Report meeting Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over de beslissing van de minister over het al dan niet inkantelen van het laboratorium van de Vlaamse Milieumaatschappij bij de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek
Report
De heer De Roo heeft het woord.
Minister, we hebben het hier in deze commissie al een aantal keer gehad over het VMM-laboratorium (Vlaamse Milieumaatschappij) in Gent, dat verschillende milieuanalyses uitvoert: het monitort fijn stof, peilt het oppervlaktewater, speurt naar nitraat en fosfaat in het water en kan ook poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS) detecteren.
In februari vernamen we dat het labo mogelijk zou moeten sluiten. Er lagen toen verschillende pistes op tafel voor de toekomst van het laboratorium, trouwens het enige onafhankelijke laboratorium van Vlaanderen: opdoeken, uitbreiden of een fusie met het laboratorium van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO), het Vlaamse onderzoekscentrum dat gelijkaardige analyses uitvoert.
Op 4 april 2022 bracht de commissie Leefmilieu een bezoek aan het labo van de VMM. We hebben de labo’s gezien, we zijn met een aantal mensen in dialoog kunnen gaan, zowel van het labo zelf als van de VMM. De werknemers van het labo van de VMM stelden dat een mogelijke integratie in het labo van VITO duurder zou zijn dan de huidige situatie en ook dat ze specifieke taken uitvoeren die niet door anderen kunnen worden uitgevoerd.
In de commissie Leefmilieu van 19 april kwam de mogelijke sluiting van het labo aan bod. U was toen eerder geneigd om het labo toch te behouden en te versterken als het behouden zou blijven. U zou daarover in de weken daarop uitsluitsel geven. Ondertussen zijn we meerdere maanden verder, dus vandaar een aantal vragen.
Wat is uw besluit met betrekking tot de toekomst van het VMM-laboratorium? Zal het VMM-labo onder de VMM-vleugels mogen verder bestaan? Zo ja, onder welke voorwaarden?
De werking van het labo staat onder druk door de dalende budgetten de laatste jaren. Zult u bijkomende middelen voorzien om de werking van het labo te versterken, zoals u stelde in uw antwoord in de commissievergadering van 19 april? Hoe ziet u die versterking? Hoeveel extra middelen zullen worden voorzien voor het VMM-laboratorium? Op welke termijn worden die middelen ter beschikking gesteld?
De heer D’Haese heeft het woord.
Ik heb bijna exact dezelfde vraag, minister. Begin dit jaar hebben we heel wat debatten gehad over de toekomst van het VMM-labo. In april zei u dat u nog enkele weken tijd nodig had om de knoop door te hakken, maar dat u er voorstander van was om het VMM-labo te behouden.
Dus, voilà, is de beslissing genomen? (Opmerkingen van minister Zuhal Demir)
Ja? Keigoed. U mag hier vandaag alleen maar positief nieuws aankondigen!
Twee, volgens de mensen van het VMM is er nu wel een extra investering nodig in materiaal en mensen. Komt u daaraan tegemoet?
Minister Demir, we zijn in blijde verwachting.
U hebt het woord.
Ik had jullie beloofd dat we een keuze zouden maken inzake de vraag om het labo open te houden of al dan niet in VITO te laten integreren. Na veel nadenken, maar ook door het feit dat we heel wat onbekende stoffen tegenkomen, zie ik een grote nood voor een eigen kennislabo, een goedwerkend labo dat vanuit de overheid, samen met de onderzoekers, wordt beheerd, of het nu gaat om water of andere zeer zorgwerkende stoffen, hormoonverstoorders of pesticide- en medicijnresten.
Daarom hebben we beslist om het eigen labo open te houden en ook uit te bouwen. Als ik het goed begrijp, zullen we ook naar personeel en takenpakket en materieel toe moeten investeren. Er zijn meerkosten van ongeveer 1,8 miljoen euro per jaar. Dat probeer ik binnen de budgetten die ik heb, ook de extra budgetten, samen met de mensen van het labo en de VMM de komende weken vorm te geven.
De heer De Roo heeft het woord.
Dank u voor uw antwoord, minister. Het is goed dat er een knoop is doorgehakt en dat de beslissing is genomen. Het is inderdaad goed dat we vanuit de overheid over een labo kunnen beschikken en zo bepaalde analyses kunnen laten uitvoeren. Tijdens ons bezoek zijn we daar met de commissie ook van overtuigd geraakt. Ik ben dus blij dat u terugkomt op dat eerdere voornemen om het labo te sluiten of te integreren in VITO.
U hebt een bedrag genoemd van 1,8 miljoen euro. Als ik mij niet vergis, zitten daar twee componenten in. De eerste component betreft personeel, om de situatie van voor de besparingsronde te herstellen. Het gaat om tien voltijdsequivalenten, als ik het me goed herinner. Daarnaast gaat het om ongeveer 1 miljoen euro voor extra analyses, procesoptimalisatie en beleidsvoorbereidend werk. Is het nu al duidelijk of die twee componenten toegezegd zullen worden en of we het labo dus volledig zullen kunnen versterken, of ligt dat budget nog niet helemaal vast?
De heer D’Haese heeft het woord.
Ik ga het kort houden.
Ik denk dat het een zeer goede beslissing is om een publiek labo in stand te houden en uit te bouwen.
Ik sluit me wel aan bij de vragen over hoe het precies zit met de financiering.
Ik ben blij dat we uiteindelijk hiertoe kunnen komen, onder druk van de mensen van de VMM.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik wil even aansluiten om u te feliciteren met deze beslissing. Het is een goede beslissing.
Ook ik ben benieuwd naar het antwoord op de vragen van collega De Roo. Er zijn inderdaad werkingsmiddelen én extra personeel nodig om het labo op een gezonde manier verder te kunnen uitbouwen.
Ik ben uiteraard ook heel tevreden namens mijn fractie met de genomen beslissing. Het is goed om een goed functionerend en efficiënt eigen labo te hebben.
Ik had wel nog een bijkomende vraag over iets wat tijdens ons plaatsbezoek werd aangegeven. Er zouden in bepaalde samenwerkingsverbanden toch ook wel efficiëntiewinsten kunnen zitten, alsook een besparingsoefening, bijvoorbeeld het delen van dure meettoestellen. Het labo heeft dus ook wel zelf onderzocht hoe ze hun eigen labo en samenwerkingen met andere het beste zouden uitvoeren in de toekomst. Ik hoop dat die oefening ook wordt meegenomen en ook uitgerold wordt op het terrein. Het is belangrijk om een goed labo te hebben, maar alles moet zo efficiënt mogelijk gebeuren. Samenwerkingen zijn altijd een goede zaak. Ik wilde vragen welke lessen daaruit getrokken worden.
Minister Demir heeft het woord.
Er is een studie gemaakt. Ik heb in vorige zittingen laten weten dat ik er zelf nog niet uit was. Die studie is gebeurd, er werden verschillende opties bekeken. Bij VITO was de vraag groot om alles naar zich toe te trekken, maar VITO doet dat natuurlijk niet gratis. Als minister van Omgeving vind ik het zelf essentieel – en dat was doorslaggevend in de beslissing – dat de overheid een eigen labo heeft. Ook in het onderzoek naar PFAS zal het labo een belangrijke rol spelen.
Collega De Roo, de bedragen die u noemt voor het extra personeel en de versterking van het takenpakket, kloppen. Ik ben nu binnen de budgetverdeling aan het bekijken hoe ik die middelen zal inzetten, maar het bedrag klopt ongeveer. Het engagement is duidelijk en de middelen zullen geen probleem vormen. Dat komt zeker in orde.
Het is goed geweest dat de commissie ter plekke is geweest. De wetgevende en de uitvoerende macht hebben in dit dossier mooi samengewerkt om tot een goed geheel te komen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.