Report meeting Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over het proefproject fietslogistiek
Report
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, fietslogistiek is een heel interessant middel om de ‘last mile’ van pakjes volledig duurzaam te maken en wint steeds meer terrein, vooral in Brussel. Ingeschat wordt dat 25 procent van alle goederen op deze manier geleverd kan worden op Brussels grondgebied. De shift naar fietslogistiek komt steden ten goede op het vlak van CO2, bereikbaarheid, leefbaarheid, gezondheid en efficiëntie. Onderzoek in Londen toont aan dat een cargofiets ongeveer tien kleine pakketten per uur kan leveren en een reguliere bestelwagen slechts zes.
Natuurlijk zijn er vandaag ook uitdagingen. Zo bepaalt de wetgeving dat het onderstel dat achteraan de fiets gemonteerd wordt en waarop de goederen worden vervoerd, maximaal 1 meter breed mag zijn. De standaardbreedte van palletten is echter 1,20 meter. Terwijl Brussel wel al langer kansen biedt aan bredere aanhangwagens, start Vlaanderen nu pas met een pilootproject. Bond Beter Leefmilieu stelt zich echter vragen over de manier waarop Vlaanderen dat pilootproject op poten zet. De lijst voorwaarden waaraan cargofietsbedrijven moeten voldoen, is erg lang en de vergunningsverplichting maakt het voor lokale zelfstandigen zo goed als onmogelijk om eigen leveringen met een cargofiets met aanhangwagens van 1,20 meter te verdelen. De vergunning beperkt bovendien het operationeel gebied van de fietskoerier tot één hoofdgemeente en de omliggende buurgemeenten. Dit beperkt de ontwikkeling van cargofietsprojecten in grote delen van Vlaanderen. Daarenboven is het aantal vergunningen per bedrijf beperkt tot maximaal drie vergunningen van elk maximaal vijf fietsen met aanhangwagens van 1,20 meter. En dan zijn er nog zorgen over de administratieve procedure die nog niet uitgewerkt is in het ontwerpbesluit.
Door een zo strikt pilootproject uit te werken, riskeert Vlaanderen de commerciële ontwikkeling van deze sector te fnuiken en te zorgen voor een valse start. Van een liberale minister die telkens zegt dat ze iedereen – en dus ook steden en gemeenten – wil laten doen, zou men meer inspanningen en minder hinderpalen verwachten om deze duurzame economie op snelheid te brengen.
Ik heb een aantal vragen, minister.
Hoe staat u tegenover de analyse van Bond Beter Leefmilieu van het pilootproject voor cargofietsen met grotere aanhangwagens?
Waarom maakt de Vlaamse Regering de voorwaarden waaraan cargofietsbedrijven moeten voldoen zo streng? Vreest u niet dat op die manier het pilootproject een valse start zal kennen?
Waarom kunnen enkel geregistreerde transportbedrijven een speciale vergunning aanvragen om met de bredere aanhangwagens van 1,20 meter breed rond te rijden? Waarom maakt u het zo voor lokale zelfstandigen bijna onmogelijk om deel te nemen?
Waarom koos u ervoor om het operationele gebied van de vergunde fietskoeriers te beperken tot één hoofdgemeente en de omliggende buurgemeenten? Vreest u niet dat dit de ontwikkeling van cargofietsprojecten in grote delen van Vlaanderen zal beperken? Hoe staat u tegenover het voorstel van Bond Beter Leefmilieu om het operationele gebied te koppelen aan de vervoerregio?
Waarom wordt het aantal vergunningen per bedrijf beperkt? Vreest u niet dat dit de ontplooiing van het pilootproject tot duurzame, winstgevende initiatieven zal fnuiken?
Hoe zult u ervoor zorgen dat de administratieve procedure, de aanvraagprocedure en de doorlooptijd zo efficiënt mogelijk zullen zijn zodat zoveel mogelijk geïnteresseerden kunnen deelnemen aan dit proefproject?
Welke timing stelt u voorop voor dit proefproject en de evaluatie ervan?
Brussel gaat nog een stap verder met het project Cairgo bike. Met een intensief begeleidingsproces en een aankoopsubsidie wil men kmo’s en geïnteresseerde spelers ondersteunen. Bedrijven kunnen 50 procent van hun investering terugbetaald krijgen. De maximale premie is 4000 euro per cargofiets en 2000 euro per aanhangwagen, voor een maximumbedrag van 12.000 euro per jaar. Overweegt u een gelijkaardige subsidie en begeleidingsproces in Vlaanderen om zo fietslogistiek te promoten?
De heer Bex heeft het woord.
Collega Lambrecht, ik zal niet proberen om mijn vraag even snel naar voren te brengen als u hebt gedaan. Ik wil trouwens graag mijn bewondering daarvoor uiten.
Maar mijn vraag ligt wel in dezelfde lijn als die van collega Lambrecht, minister. En ik wil toch even in herinnering brengen dat de Vlaamse Regering die duurzame stadslogistiek als zeer belangrijk naar voren heeft geschoven in haar regeerakkoord en dat ze de emissievrije distributie wilde stimuleren met als bedoeling om vanaf 2025 in de stadskernen emissievrij te rijden voor belevering.
Het is dan wel interessant om te zien dat er volgens het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest in steden heel veel potentieel is voor die cargobikes. 25 procent van alle goederen en 50 procent van de lichte goederen zou in de stad met een bakfiets kunnen worden geleverd. Het is dus heel belangrijk om daarrond projecten op te zetten. De collega heeft al uitgebreid verwezen naar wat het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest allemaal doet. Er zijn zeer interessante dingen bij. Ik neem aan dat u daar ook al weleens naar hebt gekeken.
Nu hebben we in Vlaanderen inderdaad dat proefproject inzake fietslogistiek, waar een maximale afwijking van die maximale breedte op fietsaanhangwagens en bakfietsen wordt toegestaan. Het is inderdaad zo dat nogal wat organisaties en betrokkenen zeggen dat Vlaanderen daar toch wel heel strenge regels oplegt. De Bond Beter Leefmilieu, de Inspectie van Financiën en vandaag ook de Mobiliteitsraad van Vlaanderen (MORA) in zijn advies zeggen dat het veel te streng wordt gemaakt. Zo moet je bijvoorbeeld een speciale vergunning hebben of een geregistreerd transportbedrijf zijn. Een kleine zelfstandige zal dus geen gebruik kunnen maken van de uitzonderingsregeling.
De Inspectie van Financiën roept ook op om het type onderneming dat mag meedoen te evalueren. Want nu kan maar één type onderneming, een transportonderneming, deelnemen. En de Inspectie van Financiën zegt eigenlijk ook dat Vlaanderen nu vraagt om een serienummer van de fietsaanhanger te vermelden bij de vergunningsaanvraag. Dat betekent dat een bedrijf eerst moet investeren en dan moet hopen op een vergunning. De Inspectie van Financiën pleit voor de omgekeerde volgorde.
In het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest geldt enkel een registratieplicht voor die bredere fietsen. Volgens de informatie die ik heb kunnen verkrijgen, leidt dat daar toch niet tot problemen.
De collega heeft al verwezen naar de geografische geldigheid en naar het feit dat het aantal vergunningen wordt beperkt tot drie per bedrijf. Dat zijn toch zeer strenge voorwaarden. Ik vraag mij af waarom een in se liberale minister zo streng is inzake de voorwaarden.
Minister, hoever staat u met uw ambitie om vanaf 2025 in de stadskernen alleen nog emissievrij te laten leveren? Welke rol hebben cargofietsen daar volgens u in?
Bent u bereid om verder te gaan dan dit proefproject? Hebt u bijvoorbeeld al eens gekeken naar wat het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest doet om cargobikes bij particulieren en professionals te stimuleren?
Bent u bereid om rekening te houden met de opmerkingen die ik daarnet heb geschetst om het proefproject aanzienlijk te vereenvoudigen, zowel wat betreft de geografische regio als de voorwaarde dat enkel geregistreerde transportbedrijven mogen meedoen, als die administratieve procedure die zou moeten worden omgedraaid, als de barrière van het aantal vergunningen en van het aantal fietsen per vergunning, als de verbreding tot 120 centimeter die niet alleen zou moeten gelden voor de aanhangwagen, maar ook voor de volledige bakfiets zelf? Want die dingen zijn soms ook uit één stuk, waardoor het niet zo eenvoudig is om dat op te delen. Dat zijn allemaal dingen die volgens ons en volgens vele anderen te ingewikkeld zijn en die dit proefproject een gemiste kans dreigen te laten worden.
Bent u bereid om all the way het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest te volgen en, in plaats van al die voorwaarden op te leggen, gewoon te zeggen dat het voldoende is dat men zich registreert, zodat we dat kunnen monitoren en kunnen weten wat er gebeurt met de bakfietsen die wat breder zijn? Dat is eigenlijk zeer regelluw. Ik zou dat doen als liberale minister, en trouwens ook als groene minister.
Hoe wilt u vermijden dat intergewestelijke leveringen tussen het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en Vlaanderen onmogelijk worden gemaakt? Iemand die zich in Brussel heeft geregistreerd met zo’n bredere fiets, kan die volgens u ook in Vlaanderen rijden? Of moet die een Vlaamse vergunning aanvragen?
Minister Peeters heeft het woord.
Collega’s, dat waren heel wat vragen, waarvoor dank. We willen uiteraard sowieso een verduurzaming van onze mobiliteit. Ik ben persoonlijk tevreden dat we vandaag al heel wat cargofietsen zien rondrijden, weliswaar cargofietsen die minder dan 1 meter breed zijn en waaromtrent ook geen proefproject nodig is. Alleszins heeft men federaal de regelgeving aangepast. Men heeft artikel 82, ten vierde, van de wegcode aangepast. Men heeft daar de mogelijkheid gecreëerd om proefprojecten op te zetten om ook cargofietsen voor goederenpallets te kunnen invoeren, tot een maximale breedte van 1,20 meter.
We hebben inderdaad een voorontwerp van besluit – want zover zijn we op dit ogenblik nog maar – ter goedkeuring voorgelegd, met als doel de procedure te doorlopen en tot adviezen te komen. We hebben nu inderdaad intussen de adviezen van de MORA gekregen. Die gaf in eerste instantie al in juni 2021 een advies over het verzameldecreet waarin we de mogelijkheid hebben gecreëerd om hier verder mee te gaan. Ik heb vanmorgen al opdracht gegeven aan de administratie om maximaal rekening te houden met die adviezen, omdat daar sowieso wel een aantal heel terechte bedenkingen in staan, zeker als het gaat over de vergunningsaspecten en over de vraag hoe zal worden geëvalueerd, om het jaar of in kortere perioden. Dat lijkt me sowieso iets dat we zeker moeten meenemen.
Het voorontwerp van besluit zal worden aangepast. Dat zal terugkomen. Desgevallend worden daar opnieuw adviezen over ingewonnen, maar we willen alleszins wel zo snel mogelijk met die proefprojecten van start kunnen gaan om ervoor te zorgen dat dat goederentransport, dat palletvervoer tot 1,20 meter ook kan gebeuren binnen de stedelijke kernen.
Ik ga het daarbij laten. Ik denk niet dat ik op elke individuele vraag moet ingaan. Dit is immers een voorontwerp van besluit. Het zal alleszins worden bijgestuurd. Ik neem zeker de bekommernissen mee die ik hier in de commissie hoor, maar ook deze die ik van de MORA heb gekregen, en ik vraag aan de administratie om zo snel mogelijk bij te sturen wat dat betreft. Uiteraard moet het veiligheidsaspect ook wel gehandhaafd blijven. Ik verwijs naar de vorige vraag. De ruimte is beperkt, en bredere fietsen kunnen natuurlijk in conflict komen met andere fietsen. De wegcode zegt op dit ogenblik dat die cargofietsen, waar het 50 kilometer per uur is, kunnen kiezen tussen het fietspad en de straat. We moeten daar dus natuurlijk ook de veiligheidsaspecten voor ogen houden. Dat is ook de bedoeling van dat proefproject. Nadien kunnen we dat evalueren, om dan ook te kunnen bepalen wat de juiste locatie zal zijn voor die brede cargofietsen.
Dit wordt dus vervolgd, maar we nemen uw bedenkingen zeker mee ter harte.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, dank u wel. Het verheugt mij te zien dat u kijkt naar wat experten zeggen, in dezen de MORA en zo. Ik denk dat dat heel wijs is. Anders botsen we opnieuw op muren. U kunt nu dus inderdaad niet antwoorden op al die vragen. Ik hoop op heel veel bijsturingen op basis van de vragen die we hebben gesteld, maar ik vraag mij gewoon af hoe wij nu zullen weten hoe er wordt bijgestuurd. Als commissielid vraag je dat dan, en u hebt goede wil, maar hoe kunnen wij nu weten wanneer dat is bijgestuurd en of wij tevreden kunnen zijn?
De heer Bex heeft het woord.
Als ik het goed begrijp, is het daarvoor wachten op het ontwerpbesluit. Dan zullen we dat kunnen lezen en zullen we daar eventueel ook nog vragen over kunnen stellen.
Ik ben alleszins tevreden, minister, met uw antwoord dat u dit grondig wilt aanpassen of laten aanpassen op basis van de kritiek die er is gekomen. Ik wil toch echt een pleidooi houden om zo weinig mogelijk restricties op te leggen. Ik zou u een beetje kunnen parafraseren: ik ken geen enkel bedrijf dat leveringen doet en dat de bedoeling heeft om zijn personeel of de weggebruikers in onveilige situaties te brengen met van die fietsen. Ik denk dat bedrijven die daarmee bezig zijn, daar juist zeer veel aandacht voor gaan hebben. In die zin denk ik dat zo’n registratieplicht, zodat we goed weten wie daarmee bezig is en wat de ervaringen zijn, zodat we al die ervaringen kunnen meenemen in een evaluatiemoment, op dit moment moet volstaan. Ik zou daar niet te veel beperkingen en administratieve overlast aan koppelen.
Dan is er nog de plaats van die fietsen op de weg. U weet dat Brussel grotendeels zone 30 is en dat het een uitzondering is om 50 kilometer per uur te rijden. Daar nemen zulke fietsen niet meer plaats in dan een bestelwagen die eenzelfde volume kan vervoeren. Ik zou daar dus echt voor durven te gaan – dan gaat het trouwens ook veel sneller klaar zijn en kunnen we er sneller mee starten – om een zo simpel mogelijk besluit te maken, zodat mensen die daarmee aan de slag willen gaan, dat met zoveel mogelijk vrijheid kunnen doen. En dan moeten we goed opvolgen en goed evalueren, om te zien of daar eventueel moet worden bijgestuurd.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Ik wil mij heel kort aansluiten, omdat ik het een heel interessante vraag en een heel interessant proefproject vind. Het kwam hier al verschillende keren aan bod. Als we voor die ‘last mile’ het leveren van pakjes met de fiets kunnen inzetten, denk ik dat dat echt een heel goede evolutie is. We hebben het in de commissie en in de plenaire vergadering ook al een paar keer gehad over de ‘camionettisering’. Als we dat kunnen opvangen met dergelijke fietsen, is dat een goede zaak.
Collega Bex, ik hoor u heel vaak verwijzen naar Brussel. Het siert u ook dat u uw stad zo in de kijker zet, maar ik denk dat we Vlaanderen niet altijd kunnen vergelijken met Brussel. Brussel is een echt stedelijk gebied en in Vlaanderen hebben we toch wel veel meer landelijke gebieden. Maar het siert u dat u altijd ten volle voor uw stad gaat.
Minister, ik hoor dat het proefproject nog maar in de beginfase zit en dat er nog aanpassingen zullen worden gedaan. Dat is een goede zaak, maar we mogen het wel, zoals de collega’s zeggen, niet te complex maken. Ik heb daar nog een klein vraagje bij. Ik denk dat de lokale besturen daar ook een belangrijke actor zijn. Op welke manier gaat u hen bij dergelijke projecten betrekken?
De heer Bex wou zichzelf nog even aanvullen.
Minister, ik had ook gevraagd hoe het stond met de ambitie om de stadskernen in 2025 emissievrij te bedienen. Daar hebt u niet op geantwoord. Dat staat wat los van die fietsen.
Collega Fournier, ik heb gewoon willen zeggen dat het niet echt mijn verwachting is dat er transportbedrijven met een bakfiets van Menen naar Roeselare gaan rijden over een weg waar je 70 kilometer per uur mag rijden. In die zin denk ik dat Vlaanderen wel meer op Brussel lijkt. In steden kan dat wel. Mensen gaan dat niet doen op landelijke wegen. (Opmerkingen)
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor de bijkomende vragen. Zoals ik daarstraks al zei: dit was een ontwerpbesluit Vlaamse Regering. De bedoeling is dit nu aan te passen. Het moet dan ook nog naar de Raad van State. Ik heb er absoluut geen probleem mee om de commissie hier te verwittigen op het moment dat de aangepaste versie er is en die naar de Raad van State kan vertrekken. Jullie kunnen dat natuurlijk ook zien via de agenda van de Vlaamse Regering.
Alleszins ben ik het ermee eens – en ik denk dat we het er allemaal over eens zijn – dat we geen Kafka moeten hebben. We moeten altijd wel wat schipperen tussen de ene instantie en de andere instantie, maar ik denk dat er hier terechte bedenkingen zijn over veel te veel strikte regels en dat we dat dus moeten aanpassen.
Wat betreft de emissievrije stedelijke logistiek: mijn oprechte excuses dat ik die vraag inderdaad over het hoofd had gezien, maar er is een studie in de markt geplaatst die zo snel mogelijk opgestart zal zijn, en intussen is ook het overleg met de diverse stakeholders lopende. Ook dat loopt verder.
Mevrouw Fournier, uw bedenking is terecht als u praat over het verschil tussen meer perifere gebieden enerzijds en de meer stedelijke context anderzijds. We nemen alleszins ook die bedenkingen mee.
We willen volop gaan voor die duurzame logistiek en wat dat betreft is opnieuw dat overleg met die stakeholders van essentieel belang. Wordt alleszins vervolgd.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Het is een mooi verhaal hier, dat het aangepast zal worden. Het zou eigenlijk niet wijs zijn om daarmee door te gaan in de vorm die het nu heeft. Als u het ons wilt laten weten, zou ons dat opzoekingswerk besparen.
De heer Bex heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord. Als de studie in de markt geplaatst is en het overleg met de stakeholders loopt, dan wens ik u veel werkkracht en goede moed om tegen 2025 de ambitie in het Vlaams regeerakkoord gerealiseerd te krijgen. Ik vermoed, eerlijk gezegd, dat het niet zal lukken.
Maar ik wou u wel vragen of het mogelijk is om wat meer informatie over die studie en dat overleg met de stakeholders te bezorgen. Doe ik dat in een schriftelijke vraag? (Instemming van minister Lydia Peeters)
Oké.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.