Report meeting Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Report
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, op 23 augustus ondertekende u een intentieovereenkomst met het Amerikaanse milieuagentschap, het Environmental Protection Agency (EPA). In een persmededeling deelt u het volgende mee: “De bedoeling is om de samenwerking de komende jaren te intensifiëren om te komen tot gestroomlijnde structurele samenwerkingsprocessen met Vlaamse overheidsdiensten zoals de Vlaamse Milieumaatschappij, afdeling Handhaving van departement Omgeving en de OVAM. Zo zullen we te weten komen of multinationals die in Vlaanderen actief zijn, in de VS veroordeeld zijn voor milieumisdrijven.” Zo kan die informatie op een vlotte manier worden uitgewisseld.
Op 26 augustus kondigde het EPA aan om PFOA (perfluoroctaanzuur) en PFOS (perfluoroctaansulfonzuur) aan te duiden als gevaarlijke stoffen, krachtens de CERCLA-wet (Comprehensive Environmental Response, Compensation, and Liability Act). Het vereist dat bedrijven nagaan of er chemische stoffen in het water of de bodem zijn terechtgekomen en dat ze daarover verslag uitbrengen bij de overheid; ook kunnen ze verantwoordelijk gesteld worden voor eventuele saneringskosten. Het agentschap gaf ook aan dat het in de toekomst ook andere PFAS zou reguleren en zei dat het later dit jaar een kennisgeving van gevorderde regelgeving zal publiceren om opmerkingen uit te lokken over het aanduiden van andere verbindingen als ‘gevaarlijk’.
In een wetenschappelijke uitspraak eerder dit jaar kwam het EPA tot de conclusie dat er geen veilig niveau voor de chemische stoffen bestaat en verlaagde het de drempelwaarden voor gezondheidsrisico’s tot bijna nul. Op 15 juni heeft het agentschap zijn levenslange gezondheidsadviezen voor twee poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS), namelijk PFOA en PFOS, aangescherpt. Voor PFOA is de aanbeveling 0,004 nanogram per liter en voor PFOS 0,02 nanogram per liter. De nieuwe adviesniveaus van het agentschap zijn geen vereisten waaraan drinkwaterleveranciers moeten voldoen. Het EPA beveelt alleen aan dat nutsbedrijven hun klanten op de hoogte brengen wanneer de concentraties de limiet overschrijden. Maar ze zetten wel de toon voor verdere EPA-actie. Het agentschap is van plan om later dit jaar verplichte drinkwaterlimieten voor PFOA en PFOS voor te stellen.
Op 31 januari liet de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) verstaan dat het Vlaamse drinkwater voldoet aan de Europese normen voor twintig van de belangrijkste PFAS, van 100 nanogram per liter. Dat is echter volgens de oude drinkwaterrichtlijn, die aan herziening toe is. Maar voor de nieuwe EFSA-richtlijn (European Food Safety Authority) wordt de norm voor PFAS 4,4 nanogram per liter en die wordt in 13 procent van de analyses overschreden. Het verschil tussen de huidige Europese drinkwaternorm, de strengere EFSA-opinie en de door het EPA aangenomen norm is zeer groot. Als we die zouden toepassen dan moet er op de meeste van onze drinkwatervoorzieningen reverse-osmosisfiltratie komen.
Minister, tijdens uw terreinbezoek gaf u meerdere keren aan dat er heel veel gelijkenissen zijn tussen de Amerikaanse situatie en de Vlaamse. Ik had graag zicht gekregen op de gevolgen van de intentieverklaring voor het Vlaamse milieu- en gezondheidsbeleid.
In de overeenkomst staat dat zowat over alles waarmee het EPA bezig is uitwisseling mogelijk is. Wat is de impact van die intentieverklaring?
Zal de intentieverklaring tussen de Vlaamse overheid en het EPA ervoor zorgen dat de nieuwe genoemde inzichten en adviezen van het EPA in het Vlaamse milieu- en gezondheidsbeleid zullen worden opgenomen? Welke impact zullen de strengere EPA-drinkwaternormen hebben op de Vlaamse normen? Betekent de intentieverklaring dat u deze ook in Vlaanderen zult handhaven?
Wetende dat normen gebaseerd zijn op grondig wereldwijd en langdurig onderzoek, en wetende uit de PFOS-onderzoekscommissie dat de overheid reeds gefaald heeft in de bescherming van de burgers, wat gaat er gebeuren rond de nieuwe EPA-drinkwaternormen? Welke investeringen zitten er in de planning?
Wat is op dit moment de stand van zaken rond de aanpassing van de drinkwaternormen in Vlaanderen?
Minister Demir heeft het woord.
Mevrouw Schauvliege, het EPA kan geen dwingende maatregelen nemen. U moet wel weten wat het EPA kan en wat het niet kan. Ik vind het belangrijk dat een volksvertegenwoordiger de juiste dingen zegt.
Het EPA heeft ons gevraagd om een samenwerking op poten te zetten. Dat was naar aanleiding van de genomen acties ten aanzien van 3M. De 3M-case heeft aangetoond dat overheden vaak achterop lopen ten aanzien van de industrie. Door middel van intercontinentale samenwerking willen we de kennisachterstand die we allebei hebben ten aanzien van grote multinationals zoals 3M efficiënt wegwerken.
De Vlaamse overheid en het EPA zullen elkaar op gezette tijden informeren over de stand van zaken met betrekking tot meetmethodes, saneringsmethodes, vergunningverlening en milieuhandhaving, met specifieke aandacht voor het voorkomen en verminderen van PFAS in de leefomgeving. Het contact zal uiteraard voornamelijk digitaal verlopen met e-mail en video, en telefonisch. Het richt zich in eerste instantie vooral op efficiënte gegevens- en informatie-uitwisseling met betrekking tot de ervaringen die Amerika in het verleden had, en hoe het komt dat wij het zo laat wisten.
Informatie-uitwisseling betekent niet dat we zomaar de advieswaarden van het EPA overnemen, te meer daar veel op Europees niveau is bepaald en Vlaanderen niet zomaar van de Europese wetgeving kan afwijken. Dat weet u ongetwijfeld.
U geeft in uw eigen vraagstelling aan dat de waarden die het EPA recent bekendmaakte gezondheidskundige advieswaarden zijn. Het onderscheid tussen deze gezondheidskundige advieswaarden en de uiteindelijke drinkwaternormen dient hier dan ook gemaakt te worden. Het EPA stelt, zoals uit uw vraagstelling blijkt, zelf dat deze waarden geen drinkwaternormen zijn. U moet niet opnieuw appelen met peren vergelijken. Bij het vastleggen van drinkwaternormen is het nodig om rekening te houden met de technische haalbaarheid op het vlak van meetbaarheid en zuivering. Zo heeft bijvoorbeeld het vastleggen van een norm op een niveau waarop de stof niet kan worden gemeten, weinig zin.
Daarnaast wijs ik erop dat de kwaliteit van ons drinkwater op Europees niveau wordt bepaald. Ik vertrouw erop dat de Europese Commissie daar goed zit. Indien zou blijken dat de PFAS-normen uit de nieuwe drinkwaterrichtlijn te hoog zijn, dan vertrouw ik erop dat het aanscherpen van de normen zowel vanuit operationeel-technisch als vanuit financieel oogpunt mogelijk is. Er zitten toch veel knappe koppen in de Europese Commissie.
Gelet op de nog toenemende kennis en de leemte in de kennis is een gefaseerde aanpak voor het PFAS-vraagstuk wellicht het enige haalbare. We hebben in de afgelopen maanden en jaren veel kennis opgedaan en we zullen er waarschijnlijk nog opdoen. Die kennis ontwikkelt zich de hele tijd. Met het huidige normenkader uit de nieuwe Drinkwaterrichtlijn zetten we hier alvast een eerste belangrijke stap in het beheersen van deze problematiek.
De waterbedrijven voerden onder impuls van de VMM reeds een uitgebreide screening uit op de aanwezigheid van PFAS in drinkwater. U kunt de bevindingen vinden in het VMM-rapport. De waterbedrijven evalueren momenteel de opties voor een gerichte aanpak om de PFAS-concentraties in het drinkwater maximaal te reduceren. Ik wil toch ook benadrukken dat de resultaten van de eerste grondige screening van ons drinkwater in veel gevallen nu al voldoet aan het advies van de EFSA van 2020.
Het beleid volgt de PFAS-problematiek verder op via de werking onder sturing van professor doctor Karl Vrancken. Ik denk dat we vertrouwen moeten hebben in professoren, in wetenschappers. Zij hebben echt kennis ter zake. Zij zijn niet zomaar ik weet niet wat. Zij zijn echt verbonden aan een universiteit. Wetenschappers of proffen onderuithalen, vind ik niet oké. Ik zal mij daartegen verzetten. Laat die man zijn werk doen. Ik ben zelf geen specialist. Ik geef eerlijk toe dat ik geen chemicus ben. Het is logisch dat ik mij als beleidsmaker baseer op wetenschappers of proffen en hun teams. De recentste waarden die het EPA heeft gepubliceerd zullen ongetwijfeld ook daar worden besproken.
Het ontwerp van besluit voor de omzetting van de nieuwe EU-Drinkwaterrichtlijn werd recent voor de eerste keer goedgekeurd en ligt nu voor bij de adviesraden. Het besluit voorziet de overname van de EU-normen voor PFAS in drinkwater en tevens in een streefwaarde van 4 nanogram per liter voor de PFAS uit het EFSA-advies binnen vijf jaar en in een jaarlijkse evaluatie door de betrokken ministers van de normen, met een rapportering aan de Vlaamse Regering. Een analoge aanpak wordt momenteel ook gevolgd in de ons omringende lidstaten. We zien dat de wetenschap zich continu ontwikkelt met die kennis en die informatie. Er komen telkens nieuwe dingen bij. Het is logisch dat we ons daarin laten bijstaan door wetenschappers en professoren.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik concludeer dat de overeenkomst die u hebt afgesloten met het EPA, de Vlaamse overheid zal voeden met informatie en dat dat een inspiratiebron zal zijn voor de Vlaamse professoren die u adviseren. Maar zult u zich daar ook op enten? Ik wil daar het volgende mee zeggen. Het EPA heeft een aantal zeer vooruitstrevende richtwaarden en saneringsnormen. Het is het instituut dat daar heel veel kennis over heeft verworven en het zet zware stappen vooruit. Mij lijkt het dan ook heel logisch dat dat niet zomaar een overeenkomstje is omdat dat goed klinkt, maar dat de Vlaamse burger even beschermd kan zijn tegen PFAS als de Amerikaanse burger en dat we zeer grondig kijken naar de normering die zij ontwikkeld en bestudeerd hebben en dat ook als inspiratiebron gebruiken. Het mag niet alleen dienen om een bezoek naar Amerika te verantwoorden en te vertellen hoe interessant dat het allemaal is. Mijn vraag is vooral, minister, in welke mate u de EPA-normen die ze ontwikkelen, gebruikt als basis om ons op te inspireren en daarmee aan de slag te gaan?
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Minister, u haalde daarnet al het technisch rapport aan over PFAS in de waterketen, waarop gewacht wordt. U haalde al aan hoe relevant en belangrijk dat zal zijn en dat de mensen daar hard op aan het werken zijn. Is daar een timing voor voorzien? Ik geloof dat ik niet alleen voor mezelf spreek maar ook voor collega's als ik zeg dat we daarnaar uitkijken om te weten waar we staan en waar we naartoe gaan. Alvast bedankt.
Minister Demir heeft het woord.
Dank u wel, collega's. U weet dat ik een van de ministers ben die niet graag reist. U moet maar eens nakijken: het verste waar ik ga, is Nederland. Ik doe dat gewoon niet graag. Maar als ik in het rapport van de onderzoekscommissie lees dat ik internationale samenwerkingen op touw moet zetten, oké, dan doen we dat, als het parlement dat zegt. Dat is ook gebeurd. Heel veel is ook via digitale weg gegaan, maar op een bepaald ogenblik verwachten ze u wel. Dan neem ik mijn verantwoordelijkheid en ga ik daarnaartoe, dik tegen mijn goesting, want ik doe dat eigenlijk niet graag. U mag dat gerust weten. Ik ben iemand die liever gewoon hier blijft verder werken op de dossiers, maar soms is het nodig om uit uw kot te komen, inderdaad, en dan moet men ernaartoe gaan en zijn kind achterlaten. Maar bon, als dat nodig is dan doen we dat. Maar het is niet een reisje zoals u dat in gedachten hebt. Ik vind het zelfs beneden elk niveau dat dat zelfs geïnsinueerd wordt.
Er is achter de schermen heel hard gewerkt door de medewerkers van het EPA en de medewerkers hier. Wat is de bedoeling? Zij waren ook heel blij, want zij waren meer vragende partij dan wij. Ik denk dat wij genoeg katten te geselen hebben hier in Vlaanderen, maar zij waren grote vragende partij omdat zij zich afvroegen hoe wij erin waren geslaagd om zo snel, op een jaar tijd, zo'n multinational zover te krijgen. De bedoeling is inderdaad dat wij elkaar informeren over saneringsmethodes, meetmethodes, milieuhandhaving enzovoort.
U weet ook dat wat betreft de regelgeving binnen Europa de Europese Commissie haar werk doet en dat we hier met Nederland en een aantal andere landen rond PFAS samenwerken. U kunt van mij niet vragen dat ik de Amerikaanse normen hier ga implementeren. Zo werkt het helaas niet. Zij hadden bijvoorbeeld in het verleden al een aantal zaken tegen een paar multinationals, ook tegen 3M. Als we een goede samenwerking hadden, dan waren we misschien veel eerder op de hoogte gesteld om op te passen in Zwijndrecht. Die dingen hebben we op touw gezet.
Voor het overige hebben we binnen Europa een aantal landen waar we goed mee samenwerken. Binnenkort komt dat op de agenda van de Raad Milieu, waar we ook vanuit Vlaanderen het woord zullen voeren. Dan is het ook aan professor doctor Karl Vrancken en zijn team die daar het nodige werk doen. Sommige ministers verklaren zich graag expert, ik niet. Ik heb sommige federale ministers horen zeggen dat ze een expert zijn. Ik geef eerlijk toe dat ik een beleidsmaker ben, maar ik laat me wel informeren en bijstaan door experten die dat veel beter weten. Zoals u weet, is het nu aan die experten om met de inzichten die er zijn – Europees, de wetenschap – op een gewone, normale manier om te gaan.
Want collega Schauvliege, als u de discussie doortrekt: bijvoorbeeld bij Ventilus hebben we stralingsnormen gemaakt in verband met de kabels. Daar hoor ik u heel weinig over zeggen of klagen, terwijl u hier zegt dat er nul risico moet zijn, dat de meest strenge normen er moeten zijn. Maar bij Ventilus kan het niet op. U werkt met twee maten en twee gewichten. U moet vooral blij zijn met de aanbeveling die de onderzoekscommissie gedaan heeft voor de internationale samenwerking. Het EPA was vragende partij. Er is hard gewerkt en op een bepaald ogenblik wordt op papier gezet hoe we daarmee omgaan. Dat is inderdaad goed. Als zij weet hebben van een heel grote vervuiler in Amerika, en die vervuiler zit hier ook, en we onmiddellijk een bericht krijgen om daar te gaan kijken, dan verliezen we minder tijd. Dat is het opzet van de samenwerking.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik heb net bij mijn vorige vraag een pleidooi over informatie-uitwisseling en transparantie gehouden. Dat is heel belangrijk. Op zich vind ik het ook supergoed dat er afspraken gemaakt zijn en dat er een uitwisseling is met het EPA. Ik heb daar helemaal niets op tegen, integendeel. Het is een zeer vooruitstrevende onderzoeksinstelling, die heel veel kennis over PFAS heeft en die ook heel strenge normen uitwerkt. Maar, minister, mijn vraag is natuurlijk vooral geïnspireerd vanuit het idee dat de instelling heel wat verder zit op het vlak van kennis en ontwikkeling. Die schuift daar heel wat strengere normen naar voren. U kunt geen zoete broodjes met hen gaan bakken zonder dat daar een engagement aan gekoppeld is. Daarmee bedoel ik dat de Amerikaanse burger beschermd wordt op basis van het studiewerk dat het EPA gedaan heeft. Dan lijkt het me ook logisch dat elke burger in de wereld van dat beschermingsniveau kan genieten. Dan is mijn dwingende vraag: ent u op de meest strenge normering op basis van alle kennis die er beschikbaar is. Gebruik die uitwisseling zeer goed om u daarvoor te inspireren. De Vlaming zal u daar dankbaar voor zijn. Als Europa minder strenge normen hanteert, bent u vrij om zelf voor strengere normen te gaan. Steek u dus alstublieft niet weg achter Europa.
De vraag om uitleg is afgehandeld.