Report meeting Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Report
De heer Daniëls heeft het woord.
De Federale Regering besliste om het belastingvoordeel voor mantelzorgers aan te passen. Wanneer je een grootouder, ouder, broer of zus van minstens 65 jaar in huis neemt, zul je voortaan een groter belastingvoordeel krijgen. Op zich is dat grotere belastingvoordeel een goede zaak, maar een belangrijke kanttekening bij de bovenstaande beslissing is de aanpassing van de criteria. Wanneer je een beroep wilt doen op het hogere belastingvoordeel zal de persoon voortaan zorgbehoevend moeten zijn. Dat betekent dat er een verminderde zelfredzaamheid moet zijn van ten minste 9 punten. Deze wijziging kan echter wel een grote impact hebben aangezien niet alle personen met een ondersteuningsnood automatisch ook zorgbehoevend zijn. Ook de leeftijdsvoorwaarde wordt de komende jaren opgetrokken naar 66 jaar vanaf 2025 en 67 jaar vanaf 2030, en dat correspondeert met de pensioengerechtigde leeftijd.
De regel is van toepassing op personen die in de huidige belastingaangifte voor een eerste keer beroep willen doen op het fiscaal ten laste nemen van een grootouder, ouder, broer of zus van 65 jaar of ouder. Als de persoon niet zorgbehoevend is, valt men terug op het belastingvoordeel voor andere personen ten laste. Voor personen die reeds een persoon ten laste hadden bij een vorige belastingaangifte die evenwel niet voldoet aan de nieuwe verstrengde voorwaarde geldt een overgangsregeling. Daarbij blijft de oude regeling nog 4 jaar geldig, tenzij de nieuwe regeling voordeliger zou zijn.
Collega’s, u vraagt zich misschien af waarom ik deze vraag in het Vlaams Parlement stel. Voor mij is dit helder, omdat dat uiteraard een impact heeft op hoe we omgaan met ouderen en op welke manier we waar welke ondersteuning voorzien. Recent lanceerde de Vlaamse Regering immers ook het nieuwe mantelzorgplan 2022 – 2024. Dit plan bespraken we al kort in de plenaire vergadering van 4 mei 2022 met de toenmalige minister Wouter Beke. De uitdagingen in onze ouderenzorg zijn niet min. Zowel inzake capaciteit als de nodige middelen komt er een grote uitdaging op ons af. Er wordt heel veel gesproken over de vergrijzing in het licht van de pensioenkost, maar ook de vergrijzing in het licht van de zorg, in alle mogelijke facetten, is belangrijk. We hebben het er met verschillende collega’s, onder meer met mevrouw De Martelaer, in deze commissie al verschillende keren over gehad.
Mantelzorg is volgens onze fractie een belangrijk antwoord op de vraag hoe de oudere zorgvrager langer in zijn eigen context wil en kan blijven, waarbij men kan evolueren van de ondersteuning naar de zorg van een naaste, met hulp van professionals. Men denkt bij mantelzorg heel vaak aan iemand die thuis blijft wonen bij wie mensen dan langskomen, maar mantelzorg kan ook in de omgekeerde richting. Als iemand niet meer thuis woont, maar bij kinderen gaat inwonen, is dat ook een belangrijke stap om in de eigen context te kunnen blijven wonen, zonder dat men naar een residentiële setting moet overgaan of zonder dat er veel meer ondersteuning moet zijn.
Minister, die federale fiscale aanpassing dreigt nu toch een impact te hebben op ons Vlaams mantelzorgplan gericht op oudere zorgvragers.
De aanpassing van de voorwaarden zal ervoor zorgen dat minder gezinnen in aanmerking komen voor de nieuwe fiscale regeling en ook minder gestimuleerd zullen worden om dat te doen. Hoe kunnen we dit opvangen? Hoe kunnen we die gezinnen op een andere manier ondersteunen?
In welke mate heeft deze federale beslissing impact op het nieuwe Vlaams mantelzorgplan dat recent werd gelanceerd en werd met die federale beslissing al rekening gehouden?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, donderdag is het Dag van de Mantelzorg. De vraag komt dus op een goed moment, dacht ik, maar blijkbaar is die vraag hier vorig jaar ook gesteld. Het antwoord zal dus misschien een herhaling bevatten.
De aanpassing van de voorwaarden versterkt sowieso het fiscaal voordeel voor mantelzorgers die effectief zorg opnemen voor oudere inwonende familieleden. Ik wil ook wel meegeven dat het gaat om een federale beslissing, waardoor het belastingvoordeel met 50 procent wordt versterkt voor mantelzorgers die daadwerkelijk zorg op zich nemen. Dat betekent dus een fiscaal steuntje in de rug. Men heeft ervoor gekozen om terug te keren naar de initiële doelstelling van dit fiscaal voordeel en het criterium ‘hulpbehoevendheid’ nu ook wettelijk te verankeren. Op die manier kon men het bestaande belastingvoordeel met 50 procent verhogen voor diegenen die het echt nodig hebben. Dat is een doelgerichte aanpassing in het voordeel van onze mantelzorgers. Er is ook in een overgangsregeling voorzien, tot en met het inkomstenjaar 2024, waardoor gezinnen voorlopig hun voordeel behouden, ook indien ze niet voldoen aan het criterium van de hulpbehoevendheid. Dat is een ruime overgangsregeling, zeker gelet op het feit dat de situaties van samenwonen zonder ondersteuning bij een zorgbehoefte eigenlijk nooit werden beoogd.
Dan het effect op het mantelzorgplan. Ik heb het al gezegd: dit versterkt het belastingvoordeel met 50 procent voor mantelzorgers die daadwerkelijk zorg opnemen, en betekent zo dus een niet onbelangrijk fiscaal steuntje in de rug voor hen.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, nu is het nieuwe Vlaamse mantelzorgplan er. Dat is natuurlijk anders ten opzichte van vorig jaar. Dat heeft daar natuurlijk wel een impact op. Als je vroeger iemand in huis nam, dan gaf dat een fiscaal voordeel. Als die een zorgnood had, maar nog niet die negen punten van zorgbehoevendheid had, dan had men een fiscaal voordeel. Dat valt nu weg. Er is ons Vlaams plan om ook de vergrijzing te bekijken. Zoals ik daarnet aangaf, zal niet alles in een residentiële setting gebeuren, maar maximaal in de eigen context. Dat is ook een onderdeel. Die eigen context, dat kan thuis zijn, maar ook bij broers of zusters, bij de eigen familie. Hierdoor valt er dus wel een incentive weg om dat te doen en waarbij ook een deel van die kosten mee wordt gedragen. Het was daarover dat mijn vraag specifiek ging: is de impact van die maatregel ook meegenomen in het nieuwe Vlaamse mantelzorgplan voor 2022-2024? In dat plan kan men immers wel veel spreken over sociale statuten en speciale statuten en dergelijke meer. Dat is één kant in het verhaal. Collega’s, helaas botsen we in dezen opnieuw – ik moet het nog eens herhalen – op de werking, of veeleer het niet werken van dit land. Minister, u hebt er niet naar verwezen in uw antwoord. Ik neem dus aan dat eigenlijk niet met u is doorgesproken wat de impact is op dat Vlaamse mantelzorgplan en hoe wij omgaan met de vergrijzing. Minister, dat was eigenlijk mijn vraag, dus ik stel ze nog even opnieuw.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Minister, mijn vraag is niet helemaal hetzelfde als wat de heer Daniëls vraagt. Er is ook een federale tegemoetkoming in het kader van een thematisch verlof voor mantelzorg. Vlaanderen geeft daar een extra aanmoedigingspremie bovenop. Dit past wel binnen de totaalproblematiek van mantelzorg en mantelzorgverlof. Naar aanleiding van een schriftelijke vraag is gebleken dat dit maar in een 22-tal dossiers is aangevraagd. Dat is erg weinig, zeker gezien de grote nood. Is er onderzocht of zal er worden onderzocht waarom maar zo weinig mensen dat aanvragen? Kan er misschien een campagne worden opgezet om dat ruimer bekend te maken?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Daniëls, de reden waarom er eigenlijk geen impact is, is dat de federale overgangsmaatregel tot 2024 loopt. Dat is net dezelfde periode als die van het mantelzorgplan. Eigenlijk is er vandaag dus nog geen impact, maar in het volgende mantelzorgplan zullen we daar dus daadwerkelijk rekening mee moeten houden.
Collega De Martelaer, ik was daarnet eventjes aan het glimlachen omdat ik de schriftelijke vraag had gelezen en wist dat er een vraag uit zou komen. Ik wist natuurlijk niet dat het vanmiddag zou zijn. De premie heb ik als minister van Werk nog mee goedgekeurd, en nu krijg ik dus de vraag waarom het er maar 22 zijn. Ik vond dat ook heel weinig. Vandaar dat die schriftelijke vraag niet aan mijn aandacht is ontsnapt. We zijn aan het bekijken wat de oorzaken zijn, en ook hoeveel het er federaal zijn, en wat de mogelijke verschillen zijn. Immers, als je dit federaal vraagt, kan je het ook op Vlaams niveau vragen. Als ik me niet vergis, is die vraag nog niet zo lang geleden beantwoord. Als u het niet was aan wie ik dat heb bezorgd, was het iemand anders.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, dank u wel. U glimlachte toen u antwoordde dat het nog geen impact heeft omdat dit nu net tot 2024 loopt. Feitelijk is dat uiteraard juist, maar er is natuurlijk de vergrijzing die op ons afkomt. Vanaf 2024 zal die zeker nog harder toeslaan. Ik wil dus een oproep doen. Mensen die mantelzorg organiseren, zijn eigenlijk niet bezig met al die zaken. Die zijn in de eerste plaats bezig met het gerund krijgen van de boel, met praktische beslommeringen: met de vraag wie er morgenvroeg zal zijn, met het sleutelkluisje hangen, met de vraag welke vaste verpleger wanneer op reis gaat, met het incontinentiemateriaal in een witte zak naar het containerpark brengen omdat het erg warm is. Fiscale statuten, papieren, daar zijn die niet mee bezig. Dan is er ook nog dat federaal en dat Vlaams kunnen aanvragen en dergelijke meer. Ik verwijs naar de recente cijfers. Vorig jaar waren het er 22, nu 32. In mijn eigen provincie, Oost-Vlaanderen, zijn er in totaal 6 aanvragen voor een aanmoedigingspremie met het motief mantelzorg ingediend en goedgekeurd. 6, in heel Oost-Vlaanderen. Het is niet zo dat er in Oost-Vlaanderen maar 6 mensen mantelzorg krijgen. Dat zullen grote veelvouden zijn. Mijn oproep is dus om ter zake iets heel eenvoudigs en transparants te maken, zodat mantelzorgers met één klik op de knop direct kunnen vinden wat ze nodig hebben.
De vraag om uitleg is afgehandeld.