Report meeting Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Report
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, vorige week in de plenaire vergadering gaf u mee dat er een advies was van de Europese Commissie op het ontwerp van de Vlaamse versie van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Het GLB start op 1 januari 2023, Vlaanderen heeft hier dus een ontwerpplan voor opgemaakt. De bedoeling is dat het GLB, of dat Strategisch Plan, geldt voor vijf jaar, van 2023 tot 2027. Het Europese budget dat Vlaanderen ontvangt voor de directe steun, dat is pijler 1, bedraagt 229 miljoen euro per jaar. Voor plattelandsontwikkeling, pijler 2, krijgt Vlaanderen 43 miljoen euro Europese middelen ter beschikking, en dat bedrag wordt nog aangevuld met Vlaamse cofinanciering.
Momenteel is er een volledig ontwerp voor dat Strategisch Plan, ook is er een milieueffectenrapport (MER) opgesteld over dit ontwerpplan. In juli 2021 werden reeds een kennisgeving en een eerste ontwerp van het MER gepubliceerd. Op basis van de adviezen die toen werden ontvangen, is het MER verder uitgewerkt. Zowel het ontwerp van het GLB Strategisch Plan als het MER gingen in openbaar onderzoek tussen 14 januari en 14 maart 2022. De opmerkingen die uit dat openbaar onderzoek kwamen, worden momenteel verwerkt. Voor deze verwerkt waren, diende Vlaanderen echter het ontwerp van het Strategisch Plan in bij de Europese Commissie op 11 maart. De Europese Commissie heeft drie maanden de tijd om dat voorstel te evalueren en op hetzelfde moment, nu dus, worden de opmerkingen uit het openbaar onderzoek verwerkt.
U gaf dus vorige week aan dat er al een antwoord zou zijn en dat het antwoord van de Europese Commissie vernietigend is voor het Vlaamse GLB. Dat verwonderde ons niet zo, want eerder had ook de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen (Minaraad) al heel wat opmerkingen geformuleerd. Recent hebben ook een aantal Europese natuurverenigingen hun ontgoocheling uitgedrukt over de ingediende regionale plannen. Ook de Vlaamse inspanningen werden door de Vlaamse natuurverenigingen ondermaats genoemd. Zo is slechts 4 procent van het landbouwareaal voorzien voor natuur en als aan bepaalde doelstellingen of randvoorwaarden wordt voldaan, is zelfs 3 procent al voldoende, terwijl Europa in haar Farm-to-Forkstrategie en haar Europese Green Deal spreekt van 10 procent natuur in het landbouwgebied.
In Vlaanderen wordt 49 procent van de oppervlakte door landbouwers beheerd. Veel van de huidige landbouwsubsidies zijn er mee de oorzaak van dat landbouw een van de belangrijkste oorzaken van de biodiversiteitscrisis is. De vele miljarden van het GLB zijn een cruciaal instrument om de Green Deal te helpen verwezenlijken en er is afgesproken dat het geld zal worden gebruikt om landbouwers te ondersteunen bij hun overgang naar duurzame en milieuvriendelijke landbouwpraktijken.
De manier waarop Vlaanderen het GLB invult, is bepalend voor het biodiversiteitsbeleid, dat zei u woensdag ook in de plenaire, en is ook bepalend voor de kansen voor natuur in Vlaanderen.
Minister, wat is nu precies het advies van de Europese Commissie? Bent u het eens met het advies van de Europese Commissie? Welke bijstellingen zijn volgens u noodzakelijk om te voldoen aan de opmerkingen van de Europese Commissie?
Hoe zult u met uw collega, minister Brouns, samenwerken om ervoor te zorgen dat het Vlaamse GLB wordt bijgestuurd, zodat het ook echt een plan wordt dat ervoor zorgt dat de landbouw meewerkt om de Europese biodiversiteitsdoelstellingen te realiseren?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u, collega, voor de vraag. Ik heb er vorige week in de plenaire vergadering inderdaad even naar verwezen. Onze diensten zijn het zeer omstandige advies van de commissie aan het bestuderen, maar het is nu al duidelijk dat het plan volgens de commissie niet voldoet aan de verwachtingen, niet in het minst wat betreft de bijdragen aan een reeks van gezamenlijke Europese doelstellingen, zoals de Green Deal, de biodiversiteitsstrategie en de Farm-to-Forkstrategie. Dit was ook de analyse van mijn administraties bij het tot stand komen van het ontwerp van het Strategisch Plan en werd ook zo meegedeeld in hun adviezen. Ik kan niet vooruitlopen op de conclusies en mogelijke aanbevelingen van het MER en het plan-MER aangezien dit proces nog loopt.
Indien ik ervoor uitgenodigd word, zal ik ook graag in gesprek gaan met collega Brouns om te kijken waar het Vlaams Strategisch Plan kan worden bijgestuurd of aangescherpt, ook rekening houdend met de opmerkingen die van de Europese Commissie komen. De crisis in Oekraïne heeft immers de kwetsbaarheid van onze voedselproductieketens pijnlijk blootgelegd. Ik ben ervan overtuigd dat het GLB de mogelijkheden biedt om een goede voedselproductie, een degelijk inkomen voor de landbouwers én een positieve omslag voor de omgevingskwaliteit, de waterproblematiek en de biodiversiteit te bereiken. Wat ontbreekt in het Vlaamse plan zijn concrete engagementen en wanneer en hoe die bereikt zullen worden. Ik ben alvast zeker bereid om vanuit mijn bevoegdheid mijn schouders onder het GLB te zetten, dat natuurlijk tot de bevoegdheid van de minister van Landbouw behoort.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Dank u wel, minister. Nu weet ik natuurlijk nog altijd niet wat het advies is van de Europese Commissie. Ik heb dat zelf ook proberen op te vragen, maar nog altijd niet ontvangen. Ik had het dan ook heel graag ontvangen, want ik denk dat het een belangrijk document is om ons wegwijs te maken in wat de Europese Commissie nu precies wil met dat GLB. Mocht u ons dat advies kunnen bezorgen, dan kijken wij dat ook graag mee na. Wij gaan het alvast ook opvragen bij de Europese Commissie – dat is intussen gebeurd – en we zullen ook aan de voorzitter van het Vlaams Parlement vragen om ons dat te bezorgen.
Maar ik heb bijkomend nog twee vragen voor u, minister. Vorige week zijn er aanpassingen geweest aan de waterwetgeving. Die zijn hier besproken. Wij hebben toen voorgesteld om een teeltvrije zone van 3 meter aan de grachten en rivieren te voorzien. Ik kreeg daarvoor geen steun van de collega’s uit de meerderheid. Dat is nochtans een zeer belangrijke maatregel die nodig is in het landbouwgebied om én erosie tegen te gaan, én een run-off van allerhande pesticiden, zuiver water enzovoort. Minister, ik kan mij voorstellen dat de opmerkingen van de Europese Commissie in die lijn zullen zijn. Bent u bereid om die 3-meterzone alsnog in te voeren en het amendement dat wij hebben ingediend alsnog te steunen, als het ter sprake komt tijdens de plenaire vergadering? Want ik denk dat dat een van de belangrijke elementen zal zijn dat zal bijdragen tot een betere waterkwaliteit, maar ook meer kans kan bieden aan natuur in het openruimtegebied.
De heer Tobback heeft het woord.
Ik wilde mij in grote mate aansluiten bij de vragen van collega Schauvliege, ook die om het document zelf te zien. Bij mijn weten is dat geen geheim stuk, dus ik zou niet weten waarom het in dit parlement niet ter beschikking gesteld zou kunnen worden.
Toch heb ik ook een oproep, minister. Ik hoop dat de Vlaamse Regering niet alleen maar zal reageren op de opmerkingen en tekortkomingen die aangetoond worden in het rapport van de Europese Commissie, maar dat ze zelf ook eens zal kijken waar de toepassing en de uitvoering van het GLB en de middelen die vanuit het GLB worden ingezet, ook helemaal niet aan de eigen Vlaamse doelstellingen tegemoetkomen. We hebben een week of twee geleden nog maar die discussie rond erosie gehad, waarbij er nogal wat specifieke doelstellingen zijn in Vlaanderen die, naar alle duidelijkheid, niet gehaald worden. Ik hoop dat men in de Vlaamse Regering – ook uw collega’s – bereid is om niet alleen te antwoorden op de opmerkingen van de Europese Commissie, maar ook zelf eens ten gronde te gaan kijken waar men tekortschiet. Dat is op een massa domeinen en dat heeft gewoon tot gevolg dat we geld besteden van de belastingbetaler om schade aan te richten om dan vervolgens nog eens geld van de belastingbetaler te gaan uitgeven om de schade op te lossen. Als er nu één soort van dwaas beleid is, dan is het dat wel.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Collega’s, ik denk inderdaad dat iedereen wel interesse heeft in het document an sich. Na navraag meen ik begrepen te hebben dat het eigenlijk nog niet gepubliceerd is, maar dat Europa het wel zal publiceren.
Als we kijken naar de gewone gang van zaken van de procedure, zien we in de andere landen dat Europa de ingediende voorstellen ook kritisch bekijkt, en terecht. Ik denk dat het ons, en iedereen in elk land, wakker houdt om te zien welke elementen er zijn. In eerste instantie stelt Europa dus ook heel wat vragen, waarop de landen de kans hebben om hun antwoord, motivering en/of eventuele voorstellen of bijsturingen te geven. Ik meende dus, minister, dat het nog niet gepubliceerd was, maar ik verwacht dat we in de toekomst wel inzage zullen krijgen en we het debat dan ook verder zullen kunnen voeren.
De elementen die worden aangestipt zijn natuurlijk enerzijds het GLB, maar anderzijds ook de andere beleidsdomeinen en beleidsuitvoerende taken, zal ik maar zeggen. Het is niet zo dat alles in het GLB alleen zit, daar wordt een basiskwaliteit gevraagd en in eerste instantie is dat nog altijd de productie van gezond en veilig voedsel, aan een betaalbare prijs. Dat is de eerste uitdaging voor het GLB, maar dan zijn er natuurlijk ook de andere beleidsdomeinen, waar ook effectief verder beleid mee kan worden gevoerd.
Ik kijk zeker ook uit naar de verdere besprekingen daaromtrent.
Minister Demir heeft het woord.
Het advies is in eerste instantie natuurlijk aan de bevoegde minister overgemaakt, en dat is de minister van Landbouw. Ik ben helaas niet bevoegd voor Landbouw, zoals jullie weten. (Opmerking van Wilfried Vandaele)
Helaas, inderdaad, collega Vandaele. Ik had het graag gedaan, om dan ook een visie uit te schrijven over waar we met de landbouw in Vlaanderen naartoe moeten gaan. Maar goed, ik ben niet bevoegd, dus ik kan dat document ook niet vrijgeven. Ik stel dus voor dat u het aan de bevoegde minister vraagt. Collega Schauvliege, ik heb wel begrepen dat de Europese Commissie het zelf openbaar zal maken, ik denk binnen twee weken. Als u het vroeger zou willen, dan moet u bij de bevoegde minister gaan. U, en collega Tobback, verwijzen terecht naar het erosiebeleid. De afstanden zitten volgens mij ook in de evaluatie de we hebben gemaakt van onze diensten.
Zoals we hebben gezien in het stikstofdossier vind ik het belangrijk dat de politiek de verantwoordelijkheid draagt, of het nu gaat over stikstof, het mestactieplan of het GLB. Dat stikstofdossier is trouwens iets waar ik echt wel al een jaar wakker van lig. Ik word zelfs met de dood bedreigd, en hoewel ik er veel voor over heb om stenen te verleggen in een rivier, heb ik het er niet voor over om mijn leven op te geven. Dat is me veel te kostbaar.
We moeten voortdoen en niet meer blijven hangen in die status quo. Als we het vandaag immers niet doen, zullen we het binnen vijf of tien jaar veel harder moeten betalen, met alle gevolgen van dien, zoals ook weer heel veel boze reacties. Ik denk dat de tijd rijp is om ook in het GLB toch wel een aantal stappen te zetten, inzake biodiversiteit, erosiebeleid en noem maar op.
Ik ben althans bereid om dat te doen. Ik denk dat ik ook al meermaals in het parlement heb bewezen dat ik stappen wil zetten en ik stenen in de rivier wil verleggen, ook al is dat heel moeilijk. Maar it takes two to tango, dus als collega Brouns mij de hand reikt, zal ik daar, zoals gezegd, uiteraard op ingaan en zal ik de zaken die ik in het verleden heel belangrijk vond nogmaals op tafel leggen. Misschien wordt het deze keer wel meegenomen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Ik wil bij dezen ook wel benadrukken dat wij het absoluut verwerpelijk vinden dat er betogingen georganiseerd worden met beelden waar wij van gruwelen. Dat kunnen wij absoluut niet steunen. We zijn voor betogingen, laat dat duidelijk zijn, maar zeker niet voor mensen die doodsbedreigingen uiten. Wij vinden dat ook verfoeilijk.
Het toont natuurlijk wel aan dat onze landbouwers zeer boos zijn. Ik volg al deze dossiers nu ook van dichterbij op dan vroeger en ik word eerlijk gezegd ook boos. De Programmatische Aanpak Stikstof (PAS-regeling) ligt nu op tafel en we hebben een GLB-regeling die niet voldoet, wat zal het volgende zijn?
Wij vinden het zeer belangrijk dat er een visie naar voren wordt geschoven die een toekomst biedt voor de landbouw, die ervoor zorgt dat Vlaanderen leefbaar en milieuvriendelijk wordt en blijft, en dat al die plannen op elkaar zijn afgestemd. Wij vinden het bijzonder eigenaardig dat er nu een PAS-dossier op tafel komt dat dan te streng is en een GLB, waarbij men Europa even een plan heeft voorgeschoteld en wacht of dat streng genoeg is. En blijkbaar is dat niet het geval. Wat zal het volgende zijn?
Wij dringen er nogmaals op aan om een visie voor de landbouwers op tafel te leggen en om al die visies en strategieën, zowel vanuit het milieubeleid, het natuurbeleid als het landbouwbeleid, daarop af te stemmen. Wij denken immers dat dat de enige oplossing is om ervoor te zorgen dat zowel de natuur als het milieu beter worden en dat de landbouwers een toekomst hebben.
De vraag om uitleg is afgehandeld.