Report meeting Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Vraag om uitleg over de impact van de crisis op ondernemers
Report
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, volgens recente cijfers hebben reeds bijna 35.000 handelszaken dit jaar de deuren gesloten. Dat zijn er zo’n 8000 meer dan in de coronajaren 2020 en 2021. Het aantal faillissementen zou ook fel blijven stijgen. De verklaring van deze faillissementengolf zou onder andere liggen in de oorlog in Oekraïne, een beperkt aantal starters, de stijging van kosten, de koopkracht en het opheffen van de bescherming tegen schuldeisers door de federale overheid in coronatijd. Volgens UNIZO geeft een kwart van de kmo’s nu reeds aan dat ze het jaar met verlies zullen afsluiten. De cijfers zijn onrustwekkend, want een studie van Graydon zegt dat de impact van de energiecrisis nu nog niet voelbaar is maar nog moet komen. We zullen er de volgende maanden beter de impact van zien.
Faillissementen van handelszaken zoals bakkers, slagers, frituren, cafés en kledingzaken treffen in het bijzonder onze Vlaamse stads- en dorpskernen. Elk parlementslid zal in zijn omgeving wel ondernemers zien die het heel erg lastig krijgen, zeker en vast met de energiecrisis erbovenop.
Deze Vlaamse Regering zet sterk in op de ondersteuning van onze lokale detailhandel en lokaal ondernemerschap. Om hen te ondersteunen hebben de Vlaamse meerderheidspartijen vorig jaar een resolutie voor een kernversterkend handelsbeleid in Vlaanderen ingediend, met verschillende actiepunten. Veel actiepunten werden opgenomen in het ‘Plan van aanpak Bedrijvige Kern – Werk aan de winkel’. Deze zomer werd ook de hervorming van het integraal handelsvestigingsbeleid (IHB) principieel goedgekeurd. Deze energiecrisis heeft natuurlijk ook een impact op wat er met de handelskernen zal gebeuren, en dat ziet er niet goed uit.
We hebben het al gehad over de ondersteuning en de eventuele misbruiken en het feit dat steun gericht moet zijn. Ook hier moet dat een belangrijk element zijn.
Minister, kunt u een toelichting geven over de recentste faillissementscijfers van handelszaken? Hoe evalueert u de recente statistieken? Hoe ziet u deze tendens verder evolueren?
Kunt u een stand van zaken geven over de uitvoering van onze resolutie over een kernversterkend handelsbeleid en het ‘Plan van aanpak Bedrijvige Kern –Werk aan de winkel’?
Kunt u een toelichting geven over de effectieve inwerkingtreding van het herwerkte decreet Integraal Handelvestgingsbeleid?
Welke stappen zult u zetten om het economische weefsel te beschermen, rekening houdend met de energiecrisis en de moeilijkheden die nog op de ondernemers afkomen?
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, ik heb een gelijkaardige vraag.
Uit cijfers van Trends Business Information blijkt dat er dit jaar alleen al bijna 35.000 handelszaken in Vlaanderen hun activiteiten hebben stopgezet. Dat gaat voornamelijk over kleine handelszaken: ambachtelijke bakkers, slagers, frietkoten, cafés, schoonheidsinstituten, kledingzaken. Wat opvalt uit die cijfers: het zijn 8000 zaken meer dan in de coronajaren 2020 en 2021. De verklaringen voor die stopzettingen zijn niet ver te zoeken: de oorlog in Oekraïne, de hoge energieprijzen en de dalende koopkracht.
Maar niet alleen de stopzettingen zijn sterk gestegen, ook de faillissementen zijn in de eerste acht maanden van dit jaar al met zo’n 5 procent gestegen ten opzichte van 2019. Deels wordt dit verklaard door het moratorium op faillissementen dat er toen gold, maar dan nog is dit een grote stijging.
Maar wat vooral opvalt, is dat ook het aantal starters gedaald is. Hoewel 2021 nog een topjaar was op het vlak van starters, zien we ook hier, in de eerste jaarhelft, een daling.
Boven dit al niet te fraai nieuws kwam dan nog eens de uitslag van een recente UNIZO-meting. UNIZO deed recent een bevraging bij haar leden, en nog nooit eerder werden er zo’n pessimistische toekomstverwachtingen genoteerd. Ondernemers zien de toekomst niet meer zo rooskleurig in, en dat is ontzettend spijtig.
Minister, hoe gaan we onze kmo’s bijstaan in de huidige crisistijd? U hebt een kader uitgewerkt voor steunmaatregelen. Hoe zien die maatregelen er concreet uit? Wat zijn de voorwaarden?
Wat gaat u specifiek ondernemen voor onze kleine handelszaken zoals een ambachtelijke bakker, slager, friturist, aangezien zij toch ook een specifieke doelgroep zijn en vaak een andere grootte van middelen ter beschikking hebben?
Kmo’s die vandaag lijden onder de gevolgen van de oorlog in Oekraïne, kunnen aanspraak maken op een overbruggingslening van de Vlaamse Overheid. Het beschikbare budget werd daartoe verdubbeld tot 200 miljoen euro. U gaf in juli aan dat de maatregel aangemeld werd bij de Europese Commissie voor een verlenging tot eind 2022. Wat is de stand van zaken hierin? Hoeveel kmo’s maakten hier al gebruik van? Voor hoeveel euro steun werd al uitgegeven?
In juni had ik het hier al over een mogelijke faillissementenstorm die op ons zou kunnen afkomen na de coronajaren. De cijfers waren toen nog niet dramatisch, maar eerder een logisch gevolg van de opheffing van het moratorium. Hoe kijkt u nu naar de huidige faillissementencijfers? Zijn er, volgens u, extra maatregelen nodig om bedrijven bij te staan?
Hoe kijkt u naar het feit dat ook de cijfers voor starters gedaald zijn? Uiteraard was 2021 een grandcrujaar op het vlak van starters en is het dus lastig de vergelijking te maken, maar ziet u hier toch een signaal in?
Heel wat ondernemers zien de toekomst niet rooskleurig in. Ik kwam hier al een paar keer in de commissie tussen over Dyzo, maar vind wat ze doen dan ook een grote meerwaarde in het ondernemerslandschap. Is het misschien in de huidige context niet noodzakelijk dat er extra aandacht gaat naar Dyzo, zodat elke ondernemer die er nood aan heeft, vlot de weg naar hun werking vindt? Zijn er manieren waarop we Dyzo nog bekender kunnen maken bij het grote publiek?
Minister Brouns heeft het woord.
Collega’s, ik duid eerst graag even de cijfers die in Trends en De Zondag verschenen, waar u beiden ook naar verwijst. Het gaat daarbij om stopzettingen van ondernemingen in het algemeen, niet alleen om faillissementen. Daar zitten ook de vrijwillige stopzettingen in: pensioneringen, student-ondernemers die niet langer als fietskoerier willen werken, veranderingen van rechtsvorm enzovoort. Dat is een belangrijke nuance. Daarnaast is ook de term ‘handelszaken’ wat misleidend. Het gaat hier niet enkel om handelszaken in de klassieke betekenis van het woord, maar om alle btw-plichtige ondernemingen.
Dan over de cijfers zelf, eerst over de evolutie van het aantal btw-plichtige ondernemingen: eind 2021 waren er in Vlaanderen 679.000 btw-plichtige ondernemingen. Het cijfer van 34.513 stopzettingen, waar u beiden naar verwijst, heeft betrekking op al deze btw-plichtigen. Het gaat dus om een vrij beperkt percentage, namelijk 5 procent, van alle ondernemingen die actief zijn in Vlaanderen. En, vooral, dit aantal stopzettingen wordt volgens het Belgisch statistiekbureau (Statbel) ruimschoots gecompenseerd door het aantal nieuwe oprichtingen. Eind juli 2022 waren er in Vlaanderen immers 26.500 btw-plichtigen meer dan bij de start van het jaar.
Als we dan specifiek naar de faillissementencijfers kijken, zien we in de cijfers van Statbel – op dit moment – geen faillissementengolf. Ik vergelijk het aantal faillissementen in 2022 in de maanden januari tot augustus met dezelfde periode in 2019, dat is immers het laatste ‘normale’ jaar. Dan zien we dat er in die periode in 2019 in het Vlaamse Gewest 1342 faillissementen waren, tegenover 1309 in 2022. We zitten dus op dit moment nog op een vergelijkbaar niveau als in de precrisisperiode.
Maar laat mij heel duidelijk zijn: ik wil hier zeker niet de indruk wekken dat ik me geen zorgen maak over de huidige crisis of over de moeilijkheden waarmee onze ondernemers momenteel geconfronteerd worden. De uitdaging is zeer groot, dat weten we allemaal. We zien echter op dit moment geen grote negatieve evolutie in het aantal stopzettingen of in het aantal faillissementen.
Ik zie het dan ook eerst en vooral als mijn taak om, met de maatregelen die we al genomen hebben en die we nu volop aan het uitrollen zijn, de verdere negatieve impact van de crisis zoveel mogelijk te beperken. Onze bedrijven en onze gezinnen door de energiecrisis loodsen, dat is onze belangrijke taak en opdracht.
Collega De Vreese, ik heb een heel overzichtelijke tabel gekregen die alle acties die opgestart werden ter uitvoering van deze resolutie, mooi oplijst. Het zijn er immers meer dan dertig. Ik stel daarom voor dat ik u die na de vergadering bezorg.
De wijzigingen aan het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid zijn principieel goedgekeurd op de ministerraad van de Vlaamse Regering van 15 juli 2022. Na het verwerken van de adviezen van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) en de Strategische Adviesraad voor Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed (SARO) zal het ontwerp voor definitieve goedkeuring aan de Vlaamse Regering worden voorgelegd en komt het naar deze commissie voor bespreking.
Wanneer het decreet precies van kracht zal worden, kan het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) op dit moment dan nog niet inschatten. Om te kunnen implementeren, moet er immers ook wijzigingen gebeuren aan het Omgevingsloket, wat een bevoegdheid van collega Demir is. Dat vraagt zowel een juridisch traject als een IT-traject. Het is nog te vroeg om daar een precieze timing op te plakken.
De Vlaamse Regering heeft op mijn voorstel een sterk steunpakket goedgekeurd, waarnaar uitvoerig is verwezen in de Septemberverklaring en ook in de media. Ik licht de krijtlijnen, die intussen goed bekend zijn, nog even kort toe.
Er is gekozen voor een leningcapaciteit van 1 miljard euro, waarbij de bestaande overbruggingslening van maximum 400.000 euro voor ondernemingen tot 250 werknemers is opgetrokken tot 750.000 euro. Er komt een nieuwe overbruggingslening tot 2 miljoen euro voor ondernemingen met meer dan 250 werknemers. Er is ook een steunpakket van 250 miljoen euro aan subsidies om de energiecrisis het hoofd te kunnen bieden. De subsidies zullen tijdelijk zijn, doelgericht en conditioneel. Tijdelijk wil zeggen dat ze gericht zijn op Q4 dit jaar en op Q1 volgend jaar. Doelgericht wil zeggen dat het gaat om gezonde bedrijven met een factuur van minstens 7500 euro en die exploitatieverliezen lijden. De steun kan nooit meer zijn dan 80 procent van de totale exploitatieverliezen. Conditioneel wil zeggen dat er voorwaarden aan verbonden zijn. Tijdelijke werkloosheid moet zoveel mogelijk beperkt zijn. Als we steun geven, moet de tijdelijke werkloosheid beperkt blijven tot 35 procent.
Er wordt ook gekeken naar de koppeling met andere subsidies. Op het moment dat men steun krijgt, kan het niet zijn dat men nog toegang heeft tot alle andere Vlaamse subsidiemogelijkheden. Er kan ook geen dividend worden uitgekeerd.
De maatregelen zijn aangemeld binnen het Europees Tijdelijk Crisiskader. Er zijn drie mogelijkheden. De eerste groep is de groep van de bakkers en de slagers, met tot 25 procent steun met een maximum van 500.000 euro per kwartaal. De tweede groep is de groep van de meer energie-intensieve bedrijven, met een steunpercentage van 30 procent met een maximum tot 4 miljoen euro per kwartaal. De grootste groep zijn de ICL-bedrijven (Indirect Carbon Leakage), met een steunpercentage van 35 procent met een maximum van 7,5 miljoen euro.
Bijkomend wordt nog 100 miljoen euro voorzien voor een energie-efficiëntieprogramma op bedrijfsniveau om de investering in hernieuwbare energie te stimuleren. Het is een pakket waarbij bedrijven opleiding, begeleiding, demonstratieprojecten krijgen. U kent ongetwijfeld het project rond tien bedrijfstrajecten, waarbij we adviseurs naar bedrijven sturen, in samenwerking met het Vlaams netwerk van ondernemingen (Voka), om na te gaan waar er nog energie-efficiëntiewinsten kunnen worden geboekt.
Samengevat: een lening van 1 miljard euro, 250 miljoen euro subsidies en 100 miljoen euro voor energie-efficiëntieprogramma’s. Ik ken het dus uit mijn hoofd.
Het aantal starters is, zoals u zelf aangeeft, inderdaad moeilijk te vergelijken met 2021. De evolutie in het aantal starters is al een heel decennium stijgende. Het is geen verrassing dat het sterk gedaalde consumenten- en ondernemersvertrouwen nu ook weerspiegeld wordt in een dalend aantal starters. Het aantal student-ondernemers blijft gelukkig in elk geval stijgend.
Het spreekt voor zich dat ik het een absolute prioriteit vind om ook in het huidige moeilijke klimaat te blijven inzetten op het aanmoedigen van het zelfstandig ondernemen. Het is vandaag nog te vroeg om op dat vlak conclusies te trekken.
Zoals eerder al aan bod kwam in deze commissie, blijf ik samen met VLAIO de instroom bij Dyzo aandachtig opvolgen. De bekendheid van Dyzo lijkt op dit ogenblik goed te zitten: de doelgroep vindt zijn weg, ook geholpen door doorverwijzende instanties zoals VLAIO zelf, de OCMW’s, gerechtsdeurwaarders enzovoort.
Op dit ogenblik lijkt ook de ter beschikking gestelde financiering voldoende om de klanten correct te bedienen, maar dit kan uiteraard snel wijzigen. We zijn er ons van bewust en volgen het dus ook kort op. Zoals gezegd: ik volg dat aandachtig op en speel kort op de bal, mocht dat nodig blijken.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw overzicht.
Ik denk dat het heel belangrijk is dat de steunpakketten die worden voorzien, zowel door de federale als door de Vlaamse overheid – en we kunnen erover discussiëren of het voldoende is enzovoort –, zo snel mogelijk moeten worden geactiveerd.
Ik wil niet de emokant opgaan, maar ik maak me wel zorgen. Als ik naar de friturist ga die een zaak heeft die al twintig jaar goed draait en voor meer dan een brood op de plank heeft gezorgd, maar die nu met tranen in de ogen zegt dat ze het echt niet meer zien zitten, dan denk ik dat de steunpakketten zo snel mogelijk moeten worden geactiveerd. Bovendien is de vraag van collega Vanryckeghem terecht om Dyzo in te schakelen en bekend te maken bij het grote publiek.
Laat ons niet onderschatten dat de problemen van de ondernemers niet enkel hun persoonlijke problemen zijn, maar dat ze ook een impact hebben op de gezinnen.
We zien dat er duidelijk provinciale verschillen zijn, dat Vlaanderen erg getroffen wordt door faillissementen maar dat er vooral een stijging is in Antwerpen, dat vaak toch gezien wordt als een voorloper, en West-Vlaanderen. Ik denk dan dat u en uw kabinet die evoluties en die trends van heel dichtbij moeten opvolgen. Ik denk dat u dat doet, en ik zeg niet dat u het probleem onderschat. Ik zeg alleen dat we zeer waakzaam moeten zijn en dat we zo snel mogelijk, ook vanuit Vlaanderen, de steunpakketten die zijn beslist, moeten activeren.
Tijdens corona was er heel wat overleg met de verschillende sectoren en de verschillende vakorganisaties. Minister, hebt u ook deze keer overleg gehad met de verschillende vakorganisaties? Wat zijn de bevindingen en de bedenkingen? Wat zijn uw conclusies?
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Ik heb niet veel bijkomende vragen.
Ik ben het eens met collega De Vreese dat we heel kort op de bal moeten spelen en dat we hopelijk heel snel de verschillende maatregelen kunnen opstarten. We zullen vanuit deze commissie maandelijks de situatie op de voet volgen en niet nalaten om u aan de tand te voelen over deze materie, minister.
Minister Brouns heeft het woord.
De overbruggingslening staat al open, collega’s. Sneller konden we niet gaan, want het is pas vorige week goedgekeurd. Het besef van urgentie is zeker bij ons aanwezig.
Belangrijk om mee te geven, is dat de Vlaamse invulling van het Europese steunkader Temporary Crisis Framework (TCF) is gemaakt in zeer nauw overleg met de sociale partners en de werkgeversorganisaties. De tevreden geluiden die we de voorbije week hebben gehoord, kunnen dat ook bevestigen.
Ik zie bijna wekelijks alle partners in de SERV. We volgen het van nabij op en houden de vinger aan de pols. Mocht ik dat nalaten, zullen jullie me daar zeker op wijzen.
Maandelijks.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Dat is ook zo: maandelijks, maar als het nodig is, zullen we dat sneller doen.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Ik heb geen bijkomende vraag.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.