Report meeting Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Vraag om uitleg over de handelsmissie van 8 tot 12 mei 2022 naar het Verenigd Koninkrijk
Report
– Deze vragen om uitleg werden via videoconferentie behandeld.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Van zondag 8 mei tot donderdag 12 mei trok een federale handelsmissie naar het Verenigd Koninkrijk. Uzelf en uw collega, viceminister-president Hilde Crevits, namen daaraan deel, samen met andere regionale en federale ministers.
Deze missie was bijzonder omdat het ging om de eerste missie vanuit dit land naar het Verenigd Koninkrijk sinds het uitbreken van de coronapandemie en sinds het vertrek van Groot-Brittannië uit de Europese Unie. Deze twee gebeurtenissen hebben natuurlijk een negatieve impact gehad op de handel vanuit België naar het Verenigd Koninkrijk en omgekeerd.
Het is daarbij belangrijk om aan te stippen dat Vlaanderen verantwoordelijk is voor het grootste deel van de handel met het VK. Uit cijfers van Flanders Investment & Trade (FIT) blijkt dat ook Vlaanderen niet gespaard bleef van de negatieve gevolgen van de pandemie. De Vlaams-Britse handel kende in 2021 een krimp van 2,6 procent. Vooral de automobielindustrie, de machinebouw, de textielsector en de tuinbouw werden getroffen.
Met ongeveer 332 vertegenwoordigers van deelnemende bedrijven was deze missie dan ook de uitgelezen kans om de economische banden tussen het VK en Vlaanderen aan te halen door nieuwe investeringen aan te trekken, de export te boosten en Vlaanderen op de kaart te zetten als innovatieve regio.
Ten slotte stond ook een politieke ontmoeting op de agenda met de Britse minister van Europa en Noord-Amerika, James Cleverly, de minister van Economie en Energie, Kwasi Kwarteng en de minister van Internationale Handel, Penny Mordaunt.
Hoe evalueert u uw deelname, die van de Vlaams Regering en van de Vlaamse bedrijven aan de handelsmissie naar het Verenigd Koninkrijk?
Werden er concrete successen geboekt, zoals het afsluiten van contracten, voor onze Vlaamse bedrijven?
Kunt u uw politieke ontmoetingen met de Britse ministers toelichten? Wat werd er besproken? Met welke output?
Besprak u de mogelijke impact van de Noord-Ierse verkiezingen op het protocol bij het Brexitakkoord, de gevoeligheid en de moeilijkheid voor het Verenigd Koninkrijk?
Op 30 november 2021 tekende België een bilaterale verklaring met het VK. Tijdens mijn vraag om uitleg van 7 december 2021 bleek dat Vlaanderen daar niet bij betrokken werd. U verklaarde toen dat uw diensten zouden onderzoeken of die bilaterale verklaring correct werd afgesloten. Kunt u hierover toelichting geven?
Mevrouw Jans heeft het woord.
Ik heb een soortgelijke vraag als de heer Vanlouwe, die hij al ruim heeft toegelicht. Het gaat over dezelfde handelsmissie. Zowel de timing als de aard zijn van bijzondere aard geweest.
Welke contacten hebt u gehad? Welke pijnpunten hebt u mogelijk besproken?
Is er overleg geweest inzake een bilaterale samenwerking tussen Vlaanderen en het VK, gezien onze bevoorrechte relaties?
Kunt u een overzicht geven van de economische resultaten van de missie?
Welk aandeel in de missie vertegenwoordigden de Vlaamse bedrijven en kennisinstellingen?
We hebben het al eerder gehad over de export. Na de pandemie heeft die zich vanuit Vlaanderen zeer goed hersteld en zelfs verbeterd, behalve naar het Verenigd Koninkrijk. Liggen de gevolgen van de Brexit daar aan de oorsprong van of spelen er andere factoren mee?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik start met een gebundeld antwoord op de eerste en tweede vraag van de heer Vanlouwe en op de derde en vierde vraag van mevrouw Jans. Ik kijk met heel veel voldoening terug op deze handelsmissie. Het Verenigd Koninkrijk is een van onze belangrijkste handelspartners. Dit was de eerste handelsmissie naar het Verenigd Koninkrijk na de Brexit en er was voor dit bezoek dan ook bijzonder veel belangstelling vanuit het bedrijfsleven.
In totaal waren er ongeveer vierhonderd deelnemers en daarvan waren er meer dan driehonderd uit de private sector. Ongeveer de helft daarvan kwam uit Vlaanderen. Daarnaast waren er zeventien deelnemers uit de sector van de onderwijs- en kennisinstellingen, van wie vijftien uit Vlaanderen. De rest van de delegatie kwam uit de publieke sector met ongeveer zestig deelnemers, van wie een kwart uit Vlaanderen. Het was dus zeker een belangrijke handelsmissie.
Het is uiteraard nog te vroeg om het concrete succes van deze missie te kunnen inschatten. U weet dat er enige tijd overheen kan gaan vooraleer de gelegde contacten uitmonden in daadwerkelijke overeenkomsten.
De vertegenwoordiging van FIT in Londen heeft 125 business-to-businessafspraken geregeld tussen Vlaamse en Britse bedrijven. Tijdens de netwerkmomenten in Londen en Oxford werden in de sectoren van voeding en dranken, logistiek, lifesciences en cleantech ook nog honderden gesprekken gevoerd door afgevaardigden van Vlaamse bedrijven en vakorganisaties met hun Britse confraters, partners en potentiële zakenrelaties.
De Vlaamse bedrijven konden op tal van events contacten leggen met Britse bedrijven, onder andere op het door FIT georganiseerde event ‘Trade and Cooperation Agreement in practice’ en tijdens de Vlaamse avond, maar ook op een event van Indaver en ter gelegenheid van de schenking van de tuin door ons Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) aan de Chelsea Pensioners.
Ik kan alvast meedelen dat er al meteen zes Vlaamse bedrijven en organisaties zijn die contracten ondertekend hebben met Britse bedrijven. Gelet op het groot aantal gelegde contacten neem ik aan dat er nog veel zullen volgen.
U informeerde beiden naar de ontmoetingen die ikzelf en minister Crevits hadden met de Britse ministers. Er zijn uiteindelijk afspraken geweest met twee Britse ministers. Er stonden er inderdaad drie op het programma, maar één werd afgelast. Zelf had ik een ontmoeting met minister Greg Hands die bevoegd is voor Energie en Industriële Strategie en minister Crevits sprak met Victoria Prentis bevoegd voor Visserij en Landbouw. De ontmoeting die voorzien was met mevrouw Liz Truss, Foreign Secretary – dus de Britse minister van Buitenlandse Zaken – werd helaas enkele dagen voor de zending afgelast.
Deze gesprekken op ministerieel niveau hebben geleid tot enkele concrete opvolgpunten en tot rechtstreekse contacten met de ‘private offices’ van deze ministers. Met minister Hands is de opvolging voornamelijk gericht op de toekomstige kansen en ontwikkelingen op het vlak van koolstofopslag en groene waterstof. Ik heb gewezen op de ambitieuze plannen die wij daarvoor in Vlaanderen hebben en op het belang en de troeven van de petrochemische cluster rond de haven van Antwerpen en van onze energie-intensieve industrie.
Voor de resultaten van het overleg dat minister Crevits had met haar toenmalige Britse ambtgenoot verwijs ik naar de toelichting die haar opvolger, minister Jo Brouns, gegeven heeft in de Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie van 19 mei laatstleden in antwoord op een vraag om uitleg van mevrouw De Vreese.
Over de toekomstige bilaterale samenwerking tussen Vlaanderen en het Verenigd Koninkrijk heb ik het kort gehad met minister Hands. Kort voor deze handelsmissie heeft de Vlaamse Regering haar goedkeuring gehecht aan een nieuwe Visienota Vlaanderen en het Verenigd Koninkrijk. Deze visienota licht toe waarom een blijvende samenwerking met het Verenigd Koninkrijk alsook met de ‘devolved nations’ nodig is en op welke manier die ingevuld kan worden. Deze visienota heb ik kort kunnen toelichten aan minister Hands. Dit was vooral een gespreksonderwerp voor het overleg met Foreign Secretary Liz Truss, maar door de annulatie heb ik dit thema tijdens deze missie niet op het meest aangewezen ministeriële niveau kunnen bespreken.
Intussen heeft de Vlaamse diplomatieke vertegenwoordiging in Londen hierover nog verdere gesprekken gevoerd met het Britse Foreign, Commonwealth & Development Office. Het is en blijft de ambitie van Vlaanderen om tot een bilaterale verklaring te kunnen komen. De recente update van de Visienota Vlaanderen en het Verenigd Koninkrijk zorgt voor extra context en stimulans om deze nieuwe relatie verder vorm te geven. De komende weken en maanden zullen wij hierover verdere gesprekken hebben met onze Britse counterparts. Ik moet eraan toevoegen dat het niet alleen voor Vlaanderen maar blijkbaar ook voor België moeilijk is om nu al bilaterale contacten te hebben. Dat is ook begrijpelijk. Het Verenigd Koninkrijk moet na de Brexit met iedereen opnieuw bilaterale akkoorden maken. Ik heb begrepen dat het de G8 en de Commonwealthlanden zijn die op dat vlak prioriteit hebben voor het Verenigd Koninkrijk. In die context moeten we blijven proberen om bilateraal te gaan. Ik heb ook de steun van de Britse ambassadeur hier in Brussel om dit te bewerkstelligen, maar op de prioriteitenlijst van het Verenigd Koninkrijk – ik heb daar wel begrip voor – staan eerst de G8 en de Commonwealthlanden.
Dan was er nog de vraag van de heer Vanlouwe of ik gesproken heb over de mogelijke impact van de Noord-Ierse verkiezingen op het Noord-Iers protocol. Ten tijde van het bezoek aan Londen waren de uitslagen van die verkiezingen nog maar enkele dagen bekend. De handelsmissie vond plaats in een periode van geruchten en speculatie over plannen van de Britse regering om een wetsvoorstel aan te kondigen dat een deel van het Noord-Iers protocol, en dus het terugtrekkingsakkoord, zou overschrijven. Op 10 mei werd de Queen’s Speech voorgelezen in het parlement in Westminster en ook hier vormde de Brexit een rode draad. Ik heb alleszins bij minister Hands de nood aangekaart aan een correcte uitvoering van het terugtrekkingsakkoord en van het Trade and Cooperation Agreement, maar ook dit was een item dat ik had willen bespreken met de Foreign Secretary, wat dus niet mogelijk is gebleken.
Tot slot was er nog een vraag van mevrouw Jans over de daling van de exportcijfers naar het Verenigd Koninkrijk. Het is moeilijk hiervoor een sluitend bewijs te leveren, maar gelet op de globale stijging van de exportcijfers enerzijds en de daling van de cijfers met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk anderzijds, wijst alles in de richting van de Brexit als oorzaak voor deze daling. Dat wordt ook bevestigd door een voorlopige analyse die FIT hierover heeft gemaakt, al blijft het moeilijk om sluitende conclusies te trekken omdat er tegelijkertijd ook effecten waren als gevolg van de COVID-19-crisis. Het zal pas op langere termijn mogelijk zijn om de exacte invloed van de Brexit op de exportcijfers te detecteren.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw zeer uitvoerig antwoord.
De missie naar het Verenigd Koninkrijk kan positief beoordeeld worden, zeker en vast voor onze Vlaamse bedrijven. Als ik hoor dat er vierhonderd deelnemers zijn, van wie het grootste deel uit Vlaanderen en uit de onderwijssector en kennisinstellingen, dan is dat een succes. Er zijn contacten gelegd en afspraken gemaakt. Ik dacht gehoord te hebben dat een zestal bedrijven contracten hebben ondertekend met Britse bedrijven. Ik weet niet of u daar bijkomende informatie over hebt. Over welke sectoren gaat het? Als u dat nu niet bij u hebt, dan kan ik daar ook nog een schriftelijke vraag over stellen.
Ook de politieke contacten hebben belang. Vlaanderen staat aan de top bijvoorbeeld met de petrochemische cluster in de haven van Antwerpen. Er zijn inderdaad mogelijke opportuniteiten op het vlak van koolstofopslag of groene waterstof. Dat zijn zaken die goed zijn om in de toekomst te bespreken.
Het is goed dat u de visienota ‘Vlaanderen en het Verenigd Koninkrijk' hebt kunnen toelichten, maar ik hoop dat daar verder gevolg aan kan worden gegeven en dat wij niet alleen op VK-niveau maar met de verschillende devolved nations ... Ik weet dat zij de term ‘deelstaten’ niet gebruiken, maar Schotland, Noord-Ierland, Wales en Engeland hebben uiteraard ook hun bevoegdheden.
U zei dat het soms moeilijk is om bilaterale contacten te hebben, gelet op de prioriteiten van het Verenigd Koninkrijk. Natuurlijk zijn wij een van de dichtste buren van het Verenigd Koninkrijk. We hebben altijd bijzonder veel handel gedreven. Ik begrijp uiteraard de strategie van het Verenigd Koninkrijk en dat men kijkt naar de Commonwealthlanden en zo, maar ik hoop toch dat daar voldoende aandacht voor zal zijn, vooral om onze economie veilig te stellen.
Tot slot hoop ik dat het protocol bij het handelsakkoord nauwgezet kan worden nageleefd. Dit is absoluut noodzakelijk voor het handhaven van de vrede die voortvloeit uit het Goedevrijdagakkoord.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw uitvoerige antwoord. U kijkt er met veel voldoening op terug. Ik heb de indruk dat dit ook voor veel deelnemers aan deze handelsmissie het geval is. Dat zijn – durf ik te vermoeden – uitermate gevulde dagen maar wel zeer gericht, zeer efficiënt in een zeer weloverwogen samenstelling.
Ik begrijp inderdaad ook dat het Verenigd Koninkrijk prioriteit geeft aan landen waar men bilateraal mee samenwerkt, mee overlegt, maar het is mijn overtuiging dat de contacten die gelegd zijn, de lijnen die geopend zijn altijd van pas komen en zullen blijven komen. Dat is een belangrijke bijkomstigheid van dergelijke handelsmissies. Ik denk dat het zeer welbestede tijd was.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister president, de missie naar het Verenigd Koninkrijk was zeker een belangrijke, noodzakelijke zaak, maar ik blijf toch zitten met de problematiek omtrent Noord-Ierland, die allesbehalve onbelangrijk is. Het Noord-Ierse protocol staat echt onder druk en dat heeft zeker ook een impact op onze economie.
U hebt zelf ook gezegd dat de bilaterale contacten met het Verenigd Koninkrijk voor het Verenigd Koninkrijk zelf nog geen prioriteit zijn. Zullen er vanuit Vlaanderen via de Europese Unie of via andere actoren nog initiatieven worden genomen om omtrent het Noord-Ierse protocol iets te ondernemen?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Vanlouwe, de devolved nations – om hun term te gebruiken – zijn voor ons heel belangrijk. U weet dat we met Schotland tijdens deze legislatuur al een aantal keren contact hebben gehad. U weet misschien ook dat ik naar Wales ga in de tweede helft van juni en dat na de grote vakantie Noord-Ierland op de agenda staat. Dat is voor ons heel belangrijk want dat gaat bilateraal vlotter dan met het Verenigd Koninkrijk.
Uit welke sectoren komen die zes bedrijven? Ik weet dat er farmabedrijven bij waren en bedrijven uit de logistieke sector. Ik weet ook dat een bierbrouwer uit het Brugse daar een contract heeft getekend voor de verspreiding van hun bieren in het Verenigd Koninkrijk en dat ik het geluk heb gehad om een van die eerste bieren te mogen tappen in een of andere pub in Londen. Dat was niet echt de ondertekening, maar al de uitvoering.
Wat het Noord-Ierse protocol betreft, mijnheer Deckmyn, ben ik het volledig met u eens dat dit bijzonder belangrijk is. Het standpunt van Vlaanderen daarin is ‘pacta sunt servanda’. Dat is ook de boodschap die wij via het federale niveau aan Europa en de Europese onderhandelaars geven. Dat akkoord is als evenwichtig geëvalueerd. Ik bedoel dan het volledige akkoord, waar het Noord-Ierse protocol deel van uitmaakt. Daar zaten toegevingen van Europa in en daar zaten winstpunten voor Europa in. Als men nu eenzijdig een van de elementen wijzigt, dan verstoort dit het evenwicht en trekt dit kaarten uit het kaartenhuisje, dat dergelijk akkoord toch meestal is. De lijn die we daar hanteren is ‘pacta sunt servanda’.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Ik heb geen verdere vragen of bedenkingen. Ik dank de minister-president voor zijn antwoord.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Ik heb ook geen bijkomende vragen.
Misschien is het maar goed, minister-president, dat men in Engeland pintjes zonder een schone col gewend is. (Gelach)
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.