Report meeting Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Report
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, de digitalisering van ons radiolandschap vergt niet alleen inspanningen van de landelijke radiozenders. Als cd&v-fractie pleiten we er al jaren voor om de lokale radiozenders niet te vergeten in dit traject. Zeker als er op termijn een FM-afschakeling zou komen, moet er toch ook nog ruimte zijn voor die belangrijke lokale radiozenders. U hebt recent nog een proefproject gelanceerd om lokale radiozenders toe te laten om uit te zenden via DAB+. Dat is een heel belangrijke stap in dit traject, maar digitalisering is natuurlijk ruimer dan uitzenden op DAB+ alleen, want er zijn nog meer mogelijkheden om naar digitale radio-uitzendingen te kunnen luisteren, bijvoorbeeld via streamingplatforms zoals Radioplayer, TuneIn, Spotify enzovoort.
Digitalisering, dat is niet alleen een nieuw distributiemodel, maar toch ook vooral een ander businessmodel. In tegenstelling tot gewone FM- of DAB+-distributie kan men bij die apps bijvoorbeeld ook exact weten hoeveel mensen luisteren, via welke devices en hoe lang, en via het aanmelden op een app zelfs ook wie er luistert. Bij commerciële platformen zoals Spotify of TuneIn wordt die commercieel interessante informatie amper gedeeld met de radiozenders. Radioplayer.be lijkt wel een goed alternatief, maar we horen dat het hen voor een stukje aan slagkracht ontbreekt om hun product te optimaliseren, en ook aan marketingkracht om hun product beter bekend te maken bij luisteraars-gebruikers. We vernemen dus dat de lokale radiozenders niet allemaal even tevreden zijn over Radioplayer en de voorkeur geven aan het ontwikkelen van een eigen app. Ook de VRT kiest er trouwens voor om het digitaal luisteren nu voluit via het eigen platform VRT MAX te promoten in plaats van via Radioplayer.
We weten allemaal dat FM-frequenties een schaars goed zijn. Via DAB en DAB+ zijn er meer frequentiepakketten mogelijk en zou er dus ook een gevarieerder aanbod voor de luisteraars mogelijk zijn. We stellen echter vast dat het met het op dit ogenblik ontbreken van een erkenningskader, vooral de bestaande zenders zijn die meer van hetzelfde aanbieden en vooral aan marktbezetting doen. Onze fractie diende in 2016 een conceptnota in, waarin wij er reeds op aandrongen om ook voor digitale radiozenders een kwalitatief erkennings- en vergunningenkader op te stellen én om dat dan ook open te stellen voor lokale radio’s die echt een specifiek op de regio gerichte programmatie maken en dus meer bieden dan het computergestuurd muzikaal aanbod dat we nu al wel eens op die diverse DAB+-zenders te horen krijgen.
Minister, ik wil u daarover een paar vragen stellen. In 2021 voorzag u in een subsidie aan lokale radiozenders als tegemoetkoming voor de aansluitingskosten bij Radioplayer. Hoe werd de deelname daaraan verder geëvalueerd? Wat is het bereik, het gebruik van Radioplayer? Hoeveel radiozenders doen daar nu aan mee? Werden er afspraken gemaakt om rekening te houden met de bezorgdheden van de lokale radio’s over het optimaliseren van Radioplayer? Welke rol speelt Digitale Radio Vlaanderen hierin?
In 2022 lanceerde de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) een proefproject voor lokale radiozenders om uit te zenden via de DAB+-muxen 10A, 10B, 10C en 10D. We vernemen dat de VRM een bevraging organiseert, maar blijkbaar enkel bij de deelnemers aan het proefproject. Zou het niet nuttig zijn om ook de radio’s die niet konden deelnemen aan dit proefproject, omdat ze niet waren geselecteerd of niet wilden deelnemen, te betrekken bij de evaluatie? Wanneer verwacht u de resultaten hiervan?
Een aantal lokale zenders zijn niet ingestapt in het proefproject omdat er in hun regio onvoldoende DAB+-ontvangst was. Voorziet u in een uitbreiding qua antennepunten en hogere vermogens bij een definitieve uitrol van DAB+ voor lokale radio’s? Op welke termijn moeten we dat dan zien?
Zult u nog maatregelen nemen om de lokale radio’s te ondersteunen in hun digitaliseringsplannen buiten DAB+?
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de voorbereiding van de door u aangekondigde grote radiostudie die in 2023 zou worden gelanceerd?
Minister Dalle heeft het woord.
Collega Brouwers, dank u wel voor de diverse vragen. U weet dat de digitalisering van het radiolandschap een van onze prioriteiten in het mediabeleid is, en dat dat zich ook richt op lokale radiozenders, die ook moeten meekunnen in dat verhaal.
Wat het online radioluisteren betreft, is Radioplayer een belangrijke partner. Digitale Radio Vlaanderen, ons samenwerkingsverband tussen DPG Media, VRT en Nostalgie, heeft inderdaad een licentie bij Radioplayer Worldwide. Radio’s die aanwezig willen zijn op Radioplayer, moeten een licentievergoeding betalen aan Digitale Radio Vlaanderen. De Vlaamse overheid komt tussen in de licentievergoeding die door lokale radio’s moet worden betaald aan Digitale Radio Vlaanderen in de vorm van een subsidie aan Digitale Radio Vlaanderen.
Wat de evaluatie van de subsidie van 2021 en de subsidie van 2022 betreft, kan ik ook verwijzen naar de bespreking in de commissievergadering van 3 februari. Uit de evaluatie bleken enkele kritische punten, zoals het gebrek aan draagvlak bij de lokale radio’s zelf en de soms gebrekkige communicatie door Radioplayer. De subsidie werd toch verdergezet omdat Radioplayer een belangrijk instrument is met het oog op de digitalisering van het radioluisteren. We hebben echter wel de nodige maatregelen genomen om te remediëren. Radioplayer heeft zowel op het draagvlak als op de communicatie ingezet. Zo heeft Digitale Radio Vlaanderen op 31 mei de Dag van de Digitale Radio georganiseerd, waarop u ook aanwezig was, samen meer dan 150 mensen uit de sector. Dit event werd wel gesmaakt door alle, of toch zeker de meeste aanwezigen.
Digitale Radio Vlaanderen zal de lokale radio’s ook betrekken bij de werking van een stuurgroep om ook naar hun noden, verwachtingen en toekomstplannen te luisteren. Rekening houdend met die kritische punten werd in het nieuwe subsidiebesluit voor de subsidie van 2022 ook een bijkomende voorwaarde toegevoegd. Ik zal die even citeren, want dat is in dit verband toch wel een belangrijk punt om te vermelden: “een kwalitatieve en kwantitatieve bevraging van de erkende lokale radio-omroeporganisaties met aanbevelingen voor de toekomst betreffende mogelijke aansluiting en ondersteuning door Radioplayer wordt samen met de functionele en financiële verantwoording van het dossier Radioplayer, uiterlijk op 31 oktober 2022 ingediend (...) bij (...) het Departement (...).” Met andere woorden, we verwachten ook wel van Radioplayer dat het inspanningen doet om de vastgestelde pijnpunten weg te werken. Ik kijk ten zeerste uit naar dit rapport.
Voor de vraag tot verlenging van steun aan de lokale radio’s op Radioplayer werd er nog geen aanvraagdossier ingediend, maar de vraag werd wel al mondeling gesteld. Ik wacht de aanvraag af alvorens hierover een beslissing te nemen. Digitale Radio Vlaanderen liet me weten dat op dit moment Radioplayer België dagelijks zo’n 63.000 unieke luisteraars bereikt met een gemiddelde luisterduur voor alle radiostations van zo’n 3 uur. Op maandbasis worden zo’n 1,2 miljoen luisteraars bereikt, goed voor een volume van meer dan 5 miljoen uur radioluisteren.
Wat uw vragen met betrekking tot de DAB+-proefprojecten betreft, kan ik het volgende meegeven. U weet dat het de VRM is die een kader heeft uitgewerkt met algemene en technische voorwaarden voor de toekenning van tijdelijke zendvergunningen aan lokale DAB+-proefprojecten. Een van de voorwaarden, en dat is wel belangrijk in dit verband, betreft de indiening van een tussentijds evaluatierapport zes maanden na de start en een evaluatierapport na een termijn van een jaar met bevindingen omtrent de technische invulling en het gebruik van de multiplex aangaande de wijze waarop de samenwerking verloopt tussen de deelnemers onderling en met de netwerk- of multiplexoperator. Alle proefprojecten hebben inmiddels de tussentijdse evaluaties bezorgd aan de VRM met informatie en bevindingen over de onderlinge verdeling van de multiplex, het gerealiseerde zendbereik zowel binnens- als buitenshuis, de verhouding van de FM-dekking ten opzichte van de DAB+-dekking, de ontvangstkwaliteit, eventuele technische problemen of storingsimpact door andere netwerken, de onderlinge samenwerking en communicatie, financiële en budgettaire gegevens, de respons van de luisteraars en de voorstellen en vragen vanwege de deelnemers zelf bij de verderzetting van het proefproject. Dat is dus heel wat dat is ingediend.
De bevraging en de tussentijdse evaluatie richten zich dus louter op de interne werking van de proefprojecten en de bevindingen en ervaringen van de deelnemende lokale radio-omroepen zelf. Dat is ook de reden waarom lokale radio-omroepen die niet waren betrokken bij de pilootprojecten, ook niet zijn gekend bij de evaluatie van die pilootprojecten. We hebben op voorhand natuurlijk veel contact gehad met alle lokale radio’s die daarin geïnteresseerd waren. Uiteindelijk werden het deze. De evaluatie van hoe dit pilootproject werkt, vragen we aan degenen die meewerkten aan het pilootproject. Natuurlijk weten we ook dat andere lokale radio’s die daar nog niet in zitten, ook wel interesse hebben in DAB+.
De VRM heeft de resultaten van de bevraging in het kader van de tussentijdse evaluatie van de lokale DAB+-proefprojecten recent aan mijn kabinet bezorgd. Samen met onze administratie zijn we het overgemaakte rapport grondig aan het doornemen en evalueren. Samen met de VRM en het departement zullen we dan de volgende stappen bespreken om die evaluatie ook mee te nemen in de toekomst.
Zoals jullie weten, werkt de administratie simultaan ook aan een ontwerpplan voor lokale en bovenlokale DAB+. De onderhandelingen hierover met de andere gemeenschappen en de buurlanden zijn volop aan de gang. Dat heeft immers een belangrijke impact op de DAB+-dekking en hoe ver onze multiplexen kunnen reiken en wat de impact is vanuit de andere gemeenschappen en de buurlanden. Er kan pas een definitief frequentieplan in voege treden op het moment dat er een akkoord is met alle betrokken partijen. Daar kan ik momenteel dus nog geen concrete uitspraken over doen.
Tot slot vraagt u ook wat de stand van zaken is van onze radiostudie. Op 7 juli heb ik ter zake het volgende geantwoord en dat is nog altijd actueel. Mijn kabinet is samen met het departement de scope van de studie aan het bepalen. Tegen het einde van het jaar moet de studie in de markt gezet worden, zodat begin volgend jaar gestart kan worden met de uitvoering van de studie.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Dank u wel voor het uitgebreide antwoord, minister.
Als ik het goed begrepen heb, komt er zowel vanuit Radioplayer als vanuit de VRM een rapport, het ene misschien wat sneller dan het andere, om een en ander verder te evalueren rond die Radioplayer. Het andere is dan rond het pilootproject. Maar het hangt natuurlijk allemaal samen, want het gaat allemaal over die digitalisering van lokale radio’s.
Iets wat voor hen enorm meespeelt – vandaar ook uw subsidie – is de betaalbaarheid. Als ik het goed begrepen heb, moeten zij nu niet betalen voor de muxen waar zij nu op zitten. Zoiets als Norkring, die grote bedragen vragen aan die landelijke zenders, ik veronderstel dat ze die kosten niet hebben, dat ze die kosten wel hadden voor Radioplayer, dat u daar dus voor tussenkomt. Maar natuurlijk zitten we nu ook met de stijgende energiekosten, heb ik mij nog bedacht nadat ik de vraag had ingediend, die voor hen ook heel fel beginnen door te wegen. Want op FM uitzenden – dat weten we allemaal – is absoluut niet zo duurzaam, dat heeft enorme energiekosten. In die zin zou ik dus echt vragen om spoed te zetten achter dit hele dossier. De grote studie komt er natuurlijk pas in de loop van volgend jaar. Misschien zult u pas naar het einde van de legislatuur wat echte klaarheid kunnen scheppen. Maar ik weet niet of de lokale radio’s allemaal zo lang kunnen wachten. We gaan ze verder toch nog goed moeten ondersteunen het komende jaar om ook doorheen die energiecrisis te komen, want ook heel veel bedrijven die sponsoren en reclame uitzenden via die lokale radio’s, haken stilletjes aan af. Het wordt voor iedereen moeilijk. Ik doe gewoon een oproep om dat aspect zeker ook mee te nemen in uw verder beleid en om met hen in contact te blijven. Er is die dag geweest – 21 mei –, die was inderdaad zeer sterk gesmaakt. Maar sindsdien is er niet veel meer gehoord. Er is natuurlijk ook een zomervakantie tussen geweest. Het is misschien goed om de draad hier verder op te pikken.
De vraag over de energieproblematiek, minister, komt volgende week aan bod. Mevrouw Segers heeft daar specifiek een vraag over gesteld. Misschien kunnen we dat dus volgende week dan in zijn globaliteit beantwoorden, maar ik weet niet of u verder nog wilt reageren.
Minister Dalle heeft het woord.
Ik wil gewoon aangeven dat bij de evaluatie ook de lokale radio’s aangegeven hebben wat de situatie op financieel vlak is. Het is inderdaad gekend dat ook de energiekosten voor het uitzenden, zeker via FM – dat is een vrij energie-intensieve manier van uitzenden –, gestegen zijn. Maar we kunnen het volgende week ook verder opnemen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.