeginsel of principe is in ons land, te benadrukken. Ik ben ook die mening toegedaan. Ik had gewenst dat iedereen dat wat vaker in acht nam in alle situaties, ook als het over andere personen gaat die al dan niet actief zijn in de politiek. Dan wordt er vaak anders mee omgesprongen. Maar ik ga volledig akkoord. Dat vermoeden van onschuld is zelfs een heilig principe voor mij. Ik heb dat ook van in het begin benadrukt in mijn communicatie. Dat kunt u ook allemaal terugvinden. Daar sta ik ook nog altijd achter.
Desalniettemin moet u als minister enige voorzichtigheid aan de dag leggen. U zegt dat het de Jeugdraad zelf is die zijn voorzitter kiest. Dat klopt. Het zou erg zijn als het anders zou zijn. Maar het valt wel onder uw bevoegdheid. U moet er als een goede huisvader op toezien dat alles daar goed verloopt. U zegt dat er bepaalde zaken zijn. U verwijst nu zelf naar de Panoreportage. Ik zal er handig gebruik van maken. U vindt dat dat niet te vergelijken is met de situatie van vandaag. Nochtans zijn er toen vier leden van de Jeugdraad – waarvan er drie trouwens aangesloten zijn bij de N-VA en waarvan een zelfs vandaag de huidige jongerenvoorzitter is van de N-VA, mijn goede collega Jeroen Bergers – uit de Vlaamse Jeugdraad gegooid op basis van vermoedens. Dat vermoeden van onschuld telde toen niet. Is er ooit een schuldvraag naar die mensen geweest? Een aanklacht? Een beschuldigingstelling? Neen, niks. De situatie is exact dezelfde.
Als er een vertrouwensbreuk is en het huishoudelijk reglement wordt overschreden door het vermoeden van memes te posten of bepaalde uitspraken te doen, dan moet dezelfde maatregel genomen worden op basis van het vermoeden dat er in iemands huis 20 kilogram cocaïne gevonden is.
Maar goed, er is nog een beter voorbeeld. De vier mensen van Schild & Vrienden zijn buitengegooid voor vermoedens van Facebookposts die niet door de beugel kunnen. Jihad Van Puymbroeck heeft hetzelfde meegemaakt toen ze nog lid was van de Vlaamse Jeugdraad. Er zijn geen vermoedens, maar wel degelijk socialemediaposts uitgelekt die toch – ik wil ze hier nog wel eens citeren – niet allemaal fatsoenlijk zijn. Er waren onder andere wat verwijten naar de voorzitters van de grootste partijen van dit land. Bij haar is dat allemaal met de mantel der liefde bedekt.
Minister, waar vindt u dat de Jeugdraad het recht heeft om dat verschil te maken. En meer concreet: vindt u niet dat er een probleem is binnen de Jeugdraad met het oog op pluralisme en dat bepaalde groepen in de samenleving anders – zachter of harder – aangepakt worden door de Jeugdraad dan andere?
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Ik en mijn fractie zijn blij dat de heer Brusselmans mee hoopt dat de voorzitter van de Vlaamse Jeugdraad onschuldig is. Het siert hem dat hij zich op deze manier toch lijkt te distantiëren – ook al is het maar een vermoeden van distantiëring – van de laakbare socialemediacampagne die zijn partij heeft opgezet toen het nieuws was uitgekomen. Dat staat dan blijkbaar in schril contrast met de communicatie van de heer Brusselmans zelf.
Zolang het vermoeden van onschuld bewaard blijft en er geen inverdenkingstelling heeft plaatsgevonden, lijkt voor ons in elk geval de positie van de voorzitter niet in het gedrang te zijn gekomen. Daarover waren we in het verleden ook al duidelijk. In feite is dat iets wat voor ons altijd en overal moet gelden. In die zin stelden wij ons in het verleden ook al vragen bij de eerdere uitzetting van verkozen leden van de Vlaamse Jeugdraad na het uitbreken van de Schild & Vrienden-rel. Toen was er ook geen inverdenkingstelling, verhoor of dergelijke, maar dat zijn bezorgdheden die wij hebben geuit en hebben opgenomen met de Vlaamse Jeugdraad zelf. Wat ons betreft is de houding die de Vlaamse Jeugdraad in dit incident aannam eentje waar wij achterstaan en waarvan wij hopen dat zij ook in de toekomst een dergelijke houding zullen aannemen bij volgende incidenten, maar laat mij duidelijk stellen dat ik hoop dat het hen bespaard blijft dat er nog incidenten komen. Maar, dat is iets waar de Vlaamse Jeugdraad als autonome instantie mee aan de slag moet gaan. Volgens ons komt het niet toe aan de minister om daarop in te gaan. Wel is het aan de minister om na te gaan of de werking van de Vlaamse Jeugdraad correct verloopt in het kader van de evaluatie van de subsidies en de ondersteuning die de Vlaamse Jeugdraad krijgt via De Ambrassade. Dus, minister, wij vragen u dan ook om net exact dat te doen, alstublieft, en niet meer dan dat.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Mijnheer Brusselmans, ik probeer in de commissie en in dit parlement de goede gewoonte te hebben om mij te focussen op wie er vooraan zit en om onze opdracht om de regering te controleren uit te voeren, maar dit soort vragen maakt dat natuurlijk heel erg moeilijk.
Een, de rechtstaat is geen grapje. Ik hoor u dat zeggen en ik ben het daarmee eens. De rechtstaat is dus geen grapje. Het vermoeden van onschuld is een fundamenteel principe en daar mogen we nooit voor wijken.
Twee, voor een rechtstaat geldt ook dat de minister hierin niet kan ingrijpen. Het zou ongehoord zijn dat de minister manu militari zou eisen dat de voorzitter van de Vlaamse Jeugdraad zou worden geschorst. De heer Bachrouri is zelfs niet in verdenking gesteld, maar in tussentijd hield het u en uw hele partij alleszins niet tegen – en ik heb daar tot nu weinig reacties op gezien – om degoutante visuals online te plaatsen, die zowel de Vlaamse Jeugdraad als de heer Bachrouri zelf totaal in diskrediet brengen. Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat dat u wel goed uitkwam en dat u het wel heel erg tof vond en dat u misschien daarmee op het randje van strafbare feiten komt, maar het is niet aan ons om daarover te oordelen, laat dat maar aan anderen over. (Opmerkingen van Filip Brusselmans)
We leven in een rechtsstaat. Het is niet aan een parlementslid om daarover te oordelen. U hebt die dingen gedaan en dat zal als dat moet hun gevolg kennen.
U argumenteert dat de minister een schorsing had moeten eisen, want er is imagoschade voor de Vlaamse Jeugdraad. Mijnheer Brusselmans, u verwijst er bijna zelf naar. Er loopt op dit moment een onderzoek over het aanzetten tot haat en geweld tegen een parlementslid van uw partij in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Nog geen enkele keer heb ik u horen zeggen dat dat wel slecht is voor onze stiel, dat dat imagoschade voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers is, voor het parlementaire ambt en dat we misschien de heer Van Langenhove tijdelijk moeten schorsen. (Opmerkingen van Filip Brusselmans)
Ik pleit daar niet voor. Inderdaad, de bevolking zal dat bepalen, maar die rechtstaat die voor Dries Van Langehove geldt, geldt ook voor de voorzitter van de Vlaamse Jeugdraad, de heer Bachrouri. Dat is iets waar ik pal blijf voor staan en ik ben vooral gerustgesteld dat er in deze commissie en in dit parlement slechts één fractie is die het ad hoc en op basis van de persoon en op basis van wat hen goed uitkomt interessant vindt om de rechtstaat en het vermoeden van onschuld in vraag te stellen. Wel, met ons niet! Met ons zal dat nooit gebeuren en u merkt dat we hier met heel veel democratische partijen zijn die daar pal voor staan. Dat zal dus niet gebeuren. Dat zal niet gebeuren bij collega Van Langenhove, die zich moet verdedigen en over wie er dan een uitspraak zal komen, maar dat zal ook niet gebeuren bij de vrijwillige voorzitter van de Vlaamse Jeugdraad, die in deze situatie is verzeild geraakt. Absoluut niet. (Opmerkingen van Filip Brusselmans)
U weet dat daar een andere reden aan ten gronde lag. Mijnheer Brusselmans, u zou zich eigenlijk moeten schamen. Voor een keer heb ik de uitzondering gemaakt om mij niet naar voren te richten, maar naar achteren, maar het zal altijd zonder ons zijn als het erom gaat de rechtstaat ad hoc in twijfel te trekken.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Voorzitter, ik wil mij aansluiten bij de laatste twee sprekers. Ik heb een beetje moeite om het allemaal te begrijpen. Ik heb de indruk dat hier warm en koud tegelijkertijd wordt geblazen. Minister, in die zin wil ik u heel hard danken voor uw zeer duidelijke antwoord. Waarom? Er zijn twee kanten. Minister, u hebt het zeer duidelijk over het vermoeden van onschuld. Ik volg u daarin volledig. Ik sta daar volledig achter. Maar u had vooraf wel gevraagd dat er preventief een schorsing moest komen. (Opmerkingen van Filip Brusselmans)
U geeft zelf wel aan dat inderdaad collega’s elders toch geen schorsing zouden moeten genieten. (Opmerkingen van Filip Brusselmans)
Het vermoeden van onschuld vindt u blijkbaar toch maar half. Want u wilt toch dat er preventieve maatregelen worden genomen. Er is een vermoeden van onschuld. U moet inderdaad eerst al een inverdenkingstelling hebben en effectief daar een oordeel over hebben. Dat is in dit geval helemaal niet van toepassing. (Opmerkingen van Filip Brusselmans)
Collega, mag ik alsjeblieft uitspreken? U doet heel duidelijk aan links-rechts. U verkondigt de beide verhalen.
Ik ben het wat betreft de visuals ook eens met de collega’s. Ik vind het heel spijtig dat een politieke partij op die manier probeert een debat te voeren. U zegt er hier dan nog bij – ik veronderstel dat dat de micro niet heeft gehaald – dat er op dat moment wel 20 kilogram is gevonden. Het vermoeden van onschuld geldt dan blijkbaar toch weer niet op het moment dat u visuals maakt. (Opmerkingen van Filip Brusselmans)
"Dat is een feit", zegt u. Maar dat geldt blijkbaar niet op het moment dat u die visuals maakt. (Opmerkingen van Filip Brusselmans)
U zegt :"Dat is een feit", maar u doet wel al een oordeel vellen. U moet de inhoud van die visuals bekijken. Daar wordt effectief schade berokkend aan mensen en aan de Jeugdraad. Het verhaal hoe de Jeugdraad georganiseerd is, die inderdaad op een heel open, transparante, democratische manier is verkozen. U kunt lachen met de democratische manier, maar het is dan ook aan u, zoals aan alle andere partijen trouwens, om op een positieve manier op te roepen tot effectief meestemmen. Iedereen kan deelnemen en iedereen kan zich kandidaat stellen. Dat is zeer transparant en open. En als dat niet zo is – ik zie u de hele tijd neen schudden – haal dan de feiten aan waarmee u kunt aantonen waar een van de jongeren in Vlaanderen niet zou mogen of kunnen stemmen, waar een van de jongeren in Vlaanderen zich niet zou mogen kandidaat stellen. Ik hoor heel graag de feiten daarover. Dat riedeltje herhalen en permanent daarmee lachen en dat wegduwen, dat heb ik hier al een aantal jaren gehoord, maar daar zullen we geen stap mee vooruit gaan.
In die zin is de Jeugdraad transparant en democratisch verkozen. Als er op een bepaald moment binnen de werking van de Jeugdraad inderdaad huishoudelijke reglementen zouden worden overschreden, moet de Jeugdraad daarover oordelen. De collega’s Perdaens en Vaneeckhout hebben er ook al naar verwezen: dan moeten we inderdaad hun werking laten werken zoals ze moet werken. Wij moeten onze controlerende functie daarop uitoefenen. Wij moeten niet zelf ingrijpen.
Minister Dalle heeft het woord.
Collega’s, dank u voor de reacties. Ik denk niet dat ik nog eens de analyse moet maken van wat er in 2018 is gebeurd, voor mijn tijd. Ik stel vast dat er toen bij de Vlaamse Jeugdraad een vertrouwensbreuk werd vastgesteld en dat men ook verwees naar een schending van het huishoudelijk reglement. In dit geval is de situatie toch wel heel erg anders. Amir Bachrouri is niet in staat van beschuldiging gesteld. Hij is gewoon verhoord. Het parket heeft dat ook duidelijk bevestigd. Er is geen gerechtelijke procedure tegen hem. Zelfs al zou die er wel zijn, dan zou het vermoeden van onschuld gelden. Maar dat is nu a fortiori het geval.
Na wat een aantal collega’s hebben opgemerkt over het vermoeden van onschuld, wil ik gewoon even op het menselijke aspect hiervan wijzen. Politiek is een harde stiel, met scherpe reacties en een goede uitwisseling van ideeën. Meestal op de inhoud en zo weinig mogelijk op de persoon. Hier gaat het over een jongeman van 19 jaar, die vrijwilliger is als voorzitter van de Jeugdraad, die door een zeer moeilijke periode gaat vanwege de gebeurtenissen bij hem thuis. Ook dat vind ik belangrijk om mee te nemen in het debat. Het gaat hier over mensen die, behoudens het bewijs van het tegendeel, niets verkeerd hebben gedaan.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Ik zal jullie toch moeten een spiegel voorhouden. Wat jullie hebben gedaan – en met ‘jullie’ bedoel ik ‘in het algemeen’, niet iemand specifiek, maar in het algemeen, de traditionele politiek in dit land met de vier jongens en bij uitbreiding met alle mensen die ooit betrokken waren bij Schild & Vrienden, enzovoort; pas op, ik heb daar zelf niets mee te maken, ik spreek dus niet voor mijn winkel … Maar wat er toen is gebeurd, dat iedereen toen werd beschimpt en aan de schandpaal genageld, waarbij uiteindelijk 99 procent van die leden zelfs niet eens in beschuldiging zijn gesteld en er op dit moment nog altijd niemand is veroordeeld: dat is een gigantische schande. U zou het gewoon opnieuw doen.
Ik krijg hier het verwijt dat ik hier een links-rechtsverhaal aan het vertellen ben. Het is zeer duidelijk wat zich hier eigenlijk afspeelt. Voor bepaalde mensen met een bepaalde politieke strekking gelden er andere regels in dit land.
Ik wil afsluiten met een ander citaat. Laat ons de discussie nog eens opentrekken naar de Jeugdraad. Ik heb vorige week een interview gelezen met de – nog steeds – huidige voorzitter van de Vlaamse Jeugdraad. Hij zegt daarin – en ik citeer – dat hij niet de grote voorvechter wil zijn van het bestrijden van de drugsproblematiek, omdat er ook nog andere problemen zijn die het jeugdwerk teisteren. Het zou erg of minderwaardig zijn mocht hij zich alleen daarop focussen. Er zijn nog andere problemen. Ik geef hem daar 100 procent gelijk in. Dan komt de volgende opsomming van welke problemen het jeugdwerk de komende jaren teisteren: polarisatie, klimaat en de aankomende verkiezingen. Volgens de voorzitter van de Vlaamse Jeugdraad teisteren de aankomende verkiezingen het jeugdwerk. Dat is een letterlijk citaat uit het interview in De Standaard, helemaal op het einde. Wat is dan de oplossing van die Vlaamse Jeugdraad? Gaan we dan de verkiezingen afschaffen of gaan we enkel wenselijke kandidaten selecteren, ook al zijn ze verkozen? (Opmerkingen van Jeremie Vaneeckhout)
Daar hebben ze ervaring mee. Ik weet het dat het zenuwachtig wordt. Collega Vaneeckhout, ik mag hier ook uitspreken. Als ik zulke uitspraken lees, dan denk ik spontaan: stem ze wég. Maar aangezien in die antidemocratische Jeugdraad niemand kan worden weggestemd, stel ik iets anders voor: leg ze droog. (Opmerkingen van Tinne Rombouts)
De vraag om uitleg is afgehandeld.