Report meeting Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Report
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, dit sluit ook een beetje aan bij de opmerking van de voorganger, collega Vandenhove. We zien de gediversifieerde landbouw ook terugkomen in mijn vraag rond voedselbosstrategie en agroforestry waar ik meermaals op ingegaan ben.
Mijn vraag gaat specifiek over het artikel in de Krant van West-Vlaanderen waar een landschapsontwerper een lans breekt voor voedselbossen. Hij verwijst ook naar het feit dat de Vlaamse overheid in het kader van Go4Food mee op de kar springt om een heuse voedselbosstrategie te gaan ontwikkelen. Dat is een reactie op een projectoproep die het Departement Landbouw en Visserij heeft gedaan.
Nu, de ambitie is wel heel groot. Het doel is om 5 procent van alle privétuinen, bedrijfsterreinen en landbouwgebieden in voedselbossen om te vormen. Concreet gaat het in Vlaanderen om ongeveer 2.500 hectare bedrijfssite, 31.000 hectare akkers en weides en 9.000 hectare tuinen, samen goed voor 60.000 voetbalvelden – zo kan iedereen goed vatten over welke oppervlakten we spreken.
Het past volgens mij volledig binnen agroforestry, waarover ik hier al meermaals vragen gesteld heb. Uw voorganger, minister Crevits, kan beamen dat ik altijd op die nagel klop om daar dieper op in te gaan, om te bekijken wat daar de mogelijke opportuniteiten zijn. Volgens mij kunnen de voedselbossen daar perfect in geïntegreerd worden. Ik ben dan ook blij dat de Vlaamse overheid zich nu inschrijft in de uitrol van het concept. De landschapsontwerper zei dat we iedereen moeten betrekken in het verhaal, niet alleen de politiek, maar ook de ondernemingen, de particulieren, iedereen. De landbouwers moeten er ook de voordelen van inzien. We moeten hen daarin ook heel goed begeleiden. Er zou al een concreet project voor ogen zijn in de Brugse rand waar al fondsen voor gevonden zouden zijn, maar natuurlijk is het nog zoeken naar grond. Dat is 25 hectare als we de plannen daar willen realiseren.
Minister, hoeveel voedselbossen zijn er vandaag al in Vlaanderen? Over welke oppervlakte spreken we?
Wat is de precieze opdracht die de Vlaamse overheid in de projectoproep heeft gegeven?
Welke concrete rol wil de Vlaamse overheid spelen bij de ontwikkeling ervan?
Welk budget wordt hiervoor uitgetrokken?
Maakt de voedselbosstrategie niet alleen onderdeel uit van de Vlaamse voedselstrategie maar ook van het Strategisch Meerjarenplan GLB2022 (gemeenschappelijk landbouwbeleid)?
Zal er ook een bredere strategie rond agroforestry worden ontwikkeld met het oog op het verduurzamen van onze voedselproductie? Hoe moeten we dat zien? Welke vorm zal dit aannemen?
Minister Brouns heeft het woord.
Mijn administratie beschikt niet over aparte gegevens over het aantal voedselbossen en de oppervlakte ervan. Voedselbossen worden – tot nog toe – niet afzonderlijk geregistreerd.
Zoals u weet werk ik momenteel aan de ontwikkeling van een Vlaams voedselbeleid. Ik werk ook naar een Vlaamse voedseltop in het najaar. Dat is in opdracht van het Departement Landbouw en Visserij, gecoördineerd in samenwerking met de verschillende partners uit de keten en binnen de Vlaamse overheid. De projectoproep waarvoor het project rond de voedselbosstrategie geselecteerd werd, kadert ook in dat traject.
De Vlaamse voedselstrategie zal worden voorgesteld op de voedseltop die al begin november kan plaatsvinden. Er werd onder meer een voedselcoalitie opgericht met vertegenwoordigers uit de agrovoedingsketen, de onderzoekswereld, het maatschappelijk middenveld en het beleid. Om de maatschappij zoveel mogelijk te engageren werd ook daarvoor een traject uitgewerkt.
Eind vorig jaar werd een heel brede Go4Food-oproep gelanceerd, gericht naar iedereen die mee wilde werken aan de voedselstrategie. We noemen ze ‘voedselveranderaars’: wie een interessant idee had rond voedsel, kon dat indienen. Er werden 79 voorstellen ingezonden. Daaruit zijn 12 ideeën geselecteerd die momenteel verder uitgewerkt worden in 9 voedseltafels samen met geïnteresseerde partijen. 5 van die voedseltafels hebben een subsidie ontvangen om het idee verder uit te werken in de loop van dit jaar. Een daarvan is dus het idee ingediend door Louis De Jaeger van het Food Forest Institute om te komen tot een Vlaamse voedselbosstrategie. Er werd een subsidie van maximaal 49.995 euro voorzien, toegekend aan Food Forest Institute vzw.
Vanuit de Vlaamse overheid zelf zijn er geen targets vooropgesteld rond voedselbossen. De mensen die meewerken aan de voedseltafel zijn volledig zelf aan zet. Voor de voedselbosstrategie zitten onder meer Velt, BOS+, de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), de Vlaamse Landmaatschappij (VLM), Boerenbond en het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) mee aan tafel.
Dan kom ik aan uw laatste vragen. Binnen het GLB Strategisch Plan 2023-2027 zijn wel targets voorzien voor de agroforestry-maatregelen. Steun voor de aanplant van nieuwe boslandbouwsystemen wordt voorzien in de interventie ‘steun voor niet-productieve investeringen’. Indien een voedselbos voldoet aan de steunvoorwaarden, kan het daarvoor in aanmerking komen. Het doel is om tegen 2029 bijkomend 359 hectare boslandbouw en houtige landschapselementen aan te leggen.
Landbouwers die al aan boslandbouw doen, zullen bovendien kunnen intekenen op een vijfjarige agromilieu- en klimaatverbintenis voor het onderhoud van het boslandbouwsysteem. Hier mikken we op 270 hectare onder verbintenis tijdens de nieuwe GLB-periode.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Bedankt, minister, voor uw antwoord en de duiding bij het project dat heeft geleid tot het artikel met de duiding rond de ambitie voor een voedselbosstrategie. Ik ben blij dat het een en ander beweegt in het kader van de agroforestry, dat volgens mij toch wel een item is waar we verder op moeten inzetten. Het gaat natuurlijk gestaag, zoals u zelf aanhaalt, maar heel lokaal zien we toch wel dat er al veel in beweging is. Ook in mijn eigen regio, de Westhoek, zien we voedselbossen. In Diksmuide is er bijvoorbeeld al tien jaar een voedselbos en er zijn ook heel wat initiatieven die door Leader Westhoek mee worden ondersteund. Er is dus veel in beweging. Het zou misschien goed zijn dat daarvan een zekere registratie is binnen het departement, zodat we nauw kunnen opvolgen welke evoluties er zijn en waar we eventueel injecties moeten geven. Is het dan met informatie of met investeringen? Meten is weten en vanuit cijfers kan een veel gerichtere aanpak of ambitie worden gerealiseerd.
Wat dit project betreft: ik stel me nog de vraag of de 60.000 voetbalvelden een resultaats- of een inspanningsverbintenis is. Het is heel ambitieus, we zullen zien hoe dat verder evolueert. Ik denk dat we het alleen maar positief kunnen bejegenen.
Wat de voedselbossen betreft, verwijs ik ook even naar een vraag die collega Coenegrachts heeft gesteld aan minister Demir. Zij gaf duidelijk aan dat de voedselbossen vanuit haar bevoegdheid voor het platteland ook binnen de oproep volkstuinen passen en dat ze ook verschillende landschapsinrichtingsinitiatieven zou nemen rond de voedselbossen.
Mijn vraag aan u is dus in hoeverre u al met haar overleg hebt gepland. Ziet u een bepaalde samenwerking rond die strategie of het verder uitwerken van de voedselbossen?
De heer Steenwegen heeft het woord.
Ik vind het een heel interessant item. Als ik de vragen zie die vandaag zijn gesteld, alsook de antwoorden van de minister, denk ik dat we hier in deze commissie op zoek zijn naar toekomstperspectieven voor onze boeren. Die dingen komen altijd terug. We stellen misschien vast dat het veel te traag gaat en er te weinig wordt op ingezet, maar ik voel wel aan dat er beweging is en dat er ook vanuit de sector zelf vragen zijn. Ik kan u zeggen dat er ook een film is gemaakt over de voedselbossen door Louis De Jaeger. Ik heb die documentaire een tijdje geleden gezien en die geeft volgens mij wel een goed beeld van de zeer diverse projecten.
Minister, u gaf daarnet in uw antwoord aan dat voedselbossen binnen het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) mee kunnen worden gesubsidieerd via de niet-productieve investeringen, voor zover ik het begrepen heb. Klopt dat? Uiteindelijk is een voedselbos geen niet-productieve investering. De bedoeling is dat men daar een bedrijf op kan bouwen en er een inkomen uit kan halen. Dat blijkt ook uit de voorbeelden die in de film zitten. Dat verwonderde me dus wat. Klopt dat? Dan moeten we daar volgens mij toch eens over nadenken. Ik denk dat dat niet correct is en er wel degelijk ook andere investeringssteun, via andere categorieën, moet zijn voor dit soort initiatieven.
De heer Coel heeft het woord.
Ik wilde het niet echt specifiek over de voedselbossen hebben, maar meer over de toepassing van agroforestry in combinatie met traditionele akkerbouw. Ik hoorde daar bij een aantal plaatsbezoeken wisselende ervaringen over. Er zijn mensen die daar vol goede moed aan zijn begonnen en ook gebruik hebben gemaakt van die steunmaatregelen, maar dan vaststelden dat het toch wel een impact had op een redelijk brede strook van hun perceel, qua productiviteit. En dan is er nog het voorkomen van muizen en dergelijke die de oogst deels aanvreten.
We geven nu die steun en er gaan een aantal mensen op in, maar is er ook een evaluatietraject voorzien, om van de gebruikers zelf te leren over hun ervaringen? Zo is die investering dubbelop nuttig: ten eerste om de biodiversiteit uiteraard te versterken en een aantal nieuwe modellen te lanceren, maar ten tweede ook om lessen te trekken uit de praktijk, waardoor we het systeem nog kunnen verbeteren.
Minister Brouns heeft het woord.
Ik zal beginnen bij de laatste vraag: het is inderdaad zo dat ILVO met de betrokkenen een evaluatie op bedrijfsniveau kan doen rond agroforestry.
Het valt inderdaad onder de niet-productieve investeringen in het kader van het VLIF. Het leidt ook tot een hoger steunpercentage, wat op zich wel goed is.
Tot slot, collega Talpe, in het kader van de voedseltop zal alle ruimte worden gegeven aan het vermelde project.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
De stap die we zetten naar nieuwe vormen van landbouw gaat inderdaad gestaag. Ik zou niet zeggen dat er geen initiatieven worden genomen, wel integendeel. Het is ook zo dat nieuwe zaken opstarten met vallen en opstaan gebeurt, daar moet men ook uit leren. Zoals collega Coel ook aanhaalt denk ik dat het belangrijk is dat we mee informeren en mee uitzoeken welke vormen hen kunnen helpen. Ook innovatie speelt hier een rol in.
Het gaat ook over een mindshift, de mensen moeten die manier van landbouw voeren ook echt wel in de vingers krijgen en dat gaat niet op een-twee-drie.
Tot slot wil ik toch ook even benadrukken dat het belang van agroforestry niet wegneemt dat we voor onze landbouw uiteindelijk moeten gaan naar businessmodellen op maat. Het is niet zo dat we alles per se willen verkleinen. Het gaat over een soort verandering, maar alles moet op maat van elke landbouwer zijn. Het is één element, maar daarmee wil ik niet zeggen dat iedereen nu massaal moet overschakelen op agroforestry. Het is wel een belangrijk onderdeel, maar het is een onderdeel van een veel groter geheel.
De vraag om uitleg is afgehandeld.