Report meeting Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Report
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Minister, dit is de laatste vraag voor het zomerreces, als ik het goed voorheb.
Dat hangt af van u allen, als u zich kunt inhouden om bijkomende vragen in te dienen.
Door de covidpandemie is de druk op heel wat zelfstandige ondernemers sterk toegenomen, maar is gelukkig ook de aandacht voor het welzijn van onze ondernemers gestegen.
In het kader van haar programma Sociale rechtvaardigheid en armoede vond de Koning Boudewijnstichting het belangrijk zich te buigen over de moeilijkheden van zelfstandigen die door opeenvolgende crisissen, zoals covid, oorlog, inflatie, stijgende prijzen, tekort aan grondstoffen, werden getroffen.
Reeds in 2012 werkte de stichting rond dit thema en nu, tien jaar later, besloten ze te kijken wat in welke mate al bereikt is en of er ook nieuwe aanbevelingen nodig waren. De omgeving waarin onze ondernemers werken, is het voorbije decennium namelijk sterk veranderd, maar op hetzelfde moment blijven de specifieke kenmerken van zelfstandigen in moeilijkheden meer dan ooit dezelfde.
Professoren Johan Lambrecht van de KU Leuven en Didier Van Caillie van de Universiteit van Luik brachten in hun rapport verschillende aanbevelingen naar voren, onderverdeeld in drie categorieën: politieke en economische ondersteuning van de zelfstandige in moeilijkheden, financiële en administratieve ondersteuning, en bewustmaken, informeren en begeleiden van de zelfstandige in moeilijkheden.
Enkele van die aanbevelingen zijn specifiek gericht op de overheden van de deelstaten: overbruggingskredieten met staatswaarborg op regionaal niveau, financiële overheidssteun voor tewerkstelling van psychologen bij organisaties die zelfstandige ondernemers in moeilijkheden begeleiden, versterking van de basisopleiding en permanente vorming inzake de specifieke situatie van een zelfstandige in moeilijkheden voor alle professionals die werkzaam zijn op het gebied van zakelijk-financiële en maatschappelijke begeleiding. Denk ook aan het opzetten en financieren van een gestructureerd mentorsysteem voor de begeleiding van een – al dan niet toekomstige – zelfstandige door een ervaren zelfstandige, en het sensibiliseren over de impact van latente omstandigheden waardoor een zelfstandige in een spiraal van problemen dreigt te belanden.
Minister, ik had graag uw mening gehad over bovenstaande vijf aanbevelingen.
Op welke manier gaat u met het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) aan de slag met deze aanbevelingen?
Zijn er zaken waarvan u al zegt dat u er al mee bezig bent of waar u absoluut werk van maakt?
Is er ook een rol voor Dyzo weggelegd? Ik denk hierbij dan vooral aan de steun voor de tewerkstelling van psychologen en sensibiliseren.
Hoe ziet u de samenwerking met uw collega’s van Onderwijs en Welzijn om de positie van onze ondernemers in moeilijkheden te verbeteren?
Minister Brouns heeft het woord.
Net als mijn voorgangers ga ik binnen mijn bevoegdheden graag samen met VLAIO aan de slag met de aanbevelingen van de Koning Boudewijnstichting om zelfstandigen in moeilijkheden te ondersteunen. Gelukkig stel ik wel vast dat veel van deze aanbevelingen inderdaad heel vertrouwd klinken. VLAIO brengt met zijn partners veel van deze zaken vandaag al systematisch in de praktijk.
Ten eerste zijn er naar aanleiding van de opeenvolgende crises, zoals corona, brexit en de oorlog in Oekraïne, uiteraard al talrijke steunmaatregelen voor getroffen ondernemers opgezet. Kmo’s die vandaag lijden onder de gevolgen van de oorlog in Oekraïne kunnen aanspraak maken op een overbruggingslening van de Vlaamse overheid. Het beschikbare budget werd daartoe verdubbeld naar 200 miljoen euro en de maatregel wordt nu bij de Europese Commissie aangemeld voor een verlenging tot eind 2022 onder het nieuwe tijdelijke staatssteunkader voor Oekraïne.
Daarnaast vestig ik ook graag de aandacht op onze performante generieke waarborgregeling die de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) beheert. Uit de feedback van dezelfde organisaties is gebleken dat deze automatische regeling tijdens de verschillende crisisperiodes goed is blijven functioneren en niet aangepast moet worden.
Ten slotte steunen we structureel de werking van Hefboom en microStart. Zij verstrekken microkredieten aan starters en herstarters, en ondernemers die in moeilijkheden dreigen te komen en een doorstart willen nemen. We spelen dus in de praktijk zeer uitgebreid in op de eerste aanbeveling van de Koning Boudewijnstichting.
Op het vlak van ondersteuning van ondernemers in moeilijkheden staat vanzelfsprekend onze samenwerking met Dyzo centraal. De werking van Dyzo steunt op vaste medewerkers en talrijke vrijwilligers en wordt al verschillende jaren gesubsidieerd. Naast de structurele jaarlijkse werkingssubsidie van Dyzo van 585.000 euro hebben we aan Dyzo voor een periode van twee jaar – van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2023 – een extra brexitsubsidie van in totaal 300.000 euro toegekend. Hiermee kon Dyzo één extra voltijdequivalent met een psychologisch profiel aanwerven op freelance basis, om ondernemers ook op dat vlak ondersteuning te bieden. Daarmee spelen we rechtstreeks in op de tweede aanbeveling.
De Koning Boudewijnstichting wijst er terecht op dat gemeentelijke ambtenaren economie nog onvoldoende bekend zijn met hoe om te gaan met ondernemers in moeilijkheden. Precies daarom blijft dit voor Dyzo een belangrijk aandachts- en werkpunt. Dyzo ontwikkelde al in 2020 scripts voor derden die lokale besturen zelf kunnen gebruiken om eerstelijnsadvies te geven. Dyzo kan zich dan zelf meer toeleggen op langdurige begeleiding. Daarnaast organiseert Dyzo ook vormingen, waardoor gemeenten hun ondernemers uit de buurt beter kunnen opvangen wanneer deze in moeilijkheden geraken.
In 2021 realiseerde Dyzo tien opleidingen gericht op lokale besturen en ambtenaren lokale economie met meer dan honderd deelnemers. Dat laat duidelijk zien dat ambtenaren van lokale besturen, centra algemeen welzijnswerk (CAW’s) enzovoort vragende partij zijn voor dergelijke bijscholing. Begin 2021 werd de website van Dyzo volledig vernieuwd, wat ook naar de gemeenten, lokale besturen en OCMW’s een meerwaarde is. Op die manier werkt Dyzo dus sterk op de vijfde aanbeveling van de Koning Boudewijnstichting, namelijk sensibilisering.
Daarnaast organiseerden de relatiebeheerders lokale besturen van VLAIO eind vorig jaar een overlegtafel ‘ondernemers in moeilijkheden’ met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), tijdens dewelke Dyzo zijn dienstverlening naar de gemeenten voorstelde. De VVSG bracht de dienstverlening daarna ook onder de aandacht tijdens de regionale overlegtafels. De VVSG en Dyzo organiseerden eind 2021 ook samen drie opleidingen, die telkens volzet waren. VLAIO bekijkt momenteel of deze initiatieven ook in 2022 kunnen of moeten worden herhaald. Zij implementeren immers de derde aanbeveling van de koning Boudewijnstichting, namelijk opleiding en permanente vorming.
Naast de structurele samenwerking met Dyzo wordt actief samengewerkt met partners en stakeholders met een complementaire werking, zoals lokale besturen, kennisinstellingen, beroepsverenigingen en de Federatie Vrije Beroepen. Voka heeft peterschapsprojecten, zoals Plato, en ook UNIZO werkt volgens de aanpak die de koning Boudewijnstichting in haar vierde aanbeveling vooropstelt.
Zoals gezegd, hebben we de aanwerving van 1 bijkomende voltijdsequivalent (vte) met een psychologisch profiel bij Dyzo mogelijk gemaakt. Concreet wordt zo in een honderdtal gesprekken voorzien met klanten met psychologische noden, evenals in 18 zelfhulpgroepen met 180 deelnemers. Dat laatste maakt dus ook ervaringsuitwisseling tussen ondernemers mogelijk.
Voor wat mijn eigen bevoegdheden betreft, is het duidelijk dat we maximaal inspelen op deze aanbevelingen en dat ook zullen blijven doen. Ik zal er ook over waken dat de slagkracht van Dyzo op peil blijft, want dat is nodig. Het is essentieel dat hun dienstverlening ter beschikking staat van ondernemers die het vandaag moeilijk hebben. Maar het ondernemerschapsbeleid mag nooit de taak van de gezondheidszorg willen overnemen. Tijdige doorverwijzing naar de reguliere mentale en fysieke gezondheidzorg is essentieel. Zowel Dyzo als onze andere partners, binnen en het buiten het contract ondernemerschap, zijn zich daar terdege van bewust. Men moet inderdaad die signalen leren opvangen en doorverwijzen.
Op het vlak van samenwerking met Onderwijs zijn de bijdragen aan ondernemend onderwijs vanuit mijn bevoegdheden zeer aanzienlijk: VLAIO en de partners Vlajo, UNIZO Onderwijs & Ondernemen, MyMachine vzw en de ecosystemen voor student- ondernemerschap leveren op dit vlak bijzondere prestaties. We blijven in afstemming met de minister van Onderwijs het aanbod optimaal richten op de actuele behoeften in het onderwijs en zo bijdragen aan beter voorbereide ondernemers.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Minister, uw antwoord was nog omstandiger en duidelijker dan van uw voorganger. Ik dank u daarvoor.
Het stemt mij gelukkig dat u Dyzo de aandacht blijft geven die ze verdienen en hen blijft ondersteunen. Ik heb geen bijkomende vragen.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Vandaag in de krant stonden cijfers van het Onafhankelijk Ziekenfonds. Tussen 2018 en 2021 is er een stijging van de burn-outs met 66 procent en een stijging van de depressies met 12 procent. Dan staat er nog iets heel vreemd: 42 procent meer mensen met een tenniselleboog. Ik denk dat dat dan voornamelijk door de rage van de padel komt of zo. (Gelach)
Ik weet niet in hoeverre onze ondernemers daar last van hebben.
We zien wel dat de cijfers in slechte zin evolueren. Dyzo levert heel mooi werk en werkt met heel wat vrijwilligers. Dat zijn mensen die zich vrijwillig inzetten om de ondernemers verder te ondersteunen. Het is belangrijk om hier nog eens het sterke werk van die mensen en de vele vrijwilligers te benadrukken en te zeggen dat we hen daar enorm dankbaar voor zijn.
Gelet op alle crisissen die op onze ondernemers zijn afgekomen, zoals corona, brexit en de Oekraïnecrisis, is die ondersteuning wel degelijk nodig. We moeten misschien eens bekijken hoe we nog een stap eerder op preventie kunnen werken. Ik weet niet of jullie daarmee bezig zijn of dat jullie in contact zijn met minister Crevits van Welzijn om te bekijken wat er nog mogelijk is specifiek voor ondernemers op het vlak van mentale problemen.
Minister Brouns heeft het woord.
Ik verwijs in dat verband graag naar de werkbaarheidsmonitor van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV), die daar de nodige aandacht aan schenkt, en ons beleidsmatig de nodige input kan geven over de mogelijkheden die we daarbij hebben. Net als bij werknemers, moeten we ook bij de ondernemers aandacht daarvoor hebben, omdat de cijfers die vandaag zijn bekendgemaakt laten zien dat het aandeel ondernemers daarin in stijgende lijn zit. De werkbaarheidsmonitor is voor ons daarbij een heel belangrijk instrument om verder mee aan de slag te gaan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.