Report meeting Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Report
De heer Keulen heeft het woord.
Vanaf 23 juni, dat is dus vandaag, zal het bedrijf Flibco busverbindingen inleggen van en naar de luchthaven van Zaventem. Op zich is dat weinig nieuwswaardig, ware het niet dat Flibco het eerste privébedrijf is dat binnenlandse lijnbusdiensten aanbiedt. Andere private busoperatoren bieden vaak binnenlandse trajecten aan als onderdeel van een langere grensoverschrijdende verbinding. FlixBus is hiervan waarschijnlijk het bekendste voorbeeld.
De mogelijkheid om vergunningen uit te reiken voor geregeld vervoer dat niet wordt aangeboden door de interne operator, werd voorzien in het decreet Basisbereikbaarheid, dat in 2019 door dit parlement werd goedgekeurd. In het regeerakkoord werd daar ook de volgende passage aan gewijd: “Tegelijkertijd stimuleren we eveneens het privaat collectief vervoer door busbanen ook open te stellen voor private bussen en taxi’s en door groen licht te geven voor private busverbindingen. We verruimen het aanbod met snelle, inter-stedelijke lijnen, maximaal op vrije busbanen. De Vlaamse Regering kan een vergunning weigeren als ze besluit dat het vervoer de levensvatbaarheid van vergelijkbaar vervoer op de directe verbindingen in kwestie, waarvoor reeds een openbare dienstencontract is afgesloten, ernstig in het gedrang kan brengen.”
Dus, ‘fair enough’ dat we wat dat betreft ook iedereen de spelregels doen respecteren.
De uitrol van het privaat geregeld busvervoer in Vlaanderen volgt dus pas enkele jaren nadat de mogelijkheid in de wetgeving werd voorzien. De covidpandemie is daar uiteraard debet aan. Het reguliere openbaar vervoer en internationale busverbindingen zoals FlixBus kenden immers een sterke terugval, waardoor het weinig interessant was om nieuwe verbindingen op te starten. Hopelijk kunnen er nu, in aanvulling op het bestaande vervoersaanbod, meer van dergelijke initiatieven worden uitgerold, die inzetten op ontbrekende grensoverschrijdende connecties of die een aanbod voorzien op tijdstippen waarop er geen of nauwelijks snelle collectieve vervoersalternatieven beschikbaar zijn, bijvoorbeeld tijdens de nachtelijke uren.
Minister, ik heb vier vragen.
Op welke manier ondersteunt de Vlaamse overheid de uitrol van private busverbindingen? Wordt er proactief contact gelegd met operatoren om in te spelen op ontbrekende verbindingen?
Hebt u zicht op de impact die de covidpandemie heeft gehad op het aanbod aan private busverbindingen in Vlaanderen? In hoeverre is het aanbod intussen weer op het niveau van voor de pandemie, dat is midden 2020?
Vraag drie vind ik heel belangrijk, minister. Die gaat over de praktische organisatie en het geven van kansen in het belang van de reiziger, wat ons altijd moet drijven. In tegenstelling tot vele andere regio’s is er in Vlaanderen weinig echte halte-infrastructuur beschikbaar voor private nationale en internationale busverbindingen. Het signaleren roept bij iedereen meteen herkenbare beelden op, denk ik. Dat zorgt soms voor chaotische toestanden aan de haltes van deze bussen, zoals bijvoorbeeld in Antwerpen op het Koningin Astridplein. Wordt er samen met lokale besturen en vervoerregio’s werk gemaakt van een actief beleid rond de halte-infrastructuur? Ik denk dan aan een stuk gemeenschappelijk gebruik, en dat in de nabijheid van bijvoorbeeld treinstations, snelwegen en luchthavens.
Dan heb ik ten slotte nog een laatste vraag. Welke mogelijkheden ziet u om private busverbindingen te stimuleren binnen het collectieve vervoersaanbod in Vlaanderen? Opnieuw complementair, dus supplementair ten opzichte van het reguliere aanbod en dan vooral op momenten dat dat geen aanbod heeft, bijvoorbeeld de late of heel vroege uren, of dat soort dingen.
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor uw vragen, mijnheer Keulen. Uiteraard draagt elke vorm van collectief vervoer bij aan meer duurzaam vervoer. Wat dat betreft, juich ik dus zeker het initiatief van de firma Flibco toe waarmee zij een samenwerking opzet met Brussels Airport. Daarmee zorgt ze er eigenlijk voor dat er hier een internationale intermodale hub komt, door het aanbod uit te breiden en te zorgen voor shuttlebussen van en naar Brussels Airport.
Zoals u zei, is vandaag inderdaad de dag dat ze officieel starten. Ze starten met twee lijnen van en naar Brugge, met een tussenstop in Gent, en ook naar Lille. In het najaar volgen andere lijnen, onder andere naar Antwerpen, Luik, Breda, Eindhoven en Maastricht.
Het voordeel van die shuttlebussen is dat ze al vanaf 4 uur ’s morgens beginnen te rijden, en ze rijden tot 23.45 uur. Ze zijn helemaal gericht op de vluchten die vertrekken of aankomen. De ritten starten vanaf 4,99 euro per persoon. Een bijkomende troef is dat ze een 'Door2Gate'-service hebben. Ze komen u dus aan huis oppikken en brengen u tot de juiste locatie op de luchthaven. In totaal gaan zij een twintigtal bussen inzetten. Daarvoor zal Flibco samenwerken met het lokale busbedrijf Leonard.
Dit is allemaal mogelijk dankzij de liberalisering die we recent hebben doorgevoerd. U vraagt specifiek naar de rol van de Vlaamse overheid in dit verhaal. Wel, als wij het kader niet gecreëerd hadden, dan was dit uiteraard niet mogelijk. Wij hebben eind 2021 een besluit ter goedkeuring aan de Vlaamse Regering voorgelegd. Vroeger was het immers alleen toegestaan dat een private speler een lijn aanbood als die uit het buitenland vertrok of in het buitenland aankwam. Het moesten dus noodzakelijk grensoverschrijdende lijnen zijn. We hebben daar verandering in gebracht. Het besluit van de Vlaamse Regering (BVR) dateert van eind 2021 en is officieel in werking getreden op 5 maart 2022. Vervolgens is het dan aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (DMOW) om de nodige vergunningen ter beschikking te stellen.
De firma Flibco heeft zich onmiddellijk met ons in verbinding gesteld, met de vraag of zij zo snel mogelijk een vergunning konden bekomen. Dat is dan ook gebeurd. Uiteraard wordt er ook advies gevraagd aan de vervoermaatschappij De Lijn. De Lijn zag absoluut geen probleem in de service die men hier aanbiedt. Ik denk dat het een goede zaak is, want nogmaals: elke vorm van meer collectief vervoer is sowieso ook meer duurzaam vervoer.
Uw tweede vraag betreft de impact van de covidpandemie op de private busmaatschappijen en busverbindingen.
Ik heb niet de allerlaatste cijfers van dag op dag. We volgen dat natuurlijk wel op van De Lijn. Het is de Federatie van de Belgische Autobus- en Autocarondernemingen en van Reisorganisatoren (FBAA) die dat continu monitort en opvolgt.
Op grote lijnen weten we wel dat zowel voor het geregeld vervoer als voor het niet-geregeld vervoer – de vraag van verenigingen, scholen en allerlei toeristische uitstappen – er een enorme boost op de markt is. Ze kunnen dus de covidpandemie, en de impact ervan, achter zich laten. Het niet langer verplicht dragen van het mondmasker geeft een enorme meerwaarde, zeker ook voor de intercitybussen. We zien dat daar opnieuw enorm veel vraag naar is.
Uw derde vraag betreft de halte-infrastructuur. Er wordt sowieso werk gemaakt van een actief haltebeleid met de lokale besturen en de vervoerregio’s. Daarbij is de vervoermaatschappij De Lijn aangeduid om het haltebeheer van het kernnet (KN), het aanvullend net (AN) en het vervoer op maat (VOM) te trekken. Het klopt uiteraard dat er daarnaast ook aandacht nodig is voor haltes voor private busverbindingen, en dat er ook daar de nodige infrastructuur voor is. Dat zal zeker ook mee opgenomen worden in de verdere gesprekken. Het is nu niet direct een noodzaak voor Flibco, omdat zij zich sowieso volledig op een site van de luchthaven begeven. Maar we moeten daar alleszins zeker ook rekening mee houden. Zoals u zelf zei, hebben ook de FlixBussen vaak nood aan specifieke plaatsen, en chaos kunnen we beter overal vermijden.
Gaan we dergelijke private busverbindingen nog meer stimuleren? Ik denk dat het sowieso spontaan zal groeien, en dat het ook een kwestie is van vraag en aanbod. Daar waar er niches zijn inzake lijnen of aanbiedingen waar De Lijn op dit ogenblik niet op inspeelt, zoals de luchthaven, of de grensoverschrijdende verbindingen waar FlixBus op inzet, moeten we dat alleen maar toejuichen. We hebben het kader gecreëerd en het is nu dus mogelijk voor andere spelers. Dat zorgt weer voor meer duurzaamheid in ons vervoer, en daar moeten we allemaal op blijven inzetten als we onze klimaatdoelstellingen willen halen en als we willen gaan voor meer gezonde lucht.
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, dit is eigenlijk goed nieuws. Vandaag is dus opnieuw een belangrijke dag. Het is in feite ook een mijlpaal. Ik heb er altijd voor gepleit om ons niet op te sluiten in ideologische blokkages. Ik krijg wat dat betreft vaak andere beelden over mijn opvattingen voorgeschoteld. We hebben iedereen nodig. We hebben steeds meer mensen nodig die de stap zetten naar dat openbaar vervoer. Dat moet reizigersvriendelijk worden georganiseerd.
Vandaar de vraag, minister, om samen met die vervoerregio’s te bekijken hoe we halte-infrastructuur kunnen delen, hoe we kunnen zorgen dat de reizigers op een veilige manier ook van dit aanbod gebruik kunnen maken, niet om De Lijn of de pachters een hak te zetten en reizigers af te snoepen, maar opnieuw in het belang van de reiziger. Mensen die de stap zetten in de richting van het openbaar vervoer, zullen dat meestal doen ten koste van de wagen. Dat is de reële modal shift. Dat is het verder bereiken van die modal shift en van een meer duurzame organisatie, en van meer duurzame verplaatsingen, die absoluut nog meer gemaakt moeten worden. Op dat vlak is er nog grote maatschappelijke winst te boeken.
Ik denk dat we dit dus vooral als een complementair verhaal in de markt moeten zetten. Dit zorgt voor minder druk op onze Vlaamse wegen, meer milieucomponent, meer duurzaamheidscomponent. Onze boodschap is, minister, en daar ga ik ook mee afronden: probeer binnen die vervoerregio’s open geesten te vinden die willen meekijken hoe we die halte-infrastructuur kunnen delen, waardoor mensen op een veilige, toegankelijke, herkenbare plaats kunnen opstappen. Ik denk dan dat dit inderdaad een succesverhaal kan worden, en dat is gewoon goed voor de Vlaamse regio.
De heer Bex heeft het woord.
Collega’s, ik heb mezelf beloofd om te stoppen met politiek voor ik cynisch word, maar ik ga toch even een cynische bedenking maken, als u me permitteert, collega Keulen. Ik wil de regering feliciteren met de eerste effectieve realisatie in het kader van basisbereikbaarheid. Het is bizar dat dat moet komen van een private firma. Ik wil de regering ook feliciteren met het feit dat er gewerkt wordt aan de klimaatdoelstellingen door reizigers naar de luchthaven te brengen. Dat is niet zo milieuvriendelijk.
Tot zover die cynische kant. Ik wil ook vooral zeggen dat er ook goede kanten zijn aan dat privaat busvervoer, zeker en vast. Ik denk dat we dat inderdaad moeten stimuleren, want wat collega Keulen zegt, klopt. We moeten proberen om mensen zoveel mogelijk, in plaats van voor hun auto, voor collectief vervoer te laten kiezen.
Ik heb twee concrete bedenkingen of vragen, minister. Ik hoor u zeggen – en dat is wellicht een beetje inherent aan het businessmodel van deze operator – dat ze de mensen thuis gaan afhalen om ze naar de luchthaven te brengen. Ik hoop dat dat niet gebeurt met van die supergrote bussen die dan allerhande woonwijken om vier uur ’s ochtends gaan doorkruisen, maar dat dat eerder met kleinere busjes gebeurt. Kunt u daar iets meer over zeggen?
Wat ook heel belangrijk is, en dat geldt in het algemeen, niet specifiek voor deze bussen, maar bijvoorbeeld ook voor FlixBussen die we in Antwerpen en Brussel zien … Eigenlijk is dat een dikke merde – als ik het zo mag zeggen – dat die bussen een heel stadscentrum doorkruisen om in het stadscentrum een paar mensen af te zetten of op te pikken, terwijl die misschien evengoed aan een openbaarvervoerhalte net buiten de stad opgehaald of afgezet kunnen worden. Ik denk dat we dat wel moeten proberen te stimuleren, want anders zijn we problemen aan het creëren in plaats van ze op te lossen. Ik wou vragen in welke mate u daarvoor aandacht hebt.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, u hebt gezegd dat de opstart van Flibco.com ook de ‘Door2Gate’-service omvat, en zoals u weet, is dat een gedeelde mobiliteitsoplossing, dus inderdaad om mensen vanaf hun woning, kantoor of hotel naar de luchthaven te brengen. Dat nieuwe systeem lokaliseert reizigers die zich op een gelijkaardig tijdstip naar de luchthaven willen verplaatsen en berekent de beste route op basis van verkeersomstandigheden. Dat heeft dan een aantal voordelen, onder andere inzake de kostprijs, de uitstoot en de beperking van congestie op de wegen.
Mijn vraag is: ziet u voor dat algoritme – want die ‘Door2Gate’ is een algoritme – een mogelijke rol weggelegd binnen de uitrol van basisbereikbaarheid, naar efficiëntie toe? Zo ja, welke mogelijkheden?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Keulen, het klopt inderdaad dat we samen met de lokale besturen en de vervoerregioraden kijken naar de haltes. Daar zullen we volop werk van maken.
Mijnheer Bex, wat betreft uw cynische noot van ‘reizigers naar de luchthaven brengen’: ik denk dat u ook wel weet dat er rondom de luchthaven ruim twintigduizend mensen werken. Zij moeten ook van en naar hun werk gaan; zij kunnen ook gebruikmaken van dit collectieve vervoer. Ik denk dat het veel duurzamer is als deze mensen gebruik kunnen maken van het collectieve vervoer. Als ze om 5 uur beginnen te werken in de luchthaven van Zaventem, dan kunnen ze om 4 uur opstappen in Gent, als het ware, en met deze private busmaatschappij richting de luchthaven gaan. Ik vind dat nog altijd een goede zaak. Ik vind dat een vorm van collectief duurzaam vervoer. De cynische noot van ‘ze gaan dan naar de luchthaven en gaan daar een vliegtuig nemen’, die laat ik in het midden. Het is gewoon de realiteit dat heel veel mensen een vlucht moeten nemen, al dan niet noodzakelijk, en dat heel wat mensen rondom de luchthaven werken. Wat dat betreft, juich ik dit verhaal zeker toe. Het is een verhaal waarvoor we dit gecreëerd hebben en dat nu ook de mogelijkheid biedt.
Wat betreft de ‘Door2Gate’-oplossing: het is ook net weer de meerwaarde, denk ik, dat ze shuttles van thuis tot aan de luchthaven ter beschikking hebben. Men zoekt dan via algoritmen waar alle aanvragen specifiek gesitueerd zijn en berekent aan de hand daarvan de beste route. Dat is het model dat Flibco hanteert; dat hebben ze ons toen ook uitgelegd. In de eerste fase, waar ze dus nu mee gestart zijn, zullen zij daarvoor in totaal een twintigtal bussen inzetten. Ik denk opnieuw dat dat een meerwaarde is, en beter op die manier dan allemaal met eigen individueel vervoer. Vandaar ben ik alleszins blij en tevreden dat Flibco onmiddellijk op de wagen is gesprongen die wij hebben gefaciliteerd met die aanpassing in de regelgeving.
De heer Keulen heeft het woord.
Het ergens aan de rand afzetten van mensen en die dan met aangepast vervoer naar huis brengen, is volgens mij een waardevolle suggestie, collega Bex. Alleen denk ik dat u zichzelf in de voet schiet als iemand op, laten we zeggen, onregelmatige uren, zoals heel vroeg ’s morgens of ’s nachts, ergens aan de rand van de stad wordt afgezet, meer bepaald vanuit het oogpunt van veiligheid, het veiligheidsgevoel en het aanbieden van een aantrekkelijk alternatief. Dat moet toch wel op een goede manier worden bekeken.
Cynisme is in die zin ook weer iets gevaarlijks, omdat de goede kanten van een dergelijk complementair aanbod zo ook heel gemakkelijk worden overschaduwd. De ideale oplossing bestaat niet. Het ideale is altijd de vijand van het goede. Ik denk gewoon dat meer mensen op de bus inderdaad een goede zaak is. Als we ons daar niet te veel laten vastzetten of vastplakken in ideologische blokkages, kan dit inderdaad een aanzet zijn voor steeds meer mensen, voor nog meer mensen, om de wagen links te laten liggen en de stap te zetten richting openbaar vervoer. We moeten de mensen een dermate kwalitatief aanbod kunnen bieden, waardoor ze ook geen reden meer hebben om voor het dure alternatief te kiezen, wat een wagen in de praktijk toch is.
Laat daar ook inderdaad vooral duizend bloemen bloeien – ik heb het nog eens gezegd. En geef daar ook vooral het signaal aan uw diensten, minister, om dat niet kapot te willen maken, vanuit een enge benadering dat wie niet van ons is, tegen ons is. Zet hier altijd de bril op van de reiziger en het algemene maatschappelijke belang: meer duurzame verplaatsingen door middel van het openbaar vervoer.
De vraag om uitleg is afgehandeld.